Handreiking Toelating - Bonifatiusschool Woudsend

Handreiking Toelating
De keuze van de ouders/verzorgers voor een school is een belangrijk uitgangspunt. Zij zoeken naar
een school die het beste aansluit bij hun opvattingen over opvoeding en onderwijs. Dat betreft niet
alleen levensbeschouwelijke opvattingen, maar ook pedagogische en didactische die aan het onderwijs
ten grondslag liggen. Tevens is de geografische ligging van de school belangrijk.
Dat betekent dat het niet honoreren van de keuze van de ouders tot een minimum beperkt moet
worden. Het bestuur staat beperkingen toe bij de toelating van leerlingen in het belang van de school,
haar leerlingen en personeel.
De belangen van het aangemelde kind en de ouders/verzorgers wegen mee.
Mocht een leerling niet plaatsbaar zijn, dan zorgt de school toelating naar een andere school.
In deze handreiking worden de algemene uitgangspunten en criteria aangegeven. Tevens wordt
aangegeven op welke wijze de toelatingsprocedure wordt uitgevoerd. Elke school stelt binnen dit format
van de stichting en op basis van het SOP haar toelatingscriteria vast, deelt deze via de schoolgids mee
aan de ouders en handelt in deze consequent.
De schoolgids wordt aan alle (aspirant)ouders openbaar gemaakt.
Het bevoegd gezag van een basisschool beslist over de toelating van een leerling. Het bestuur heeft
deze bestuurlijke bevoegdheid aan de directeur gemandateerd.
Voor alle kinderen wordt een zorgvuldige toelatingsprocedure gevolgd, opdat de school kan voldoen
aan de zorgplicht ten opzichte van elke leerling; een passend onderwijsarrangement aanbieden aan
elke leerling. Bij leerlingen met een complexe zorgvraag of met een zgn. ondersteuningsbehoefte zal de
beslissing tot toelating geschieden op basis van een zorgvuldige afweging op schoolniveau tussen de
ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling en de mogelijkheden van de school. In het bijzonder
wanneer er sprake is van ernstige problematiek zal nagegaan worden of, en onder welke voorwaarden,
een kind in het reguliere basisonderwijs binnen de stichting geplaatst kan worden.
Uitgangspunten
a.
b.
c.
d.
De vrijheid van onderwijs wordt voor het bijzonder onderwijs bepaald in artikel 23 van de
grondwet. Het bevoegd gezag heeft de mogelijkheid om met een beroep op de vrijheid van
inrichting toelating van een leerling te weigeren op basis van vastgesteld beleid.
In artikel 63 van de WPO (Wet op het primair onderwijs) is een aantal zorgvuldigheidseisen
opgenomen voor het geval een leerling niet wordt toegelaten.
Het besluit om de leerling niet toe te laten moet schriftelijk en met redenen omkleed
worden medegedeeld aan de ouders.
Daarbij wordt de ouders gewezen op de mogelijkheid om bij het bevoegd gezag binnen
6 weken schriftelijk bezwaar te maken tegen de beslissing.
Als de ouders een bezwaarschrift indienen is het bevoegd gezag verplicht om de
ouders te horen.
Het bevoegd gezag beslist binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift.
Er wordt rekening gehouden met de Awb (Algemene wet bestuursrecht). De Awb formuleert
een aantal beginselen waaraan de beslissing moet voldoen:
het zorgvuldigheidsbeginsel: een beslissing wordt genomen op basis van relevante
gegevens;
het gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen dienen gelijk behandeld te worden;
het vertrouwensbeginsel: toezeggingen moeten worden nagekomen;
het motiveringsbeginsel: een beslissing heeft een deugdelijke motivering.
De wettelijke taak t.a.v. Passend Onderwijs is de integratie van leerlingen die speciale
ondersteuning en begeleiding nodig hebben te bevorderen. Het bevoegd gezag draagt zorg
voor een zodanig zorgcontinuüm, dat leerlingen die belemmeringen ondervinden zo mogelijk
e.
onderwijs kunnen blijven volgen in het basisonderwijs. Er dient derhalve "zorg op maat" te
worden geleverd.
Het zorgaanbod kan per school verschillen. De school heeft een Schoolondersteuningsprofiel
(SOP) opgesteld waarin de ondersteuningsmogelijkheden staan vermeld die de school kan
bieden.
Criteria
De mogelijkheden tot toelating van leerlingen aan de scholen vallend onder de BMS zijn per school en
per leerling verschillend. De toelating wordt bepaald door o.a. de volgende criteria:
-
de leeftijd van de leerling; de leerling is toelaatbaar vanaf 4 jaar tot en met het schooljaar
waarin hij de leeftijd van 14 jaar bereikt (artikel 39 WPO);
de ouders dienen de grondslag van de school te respecteren;
de huisvestingscapaciteit en organisatie van de school;
de draagkracht van de leerkracht/het team;
broertjes en zusjes van een leerling worden altijd toegelaten, zover de ondersteuningscapaciteit
van de school het toelaat;
de mogelijkheden van de school, bijvoorbeeld onderwijskundige zorg, menskracht, expertise,
begeleiding, middelen;
de aard en de ernst van de handicap en de hulpvraag van de leerling; de mogelijkheden van
het kind;
de rust en veiligheid van alle leerlingen in de school.
Onderwijskundige zorg
Aan ouders wordt bij aanmelding, of na onderzoek van de zorgleerling, kenbaar gemaakt wat de
begeleiding van de school is en welke verwachtingen ouders t.a.v. de school mogen koesteren.
Elke school heeft een Schoolondersteuningsprofiel (SOP) vastgesteld om een verantwoorde afweging
te maken m.b.t. de toelating van een leerling die meer zorg behoeft dan een "gemiddelde" leerling.
Voorwaardelijk kader van onze zorgverbreding.
De leerbaarheid van een kind moet zodanig zijn, dat hij of zij het reguliere onderwijsaanbod
helemaal of grotendeels kan verwerken. De leerling verlaat in overleg met de ouders onze
school met de minimale gemiddelde beheersing van de leerstof van eind groep 6.
Het kind voelt zich veilig en vertrouwd op onze school.
Het kind kan zich aan de groeps- en schoolregels houden.
Het kind is in staat om zelfstandig te werken.
Ouders en school kunnen goed samenwerken en volgen binnen hun mogelijkheden elkaars
adviezen op.
De teamleden hebben per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en
eventuele instanties die bijdragen aan de zorg.
De leerkrachten kunnen een gelimiteerd aantal extra leerlijnen en handelingsplannen
verwerken.
De scholen kennen zeer beperkte voorzieningen voor lichamelijke zorg. De kinderen moeten in
beginsel zelfredzaam zijn.
Onze scholen streven er naar de ondersteuning voor kinderen, waaronder mogelijk ook kinderen met
een handicap, op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter ook situaties
voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor kinderen worden bereikt, zoals:
·
Verstoring van de rust en de veiligheid:
Indien een kind een handicap heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, die leiden tot
een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid van de groep. Het is dan niet meer mogelijk om
kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind met een handicap te
bieden.
·
Wederzijdse beïnvloeding van enerzijds de verzorging en de behandeling van het kind met een
handicap en anderzijds het onderwijs aan het kind met die handicap:
Indien een kind een handicap heeft die een zodanige verzorging of behandeling vraagt dat daardoor
zowel de ondersteuning en de behandeling voor het desbetreffende kind, als het onderwijs aan de
betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht komt.
·
Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen:
Indien het onderwijs aan een kind met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht
van de leerkracht, dat daardoor de tijd en de aandacht voor de overige kinderen in de groep
onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden.
Uitwerking afspraken
Elke school stelt toelatingscriteria op binnen de kaders die de stichting heeft aangegeven.
Het beleid moet op de normale wijze worden vastgesteld. Tevens dient het beleid aan de ouders te
worden meegedeeld. De school dient zich consequent aan het beleid te houden.
Schoolgids
In onze schoolgids verwijzen we naar dit stappenplan wat op onze website staat en als papieren versie
op school verkrijgbaar is.
Onderwijskundige zorg
Ouders wordt bij aanmelding, of na onderzoek van de zorgleerling, kenbaar gemaakt wat het
ondersteuningsaanbod van de school is en welke verwachtingen ouders t.a.v. de school mogen
hebben.
Stappenplan
De scholen maken gebruik van stappenplan(nen) en procedure (zie bijlage) om een verantwoorde
afweging te maken over de toelating van een leerling die meer zorg behoeft dan een ''gemiddelde''
leerling.
BIJLAGE
Stappenplan inschrijven nieuwe leerling
1.
Elke directeur van de stichting geeft informatie over zijn/haar school aan ouders, die zich tot
hem/haar wenden om eventueel hun kind aan te melden.
2.
Ouders vullen, na aangegeven te hebben de grondslag van de school te respecteren een
aanvraagformulier in met een verzoek tot plaatsing van een kind op de school (voorlopige
aanmelding).
3.1.
Bij nieuwe leerlingen die van elders komen, neemt de directeur contact op met de vorige school
en volgt een bestudering van het onderwijskundig rapport en indien van toepassing de
bestudering van het zorgdossier.
De directeur kan in overleg met de ouders contact opnemen met de Kinderopvang of de
Peuterspeelzaal.
a.
Bij jonge leerlingen (vier jaar) volgt een (intake-) gesprek (met directeur of leerkracht).
b.
Kinderen vanaf 3 jaar en 10 maanden kunnen kennismaken met de groep en leerkracht
(ten hoogste vijf dagen).
3.2
4.
De leerling wordt rechtstreeks toegelaten en ingeschreven nadat is vastgesteld is dat de
leerling geen specifieke ondersteuning behoeft en de leerling, volgens de criteria, geplaatst kan
worden. Ouders ontvangen een bevestiging tot inschrijving.
5.
Na de constatering: ”Dit is een leerling met extra ondersteuningsbehoefte” volgt de volgende
route (zie bijlage Stappenplan “aanmelding leerling met specifieke hulpvraag”):
Er wordt nagegaan in welke mate de leerling ondersteuning nodig heeft.
Bij een leerling die veel ondersteuning nodig heeft, wordt nagegaan of en op welke
wijze de school deze kan bieden.
De leerling wordt na dit onderzoek (niet) ingeschreven.
De ouders ontvangen informatie van de directeur over het te volgen stappenplan.
De ouders maken met de school afspraken over het opzetten van een individueel
handelingsplan.
6.
Bij de overname van een leerling door een andere school zal de eerste school altijd een
onderwijskundig rapport aan de volgende school doen toekomen.
7.
Er vindt een uitwisseling van de wettelijke in- en uitschrijfformulieren plaats tussen de leverende
en de ontvangende school.
BIJLAGE
Stappenplan “Aanmelding leerling met specifieke hulpvraag”
1. Aanmelding leerling met specifieke hulpvraag
Gesprek ouders;
In dit gesprek wordt tevens een toelichting gegeven over het SOP en daaruit
voortvloeiend de mogelijkheden van de school.
Verwachtingen die ouders hebben t.a.v. deze school.
Toelichting visie van de school;
Toelichting procedure en tijdpad;
Schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen;
Ouders krijgen binnen 6 weken bericht.
2. Informatie verzamelen
Gegevens opvragen bij bijvoorbeeld:
Vorige school (onderwijskundig rapport en zorgdossier);
MKD’s en dergelijke;
Ambulante begeleiding;
Medisch circuit, indien mogelijk.
3. Informatie bestuderen
Binnengekomen gegevens worden bestudeerd en besproken door de directeur, de interne
begeleider en de groepsleerkracht. Eventueel kan besloten worden om het kind te observeren.
4. Inventarisatie
Van het kind wordt het volgende in kaart gebracht.
Aandachtspunten
Wat vraagt
het kind?
Mogelijkheden
van de school
SOP
Onmogelijkheden
van de school
SOP
Externe
ondersteuning
Pedagogisch
Didactisch
Kennis en
vaardigheden lkr
Organisatie
School en groep
Gebouw
Materieel
Medeleerlingen
Ouders
5. Overwegingen
De school onderzoekt op basis van het voorgaande schema welke mogelijkheden de school
zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie.
Tevens wordt de te verwachte continuïteit van de geboden hulp hierbij in overweging genomen.
6. Besluitvorming
De betreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind worden afgezet ten opzichte van
de visie van de school en de mogelijkheden om een passend onderwijsaanbod te realiseren.
7. Afspraken maken
Gesprek met de ouders waarbij besluit van de school wordt besproken:
Bij toelating: opstellen van een plan van aanpak. Ouders en school maken afspraken
over het onderwijs dat de leerling zal krijgen. Deze afspraken worden vastgelegd en
door beide partijen ondertekend in een handelingsplan. Als de kerndoelen niet haalbaar
zijn, worden vervangende doelen in het handelingsplan aangegeven.
Bij een afwijzing: een inhoudelijke onderbouwing door de school waarom men van
mening is dat het kind niet geplaatst kan worden. Deze beargumenteerde afwijzing
wordt op schrift gezet en aan de ouders overhandigd.
De school heeft de zorgplicht om de ouders te begeleiden een passende school voor de
betreffende leerling te vinden.
Procedure aanmelding leerling met extra ondersteuningsbehoefte
1.
Ouders melden een kind aan met extra ondersteuningsbehoefte en de basisschool neemt
kennis van:
-
2.
De school beoordeelt:
-
3.
-
Besluit tot plaatsing: het kind wordt m.i.v. ………. in een bepaalde groep geplaatst.
Plaatsing waarbij het Plan van Aanpak het kader is voor het bepalen van de
beginsituatie.
Plaatsing indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Plaatsing vindt pas plaats als
ouders en de school akkoord gaan met het handelingsplan.
Het kind niet te plaatsen en de ouders te begeleiden naar een andere school.
Plaatsing kan plaats vinden als:
-
5.
De mogelijkheden van het kind en welke begeleiding voor dit kind noodzakelijk is;
De ondersteuningsmogelijkheden met het SOP als uitgangspunt;
Of het budget effectief ingezet kan worden.
De school kan het volgende besluiten:
-
4.
Het motief van de ouders hun kind bij deze school aan te melden;
Alle stukken dossiers die van belang zijn voor de begeleiding c.q. onderwijs aan het
kind;
De verwachtingen die de ouders van deze basisschool hebben;
De mogelijkheden van het kind;
De hoogte van het budget.
Er overleg is geweest met de directeur en het i-ZAT.
het handelingsplan klaar is.
In het handelingsplan staat:
-
Het huidige niveau van het kind;
De doelen die bereikt moeten worden en de termijnen waarbinnen de doelen gehaald
moeten worden;
De interne en externe maatregelen, die getroffen dienen te worden voor goede
begeleiding/onderwijs;
De speciale voorzieningen die nodig zijn;
De registratie van de vorderingen;
Hoe ouders op de hoogte worden gehouden van de sociale, emotionele en cognitieve
ontwikkeling van hun kind, van de voortgang van het leerproces en van mogelijkheden
van de leraar en de groep.
Hoe de extra middelen worden ingezet.
Realisatie en evaluatie van het handelingsplan.
Bezwaarmogelijkheid ouders
Ouders krijgen binnen 6 weken reactie op de inschrijving. Mocht de directeur meer tijd nodig hebben
om tot een afweging te komen, dan kan er een verlenging plaatsvinden van 4 weken.
Wanneer ouders worden geconfronteerd met een afwijzing van hun verzoek om hun kind toe te laten,
ontvangen zij binnen 6 weken een schriftelijk, gemotiveerd besluit. Er wordt op gewezen dat
bezwaarschriften kunnen worden ingediend binnen 6 weken na de beslissing over de toelating.
Het bevoegd gezag moet binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing nemen.
Voordat het bevoegd gezag over het bezwaar beslist, moet zij de ouders in de gelegenheid stellen om
te worden gehoord.
Zijn de ouders het niet eens met de eindbeslissing van het bevoegd gezag, dan kunnen zij een
civielrechtelijke procedure starten.
Uitzondering
In gevallen waarin het beleid niet voorziet, neemt de directeur een besluit.