Kenmerk: CvB 2012/1422450 Regeling Studiefaciliteiten TU/e 2013 De TU/e hecht groot belang aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling van medewerkers. De TU/e vergoedt daarom vaak (gedeeltelijk) de kosten van een studie. Onderstaande regeling beschrijft de uitgangspunten die de TU/e hierbij hanteert. Definities Functiegerelateerde studies zijn gericht op het vergroten/aanvullen van kennis, inzicht en vaardigheden die de medewerker nodig heeft voor het vervullen van zijn huidige functie (of een functie die hij volgens afspraak met zijn leidinggevende binnen afzienbare tijd gaat vervullen). Loopbaangerelateerde studies zijn gericht op het vergroten van de inzetbaarheid van de medewerker op een andere functie in de eigen organisatie of elders. Verplichtgestelde studies zijn dienstopdrachten, waarvan het volgen verplicht wordt gesteld door het bevoegd gezag. Het volgen van deze studie is noodzakelijk voor het uitvoeren van de functie. Verplichtgestelde studies worden 100% vergoed. Er geldt geen terugbetalingsverplichting en/of terugbetalingstermijn; het vervolg van deze regeling is niet van toepassing op verplichtgestelde studies. De directeur Bedrijfsvoering of het diensthoofd is beslissingsbevoegd bij de uitvoering van deze regeling. In deze regeling wordt hier verder naar verwezen met de term ‘bevoegd gezag’. Deze regeling geldt voor alle medewerkers in dienst van de TU/e, met uitzondering van studentassistenten. 1. Algemene voorwaarden a. Indienen aanvraag De medewerker die in aanmerking wil komen voor studiefaciliteiten, dient vóór aanvang van de studie een verzoek hiervoor in bij het bevoegd gezag. De medewerker bespreekt zijn aanvraag vooraf met zijn of haar leidinggevende. Op het formulier ‘Studiefaciliteiten’ leggen zij vast wat ze besproken hebben. Dit formulier vormt de basis voor de aanvraag van studiefaciliteiten. Bij dit verzoek voegt de medewerker informatie die het bevoegd gezag nodig heeft om een de aanvraag voor toekenning van de studiefaciliteiten te kunnen beoordelen. Denk aan een inhoudelijke omschrijving van de studie, duur van de studie en een kostenoverzicht. b. Toekenning studiefaciliteiten door bevoegd gezag Het bevoegd gezag beslist na afstemming met de leidinggevende van de medewerker en de HR-adviseur over toekenning van de studiefaciliteiten. Dit besluit wordt gebaseerd op ter zake doende organisatiebelangen en het belang van de medewerker. c. Duur toekenning studiefaciliteiten Toekenning van de studiefaciliteiten is voor de normale duur van de studie. Als de medewerker de studie door onvoorziene omstandigheden niet binnen deze periode kan afronden, kunnen het bevoegd gezag en de medewerker aanvullende afspraken maken over verlenging van deze periode. 1 Als geconstateerd wordt dat de medewerker door aan hem- of haarzelf te wijten omstandigheden niet voldoende studeert en/of vorderingen maakt om de studie binnen de gestelde periode af te ronden, kan het bevoegd gezag de verleende studiefaciliteiten (al of niet tijdelijk) intrekken (zie ook punt 3.b). d. Bepalen terugbetalingstermijn Het bevoegd gezag informeert de medewerker vóór aanvang van de studie over de terugbetalingstermijn ten aanzien van de studiekosten. De terugbetalingstermijn is de periode dat een medewerker in dienst dient te blijven van de TU/e na afronding van de studie. Als de medewerker ontslag neemt binnen deze periode, dient hij/zij (een deel van) de studiekosten terug te betalen. Voor kortdurende studies ( < 1 jaar) is de terugbetalingstermijn 1 jaar en de terugbetalingsverplichting 100%. Voor studies die langer duren, is de terugbetalingstermijn gelijk aan de normale duur van de studie. De terugbetalingsverplichting wordt naar rato verminderd voor elke maand die de medewerker na afronding van de studie in dienst blijft. Voorbeeld Een studie van 3 jaar heeft bij ontslagname na afronding van de studie een terugbetalingstermijn van 3 jaar. De terugbetalingsverplichting wordt met 1/36 verminderd voor iedere maand die de medewerker na afronding van de studie in dienst blijft. Afhankelijk van de situatie, kan het bevoegd gezag besluiten af te wijken van de standaard terugbetalingstermijn. 2. Tegemoetkoming studiekosten Als het bevoegd gezag besluit de medewerker een vergoeding voor studiefaciliteiten toe te kennen, hanteert de TU/e de volgende uitgangspunten bij het vaststellen van de hoogte van de tegemoetkoming in de studiekosten: a. Opleidingskosten Opleidingskosten omvatten inschrijfgelden, cursus- en lesgelden, tentamen-, examen- en diplomakosten en aanschafkosten van studiemateriaal. Als de studie functiegerelateerd is, krijgt de medewerker de opleidingskosten voor 100% vergoed. Als de studie loopbaangerelateerd is, krijgt de medewerker 50 of 75% vergoed. Het bevoegd gezag bepaalt het percentage. b. Reiskosten Als een vergoeding studiefaciliteiten is toegekend, krijgt de medewerker reiskosten die hij/zij in het kader van zijn studie maakt, vergoed volgens de Regeling Vergoeding Dienstreizen ( m.u.v. de verblijfskosten). c. Overige kosten Overige kosten omvatten verblijfskosten, kosten voor maaltijden en andere uitgaven die noodzakelijk zijn in het kader van de studie. Het bevoegd gezag beslist of hiervoor een vergoeding wordt versterkt en hoe hoog de vergoeding is. 2 3. Terugbetaling tegemoetkoming studiefaciliteiten a. Bij ontslagname voor afronding studie Het bevoegd gezag kan de medewerker verplichten (een deel van) de verleende tegemoetkoming in de studiefaciliteiten terug te betalen als de medewerker ontslag neemt voordat de studie met goed gevolg is afgesloten. Bij verwijtbare omstandigheden Het bevoegd gezag kan de medewerker verplichten (een deel van) de verleende tegemoetkoming in de studiefaciliteiten terug te betalen als de medewerker de studie niet met goed gevolg afsluit op basis van omstandigheden die volgens het bevoegd gezag aan de medewerker zelf te wijten zijn. b. Bij ontslagname na afronding studie binnen afgesproken terugbetalingstermijn Het bevoegd gezag kan de medewerker verplichten (een deel) van de verleende tegemoetkoming in de studiefaciliteiten terug te betalen als de medewerker na afronding van de studie eerder dan de afgesproken termijn ontslag neemt (zie punt 1.d). c. Bij niet verlengen/wijzigen dienstverband op verzoek van medewerker Het bevoegd gezag kan de medewerker in tijdelijke dienst verplichten (een deel van) de verleende tegemoetkoming in de studiefaciliteiten terug te betalen als de medewerker ervoor kiest zijn/haar aanstelling niet te laten verlengen of niet te laten wijzigen in een vast dienstverband. d. Geen terugbetalingsverplichting bij ontslag Er geldt geen terugbetalingsverplichting van de tegemoetkoming in de studiefaciliteiten als de medewerker ontslagen wordt met recht op een werkeloosheidsuitkering of direct ingaand (pre)pensioen of een tijdelijk dienstverband op initiatief van de werkgever niet verlengd wordt. 4. Studieverlof a. Voor het volgen van de lessen Het bevoegd gezag bepaalt of en hoeveel verlof wordt toegekend voor de lesuren. b. Voor examen- en tentamendagen De medewerker heeft recht op een verlofdag op een examen- of tentamendag aan het eind van de studie of aan het einde van een duidelijk afgerond geheel binnen de studie (bijvoorbeeld een semester/studiejaar) als dit op een reguliere werkdag valt. c. Voor examenvoorbereiding en andere studieactiviteiten Het bevoegd gezag kan de medewerker maximaal 2,5 dag studieverlof per jaar verlenen voor voorbereiding van het examen, intervisie en/of andere activiteiten in het kader van de studie. 5. Slotbepalingen a. Loopbaanbegeleiding Iedere TU/e medewerker heeft minimaal één keer in de vier jaar recht op een loopbaantraject. Daarin wordt gekeken welke opleidingen bij welke loopbaanstappen passen. De TU/e heeft hierover afspraken gemaakt met Euflex (Career consult). Dit wordt volledig door de TU/e vergoed. 3 b. Bijzondere gevallen In bijzondere gevallen kan de de directeur van de Dienst Personeel en Organisatie afwijken van de bepalingen bij de voorgaande punten. c. Hardheidsclausule In het geval de inwerkingtreding van de nieuwe Regeling Studiefaciliteiten TU/e in de samenloop met de bestaande Regeling Studiefaciliteiten TU/e 1978 leidt tot kennelijk onredelijke situaties voor werknemers, beslist de directeur van de Dienst Personeel en Organisatie. d. Inwerking treden regeling Deze regeling vervangt de Regeling Studiefaciliteiten TU/e van 1 juni 1978 en treedt in werking vanaf 1 januari 2013. Eindhoven, 14 november 2012. Het College van Bestuur TU/e Mw. drs. N.H.M.G.A. van der Wolk Werknemersorganisaties TU/e, CNV Publieke Zaak Mw. M.J.P.J. van der Valk-Kuijpers ABVAKABO/FNV M. Schuurman AC/FBZ-HOP Mw. K. Jacobs-Smedinga CMHF/VAWO Mw.drs. A.R.L.A. Dijkhuis 4
© Copyright 2024 ExpyDoc