Magazine van HAN Sport en Bewegen. Nr.5 ‘Zo netjes ben ik altijd’ Topsportuur met Louis van Gaal Succesvolle Olympische Spelen Met HAN SENECA Sportbrood Student Luuc Bugter Schaatsen tegen Sven Kramer SOCIAL MEDIA www.han.nl/sEb Voor studenten facebook.com/HANsportenbewegen twitter.com/HANsportbewegen HANsportenbewegen.nl Voor alumni Alumni HAN Sport en Bewegen Voor pro’s twitter.com/HAN_SenB HAN Sport en Bewegen HANsportenbewegen.nl/profesionals COLOFON sporthart is het magazine van han sport en bewegen (hogeschool van arnhem en nijmegen) prof. molkenboerstraat 3 6524 rn nijmegen 2 | Sport en Bewegen redactie eindredactie fotografie vormgeving drukwerk lennart van eekhout marcel rözer patrick spierts han geurts Arnoud van de ven lennart van eekhout han geurts heleen van der wilt coos dam ralph Schmitz ben schot, graphic design bno joost Hertsenberg bright advertising Gouden kansen 8 Innovatief sportbrood Louis van Gaal in topsportuur 6 22 Inhoud RACERUNNER TESTEN EN METEN SCHAATSEN TEGEN SVEN KRAMER 24 MAX VAN DER PAS TOPBOKSER 12 18 32 HAN Sport en Bewegen nr. 5 Column racerunner LOUIS van gaal innovatief sportbrood het sporthart van... schaatsen tegen sven gouden kansen Sportsurplus vervangingsfonds han seneca verhuizing naar gymnasion testen en meten master sport- en beweeginnovatie boekenrubriek stage in ethiopiË columns studenten & stel je voor Pag. 4 Pag. 6 Pag. 8 Pag. 10 Pag.12 Pag. 13 Pag. 14 Pag. 16 Pag.18 Pag. 20 Pag.22 Pag.24 Pag.26 Pag.28 Pag.30 + 32 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 3 Feestje Ik moet in deze tijden van dreigende (Koude) oorlog vaak denken aan de uitdrukking; Brood en Spelen. ‘Panem et circenses’, noteerde de Romeinse schrijver Juvenalis in de eerste eeuw na Christus. Hij bedoelde het cynisch. Zolang het volk zich liet misleiden met eten en spelen, zou het nooit wat worden met de ontwikkeling van de inwoners van het Romeinse Rijk. Is er wat veranderd eigenlijk? Leken de Olympische Spelen van Poetin niet heel erg op de klassieke Spelen van het oude Rome? Of erger nog, leken ze niet als twee druppels water op de naziOlympics van 1936? Die van Adolf H., de man die het grootste deel van de mensheid in een Wereldoorlog betrok. Ik las dat Bert van Marwijk, vier jaar geleden nog koning Voetbal van Holland, een opstand wil ontketenen tegen het WK voetbal in Qatar. In dat golfstaatje zijn honderden arbeiders omgekomen bij de bouw van voetbalstadions. En als ze niet het loodje legden, werden ze behandeld als slaven. Dit alles onder het toeziend oog van de FIFA, die dat oog voor de gelegenheid graag hermetisch gesloten hield. In Brazilië is het al niet veel anders. Stadions worden onder onmenselijke omstandigheden gebouwd. Alles staat onder enorme (tijds-)druk, dan zijn mensenlevens niet zo heel veel waard. Tja… En toch. En toch. En toch verheug ik me. Het WK-voetbal is een vierjaarlijks feestje, dat ik vier vanaf mijn zevende. Eerst niet bewust, daarna met volle teugen genietend. Namen verschijnen op de tekstbalk die in mijn hoofd gaat lopen als het om het WK gaat. Roger Milla, Ronaldo (de dikke), Maradona, Rossi, Lothar Matthäus. Enzovoort, enzovoort. Ik weet niet meer naar welke film ik vorige week ging, maar nog wel waar ik de finale van het WK van 1986 heb gekeken. Toen ik in 2008 bezig was aan een boek over het WK van 1978, vond ik mezelf terug op de zolder van het ESMA-gebouw, in het centrum van Buenos Aires. In de ESMA werden onschuldige mensen door het regime van de toenmalige dictator Jorge Videla gevangen gehouden en gemarteld. Ook tijdens de WK-finale van 1978, toen Nederland met 3-1 verloor. Ik stelde me het voor: een cel die zo klein is, dat je er niet in kunt liggen. Je bent gemarteld en hoort in de verte (het stadion was slechts drie straten verderop) hoe een voetbalwedstrijd duizenden tot euforie brengt… Sport en politiek mogen niets met elkaar te maken hebben, zeggen ze. Maar helaas hebben ze áltijd met elkaar te maken. En ik ken geen manier om daarmee om te gaan. Je verheugen op een voetbalfeest, maar wel met beide ogen open voor alles wat eromheen gebeurt. Marcel Rözer 4 | Sport en Bewegen SGM studente Gayle Mahulette Nederlands kampioen badminton Onlangs kroonde de 20-jarige SGM studente Gayle Mahulette zich tot Nederlands kampioen badminton. De vierdejaars studente Sport, Gezondheid en Management werd voor het eerst in haar loopbaan Nederlands Kampioene. SGM start ook met topsportklas In navolging van de ALO start ook de opleiding Sport, Gezondheid en Management (SGM) van HAN Sport en Bewegen met een topsportklas op Papendal. De klas voor propedeuse studenten gaat in het studiejaar 2014/2015 van start. Met deze topsportklas geeft de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen verder vorm aan haar ambitie om (aankomende) topsporters passende onderwijstrajecten aan te bieden, naast de al bestaande topsportregeling. Kijk voor meer informatie op www.HAN.nl/SGM. HAN Sport en Bewegen en Sportbedrijf Tilburg slaan handen ineen Sinds het begin van dit jaar hebben HAN Sport en Bewegen en Sportbedrijf Tilburg de handen ineen geslagen. Met de ondertekening van een convenant is een duurzame relatie bekrachtigd. Jacob van Hoek van Sportbedrijf Tilburg hierover: ‘Naast stagelopen op scholen of als combinatiefunctionaris (studenten kunnen zich bij ons Sportbedrijf ontwikkelen tot beginnend beroepsoefenaar), kunnen studenten een bijdrage leveren aan het systematisch opzetten van beweegactiviteiten en het evalueren hiervan.’ Het Gelders Eat2Move project Provinciale Staten van Gelderland hebben besloten een topcentrum te ondersteunen dat zich gaat richten op innovatie rond voeding en bewegen. De provincie stelt 2 miljoen euro beschikbaar voor de periode 2014-2017 en reserveert 2 miljoen euro voor de periode 2018-2020. Acht Gelderse organisaties (waaronder HAN Sport en Bewegen) op het gebied van sport, voeding en gezondheid werken samen in dit topcentrum dat de naam Eat2Move krijgt. De deelnemende organisaties steken zelf ook vier miljoen in dit initiatief dat voor de zomer van start gaat en een looptijd heeft van zes jaar. Meer nieuws lezen? www.hansportenbewegen.nl Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 5 Mede ontwikkeld door experts HAN SENECA Succes op de Olympische Spelen met Sportbrood Onze Nederlandse topsporters hebben in Sochi tijdens de meest succesvolle Olympische Winterspelen aller tijden de beschikking gehad over een speciaal ontwikkeld ‘Sportsgrain’ brood dat de prestaties optimaal ondersteunde. Het brood werd met succes getest in de sportpraktijk en werd tijdens de Spelen ingevlogen voor het Nederlandse team. Innovatief sportbrood Het innovatieve sportbrood werd samen met het expertiseteam HAN SENECA Sports & Exercise Nutrition ontwikkeld en getest in het InnoSportLab Papendal en het Topsportrestaurant van Sportcentrum Papendal. Uit de tests blijkt dat de Sportsgrain Bar de perfecte basis biedt voor een topprestatie: ‘De combinatie van zetmeel en vruchten zorgt voor een optimale mix van snelle en langzame koolhydraten die aansluit bij de meest recente wetenschappelijke inzichten voor het optimaliseren van de koolhydraatinname,’ aldus Floris Wardenaar, embedded scientist bij InnoSportLab Papendal en teamleider van het expertiseteam HAN SENECA Sports & Exercise Nutrition. Koolhydraten Wardenaar vervolgt: ‘Dit brood bestaat uit pure ingrediënten en levert zowel zetmeel, glucose als fructose waardoor glucosetransporters in de darm optimaal worden benut. Uit wetenschappelijke inzichten is gebleken dat bij een dergelijke mix van koolhydraten het lichaam in staat is om 90 gram koolhydraten per uur op te nemen. Dit betekent dat een sporter met dit brood kan voldoen aan de meest recente aanbevelingen voor koolhydraten tijdens inspanning. De Corendon-schaatsploeg maakte al tijdens de zomertrainingen 6 | Sport en Bewegen in 2013 kennis met het sportbrood in het Topsportrestaurant in Papendal. Sindsdien maakt het onderdeel uit van het sportdieet van de Corendon-schaatsers, die unaniem enthousiast zijn. Sochi Tijdens de Olympische Winterspelen in Sochi was het sportbrood beschikbaar voor de Nederlandse sporters. Het voordeel van het brood is dat het een regulier voedingsmiddel is dat sporters gewoon kunnen eten, als ontbijt of lunch of tussendoor – maar dan in een ‘plusversie’, met dezelfde effectieve resultaten als een speciale sportreep. En behalve gezond, is het brood ook heel lekker van smaak. De unieke samenstelling van het brood is gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke inzichten gericht op sportvoedingsonderzoek. Het bestaat uit pure grondstoffen, zonder e-nummers. Een belangrijk bestanddeel is teff, een specifieke graansoort uit Afrika met meer langzaam verteerbare koolhydraten. Daarnaast bevat het brood ook wortelvezel, banaan, cranberries, rozijnen, lijnzaadmeel, tarwekiemen en zuurdeegpoeder. Op dit moment is het brood alleen verkrijgbaar voor topsporters. Over enkele maanden ligt het in de handel. InnoSportLab Papendal Topsportrestaurant InnoSportLab Papendal biedt sporters geavanceerde test- en meetapparatuur waarbij in de trainingsomgeving getest kan worden. Voor bedrijven en kennisinstellingen is InnoSportLab Papendal de innovatieve omgeving om gezamenlijk in de praktijk te werken aan ontwikkeling, realisatie en validatie van nieuwe innovatieve producten, diensten en faciliteiten ter ondersteuning van de topsport. Het Topsportrestaurant binnen de Arnhemhal op Papendal onderscheidt zich als restaurant waar “functionele voeding” puur en dagvers wordt bereid. Dit wil zeggen, dat het aanbod van alle voeding in receptuur met voedingswaarde is vastgelegd en dat de topsporter het nuttigen van de maaltijden specifiek op inspanning, rust of herstel kan timen. Meer info? Kijk op www.innosportlabpapendal.nl Meer info? Kijk op www.sportcentrumpapendal.nl HAN SENECA Sportgrain HAN SENECA is het expertisecentrum voor sport, arbeid en gezondheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en is onderdeel van HAN Sport en Bewegen. HAN Sport en Bewegen is een opleidingsinstituut van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen voor sport- en beweegopleidingen. HAN SENECA Sports & Exercise Nutrition wil als onderdeel van het instituut iedereen de meerwaarde laten ervaren van een kwalitatief hoogwaardige voeding bij sport en bewegen. Als opleidingsinstituut ligt de primaire focus op het opleiden van (studenten voor) het werkveld. Verder is het een combinatie van het geven van onderwijs, het doen van onderzoek in de praktijk en het aanbieden van dienstverlening op het gebied van sportvoeding en sportvoedingsbegeleiding in Nederland. Sportsgrain is de naam waaronder de initiatiefnemers Millets Place en Bakels-Senior, in samenwerking met NTCP8, hoogtechnologische kennis combineren met ambachtelijke productiewijzen, in de overtuiging dat zo hoogwaardige (top)sporten dieetproducten kunnen worden ontwikkeld. De ontwikkeling van het ‘Sportsgrain’ brood is ondersteund door een Innovatie Prestatie Contract (IPC)-subsidieregeling vanuit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, waarvan InnoSportNL, FoodValley en Alliantie Voeding Gelderse Vallei de coördinatoren zijn. Meer info? Kijk op www.sportsgrain.com Meer info? Kijk op www.HAN.nl/SENECA Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 7 Een community met oog voor talent gouden kans voor Gouden Kansen Als de fascinatie voor talentontwikkeling zoveel mensen bezig houdt, dan moet er ook een eigentijdse plek komen waarop deze mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dat was in het kort gezegd het uitgangspunt waarmee het expertiseteam Talent-herkenning en ontwikkeling begon aan een digitaal platform. ‘De gewenste kruisbestuiving is er vanaf het eerste moment’, glundert Sebastiaan Platvoet, programmamanager van het Centre of Expertise Sport- en Beweegtalent. De Olympische Spelen in Sotsji brachten niet alleen het Nederlandse sportvolk in verrukking, ook de talentontwikkelaars, ver weg en dichtbij, bogen zich over de hamvraag: ‘Hoe kan het dat Nederland zoveel succes had?’ Zoals zo vaak was het niet één antwoord, al wilden de Amerikanen doen geloven dat het kwam omdat Nederlanders op de schaatsen naar hun werk gaan. Vol afgunst constateerden de Amerikanen dat Nederland alleen 23 schaatsmedailles had gewonnen, omdat er slechts vijf landen serieus met deze tak van sport bezig waren. Chef ‘d equipe Maurits Hendriks moet een glimlach niet hebben kunnen onderdrukken. ‘Sotsji was wel het voorbeeld zoals wij het graag zien’, zegt Sebastiaan Platvoet. ‘Elke dag was er wel een blog dat aanzet gaf om in gesprek te gaan over talentontwikkeling.’ Ruben Rensink, webbeheerder van het platform: ‘Je ziet dat er mooie pieken zijn in de belangstelling als er een blog is gepost.’ ‘Wij willen met het Centre of Expertise een centrale plek innemen’, legt Platvoet uit. ‘Daarom deze website, waarin blogs gemaakt worden vanuit het Centre of Expertise én vanuit het werkveld. Op 4 juni aanstaande is er daarom een symposium, waaraan het werkveld, anders dan anders, actief deel kan nemen. Kijk voor meer info op www.GoudenKansen.eu 8 | Sport en Bewegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 9 Nieuwe locatie studiejaar 2014/2015 HAN Sport en Bewegen verhuist naar Gymnasion Vanaf het nieuwe studiejaar 2014/2015 zullen de opleidingen Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO), Sport- en Bewegingseducatie (SBE) en Sport, Gezondheid en Management (SGM) in het Gymnasion gehuisvest zijn, op de Heyendaalseweg 141 in Nijmegen. Daarnaast blijven we ook gebruik maken van het onderwijsgebouw op Papendal, het hart van de Nederlandse (top)sport. Het gebouw aan de Professor Molkenboerstraat zal verlaten worden. Dat is voor de meeste studenten van de ALO en SBE goed nieuws, want zij volgen al veel van hun praktijklessen in en rondom het Gymnasion. Dat HAN Sport en Bewegen naar een omgeving verhuist die sport, bewegen en gezondheid uitstraalt, blijkt wel uit deze fotocollage. 10 | Sport en Bewegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 11 wie iets met sport heeft leest sportboeken IK HEB AL EEN BOEK In deze rubriek zoomen we in op de beste sportboeken. We kiezen telkens drie actuele sportboeken en zoomen in op de Top 10 van beste sportboeken ooit. Daarin recenseren we dan telkens één boek. Tussen geven en nemen - Hein Lodewijkx Een boek voor wie wielrennen wil begrijpen. Of voor de wielerliefhebber die nog eens wil lezen over de ‘afspraak’ tussen Fransesco Moser en Gerrie Kneteman bij het WK van 1978. Hein Lodewijkx beschrijft met de nodige diepgang hoe wielrennen opgevat kan worden als een spel van geven en nemen. Over ‘flikken’, ‘linkeballen’, en ‘combines’. De Wielermafia - Daniel Coyle Daniel Coyle schreef al eerder het boek ‘De oorlog van Lance’ (2006), waarin hij laat zien hoe gedreven Lance Armstrong is om alles te winnen. In dit boek schrijft Coyle samen met ex-wielrenner Tyler Hamilton over de opkomst van EPO als prestatieverhogend middel en de rol van Armstrong als Capo di Capi. Als je het boek leest, zie je Armstrong voor je als Tony Soprano die commandeert, beloont, straft en met harde hand bepaalt wat er moet gebeuren. Van Arsenal naar de bajes - Glenn Helder Een recensie over een boek dat nog niet gelezen is? Kan dat wel? In dit geval nemen we het risico. 99 procent kans namelijk dat de biografie van Glenn Helder een vlot geschreven niemandalletje is over een voetballer die op het slechte pad raakt. Waar lazen we dat eerder? We hopen voor de arme Glenn – die niets minder is dan een aardige, eenvoudige vent – dat het een bestseller wordt. Maar we vrezen het ergste. top 10 In willekeurige volgorde sportboeken aller tijden 1 Open, de biografie van André Agassi 2 De proloog, Bert Wagendorp 3 Chez Stans, Jan Mulder 4 Wij waren de besten, Auke Kok 5 Sacred Hoops, Phil Jackson 6 Futebol, Alex Bellos 7 Moneyball, Michael Lewis 8 Het Gevecht, Norman Mailer 9 Nadal, biografie van een fenomeen 10 De renner, Tim Krabbé 12 | Sport en Bewegen Wij waren de besten Vraag het je vader of opa: de WK-finale van 1974 hadden we moeten winnen. ‘Wij waren de besten.’ Met dat nationaal gedragen uitgangspunt ging journalist Auke Kok in 2003 op onderzoek uit. Wat was er precies gebeurd in West-Duitsland? Lag Johan Cruijff inderdaad met blote Duitse meisjes in het zwembad, zoals de Boulevardpers van onze buren keihard had beweerd? En nog belangrijker, verloren ‘we’ de finale omdat Johan van zijn vrouw Danny daarom naar huis moest komen? Auke Kok had een prachtige timing, want dertig jaar na dato waren de meeste hoofdrolspelers – behalve Cruijff zelf natuurlijk - bereid om te spreken. Het werd een gedegen en vlot leesbaar onderzoek en daarnaast een trip ‘back to the seventies’. Racerunner Loop, jog of ren… voel je Super(wo)man! Voor kinderen die in een rolstoel zitten of zeer moeilijk kunnen lopen, is er goed nieuws: de Racerunner! Deze bijzondere driewieler zorgt ervoor dat zij weer kunnen lopen of rennen. Arnoud Edelman Bos (22) is derdejaars student Sport- en Bewegingseducatie (SBE) en loopt stage bij het VU Medisch Centrum Amsterdam dat het gebruik van de Racerunner onderzoekt. ‘De Racerunner is een sportdriewielfiets zonder pedalen en met een borststeun. Kinderen kunnen zich voortbewegen door te lopen of te rennen. Kinderen die normaal gesproken in een rolstoel zitten, doen hiermee een heel nieuwe bewegingservaring op. De Racerunner is in Denemarken bedacht en daar is het al een begrip. Aan mij de taak om dit ook in Nederland te realiseren. Daarin word ik begeleid door Petra van Schie, kinderfysiotherapeute en onderzoeker aan het VU Medisch Centrum in Amsterdam. Zij heeft met hulp van een aantal fondsen zeven Racerunners ondergebracht bij Mytylscholen en heeft nog drie Racerunners voor onderzoek naar het effect op het gebied van conditieverbetering.’ op organisatorisch niveau. Ik werk samen met verschillende stimuleringspartijen en specialisten zoals Special Heroes en Onbeperkt Sportief, bewegingsagogen, revalidatieartsen, fysiotherapeuten en de importeur. Daardoor kost alles vaak meer tijd dan je denkt. Er komt veel bij kijken voordat er iets gebeurt. Ik werk vooral van huis uit. Regelmatig overleg ik via skype met Petra. Maar de planning en tijdsindeling bepaal ik voor een groot deel zelf. Dat geeft aan de ene kant een hoop vrijheid. Aan de andere zit ik best veel thuis achter de computer of telefoon en mis ik wel eens het contact met collega’s. Maar gelukkig kan ik vaak helpen met de testen en de begeleiding.’ Promotiewerk ‘Doel van mijn stage is om de Racerunner verder te introduceren bij revalidatiecentra in Nederland. Dat betekent dat ik veel op pad ben om het product te demonstreren. Hierbij verzorg ik worshops en trainingen voor begeleiders en deelnemers. Daarnaast doe ik promotiewerk op evenementen voor gehandicapte kinderen. Als er interesse is, regel ik ook het contact met de importeur. Bij verschillende mytylscholen bied ik ondersteuning, houd ik de voortgang bij en help ik bij vragen en problemen. Het uiteindelijke doel is dat de Racerunner ook bij atletiekverenigingen wordt gebruikt zodat kinderen ermee kunnen sporten. In Schotland en Scandinavië wordt hij al gebruikt voor sportcompetities.’ ‘Het unieke aan de Racerunner is de beleving van het lopen. Het is prachtig om te zien als een kindje uit de rolstoel in de Racerunner stapt. Er komt meteen een glimlach op het gezichtje en ze willen er vaak niet meer vanaf. Het is mooi om te zien hoe blij die kinderen dan kunnen zijn. Ik ben er erg trots op dat ik al meerdere revalidatiecentra, mytylscholen en sportstimuleringsorganisaties enthousiast heb weten te krijgen.’ Leerzaam ‘Voor een SBE-er wijkt deze stage opdracht best wel af. Ik ben eigenlijk wat minder bezig met agogisch werk, maar meer met promotie. Ook al is er geen enkel financieel belang bij de stageorganisatie, ik voel me soms een soort vertegenwoordiger. Maar ik vind dat ook wel interessant. Het is weer eens iets anders en het is leerzaam om te zien wat er allemaal bij komt kijken Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 13 Het sporthart van... Petra Pompen en Daniëlle van Dorst - secretariaat Petra: ‘Vroeger als meisje klom ik over het hek bij stadion De Goffert. De suppoosten zagen dat wel, maar ze lieten ons met rust. Toen kon je dus nog gewoon gratis naar een wedstrijd.’ Daniëlle: ‘Mijn vader voetbalde bij Blauw Wit en was gek van het spelletje. Ik ging aan zijn hand naar het stadion. Dat zijn prachtige herinneringen.’ Petra: ‘Ze hebben veel verloren de afgelopen tijd. En soms moet ik er echt om huilen. Ja, dan kun je wel zeggen dat ik supporter ben.’ Daniëlle: ‘Toen ik een kind kreeg, lag die vanzelfsprekend met een NEC-rompertje in zijn wieg. Mijn vriend is ook gek van NEC.’ Petra (l): ‘Ze hebben veel verloren de afgelopen tijd. En soms moet ik er echt om huilen. Ja, dan kun je wel zeggen dat ik supporter ben.’ Petra: ‘Ik mis geen wedstrijd. Toen ze een paar jaar geleden in Europa speelden, ben ik ook meegeweest. Uit in Hamburg bij HSV. Geweldig was dat.’ Daniëlle: ‘Ik moet het wel eens uitleggen aan mensen die er niets van snappen. ‘Support your local club’, zeg ik dan. Het is zo makkelijk om voor een van de grote voetbalclubs te zijn. NEC wint nooit iets. Maar wij staan achter de club. Samen.’ Petra: ‘Vooral dat laatste is heel belangrijk.’ Caspar Kipp - student SGM ‘Eigenlijk is dat golfen een uit de hand gelopen hobby. Mijn handicap is 1,1. Dat was ooit 0,7. Nee, veel beter ga ik niet meer worden. De echte top ga ik niet meer halen. De jongens die dat wel lukt, hebben iets dat ik alleen af en toe heb: ze kunnen een knop omzetten. Dus, ook al zijn ze niet in vorm of voelen ze zich niet goed, ze slaan dat balletje er gewoon in. Vorig jaar zat ik in een periode waarin ik supergoed speelde. Ik kwalificeerde me voor het NK. Dat was in Geijsteren, toevallig mijn thuisbaan. Ik werd gesteund door een grote aanhang. Ik sneuvelde uiteindelijk in de tweede play-off, mijn tegenstander was de Europees kampioen van vorig jaar. Dus dat was geen schande. Het mooie van golf is de strijd die je voert, tegen jezelf, tegen de baan, de omstandigheden. Dat is als het goed gaat een heerlijke strijd, maar als het misgaat, en dat gaat het bijna altijd, erg frustrerend. Ik heb geleerd om met die frustratie om te gaan, maar makkelijk was dat niet.’ 14 | Sport en Bewegen ‘Eigenlijk is dat golfen een uit de hand gelopen hobby. D Dat zijn prachtige herinneringen.’ extreme inspa Robbert Plass - docent ‘Ik zit even in een wakje, want ik heb last van een rughernia. Maar normaal gesproken hou ik van extreme inspanningen. Het absolute hoogtepunt daarin is de ToughGuy-challenge in Wolverhampton. Dat is een wedstrijd over vijftien kilometer; ’The country miles’ gevolgd door een hindernisbaan met (naar eigen zeggen) tien keer zoveel hindernissen als ‘vergelijkbare’ initiatieven zoals de Viking Run of de Strongmanrun.’ Eigenlijk is Wolverhampton met niets te vergelijken, het is zwaarder dan alles wat ik ken. Je moet vooraf dan ook een papier ondertekenen waardoor de organisatie niet verantwoordelijk gehouden kan worden mocht je overlijden. Als je dan toch overlijdt, kun je ervoor kiezen om begraven te worden op hun eigen begraafplaats naast het parcours (een optie die ik ook aangevinkt had). De Toughguy vindt plaats eind januari zodat je verzekerd bent van uren in ijskoud water. Andere dingen die je tegenkomt: vuur, elektrische schokken, onderwater-tunnels en wat dacht je van zeer smalle tunnels waarvan enkele ook nog doodlopen ook… Elk jaar haalt maximaal een derde de finish. Waarom doe je zoiets? Iedereen die meedoet heeft een steekje los maar de kameraadschap die mensen bij een dergelijk evenement verbindt en het verleggen van je eigen grenzen is verslavend. Ik kan niet wachten tot ik weer mee kan doen.’ ‘Ik zit even in een wakje, want ik heb last van een rughernia. Maar normaal gesproken hou ik van extreme inspanningen.’ Geert van der Veer - directeur HAN SENECA ‘Laatst was ik weer in de bergen. Poedersneeuw! Dan ben je mij kwijt. Dan moet ik per se naar boven. En soms laat ik me door een helikopter ergens op de berg afzetten. Dat gevoel dat ik daar boven heb, is moeilijk te beschrijven. Aan de ene kant is het: to go where no one has gone before. Alles is maagdelijk wit, onbetreden, schoon. En daar mag ik dan als eerste mijn spoor trekken. Prachtig om te zien als je omkijkt en je keurige sinussen door de sneeuw hebt getrokken.’ ‘Laatst was ik weer in de bergen. Poedersneeuw! Dan ben je mij kwijt. ‘Ik kom verder ook heel graag in de bergen. Wandelen, fietsen… Samen met een aantal vrienden hadden we al een paar keer geprobeerd om een bepaalde berg op te fietsen, maar dat was telkens niet gelukt. De paden waren slecht, het was erg steil en altijd zat er wel iets tegen. Toen ik er een keer alleen was, ben ik die berg toch weer opgegaan. Ik moest en zou die top halen. Dat betekende in dit geval dat ik honderden meters met de fiets op de rug moest klimmen. Maar uiteindelijk heb ik het gered. Die kick is verder met niets te vergelijken.’ Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 15 Studenten vinden gat in de markt Sport surplus Ze volgden alle drie de minor Sporteconomie aan de HAN. Allemaal vanuit een andere opleiding maar met dezelfde drive: ondernemen en iets toevoegen aan de sportwereld! Burak Oosterveen (MER-alumnus), Kyran Ramautar (ALOalumnus), en Tom Froon (vierdejaars SGM) vormen nu samen het bedrijf SportSurplus. Met HAN-docenten Willem de Boer en Jelle Schoemaker als coach op de achtergrond. Tom: ‘SportSurplus haalt het beste uit sportevenementenen.’ Aanleiding voor het bedrijf was een nieuwe subsidieregeling van de provincie Gelderland, gericht op het vergroten van de economische impact van sportevenementen. Tom: ‘Veel organisatoren hebben geen tijd om zich te verdiepen in deze vaak complexe regelingen. Wij adviseren organisatoren hoe ze er toch gebruik van kunnen maken en helpen met het schrijven van aanvragen.’ Win-win De jonge ondernemers zijn in november gestart en hebben nu al een eerste opdracht achter de rug; Kyran: ‘In opdracht van EQ International, het bedrijf achter onder andere Outdoor Gelderland en Jumping De Achterhoek, hebben we drie aanvragen geschreven om de impact van hun evenementen te ‘Wij begeven ons in de driehoek sport, kennisinstelling en het bedrijfsleven’ 16 | Sport en Bewegen vergroten. Dat kan bijvoorbeeld door arrangementen aan te bieden waardoor bezoekers langer willen blijven, de stad in gaan, een hotel boeken en geld uitgeven in de stad. Maar ook extra projecten aan het evenement toevoegen zoals een congres of een breedtesportactiviteit.’ De ondernemers zijn erg gedreven en staan te trappelen om hun bedrijf uit te bouwen. Kyran: ‘We begeven ons midden in de driehoek sport, kennisinstelling en bedrijfsleven. Evenementorganisatoren hebben vaak geen tijd zich te verdiepen in allerlei regelingen en de Hogeschool is vooral bezig met kennisontwikkeling. Wij kunnen een bijdrage aan de sport leveren door onze kennis toe te passen in de praktijk. Het mes snijdt dus aan meerdere kanten’. Tom doet daar nog eens schepje bovenop: ‘Door tijdens mijn studie al met één been in de praktijk te staan, maakt de stap naar werk een stuk soepeler.’ Subsidies Omdat de jongens alle drie fulltime verplichtingen hebben, moet alles in de avond- en tussenuurtjes gepland worden. Kyran: ‘Dat is inderdaad wel eens lastig, hoewel je ook met skype een heel eind komt. Maar een opdrachtgever wil je toch graag ook ontmoeten. Ik kan dan ook niet wachten om fulltime met SportSurplus aan de slag te gaan. Maar daarvoor moet er eerst verdiend worden. Omdat we op no cure no pay-basis werken zijn we af hankelijk van de toekenning van subsidies. En daar gaat nu vaak een hele tijd overheen. Als er eenmaal groen licht is, gaan we verdienen. Niet alleen aan de provisie, maar we bieden ook hulp bij de uitvoering van de plannen’. Leerschool Met docenten Jelle en Willem als coach beschikt SportSurplus over een mooi klankbord maar ook een groot netwerk en ervaring. Tom: ’Wij zijn de HAN erg dankbaar voor deze kans en leren hier ontzettend veel van. Voor ons is het geweldig om in de sport te kunnen werken en de kennis te verrijken met onze ervaring. Dat doen we door af en toe gastcolleges te verzorgen.’ Voor Kyran bleek het een nieuw inzicht in zijn carrière: ‘Hoewel ik de ALO heb gedaan, heb ik ook gemerkt dat ik ondernemen en innovatie interessant vindt. SportSurplus geeft me de kans om me hierin te bewijzen. Ik ben dan ook erg trots dat we inmiddels gesprekken hebben gevoerd met de Zevenheuvelenloop, het NK Baanwielrennen en Livestrong.’ SportSurplus Meer info? [email protected] of [email protected] Vlnr.: Willem de Boer, Tom Froon, Jelle Schoemaker en Kyran Ramautar. Burak Oosterveen kon vanwege verblijf in het buitenland helaas niet bij het interview aanwezig zijn. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 17 Geert van der Veer Samen op onderzoek InnosportNL & SENECA Wie een University of Applied Science wil zijn, moet zich bewijzen in toegepast onderzoek. Dat weet ook Geert van der Veer, directeur van SENECA, het expertisecentrum voor sport, arbeid en gezondheid van de HAN. En dus is de samenwerking tussen InnosportNL en HAN SENECA geïntensiveerd. ‘Ons mobiele laboratorium zal vaker opduiken op plekken waar jonge sporters zich verzamelen.’ ‘Eigenlijk is het verhaal vrij simpel’, legt Van der Veer uit. ‘Als je een kind test op aanleg voor obesitas, kun je eigenlijk net zo goed meteen meten welke sport het beste bij hem of haar past. Daar hoeven kinderen of de ouders ervan niets mee te doen, maar dat mag natuurlijk wel.’ Verdienmodel Behalve uit deze ‘slimme sportkeuze’, valt er nog heel wat meer winst te boeken. Van der Veer: ‘De fysieke overeenkomsten tussen schaatsers en wielrenners zijn genoegzaam bekend. Maar is roeien bijvoorbeeld ook geen vergelijkbare sport? Nu is die tak van sport voorbehouden aan studenten, maar er zijn vast en zeker meer mensen die roeien een geweldige sport vinden. En die ook nog eens aanleg hebben.’ Voor SENECA is het verzamelen van data van eminent belang. ‘In principe gaat het bij ons altijd om onderzoek dat aansluit bij de markt. SENECA moet zijn eigen broek ophouden, want het kan natuurlijk niet zo zijn dat wij geld op maken dat voor onderwijs bestemd is. In de praktijk wil dat zeggen dat wij gezondheidsmetingen verrichten bij bedrijven en overheidsinstellingen. Dat levert geld op.’ Bij deze ‘sportmetingen’ ligt dat verdienmodel ingewikkelder, geeft Van der Veer toe. ‘Maar ik bekijk het nuchter en volgens mij is daar geen speld tussen te krijgen; mensen die in beweging zijn 18 | Sport en Bewegen en blijven, kosten de samenleving minder geld. Het voorkomen van diabetes op jonge leeftijd voorkomt dat je dertig, veertig jaar lang hoge gezondheidskosten hebt. Dus als kinderen enthousiast gemaakt kunnen worden om een bepaalde sport te gaan doen waarvoor ze aanleg hebben, vergroten we de kans dat ze gaan bewegen. Dat we dan ook talenten ontdekken is een prachtige bijvangst.’ Mobiel lab InnosportNL heeft inmiddels laboratoria op ‘vaste plekken’. Zo is er een Heerenveen eentje dat toegespitst is op schaatsen, Eindhoven heeft een zwemonderzoekscentrum en in Den Bosch worden innovatieve ideeën voor turners getest. InnosportNL en SENECA gaan met name samenwerken in het Mobile Health and Performance Lab. De inmiddels beroemde truck van SENECA staat binnenkort op plekken waar jonge mensen uit een specifieke sportrichting opduiken. Van der Veer: ‘Je moet bijvoorbeeld denken aan de RABO-fandagen, waar veel wielrenners op afkomen.’ Het mes snijdt aan meerdere kanten, stelt Van der Veer. ‘Bij de testen spelen studenten een belangrijke rol. Ze leren metingen te verrichten, en data op te slaan. En uiteindelijk zorgen al die verzamelde data ervoor dat er degelijk onderzoek verricht kan worden.’ ‘Opduiken op plekken waar jonge sporters zich verzamelen’ Topprestatie door innovatie Bobsleeën kan geen grote sport worden in een land zonder bergen (en zonder sneeuw). Maar met een beetje slimme aanvliegroute vallen er wél medailles te winnen bij de Olympische Spelen. Met die gedachte begon Innosport al voor de vorige OS van Vancouver aan een traject om Nederland in deze on-Hollandse sport uiteindelijk aan een medaille te helpen. Dat was nog bijna gelukt ook. Esmé Kamphuis en remmer Judith Vis werden vierde in Sotsji. Innosport vormde een projectconsortium bestaande uit de bedrijven DSM, Eurotech/Viking Engineering en Modesi. De TU’s Delft, Twente en Eindhoven zorgden voor ondersteuning van TeamNL. Aldus werden er innovaties gerealiseerd aan onder andere materialen en onderdelen. Verder werden aerodynamica en stuurgedrag verbeterd, met een uiteindelijke vierde plaats als voorlopige topprestatie. Doordat de ideeën ook werden verkocht (aan Canada) kan het consortium toch een medaille tonen. Het Canadese team werd tweede en won dus zilver. HAN SENECA HAN SENECA is het expertisecentrum voor sport, arbeid en gezondheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Daarin werken onderzoekers en studenten van HAN Sport en Bewegen, waar het expertisecentrum een onderdeel van is, samen aan diverse projecten. InnoSportNL InnoSportNL is dé verbindende factor tussen sport, wetenschap en bedrijfsleven. InnoSportNL initieert, faciliteert en realiseert de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten voor Nederlandse sporters. Deze innovaties stellen sporters in staat om duurzame vooruitgang, voorsprong en winst te boeken en om sportprestaties neer te zetten die olympische ambities waarmaken en Nederland vitaal maken. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 19 Stage in Ethiopië Trainers invliegen vanuit Nederland Er zijn steeds meer studenten die kiezen voor een stage in het buitenland. Zo ook SGM-er Jorik Reins (20). Hij is net terug uit Ethiopië en doet verslag van zijn ervaringen. ‘Een voetbalcompetitie opzetten voor dove meisjes, dat was oorspronkelijk de opdracht die ik kreeg van House of Sport. Dat is een bedrijfje van de 58-jarige Ethiopische Nederlander Mulugeta Asmellash.’ Twintig jaar geleden vluchtte Mulugeta het land uit maar hij vond dat hij iets terug moest doen. House of Sport organiseert sport- en beweegprogramma’s voor gehandicapte kinderen op scholen en in revalidatiecentra. Geen visie Al snel bleek dat er te weinig basis was voor het opzetten van de meisjescompetitie. Jorik: ‘Bij de eerste trainingen waren er geen ballen, geen coach en de meisjes hadden niet eens schoenen. De eerste periode ben ik daarom vooral praktisch bezig geweest met het organiseren van trainingen en toernooien voor gehandicapte jongens.’ Gelukkig kwam er snel een nieuwe opdracht. ‘Of ik een mogelijke samenwerking kon onderzoeken tussen de Ethiopian Youth Sports Academy, een splinternieuw uit de grond gestampt topsportcomplex, en House of Sport. Het complex strekt zich uit over 24 hectare grond en bestaat onder andere uit een atletiekbaan, zwembad, basketbalveld en een bioscoop. Kortom, alles erop en eraan. Kosten: 13 miljoen euro. Het idee erachter is om alle toptalenten daar te laten sporten en studeren. Maar er gebeurt vrijwel niks en er is ook geen idee of visie. Je vraagt je af hoe dat kan in een land waar zoveel armoede is.’ Enthousiast ‘Ik heb een analyse gemaakt van beide organisaties en aanbevelingen gedaan voor samenwerking. Inmiddels is er een officieel contract tussen beide partijen getekend en is in Nederland een stuurgroep opgericht. Daarin zitten partijen als Topsport Gelderland, de judobond, de KNVB en Hogeschool Windesheim. De bedoeling is om vanuit Nederland trainers en docenten in te vliegen die lokale trainers gaan opleiden. Ik ben hier zo enthousiast over dat ik erover denk om ook mijn afstudeeronderzoek hieraan te koppelen’, aldus Jorik. Cultuurverschil ‘Een stage is het buitenland is een grote uitdaging’, vindt Jorik. ‘Je leert enorm van de cultuurverschillen en de andere manier van leven. In Nederland is alles zo strak georganiseerd. Als de trein vijf minuten te laat komt, beginnen we al te zuchten. In Ethiopië heb ik wel eens drie 20 | Sport en Bewegen Ethiopië 8°00 ’N 38°00 'E Area - coverage Land: 1.104.300 km² Water: 0,7 % Population: 93.877.025 uur op een bus gewacht die uiteindelijk niet kwam. Afspraken maken is ook erg moeilijk. Zo organiseerde ik een grote sportdag voor 350 kinderen met veel verschillende sporten. De Britse ambassade, een belangrijke geldverstrekker, zou komen kijken dus er hing nogal wat vanaf. Om te beginnen kwamen de scheidsrechters al een half uur te laat opdagen. Ons hele schema liep daarmee in de soep. Maar niemand die zich daar druk om maakte. Aan het eind van de dag was iedereen erg blij omdat alle kinderen hadden kunnen sporten. En eigenlijk ging het daar ook om natuurlijk. Ik heb daarvan geleerd te relativeren en alles wat luchtiger te zien.’ Rijk en arm Jorik moest wel erg wennen aan het enorme verschil tussen arm en rijk. ‘Blank is geld. Dat merk je aan het voortdurend bedelen en de hogere prijzen voor blanken. Ook wordt je continu nagekeken. Soms voelde ik me ook wel opgelaten. Ik woonde samen met nog een paar andere Nederlandse studenten in een luxe guesthouse en wij werden elke dag met een busje naar ons werk gebracht. Dit terwijl de manager van ons stage bedrijf niet eens een badkamer thuis had.’ Hoewel Ethiopië niet zo’n goed imago heeft, kan ik iedereen aanraden er heen te gaan. De mensen zijn erg vriendelijk en dankbaar voor wat je komt brengen. Tijdens een 11-daagse safari heb ik ook gezien hoe mooi de natuur is. En er is een bruisend nachtleven waar je met open armen wordt ontvangen. Ze hebben hier een traditionele dans. Als je dan de kroeg in komt en je begint mee te dansen ben je helemaal de man. Mijn advies is dan ook: stel je in het begin bescheiden op en sla geen belerende toon aan. Of zoals ze tegen ons zeiden: eerst invoegen, dan toevoegen.’ ‘Blank is geld. Dat merk je aan het voortdurend bedelen en de hogere prijzen voor blanken.’ Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 21 Topsportuur met Louis van Gaal ‘Zo netjes ben ik altijd’ De huidige bondscoach van het Nederlands elftal, Louis van Gaal, was te gast in het topsportuur van HAN Sport en Bewegen. Hij beantwoordde vragen van dagvoorzitter Marcel Rözer en van de studenten Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO), Sport- en Bewegingseducatie (SBE) en Sport, Gezondheid en Management (SGM). In een zo goed als vol auditorium vertelde Van Gaal onder andere over zijn jeugd, wat de ALO voor hem betekend heeft en waarom hij zo graag eens op een WK actief wil zijn als bondscoach. Aandachtig luisterden de honderden aanwezigen naar wat de bondscoach te vertellen had en ook vroegen de studenten hem het hemd van het lijf. Want zij beseften waarschijnlijk ook dat je niet vaak de kans krijgt om vragen te stellen aan iemand die zoveel ervaring heeft in het trainersvak en die tegelijkertijd een achtergrond heeft als ALO student. Vraag Het topsportuur werd negentig minuten en ook die vlogen voorbij. Na afloop van de bijeenkomst kreeg Louis van Gaal uit handen van SGM-student Coen Jansen een cheque ter waarde van 1.000 euro voor Spieren voor Spieren, de stichting waar de toptrainer al veertien jaar ambassadeur van is. Coen kreeg deze eer dankzij de goede vraag die hij stelde en waarmee hij ook door Van Gaal werd uitgenodigd voor de eerstvolgende persconferentie van het Nederlands elftal, waar Coen deze vraag mocht herhalen. Die vraag luidde: ‘Meneer Van Gaal, in de publieke opinie staat u over het algemeen bekend als een deskundige toptrainer, die in gesprek met de media en critici echter niet altijd even fijngevoelig communiceert. U komt soms laatdunkend over zodat het lijkt alsof u als enige de waarheid in pacht heeft. Ook lijkt het er soms op alsof u altijd op zoek bent naar erkenning en waardering voor uw visie en prestaties. Ik denk echter dat u juist veel meer waardering zou krijgen wanneer u zich in de confrontatie met de media minder kleinerend en met wat meer bescheidenheid zou opstellen. Onder meer uit reacties van spelers die onder u getraind hebben en uit uw inzet voor Spieren voor Spieren blijkt dat u eigenlijk een erg gedreven en vriendelijke man bent. Waarom laat u in de communicatie met de media díe positieve kant van uw karakter niet vaker zien?’ Positief Nadat de vraag in de persconferentie was gesteld voeg Van Gaal: ‘Ik wilde je laten zien hoe ik ben tijdens een persconferentie en hoe het er aan toe gaat. En nu hoor ik graag jouw mening, hoe vond je dat ik reageerde?’ Volgens Coen had Van Gaal zich 22 | Sport en Bewegen van een positieve kant laten zien. ‘En zo ben ik altijd, ik geef netjes antwoorden op de vragen’, reageerde Van Gaal, die wel aangaf zich vooral te storen aan de negativiteit die heerst in de voetbaljournalistiek. ‘Kijk naar de Olympische Spelen. Heel Nederland was enthousiast over de schaatsers en dat kwam omdat de journalisten met een positieve insteek vragen stelden aan de sporters.’ Van Gaal gaf aan te hopen dat dit richting het wereldkampioenschap in Brazilië ook zou gelden voor hem en de spelers. Het topsportuur leidde er voor Coen en zijn studiegenoten Menno en Bas, die Coen vergezelden bij de persconferentie, dus toe dat zij in Zeist tussen voetbaljournalistieke bekendheden zaten als Jack van Gelder, Hans Kraay Jr. en Bert Maalderink. Het topsportuur zelf was ook onvergetelijk, omdat studenten daarin weer de mogelijkheid hadden om een icoon uit de topsportwereld te zien. Na onder anderen Anky van Grunsven, Pieter van den Hoogenband, Marc Lammers en Epke Zonderland, was het dit keer dus een van de meest succesvolle Nederlandse trainers aller tijden. Wie zal de volgende zijn? Bekijk meer foto’s van het topsportuur met Louis van Gaal op onze Facebookpagina HAN Sport en Bewegen. ‘En zo ben ik altijd, ik geef netjes antwoorden op de vragen’, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 23 SGM student Luuc Bugter, topsporter in twee sporten Schaatsen tegen sven kramer Je hebt er meer van, topsporters die verschillende sporten beoefenen, omdat ze nou eenmaal van sporten houden. Derdejaars student Sport, Gezondheid en Management (SGM) Luuc Bugter is er ook zo een. Alhoewel hij besloot zich te focussen op het wielrennen, reed hij onlangs wel opeens op het NK Allround bij het schaatsen de 500 meter tegen Sven Kramer. ‘Schaatsen voor zestienduizend man in het Olympisch Stadion tegen de beste schaatser van de wereld was wel héél speciaal.’ In de winter maakte Luuc de keuze voor het wielrennen, nadat hij eerder op zowel het schaatsen als het wielrennen focuste. ‘Die keuze heeft uiteindelijk ook voor het schaatsen goed uitgepakt. Ik denk dat mijn trainingen op de fiets hebben geholpen, waardoor ik bij de kwalificaties voor het NK Allround goede tijden neerzette.’ Gevecht tegen Sven Kramer Zo geschiedde en Luuc kwalificeerde zich voor een kampioenschap dat gehouden werd voor zestienduizend enthousiaste schaatsliefhebbers in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Dat hij een week voor het NK nog op trainingskamp was in Spanje voor het wielrennen, moest hij wel bekopen op de eerste race. ‘Ik heb in Spanje vooral mijn duurvermogen getraind, waardoor ik minder kracht had voor de 500 meter’, aldus Luuc. En op die 500 meter, zo bepaalde de loting, reed hij uitgerekend tegen Olympisch kampioen Sven Kramer. Luuc: ‘Het was een hele mooie ervaring. Rijden tegen Sven, in mijn ogen de beste schaatser van de wereld, maakte het extra speciaal. Ik reed geen toprace in verband met de spanning en de vermoeidheid van het trainingskamp, maar desondanks was het een superervaring!’ KNSB Gewest Gelderland Luuc wordt voor zijn schaatsactiviteiten begeleid door de KNSB Gewest Gelderland, waarin meerdere schaatstalenten zitten die ook studeren bij HAN Sport en Bewegen. Bovendien is HAN Sport en Bewegen ook nog eens partner van de schaatsploeg, want de voedingsdeskundigen vanuit het instituut en HAN SENECA geven de talenten advies over hun voedingspatronen en in de toekomst gaan zij dit nog meer intensiveren. Voor Luuc zelf was het een toevalligheid dat het instituut waar hij studeert ook nog eens op zijn schaatspak staat. ‘Ik word vanuit het wielrennen al begeleid op voedingsgebied dus ik heb er zelf geen gebruik van gemaakt, maar het is wel grappig dat het op mijn pak staat.’ Croford Cycling Team Naast het talententeam van de KNSB Gewest Gelderland voor het schaatsen, zit Luuc ook bij het Croford Cycling Team, een landelijk 24 | Sport en Bewegen opleidingsteam voor wiellertalenten. ‘Het is een jonge ploeg met een internationaal wedstrijdprogramma. We krijgen de kans om onszelf te ontwikkelen bij dit team. Momenteel rijden we nog veel in Nederland omdat het de start van het seizoen is, maar in april gaan we naar Frankrijk voor meerdaagse wedstrijden’, legt Luuc enthousiast uit. Op de vraag met welke kwaliteiten hij straks naar Frankrijk zal afreizen, antwoordt de student: ‘Ik ben vrij allround, net als bij het schaatsen. Het absolute hooggebergte is voor mij wat lastiger, maar op het tussengebergte zoals in de Ardennen, kan ik goed mee.’ Studie en topsport Met alle schaats- en fietstrainingen en wedstrijden die Luuc op het programma heeft, is het moeilijk voor te stellen dat hij er ook nog een studie SGM naast doet. Gelukkig heeft hij een topsportstatus vanuit Topsport Gelderland, een initiatief vanuit HAN Sport en Bewegen, waardoor het voor hem wat makkelijker gemaakt wordt. ‘Ik moet de tijd die ik heb nuttig besteden en plannen is daarbij heel belangrijk. Door de topsportstatus wordt het je makkelijker gemaakt als topsporter, want je kan deadlines verzetten of afspraken maken met je docent over tijden waarop je tentamens maakt. Het is handig dat je vanuit school de ruimte krijgt om aan topsport te doen. Overigens heb ik er dit jaar tot nu toe nog geen gebruik van hoeven te maken, want alles was toevallig precies goed ingepland. Maar het is wel fijn dat het kan’, evalueert de SGM-er. Sport, Gezondheid en Management Dat Luuc een passie heeft voor het schaatsen en het wielrennen, laat al wel zien dat hij een duidelijke klik heeft met sporten. Wellicht dat daarom SGM ook goed bij hem past. Luuc: ‘Ik vind het een heel leuke opleiding. Doordat ik zelf ook in de sportwereld actief ben, ligt deze opleiding me nog beter. Ik wil er ook zeker wat mee gaan doen na het leven als topsporter. Vooral de managementkant van de sport ligt mij en daar zou ik wel in verder willen. Verder is het voor mij als topsporter met veel trainingen en wedstrijden ook wel handig dat je op deze opleiding zelf geen fysieke inspanningen hoeft te leveren.’ ‘Voor zestienduizend man tegen de beste van de wereld’ Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 25 HAN SENECA HAN SENECA meet gezondheid docenten primair onderwijs HAN SENECA, het expertisecentrum voor sport, arbeid en gezondheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en onderdeel van HAN Sport en Bewegen, meet namens het Vervangingsfonds de gezondheid van docenten in het primair onderwijs. ‘Het doel is om te leren van elkaars ervaringen en om uiteindelijk te komen tot een basis Preventief Medisch Onderzoek (PMO) voor het primair onderwijs en een handleiding voor integraal gezondheidsbeleid,’ aldus Rianne den Heijer van HAN SENECA Health & Performance. Henk de Boer, als regioadviseur verbonden aan het project vanuit het Vervangingsfonds, hoopt dat gezondheidsmanagement op de kaart gezet wordt in het onderwijs. ‘We hopen uiteindelijk in het gehele primaire onderwijs gezondheidsmanagement hoog op de agenda te krijgen. Het gaat ook verder dan een algemeen advies. We hebben in een aantal studiedagen een vragenlijst ontwikkeld en de scholen bepaalden de domeinen’, aldus De Boer. Voor het Preventief Medisch Onderzoek worden de medewerkers uit het primair onderwijs getest in het Mobile Health & Performance Lab van HAN SENECA, een mobiel lab, waarin een geavanceerd test- en meetsysteem is gebouwd. Tevens vullen de deelnemers een vragenlijst in, zodat de onderzoekers inzicht krijgen in de arbeidsgezondheid van de werknemers. Gezondheid José Cuperus en Rianne den Heijer zijn vanuit het expertisegebied Health & Performance van het expertisecentrum betrokken bij dit project en zij vertellen enthousiast over het aanvullende trainingsprogramma: ‘Dit is een pilot waarbij we niet alleen een PMO uitvoeren, maar ook een trainingsprogramma doen met schoolleiders, bestuurders en adviseurs. In dit programma gaat het om met elkaar de inhoud van de PMO te bepalen en de deelnemers te begeleiden in hoe je een PMO rapportage interpreteert en hoe je vervolgens komt tot een plan van aanpak om de gezondheid(sbeleid) te bevorderen en integraal gezondheidsbeleid op te zetten/verbeteren.’ Maar wat betekent het nu voor de mensen die de testen ondergaan? ‘De deelnemers krijgen een individuele rapportage en de scholen of besturen ontvangen een anonieme groepsrapportage op basis waarvan we in de training aan de slag gaan met het interpreteren en te komen tot een plan van aanpak en integraal gezondheidsbeleid’, verklaart Cuperus. 26 | Sport en Bewegen Het Vervangingsfonds Scholen streven naar een gezonde, prettige en veilige werkomgeving voor hun medewerkers. Ondanks dit streven is uitval van onderwijspersoneel (door ziekte of anders) in de praktijk niet altijd te voorkomen. Bovendien is het voor een schoolbestuur lastig om in te schatten hoeveel vervangers op school nodig zijn. En vervanging brengt kosten met zich mee. Het Vervangingsfonds betaalt de kosten voor vervangers die scholen moeten inzetten bij ziekte of afwezigheid van personeel. Zo blijft de continuïteit op school gewaarborgd. Daarnaast levert het Vervangingsfonds een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van het ziekteverzuim en de arbeidsongeschiktheid van onderwijspersoneel. Alle scholen in het primair onderwijs zijn (bij wet) verplicht aangesloten bij het Vervangingsfonds. Kijk voor meer informatie over HAN SENECA en Preventief Medisch Onderzoek op HAN.nl/SENECA of neem contact op met [email protected] of [email protected]. José Cuperus ‘Dit is een pilot waarbij we niet alleen een PMO uitvoeren, maar ook een trainingsprogramma doen met schoolleiders, bestuurders en adviseurs.’ Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 27 Master Sport- en Beweeginnovatie Afgestemd op de praktijk De Master Sport- en Beweeginnovatie begint volgend studiejaar aan zijn vierde jaargang. ‘Het is een succes omdat we in hebben gezet op het daadwerkelijk oplossen van vragen die er spelen rondom sport en bewegen’, vertelt projectcoördinator Kasper Bakker. Studenten die de Master Sport- en Beweeginnovatie volgen, worden gedwongen om hun ongetwijfeld prachtige theorieën aan de praktijk te toetsen. Bakker: ‘Soms doen we dat door studentgroepen een idee te laten uitwerken in de vorm van een subsidievraag die daadwerkelijk moet worden ingediend, dit jaar hebben we het principe en de criteria van de Battle of Concepts gebruikt die begin dit jaar door NOC*NSF is georganiseerd.’ Verleiden Uiteindelijk konden de beste groepen hun ideeën toetsen op de conferentie van VWS waarmee het landelijke programma ‘Alles is gezondheid’ werd ingeluid. Bakker: ‘Het mooie aan dit soort situaties is dat er een publiek met relevante stakeholders uit de sector aanwezig is. In feite moeten de studenten deze proberen te verleiden om een bijdrage te leveren aan de realisatie van hun idee. Dan komt het erop aan dat ze hun verhaal kort en bondig en op aansprekende wijze voor het voetlicht brengen. Dat is al een les op zich. Studenten zijn succesvol als ze door middel van hun verhaal nieuwe samenwerkingspartners hebben gevonden voor hun innovatie. Via dit soort situaties proberen we zoveel mogelijk aansluiting te krijgen met de dagelijkse werkelijkheid van sport en bewegen.’ Bij dit ‘oefenen in het echt’ worden veel vaardigheden getest. ‘Er moet een goed idee zijn uitgewerkt, dat maatschappelijk relevant is en waarvoor draagvlak bestaat. Ook zal er gedegen onderzoek moeten worden verricht dat bijdraagt aan de inhoud en kans van slagen van het idee. Maar dan is de student nog niet klaar. Ook als een idee goed is en het onderzoek klopt, gaat het niet vanzelf daarna. Je moet een lobby uitoefenen, een pleitbezorger zijn van je eigen plan. Daarbij moeten weerstanden worden overwonnen. Dat hoort er allemaal bij.’ Jury Naast de presentatie op het congres, dienden de Master-studenten hun individuele innovatieplannen, die de basis vormen van hun mastertheseproject, ook te presenteren aan een praktijk-jury. In de jury zaten dit jaar Nicolette van Veldhoven van het NOC*NSF, 28 | Sport en Bewegen Tinus Jongert, lector Innovatieve Beweegstimulering en Sport, Cees van Bladel, projectleider bij stichting Sports and Technology en Labmanager van het InnoSportLab Den Haag en Joost Bakker, een econoom van de FEM. Bakker: ‘De ideeën moesten gepitcht worden voor de jury in een soort van ‘Dragons Den’. De winnaar, die een vernieuwend concept rondom handbikes binnen een revalidatiekliniek presenteerde, kreeg een fotocamera, met daarbij de uitdaging om zijn project en de voortgang ervan via sociale media bij een groter publiek voor het voetlicht te brengen. Verder kreeg hij als prijs het advies van twee coaches uit de jury bij de realisatie van zijn plan en een publicatie in zowel BodyLife als in Sport FM.’ Kans op succes Doel van dit alles is volgens Kasper Bakker een voortdurende afstemming van de ideeën op de praktijk om daarmee de kans op succes zo groot mogelijk te maken. ‘Kijk, de Master-studenten werken gedurende hun tweejarige opleiding continu aan hun eigen innovatieproject. Deze projecten lopen, net zoals de achtergronden van de studenten, erg uiteen. De gemeenschappelijkheid zit hem in de verbinding met sport en bewegen en de ambitie om bij te dragen aan de ontwikkeling van de sector. Studenten werken in hun project met een relevant netwerk van stakeholders uit de praktijk. Het onderwijs voorziet continue in de nodige kennis en vaardigheden om succesvol te kunnen zijn. De resultaten van hun activiteiten vormen de basis van hun Masterthese waarmee uiteindelijk ze hun getuigschrift behalen.’ ‘Ze doen in het project ook onderzoek, maar uiteindelijk is dit één van de middelen die ze inzetten. Ze moeten leren om in het ware leven iets in beweging te zetten en dat ze daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van hun werkpraktijk. Hiertoe is continue verbinding en afstemming met verschillende partijen uit het werkveld onmisbaar. Deze insteek maakt dat de Master een echte toegepaste opleiding is met een zichtbaar maatschappelijk effect.’ ‘Een goed idee met maatschappelijke relevantie en draagvlak’ ‘De Fastlane als gezonde weg’ Een aansprekend voorbeeld van een idee van de Master-studenten is de zogenaamde Fastlane in de supermarkt. Zoals bekend onderzoeken supermarkten alles rondom het gedrag van hun klanten. Zo hebben alle producten een zorgvuldig uitgekozen plek, bepaalde producten liggen op plaatsen die de meeste verkoop garanderen. Het idee van de Master-studenten is om gebruik te maken van deze kennis bij het verbeteren van ‘gezond koopgedrag’ van consumenten door de gezonde producten door de winkelinrichting en plekken waar gezond voedsel te vinden is hierop aan te passen. Hiervoor hebben ze een concept ontwikkeld waar ze inmiddels met een aantal supermarktketens over in gesprek zijn. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 29 Column Twee studenten en hun column De invloed van een trainingsjack Maandagochtend 10:00 uur. Ineens stormt een schoonmaakster mijn kant op, terwijl ik op het toilet m’n handen aan het wassen ben. Ze tikt met haar elleboog tegen die van mij. Het doekje dat ze in haar hand heeft en waarmee ze zojuist alle wc’s van een glansje heeft voorzien, mist rakelings de mouw van mijn rode Adidas SBEjasje. Voordat ik de kans krijg om ‘Goeiemorgen’ te zeggen, begint ze apetrots haar verhaal: ‘Ik kreeg net gebak aangeboden op de afdeling en je raadt het al… Ik heb het niet gedaan! Slagroomtaart, mmm! Maar ik heb echt niks genomen.” De trotse toon waarop ze dit verhaal kwam vertellen, deed mij niets anders zeggen als: ‘Wauw! Wat knap van je! Dikke duim!’ Dat ‘nee’ zeggen tegen gebak niet mijn grootste hobby is, heb ik haar maar niet gezegd. Op het puntje van mijn tong lag de vraag: ‘Is er nog wat over?’, maar gelukkig heb ik dit zeer professioneel weten om te buigen naar: ‘Ik ben trots op je!’. Toppers Op dit moment ben ik samen met een studiegenoot bezig met mijn afstudeerstage en afstudeeronderzoek bij LANDER in Zaltbommel. Carolien CAROLIEN BOSMAN Sport- en Bewegingseducatie (SBE) 30 | Sport en Bewegen LANDER is een sociale werkvoorzieningsplaats voor langdurig werklozen of voor mensen die om welke reden dan ook niet bij een reguliere werkgever aan de slag kunnen. Is jullie wel eens opgevallen hoe keurig de stickers op de verpakking van jullie allesreiniger zijn geplakt of hoe jullie bloembakken kant en klaar bij de Intratuin uit het schap pakken? Juist, dat hebben meer dan duizend toppers van LANDER bijvoorbeeld voor jullie gedaan! Fanatiek Sporten doen de meesten niet. Niet altijd omdat ze niet willen, maar ook omdat er simpelweg geen geld voor is. De kans die wij de mensen geven door sportlessen aan te bieden onder werktijd wordt hier dan ook door veel mensen met beide handen aangegrepen. Onder de naam ‘Fit voor werk!’ komen dertig fanatiekelingen op maandag en woensdag een uur bij ons sporten. Sport wordt ingezet als middel om bepaalde competenties die (ook) nodig zijn op de werkvloer, zoals bijvoorbeeld samenwerken en gevoel voor arbeidsverhoudingen, te ontwikkelen. Uiteindelijk is het doel om door middel van sport mensen voor te bereiden op en fysiek sterker te maken voor detachering. Alleen al het feit dat wij hier met ons trainingspak rond lopen, zet mensen letterlijk en figuurlijk in beweging. En dan bedoel ik zeker niet alleen de mensen die meedoen met de sportlessen, maar ook de trotse schoonmaakster uit het voorbeeld hierboven of de mensen die ons alleen kennen van onze mooie trainingsbroeken of herkenbare rode SBE-jasjes. Van mensen die gebak overslaan tot mensen die komen vertellen dat ze met de fiets naar het werk zijn gekomen. En van mensen die spontaan een gesprek met je beginnen over hun eigen sportieve bezigheden tot mensen die het bakje fruit in de kantine ineens verkiezen boven de gehaktballen in satésaus als je achter ze in de rij staat voor de kassa. Effectief pakkie hoor, Adidas! Klasse! Kinderen zijn de toekomst In de huidige tijd, waar computerspellen binnen de kind- en jeugdige vrijetijdsbesteding niet meer weg te denken zijn, worden kaart- en gezelschapsspellen steeds minder gespeeld. Wat betreft gezonde voeding en voldoende beweging hebben kinderen en ook hun ouders vaak nog uitleg nodig. Het is dus geen verrassing dat mensen steeds dikker worden en kinderen al vroeg overgewicht hebben. Wij, van Students4Kids sc, willen deze trends tegengaan en hebben de ontwikkelingen als aanleiding genomen om een gezondheidsspel voor kinderen (en hun ouders) te ontwikkelen. In het kader van de onderwijseenheid ´Ondernemen in de sport´ van onze studie ´Sport, Gezondheid en Management´, hebben wij in september 2013 ons eigen bedrijf opgericht en het kaartspel´Spelen met Luuk en Lisa´ in februari 2014 geïntroduceerd. Verkoop In september zijn wij begonnen met het schrijven van ons ondernemingsplan en zijn we een samenwerking aangegaan met een Duitse universiteit, de ´Europäische Medien- und Business-Akademie´ uit Düsseldorf. Met hun specialiteit in grafisch ontwerp is het design van ´Spelen met Luuk en Lisa´ ontstaan en konden wij ons idee van het kaartspel realiseren. Het spel werd uiteindelijk door een Duitse drukkerij geproduceerd en geleverd. Na zes lange maanden, veel voorbereiding en af en toe een slapeloze nacht, zijn wij in februari eindelijk met de verkoop gestart. Sinds een aantal weken zijn we nu dus dagelijks bezig met het bellen en bezoeken van BSO´s, basisscholen, verzekeringen en andere partijen voor wie ´Spelen met Luuk en Lisa´ interessant kan zijn. Natuurlijk vormen ook ouders, grootouders, tantes, zusjes, broertjes enzovoort belangrijke doelgroepen voor ons. Spelenderwijs Met behulp van ´Spelen met Luuk en Lisa´ willen we kinderen spelenderwijs kennis laten maken met het thema gezondheid. Het is bekend dat dit een effectieve methode van de huidige pedagogiek is, want kinderen kunnen zich een thema niet beter toe-eigenen dan door intrinsieke motivatie. Bovendien is het spel meertalig, de typografisch afbeeldingen op de kaarten bevatten de talen Nederlands, Duits en Engels.Het doel van het spel is om gezondheidskaarten te verzamelen. Op deze kaarten staan afbeeldingen van fruit, groenten, water, brood en beweging. Verder zijn er pestkaarten met ongezonde voeding, zoals chips, chocolade en limonade, waarmee spelers hun tegenstander kunnen hinderen. Door deze pestkaarten moeten de kinderen zelf actief worden door met de zogenoemde actiekaarten de pestkaarten weg te spelen. Op een actiekaart kunnen bijvoorbeeld kikkersprongen of kniebuigingen staan. De speler die het snelst alle gezondheidskaarten heeft verzameld, heeft gewonnen. Het unieke van het spel is dat er twee versies mee gespeeld kunnen worden waardoor het niet alleen educatief is maar ook nog een ludieke variant bevat. Students4Kids sc en ´Spelen met Luuk en Lisa´ betekenen voor ons veel werk, maar het is een groot avontuur en een fantastisch leermoment. Terwijl wij er veel energie in steken, krijgen we er ook gelijk veel energie voor terug. Je ziet kinderen stralen van vreugde en ouders die enthousiast zijn over wat het spel hun kinderen gaat leren. Voor ons is ´Spelen met Luuk en Lisa´ niet meer alleen een studieproject. We hopen met het kaartspel een bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij door kinderen aan een betere leefstijl te helpen. Want: Kinderen zijn de toekomst! Saskia SASKIA MÜLLER Sport, Gezondheid en Management (SGM) Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 31 max van der plas ‘Niet de snelste of de sterkste wint, maar degene die dat het meest wil’ Max is 20 jaar, topbokser, derdejaars ALO-student en woont wisselend bij zijn ouders in Elsendorp en op zijn kamer in Nijmegen. Hij bokst in de Bundesliga voor de club Straubing uit München. Dat wordt gezien als de zwaarste competitie van de wereld. In december 2013 werd hij voor de derde keer Nederlands kampioen. Hoe ziet het leven er uit in huize Van der Pas? ‘Alles draait om de sport. Mijn vader was vroeger ook een goede bokser en mijn moeder deed op hoog niveau aan paardrijden. Topsport is mij dus met de paplepel ingegoten. Tot mijn 14e was mijn vader ook mijn trainer. Nu traint hij mijn zusje van 15 die ook is gaan boksen, en begeleidt hij mij bij alle wedstrijden. Wij hadden vroeger een varkenshouderij, maar mijn vader is opnieuw gaan studeren en runt nu een eigen incassobureau. Dat geeft hem de vrijheid om steeds met mij mee te gaan naar wedstrijden. Mijn moeder gaat nooit mee. Ze kan het niet aanzien.’ Waarom boksen? ‘Iemand raken en zelf niet geraakt worden, dat vind ik het mooiste aan het spelletje. Maar daarnaast is het ook alle dingen eromheen, het is een leefstijl. Ik moet er veel voor doen en laten. Ben eigenlijk altijd aan het trainen, vaak twee keer per dag. Dan sta ik om half zes ’s ochtends, voordat ik naar school ga, al in mijn eigen krachthonk. In de middag heb ik dan nog een bokstraining op Papendal met de selectie. Verder ben ik altijd bezig met mijn gewicht. Ik speel in de klasse onder 69 kilo maar het wordt steeds moeilijker om dat gewicht te halen. Dat betekent een paar uur voor een wedstrijd vaak hard trainen om gewicht te verliezen. Soms ga ik al kapot aan die training, meer dan aan de wedstrijd zelf. Daarom ga ik binnenkort naar een hogere klasse, onder de 75 kilo. Dat zal wennen worden, want dat betekent ook 6 kilo zwaardere tegenstanders. En dat zijn geen vetkilo’s!’ Welke bronnen helpen je daarbij? Ik heb van jongs af aan al veel contact met Arnold Vanderlyde. Ik heb zijn boek Fighting for Success al vijf keer gelezen en we bellen maandelijks met elkaar. Het gaat dan om waarden in het leven als integriteit en ook humor. Hij is meer dan een bokser, geeft lezingen en inspireert mensen. Dat hoop ik later ook te bereiken. Maar ook mijn vader geeft mij veel kracht. Hij hoeft mij maar aan te kijken en zijn duim omhoog te steken, en dan ga ik er weer vol voor. Of zeggen dat hij geniet en trots is. Dat geeft me zoveel kracht dat ik in een soort flow kom. Zo heb ik zelfs eens een partij gewonnen na een leverstoot. Dat staat normaal gesproken voor een verloren partij. Wat doe je over 3 jaar? Natuurlijk heb ik dan mijn ALO-diploma op zak, haha! Hopelijk heb ik dan ook een medaille gewonnen op de Olympische Spelen in Brazilië. In de bokswereld zeggen ze dat er dan grote kansen komen. Mijn droom is om ooit eens in Engeland of Amerika te boksen voor het grote geld.
© Copyright 2024 ExpyDoc