Sporthart 4 - Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Magazine van HAN Sport en Bewegen. Nr.4
‘Iedere dag
beter worden’
Esther Vergeer op bezoek
Stage lopen
in de bajes
Lesgeven
in Suriname
De
SENEC
specialA
-pag 15
-
SOCIAL MEDIA
www.han.nl/sEb
Voor studenten
facebook.com/HANsportenbewegen
twitter.com/HANsportbewegen
HANsportenbewegen.nl
Voor alumni
Alumni HAN Sport en Bewegen
Voor pro’s
twitter.com/HAN_SenB
HAN Sport en Bewegen
Of kijk op www.hansportenbewegen.nl/professionals
COLOFON
sporthart is het magazine van
han sport en bewegen
(hogeschool van arnhem en nijmegen)
prof. molkenboerstraat 3
6524 rn nijmegen
2
| Sport en Bewegen
redactie
eindredactie
fotografie
vormgeving
drukwerk
lennart van eekhout
marcel rözer
patrick spierts
han geurts
lennart van eekhout
han geurts
heleen van der wilt
coos dam
ben schot, graphic design bno
bright advertising
 NIEUWS
 NIEUWE
DIRECTEUR
4
 VOETBALPROJECT
in ZUID-AFRIKA
 ESTHER VERGEER
OP BEZOEK
28
12
Inhoud
 STAGE IN DE
GEVANGENIS
 DE SENECA SPECIAL
14
 VOOR DE KLAS
IN SURINAME
6
15
26
HAN Sport en Bewegen nr. 4
COLUMNS STUDENTEN
VOETBALPROJECT IN ZUID-AFRIKA
Pag. 4
Pag.10
Pag.28
Nieuwe directeur
Column
IN DE KOEPELGEVANGENIS
INFO SPORT EN BEWEGEN
Pag. 6
Pag. 14
Pag. 30
Boekenrubriek
HAN SENECA - SPecial
STEL JE VOOR
Pag. 8
Pag. 15
Pag.32
TRI MOVERE
STAGE in suriname
Pag. 9
Pag. 26
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
3
Coaches
Het is zaterdagmiddag, de C2 van Orion speelt vandaag een uitwedstrijd in
Elst. Elistha C1 heet de opponent en op het moment dat de coaches (ik ben er
daar één van) en spelers van Orion bij het sportpark arriveren zijn de jongens
van Elistha al begonnen aan hun warming-up. De aftrap is pas over 35
minuten. Het ziet eruit alsof die van Elistha de zaak zeer serieus nemen. Ze
spelen een positiespel, elke partij heeft een andere kleur hesje.
Die van ons scannen hun leeftijdgenoten. Net als bij Orion is er een enorme
variatie: dertienjarigen vóór de groeistuip verzuipen in te grote shirts, van
sommige veertienjarigen vraag je je af of ze met de auto zijn gekomen. Kerels
en jongetjes strijden vandaag op een zompig grasveld om de punten.
Omdat die van Orion het aan de mode hebben om té relaxed aan een
wedstrijd te beginnen zeg ik kort voordat we het veld opgaan: ‘Wie te slap
start, wissel ik meteen.’ Daar schrikken de mannen en jongetjes van. Na een
stevige warming-up komen ze goed uit de startblokken. Die van Elistha zijn
ongeveer even sterk, al is hun gedrongen spits verdomde handig en zijn ze
daardoor wat gevaarlijker.
Eerste masterstudenten ontvangen diploma
Op donderdag 31 november ontvingen de eerste drie
studenten van de master Sport- en Beweeginnovatie hun
diploma. Evelien, Jettie en Geert werden in een originele
graduation outfit gehesen, vlak voordat ze hun diploma in
ontvangst namen. Het waren de eerste afgestudeerden van
deze tweejarige master.
Ik coach de C2 samen met een vriend, die net als ik zijn hele leven heeft
gevoetbald. Ons maak je dus niets wijs. We coachen en trainen onze zoons
al weer heel wat jaren. We doen heel veel niet goed, maar wat opvalt is dat de
trainingen (op maandag en donderdag) altijd volle bak worden bezocht.
Bij mijn collega-vadertrainer is dat te begrijpen, hij is sinds jaar en dag leraar
Lichamelijke Opvoeding. Ikzelf geef de trainingen die ik zelf vroeger leuk vond.
Dat houdt in dat niemand lang stil staat, dat er na een warming-up altijd
wordt afgewerkt op doel en dat we afsluiten met een partijtje. Als ik merk dat
een oefening saai wordt, of een partijtje te eenzijdig, verzin ik iets anders. In
alles moeten die jongens, die verder al zo veel moeten, plezier hebben.
Vandaag krijgen we dat plezier uitbetaald in een prachtige wedstrijd,
waarin we een gelijkwaardige tegenstander verslaan omdat we net even iets
scherper zijn in de duels en, toegegeven, net even iets meer geluk hebben in
het afwerken van de kansen. We komen met 0-2 voor te staan, maar iedereen
weet: een goaltje van de tegenstander en het is meteen weer heel spannend.
Bij de tegenpartij zit een van de coaches met een notitieblok op zijn schoot.
Als het 0-3 wordt, dirigeert hij een speler van zijn verdediging door naar de
voorhoede. Het is een wanhoopsdaad. Ik overleg even met mijn medecoach en
we besluiten dat we (nog) geen tegenmaatregelen nemen. We gokken erop dat
de strijd op het middenveld wordt beslist en dat komt uit. Die van Elst krijgen
de bal niet daar waar die extra man staat.
Eerlijk gezegd is dat een mazzeltje, het had net zo goed andersom kunnen
uitpakken. En na een lange omweg komt hier mijn punt. Coaches van welk
team dan ook doen vaak alsof het hun tactiek is die een wedstrijd beslist.
Balsporten zijn vaak zo ingewikkeld en er spelen zoveel factoren een rol, dat,
zeker bij voetbal, die rol vreselijk wordt overschat. Het is die verdomde tv die
de rol van de (voetbal-)coach zo belangrijk heeft gemaakt. Bij elke trainer in
de eredivisie zit een cameraman die inzoomt op elke zucht of scheet die een
trainer voortbrengt. En die aandacht maakt dat de trainer is gaan denken
dat hij veel invloed heeft. O, wat zou ik graag eens de effecten onderzoeken
van tactische maatregelen van een (voetbal-)coach. Ik durf hier de uitslag
best te voorspellen: het effect is verwaarloosbaar. Voetbal is verworden tot een
toneelspel, waarbij de acteurs voorspelbaar zijn als in een soap. En door die
soap gaan al die andere 100.000 coaches zich zo gedragen als op tv. Al dat
nep-gedoe haalt ons weg bij waar het allemaal om te doen is; ‘Plezier!’
4
Marcel Rözer
| Sport en Bewegen
SBE studente elfde op EK
Veldkruisboog
SBE studente Maria Grosse heeft
deelgenomen aan het EK
Veldkruisboog bij de junioren.
Daarbij heeft deze Duitse
scherpschutter een mooi resultaat
behaald. ‘De eerste dag telt voor
het team, waarmee wij vierde
geworden zijn. Inclusief de tweede
dag heb ik in totaal 1608 punten
gescoord en ben daarmee elfde in
mijn categorie geworden.’
SGM studente wint goud op WK Taekwondo
Sarah Lehne, een Duitse SGM-studente, heeft onlangs
met haar vaderland in de landenwedstrijd goud
gewonnen op het wereldkampioenschap Taekwondo in
Benidorm, Spanje. Bovendien won ze individueel ook
nog de bronzen plak. Met deze meid valt niet te sollen!
Werknemers hogescholen fietsen studiejaar in
HAN Sport en Bewegen had dit jaar de eer om namens de
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen de HBO Fietstocht
2013 te organiseren. Medewerkers van hbo instellingen uit
heel Nederland kwamen op bezoek bij de HAN om
verschillende afstanden af te leggen: 45, 90 en 130 kilometer
en een MTB route rondom Nijmegen. Een geslaagde editie,
bleek uit de reacties achteraf. Vooral dankzij docenten en
studenten van HAN Sport en Bewegen!
SGM student beklimt Kilimanjaro met hulp HAN SENECA
hoogtekamers
Derdejaars student Sport, Gezondheid en Management (SGM)
Roald Pijpker heeft samen met HAN SENECA sport- en
gezondheidsadviseur Larissa Hooijman de Kilimanjaro beklommen.
De piek van deze enorme Afrikaanse reus ligt op 5895 meter
hoogte. Volgens Roald heeft de HAN daarbij een belangrijke rol
gespeeld: ‘Ik kwam er in de loop van het project achter dat er bij
HAN Sport en Bewegen en HAN SENECA veel mogelijkheden zijn
om jezelf te ontwikkelen. Dat heeft de tocht voor ons zeker minder
zwaar gemaakt.’
Meer nieuws lezen? www.hansportenbewegen.nl
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
5
Een nieuwe
...stel je veur
‘Ik ben Joris Hermans en werk inmiddels ruim dertien jaar voor de HAN. Als voedingskundige ben ik ooit bij de
HAN begonnen met als opdracht om het thema sportvoeding op de kaart te zetten. Naast het ontwikkelen en
uitvoeren van onderwijs, behoorde tot deze taak ook het doen van toegepast wetenschappelijk onderzoek. Als
voedingsadviseur werkte ik in de praktijk en begeleidde ik veel topsporters. Kennis en ervaringen die ik opdeed
vertaalden we naar het onderwijs en de kennis die we ontwikkelden via toegepast onderzoek, gebruikten we dan
weer bij het vormgeven van de begeleidingsprogramma’s voor topsporters.
Naar mijn idee een goed voorbeeld van de ontwikkeling en valorisatie (kennisdelen/verspreiden, red.) van kennis
passend bij de opdracht van het hbo. Voor studenten ontstaat er op deze manier een programma dat state of the
art vormgegeven is. Bovendien wordt het werkveld op een wijze bediend waarbij de meest relevante en up-todate wetenschappelijke kennis direct wordt gebruikt. Uiteraard werkten studenten mee aan de uitwerking van de
programma’s en waren zo indirect betrokken bij vele gouden Olympische medailles.’
Hoe bevalt het je tot nu toe?
‘Erg goed. De eerste periode was natuurlijk wel druk. Temeer
omdat mijn eigen functie nog niet direct ingevuld werd en ik
er dus even ‘alleen’ voorstond. Tegelijkertijd leer je daardoor de
organisatie goed kennen. In relatief korte tijd ben je dan redelijk
goed op de hoogte van datgene wat er binnen het instituut
speelt. Een nadeel van het bemannen van deze post als eenling
is wel dat je niet alles kunt doen en dat veelal de focus komt
te liggen op de interne organisatie. Ik heb de contacten met
het werkveld en de externe omgeving wel wat gemist en vind
het prettig dat daar nu meer tijd voor komt. Ik ben blij dat Eric
6
| Sport en Bewegen
Versluijs nu is benoemd als adjunct-directeur en heb er zin in
om samen met hem aan de slag te gaan om dit mooie instituut
verder te ontwikkelen.’
Je volgt Tjeerd de Jong op die er vanaf het
begin bij was. Is dat extra lastig?
‘Nee, dat is niet lastig. Ik ben dertien jaar geleden begonnen en
heb vanaf de eerste dag intensief samengewerkt met Tjeerd.
We kennen elkaar dus heel erg goed. Tjeerd was destijds docent
bij de opleiding Fysiotherapie en ik bij de opleiding Voeding &
directeur...
Diëtetiek. Toen ontstond er een initiatief waaruit uiteindelijk
HAN SENECA is voortgekomen. Vanaf dat moment werkten we
samen aan de ontwikkelingen van het expertisecentrum waaruit
later de opleiding SGM en het instituut zijn voortgekomen.
Tjeerd heeft zijn eigen stijl van leidinggeven en is een echte
initiator. Ik heb heel veel van hem geleerd. Tegelijkertijd zal ik
ook mijn eigen stijl ontwikkelen en voor dezelfde problemen
wellicht met andere oplossingen komen. De visie en missie
van de organisatie blijven evenwel onveranderd. Immers, daar
hebben we samen aan gewerkt en ik kijk op dezelfde manier
naar de doelstellingen van de organisatie, haar kernwaarden
en -kwaliteiten.’
Je begon meteen met mooi nieuws over SGM,
lekkere binnenkomer?
‘Het goede nieuws van SGM, namelijk een positief visitatietraject
(beoordeling kwaliteit opleiding, red.) is inderdaad een prettig
begin. Er is hard gewerkt en de goede dingen zijn gedaan. Gezien
de ontwikkelingen in het hbo en het tijdperk waarin we leven is
dit een belangrijk resultaat. Op basis hiervan kan de opleiding
zich weer verder ontwikkelen. SGM is een mooie opleiding die
professionals opleidt waar de sterk veranderende maatschappij
en wereld van sport, bewegen en gezondheid behoefte aan
heeft. De opleiding combineert de relevantie van het vak met
een stevige focus op onderzoek via kennisontwikkeling en
innovatie. Dat is zoals een moderne opleiding in het hbo volgens
mij vormgegeven zou moeten zijn.’ Tot slot, de eerste afgestudeerden van de master
Sport- en Beweeginnovatie kregen onlangs hun
diploma. Wat voegt die master toe volgens jou?
‘Ik ben een groot voorstander van de ontwikkeling van
professional master opleidingen. Het werkveld zal zich
daardoor sneller en nog professioneler kunnen ontwikkelen. De
sterk veranderende samenleving waarin ontwikkelingen zich
snel laten opvolgen, vraagt om andere oplossingen. Toegepast
onderzoek is in mijn ogen vooral een middel om het werkveld
te ontwikkelen en vraagt om een afgestemde focus op zowel
de maatschappelijke als wetenschappelijke relevantie. Ik ben
er trots op dat HAN Sport en Bewegen zo nauw betrokken is
bij een masteropleiding en op deze manier een significante
bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het veld van
sport, bewegen en gezondheid. De afgestudeerden wacht een
schone taak en ik wens ze daarbij heel veel succes en plezier!’ En toen die succesvolle organisatie
van de HBO Fietstocht...
‘Het is fantastisch om te zien hoe enthousiasme en samenwerking
kan leiden tot zo’n succesvol evenement. Naar verluid was
deze editie een van de meest gewaardeerde in de geschiedenis
van de HBO Fietstocht. Dat is een groot compliment. Ik heb
gemerkt dat er ook hier een enorme betrokkenheid bestaat
tussen docenten, studenten en werkveld. Door een intensieve
en betekenisvolle samenwerking ontstaat er dan een project
met een geweldig succes. Het feit dat veel mensen dit in ‘eigen
tijd’ hebben gedaan, geeft wederom de mate van betrokkenheid
bij de organisatie aan. Dat is een goed fundament op basis
waarvan nog heel veel moois kan ontstaan.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
7
wie iets met sport heeft leest sportboeken
IK HEB AL EEN BOEK
In deze rubriek kiezen we telkens drie actuele sportboeken, dit keer met voetbal als thema.
Ook zoomen we in op de tien beste sportboeken ooit waarbij we telkens één boek recenseren.
Vechtlust - Vincent de Vries
Na het enorme succes van biografieën als ‘Ik Zlatan’ en ‘Geen Genade’, over
respectievelijk de wilde levens van Zlatan Ibrahimovich en Andy van der Meyde,
volgen meerdere oud-voetballers met hun verhaal. Fernando Ricksen was een
redelijke voetballer, maar net als Van der Meyde had hij schijt aan alles en
viel hij ten prooi aan drank, vrouwen en een veel te snel leven. Als dramatisch
dieptepunt verklaarde Ricksen tijdens de promotour rond zijn boek ook nog
eens aan de dodelijke spierziekte ALS te lijden.
Corners moet je kort nemen - Chris Anderson en David Sally
Een slecht boek met een interessante inhoud. Statistieken zijn in Amerikaanse
sporten een must, in Europese sporten een noodzakelijk kwaad. Met dat gegeven
onderzochten Chris Anderson en David Sally de voetbalsport, maar ze verzuimden
de hulp in te roepen van iemand die het voetbal in de genen heeft zitten. Verder
vond Uitgeverij Spectrum het niet nodig om een goede vertaler aan het werk te
zetten, waardoor het boek doorspekt is van onjuiste vertalingen en gebrekkige
beeldspraak. Daardoor is het alleen interessant voor de échte voetballiefhebber,
die alles verslindt wat er verschijnt rondom voetbal.
Route 32 - David Endt
David Endt werd onlangs bij Ajax aan de kant geschoven. De teammanager
en cultuurbewaker van de club kreeg te horen dat hij in het kader van de
professionalisering plaats moest maken. In Route 32 geen woord over dit
pijnlijke afscheid, maar een overzicht over het seizoen dat de derde landstitel
op rij, en de 32e in totaal, opleverde.
top 10 In willekeurige volgorde
sportboeken aller tijden
1
Open, de biografie van André Agassi
2 De proloog, Bert Wagendorp
3
Chez Stans, Jan Mulder
4 Wij waren de besten, Auke Kok
5
Sacred Hoops, Phil Jackson
6 Futebol, Alex Bellos
7 Moneyball, Michael Lewis
8 Het Gevecht, Norman Mailer
9 Nadal, biografie van een fenomeen
10 De renner, Tim Krabbé
8
| Sport en Bewegen
Futebol
Het zal weinigen gegeven zijn om het WK in
Brazilië bij te wonen. En misschien moet je ook
helemaal niet naar het vrolijkste land van de
wereld tijdens zo’n groot evenement. Misschien
moet je wel, net als de Engelse journalist
Alex Bellos, het enorme land doorkruisen op
‘normale’ dagen en je verbazen over zoveel
onversneden liefde voor het voetbal.
Futebol is een ode aan Brazilië en aan de
onverwoestbare speelsheid van een van
de grootste sporten van de wereld. Futebol
ontroert, fascineert en geeft te denken. Het
is een ‘mustread’ voor iedereen die iets met
voetbal heeft en staat voor heel weinig geld in
de schappen bij De Slegte.
Tri Movere
zorgt voor binding
Janneke Leeuwerik
(midden):
‘Het motiveert enorm
om dingen voor
elkaar te krijgen.’
Studievereniging Tri Movere heeft een duidelijk doel voor ogen: beleving creëren onder zowel
studenten als onder docenten en medewerkers van HAN Sport en Bewegen. Dit gevoel van
saamhorigheid is belangrijk om het meeste plezier en resultaat te halen uit de studie. Janneke
Leeuwerik is tweedejaars SGM-studente en kersvers bestuurslid. Ze is verantwoordelijk voor externe
contacten en sponsoring. Janneke: ‘Vorig jaar was ik alleen maar bezig met school en huiswerk. In mijn
vrije uurtjes ging ik naar de sportschool. Maar ik wil graag méér uit mijn schooltijd halen. Activiteiten
organiseren en op die manier bijdragen aan een platform waar studenten altijd terecht kunnen.’
De 21-jarige Apeldoornse gold enige tijd geleden nog als een
tennistalent. Op de middelbare school kon ze daarom met een
studiebeurs een jaar naar Amerika. Janneke: ‘ Daar heb ik gezien
hoe het is om echt op een campus te leven. Er is dan veel meer
binding onderling en dat maakt je studietijd leuker. Dat wil Tri
Movere ook voor elkaar krijgen. Dat betekent dat je veel leuke dingen
moet organiseren’. En dat gebeurt met succes: de studievereniging
heeft inmiddels meer dan 200 leden en de activiteiten zijn vaak
drukbezocht. Zo trok de after-introparty in Billabong bijna 300
studenten. Maar er is nog veel meer te verwachten: ‘Er zijn plannen
voor een kerstbarbecue, een gala en een sportquiz. En het lijkt mij
ook leuk om een groot sporttoernooi te organiseren of samen naar
sportwedstrijden te kijken. Kortom: genoeg te doen.’
Je zou je bijna afvragen waar ze de tijd vandaan haalt. Janneke:
‘Het kost inderdaad wel wat extra tijd maar je leert er een hoop van.
Het is vooral leuk om te doen en je leert veel mensen kennen. Het
motiveert enorm om te zien dat je dingen voor elkaar krijgt!’
Meer info of lid worden?
Kijk op www.trimovere.nl
of kom eens langs in lokaal 0.18
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
9
Drie studenten en hun column
‘Je kunt beter focussen
op je eigen prestaties’
CAROLIEN BOSMAN
Sport- en Bewegingseducatie
(SBE)
Of ik nou midget golf of volleybal, eigenlijk wil ik altijd de beste zijn. Als ik niet win, heb ik toch een beetje het gevoel dat ik
gefaald heb. En stiekem ben ik daar wel een beetje trots op, ik zie dat toch een beetje als mijn sportersmentaliteit, mijn hart
voor de sport. En eigenlijk dacht ik ook altijd dat dàt de topsporter onderscheidt, dat hij altijd de beste wil zijn.
Op vrijdagmiddag 11 oktober was Esther Vergeer op Papendal voor
een inspirerend gastcollege over haar Foundation en de onthulling
van haar quote op de muur voor en door studenten en docenten
van HAN Sport en Bewegen en CIOS. Een indrukwekkende (sport)
vrouw. Yes, ik was erbij!
In een met ballonnen versierde (ach, je moet toch wat) collegezaal
kwam ze vrolijk binnengerold. Ze had er duidelijk zin in. Door middel
van een inleidend filmpje, voor de pannenkoeken onder ons, werd
binnen vier minuten duidelijk dat er niet zomaar iemand aan was
komen schuiven. Er was ruimte voor vragen en ze vertelde vol
passie over haar stichting, de Esther Vergeer Foundation. Toen mijn
10
| Sport en Bewegen
favoriete vraag uit het publiek ‘of de banden ook wel eens lek gingen’
beantwoord was, was het moment aangebroken voor de onthulling
van de quote.
Haar inspirerende quote past bij Esther zoals chocola bij vrouwen.
‘Het gaat er niet om de beste te zijn, het gaat om iedere dag beter
worden.’ Oftewel: in plaats van jezelf langs de meetlat van anderen te
leggen, kun je beter focussen op je eigen prestaties. Ben ik tevreden
met mijn inzet, heb ik het beste uit mezelf gehaald, ben ik beter
dan ik gisteren was? Een mooi lesje topsportmentaliteit dus. De
aantekeningen staan op de muur van Papendal en wat mij betreft
mag deze ernaast:
Als SGM-er is het mij vaak gevraagd wat ik binnen kantoororganisaties
kom doen. Vaak denkt men dat ik zorg dat de ‘breinwerkers’
(kantoorpersoneel) meer gaan bewegen en gezonder worden (lees:
gewicht verliezen). Een bijdrage leveren aan optimale prestaties
door aandacht te schenken aan omgang met elkaar, de indeling van
werkzaamheden en de omgang met stress wordt vaak vergeten. In
dat laatste kan sport ook heel belangrijk zijn.
Het eerste college van de universiteit van Nederland dat op internet
te bewonderen was, kwam van Erik Scherder. In zijn college leert
hij bijzonder bevlogen dat beweging ervoor zorgt dat het geheugen
gestimuleerd wordt. Met andere woorden, bewegen zorgt ervoor dat je
beter kunt presteren achter je bureau. Het gaat niet om het nastreven
van een bepaald BMI, maar om het adagium lichamelijke inspanning, dat
zorgt voor mentale ontspanning. Een mooi voordeel, maar er is meer.
SASKIA MÜLLER
Sport, Gezondheid
en Management (SGM)
Net als in Nederland wordt in Duitsland onderscheid gemaakt tussen
wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs. Maar als
je dan verder kijkt naar het onderwijsbeleid van beide landen, valt
op dat er verder een aantal opleidingsverschillen zijn. Dit komt niet
alleen door het door vastgelegde beleid op het gebied van onderwijs
maar ook door mentaliteitsverschillen van Nederlanders en Duitsers.
Theo Compernolle, schrijver van het buitengewoon interessant en geestig
boek Stress, Vriend en Vijand, heeft enkele interessante opvattingen over
stress. Hij belicht niet direct de relatie tussen sport en stress, maar
heeft het wel over de randvoorwaarden om succesvol met stress om
te gaan. Een goede leefstijl, gezond eten, voldoende slapen, niet roken
en matig alcoholgebruik maken je weerbaarder tegen stress. Maar het
voornaamste middel tegen ongezonde stress blijft ontspanning.
Wat Duitsland kenmerkt is de goede reputatie en rijke geschiedenis op
het gebied van wetenschap en technologie. Het collegegeld in enkele
deelstaten van Duitsland bedraagt ongeveer € 500 per semester. In
andere deelstaten hoef je helemaal geen collegegeld te betalen. De
opleiding in Duitsland is dus een stuk goedkoper. Echter, de groepen
in Duitsland zijn erg groot. Zo kan het gebeuren dat een hoorcollege
door niet minder dan 500 tot 800 studenten wordt bezocht. Bovendien
verschilt de semesterindeling in Duitsland van de indeling in Nederland.
Als toekomstige breinwerker vind ik mijn ontspanning in sport. Tijdens
het hardlopen bijvoorbeeld, drie kwartier lang ben ik alleen maar bezig
met de volgende stap die ik ga zetten. Verder kruip ik lekker achter in
m’n hoofd en vergeet ik al het andere en daarna lukt het me om me
beter te focussen op de belangrijke dingen. Belangrijkste boodschap:
Het driedelige voordeel van sport voor de breinwerker, fysiek voordeel,
grotere hersencapaciteit en een betere focus. Doe je het niet voor jezelf,
doe het dan voor je promotie.
De colleges bij de oosterburen beginnen in oktober en eindigen in
februari, het zomersemester duurt van april tot juni. In de tijd die tussen
de semesters ligt wordt dan veel zelfstudie van de studenten verwacht
omdat ze tentamens moeten maken en werkstukken moeten schrijven.
Hier komt het onderwijs wel overeen met het Nederlands systeem. Terwijl
de opleidingen in Nederland erg praktijkgericht zijn wordt in Duitsland
veel theorie behandeld. De nadruk van de Duitse onderwijscultuur ligt
op het principe dat studenten een academische levenshouding vertonen.
Op het gebied van sport- en beweegopleidingen zetten zich de verschillen
van de twee buurlanden voort. In Duitsland is de ´Sporthochschule Köln´
koploper en dus de nummer één op het gebied van sportonderwijs. De
toelatingseisen voor deze sportopleiding zijn zeer streng en scholieren
moeten een aantal sporttesten afronden voordat ze hun studie
überhaupt mogen beginnen. Bovendien bestaat bij de oosterburen niet
de mogelijkheid om sport en gezondheid in het onderwijs te combineren.
Je volgt of een sportstudie of een gezondheidsstudie.
KOEN RENDERS
Sport, Gezondheid
en Management (SGM)
Naar aanleiding van alle verschillen is te concluderen dat de Nederlandse
studie praktischer georiënteerd is en een groot spectrum van mogelijkheden
inhoudt. Door deze vorm van onderwijs zullen jonge mensen in staat
gesteld worden om goed in het beroepsleven te functioneren door op
vroege tijd veel ervaring op te doen. De Duitsers daarentegen zweren bij
hun theoretische en vooral academische opleiding.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
11
Esther Vergeer op bezoek
'Sporten legt
de nadruk
op wat ik wél
kan in plaats
van wat ik
niet kan'
12
| Sport en Bewegen
Meervoudig Paralympisch kampioene rolstoeltennis Esther Vergeer bracht op vrijdag 11 oktober een bezoek aan het
onderwijsgebouw van HAN Sport en Bewegen en het CIOS van het Rijn IJssel College op Papendal. Allereerst gaf zij een
college over haar Esther Vergeer Foundation. Daarna onthulde zij een muurtekening, waarmee zij vereeuwigd wordt naast
andere bekende mensen uit de sportwereld zoals Marc Lammers en internationale grootheden als Nelson Mandela.
De tekst waarmee Esther Vergeer voortaan herkenbaar zal zijn op een
muur op Papendal luidt: 'Het gaat er niet om de beste te zijn, het gaat
om iedere dag beter worden.' Dat Esther weet waar ze het over heeft,
blijkt wel uit haar ongeslagen status in het rolstoeltennis voor ruim
tien jaar, tussen januari 2003 en februari 2013. Daarbij won zij vele
toernooien met als klap op de vuurpijl zevenmaal Paralympisch goud.
Ook is ze twaalf (!) maal wereldkampioene geworden.
Dwarsleasie
De reden dat ze het zo lang zo goed deed, is volgens de kampioene
omdat sporten de nadruk legt op wat ze wél kan in plaats van wat ze niet
kan. Als gevolg van een hersenbloeding kreeg Esther een dwarslaesie
toen ze zes jaar oud was en hierdoor kwam ze in een rolstoel terecht.
Als onderdeel van haar revalidatie kwam ze in contact met het
rolstoeltennis en niet veel later begon ze aan toernooien mee te doen
en bleek ze uitmuntend talent te hebben. Ondanks de vele successen in
het rolstoeltennis, zijn er volgens de regerend Paralympisch kampioene
nog vele verbeterpunten in de sport. 'Bij sommige toernooien wordt
rolstoeltennis nog steeds gezien als bijgerecht. De US Open is daar
een positieve uitzondering op.' Dit toernooi won ze alleen al in het
enkelspel negen keer.
Tijdens het college gaf Esther ook een inzicht in waar ze nu momenteel
veel mee bezig is. Ze probeert met haar foundation kinderen en
jongeren te overtuigen dat ze hun eigen verantwoordelijkheid voor hun
eigen toekomst nemen. De foundation is er speciaal voor om hen met
een handicap enthousiast te maken voor de gehandicaptensport. Ook
de aanwezige studenten kregen een tip: 'Om in je leven verder te komen,
moet je eerst dingen doen en ervaren. Pas daarna keuzes maken.'
Bekijk ook alle foto's die op 11 oktober
gemaakt zijn op onze Facebookpagina.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
13
‘De stagedagen waren erg afwisselend en uitdagend. De gedetineerden hebben maar twee uur sport in de week en zien
sporten als een uitlaatklep. Het was dan ook belangrijk dat ze deze twee uur goed gebruikten om hun energie kwijt
te kunnen. Vaak wist ik nog niet wat mijn plannen waren voordat een groep de sportruimte binnenkwam. Welk spel
zal ik gaan doen, binnen of buiten? Dat kwam omdat de groepssamenstelling elke keer anders was. Soms moesten
enkele personen weg met transport of waren er ineens nieuwe gedetineerden bij. En dan is het afwachten wat voor
vlees je in de kuip hebt. Mag iemand wel sporten? Hebben ze er zin in vandaag? Hoe is de sfeer? Hierdoor was het vaak
improviseren, maar dat maakte de stage voor mij juist erg leuk en uitdagend.’
Buikspieren
‘Sporten die voornamelijk werden gedaan waren voetbal, volleybal,
badminton, tennis en fitness. Wat ik erg leuk vond was het
‘buikspierkwartiertje’. Veel gedetineerden willen graag fitnessen
en gespierd worden. Om hier op in te spelen deden we steeds het
laatste kwartier een buikspier-battle. Zij tegen mij. Dit onderdeel
ligt mij erg goed, dus daar kon ik ze best mee uitdagen. De meesten
werden dan ook erg enthousiast en fanatiek omdat ze niet wilden
verliezen van een meisje.’
Haantjesgedrag
‘Hoewel sommige groepen soms erg druk en ook wel eens agressief
waren, had ik ook clubjes die veel zin hadden om te sporten.
Meestal had je ook een leider in de groep. De ene keer veroorzaakte
dit een negatieve stemming, de andere keer pakte dit juist positief
uit. In de gevangenis heerst een echte machocultuur wat vaak leidt
tot haantjesgedrag. Om de kleinste dingen kan een groot probleem
ontstaan. Het is belangrijk dat je als begeleider personen kunt
‘lezen’. Dat je door hebt wanneer iets speelt of wanneer iemand al
agressief de les binnenkomt. In het begin heb ik de groepen dan ook
Anke Thoonen is derdejaars
student van de opleiding
Sport- en Bewegingseducatie
(SBE). Haar stage liep ze
in de Koepelgevangenis
in Arnhem. Haar opdracht:
gedetineerden zo goed mogelijk
begeleiden door middel van
sportactiviteiten.
14
| Sport en Bewegen
goed moeten observeren. Dan keek ik bijvoorbeeld een lesuur lang
wie de leider was of wie negatief gedrag vertoonde. Je merkt dat dan
aan de gezichtsuitdrukking, gedrag of houding van een persoon. En
ja, je moet dan sterk in je schoenen staan. Maar ik heb ook gemerkt
dat je met humor veel kunt oplossen.’
‘Deze stageperiode was voor mij erg leerzaam. Ik zou elke SBE-er
adviseren om hier of bij een soortgelijke plek een keer stage te
lopen. Elke week kwam ik erachter hoe je een gedetineerde het beste
kunt begeleiden. En dat is maatwerk want elke persoon vraagt een
eigen benadering. Ik ben er trots op dat me dit gelukt is bij zo’n
pittige doelgroep.’
HAN SENECA - special
Expertisecentrum
als kennisspons voor studenten
HAN SENECA, je hoort het vaak in combinatie met HAN Sport en Bewegen. Maar wat is dat nou precies? En hoe is de
verhouding tussen beide organisaties? Hoe is het onderwijs betrokken bij HAN SENECA en vice versa? Er wordt gesproken
over een unieke driehoek waarin onderwijs, onderzoek en het werkveld samenkomen. Maar hoe zit dat dan precies? In
deze special vind je informatie over alles wat met het expertisecentrum te maken heeft. Van student tot professional, van
onderzoeker tot dienstverlener. Over hoe het expertisecentrum als kennisspons werkt voor de studenten.
HAN SENECA is het expertisecentrum voor sport, arbeid en
gezondheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en is een
onderdeel van HAN Sport en Bewegen. Het expertisecentrum doet
gezondheidskeuringen als Sport Medisch Adviescentrum, heeft een
fitnesscentrum en richt zich op vijf specifieke expertisegebieden in de
sport- en gezondheidswereld.
Binnen die vijf thema’s doen zij onderzoek, werken zij in (landelijke)
projecten en bieden zij cursussen en opleidingen aan voor professionals.
Op de volgende pagina’s zullen experts van de vijf verschillende
expertisegebieden ingaan op hun specifieke onderzoeksgebied. Daarbij
leggen ze uit wat ze doen op het gebied van onderzoek en binnen
welke projecten zij werkzaam zijn. Ook wordt er ingegaan op de rol die
studenten van de ALO, SBE en SGM daarin spelen en welke meerwaarde
dat heeft. Tot slot vertellen de experts nog wat over hoe zij de informatie
uit onderzoeken en projecten gebruiken voor het aanbieden van
cursussen, om zo ook de markt te professionaliseren en te bedienen
met nieuwe informatie.
Expertisegebieden van HAN Sport en Bewegen
en HAN SENECA:
HAN Sport en Bewegen is het instituut van de HAN waar de
sport- en beweegopleidingen worden gegeven. Dat zijn de
bacheloropleidingen Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO,
voltijd en deeltijd), Sport- en Bewegingseducatie (SBE) en
Sport, Gezondheid en Management (SGM).
Tevens wordt de master Sport- en Beweeginnovatie (SBI)
hier verzorgd. Bij de voltijd bacheloropleidingen kiezen de
studenten na twee en een half jaar een specialisatie, waarbij
ze kunnen kiezen uit de vijf expertisegebieden waar ook
HAN SENECA zich op richt.
- Health & Performance
gezondheid op de werkvloer
- Lifestyle & Health Promotion
het bevorderen van gezondheid in algemene zin
- Sports & Exercise Nutrition
voeding in combinatie met sport
- Sports Economics & Strategic Sports Management
de economische kant van de sport en sportevenementen
- Talent Identif ication & Talent Development
het ontdekken en ontwikkelen van talenten in de sport
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
15
HAN SENECA - special
Tom Falk
Expertisegebied Health & Performance
‘Een gezonde werknemer behaalt
nu eenmaal betere resultaten’
‘Health & Performance houdt zich bezig met het bevorderen van de arbeidsgezondheid, om op die wijze
de organisatiedoelen te behalen. Hierbij werken we vanuit een model dat de relatie tussen gezondheid,
werknemersprestaties en bedrijfsresultaten verduidelijkt. Dit model is richtinggevend voor al het onderwijs,
onderzoek en dienstverlening dat vanuit het team verzorgd wordt. Aan de hand van vragen vanuit de markt of door
samenwerking met andere kennisinstellingen lopen er verschillende projecten en onderzoeken die ingaan op deze
relatie. Deze externe projecten zijn altijd nauw verbonden met de onderwijsactiviteiten binnen dit expertisegebied.’
Waarom studenten opleiden?
Wat onderzoeken?
‘Gezondheid in het algemeen is en wordt steeds belangrijker.
Aangezien een groot deel van de bevolking werkt en daar ook veel
tijd besteedt, wordt door de maatschappij gevraagd dat organisaties
ook hun rol daarin serieus nemen. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat
een gezonde werknemer betere resultaten behaalt voor de organisatie
en daarmee de organisatie beter presteert. Bij een bijeenkomst over
flexibel én duurzaam werken begin oktober heeft minister Asscher
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de website Neem jij initiatief
op je werk gelanceerd. Daarbij wordt vooral ingezet op duurzame
inzetbaarheid van werknemers en duurzame inzetbaarheid is niet
generatieafhankelijk. Organisaties hebben behoefte en belang bij
professionals die hen kunnen adviseren over het opzetten, inrichten
en uitvoeren van het gezondheidsbeleid. De adviseursrol ligt vooral
bij de SGM’er. Voor SBE en ALO zien we vooral de meerwaarde in
het inzetten en uitvoeren van geschikte interventies. Maar de ALO
studenten hebben nog een extra meerwaarde. Zij geven les aan de
medewerkers en werkgevers van de toekomst. Als de toekomstige
generatie vertrouwd is met een gezonde werkvloer dan geeft dan
veel mogelijkheden voor de toekomst. Daarom spelen we ook in op
projecten als de Gezonde School.’
‘We hebben vijf onderzoekslijnen binnen ons expertisegebied:
zelfmanagement, het nieuwe werken, duurzame inzetbaarheid,
zingeving en HP model. Binnen de onderzoekslijn Zelfmanagement
wordt er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van
zelfmanagementprogramma's bij mensen met een chronische
beperking. Het Nieuwe Werken wordt onderzocht door te kijken
naar de effecten van onregelmatige werktijden op de productiviteit
en in hoeverre een zelf ingedeeld werkrooster kan helpen bij het
verminderen van verzuim. Bij Duurzame Inzetbaarheid doen we
nu een opdracht voor het Vervangingsfonds (organisatie die zorgt
voor vervanging van zieke leraren binnen het basisonderwijs) om
te zien welke interventies interessant zijn om verzuim van leraren
te beperken, maar ook te kijken of op organisatieniveau stappen
gemaakt kunnen worden om het verzuim bij leraren terug te dringen.
Binnen Zingeving zijn we vooral geïnteresseerd naar dat wat mensen
beweegt om te werken. Begrippen als roeping, passie en talent staan
hierin centraal. Het HP-model is de manier hoe wij onze onderzoeken,
dienstverlening en onderwijs vormgeven. Onderzoeken die relaties
binnen dit model onderbouwen en een bijdrage leveren aan het
uitbreiden van dit model worden ondersteund.’
Onderzoek jij?
‘Talentmanagement is binnen
organisatie steeds relevanter.’
16
| Sport en Bewegen
‘Samen met het expertiseteam Talent zoek ik naar de verbinding
tussen talent in het werk en talent in de sport. Zijn hier dezelfde
theorieën en modellen van belang? Zijn er verschillen in herkenning
en begeleiding? Wat kunnen de beide kennisdomeinen van elkaar
leren? Dit onderzoek is net van start gegaan en nu wordt gekeken
naar raakvlakken. Binnenkort willen we gaan meten of een individu
dezelfde mate van betrokkenheid en bevlogenheid heeft en dezelfde
doeloriëntatie heeft binnen werk en sport. Op basis van dit onderzoek
gaan we vervolgonderzoeken opstarten. Een student ondersteunt ons
in dit onderzoek en dit werpt zijn vruchten af.’
Waarom onderzoeken/projecten met studenten?
‘Talentmanagement is binnen organisaties steeds relevanter. In lijn
met duurzame inzetbaarheid is het interessant voor een organisaties
om iemand op zijn talenten te begeleiden en in te zetten. Juist iemand
inzetten op zijn talenten zorgt voor meer werktevredenheid en zorgt
voor effectiever en efficiëntere bedrijfsvoering. Studenten die bekend
zijn met talentherkenning en -begeleiding hebben als professional
een meerwaarde in het adviseren over het gezondheidsbeleid binnen
organisaties. Gezondheidsbeleid binnen organisaties is steeds meer
gericht op proactief beleid om mensen fit en vitaal te hebben en
houden.’
Externe projecten?
‘Bij handdoekjesfabrikant SCA in Cuijk worden er trainingen gegeven
aan de werknemers over gezonde leefstijl en het effect op henzelf en
hun werk. Bij Politie Nederland en Gelderland adviseren wij over het
gezondheidsbeleid en voeren we ook metingen en trainingen uit om
de arbeidsgezondheid van de medewerkers te verhogen. Wij zien ook
een rol voor ons weggelegd om de interne en externe adviseurs op
het gebied van vitaliteitsmanagement te ondersteunen en met elkaar
kennis te laten delen. Dit hebben we gedaan door het Nederlands
Kenniscentrum Vitaliteit (NKV; www.vitaalenwerk.nl) te ontwikkelen
en daarbij een grote bijdrage leveren aan kennisontwikkeling en
kennisdeling.’
Tot slot, cursussen?
‘Op het gebied van kennisdeling bieden we de opleiding Integraal
Vitaliteitsmanagement aan, die ondersteuning biedt aan een ieder
die een rol speelt binnen het gezondheidsbeleid van een organisatie.
Van bedrijfsarts tussen adviseur. De training Stilstaan in beweging is
gericht op het individu, zodat deze beter in staat is om zijn of haar
eigen passie te ontdekken en zich in staat stelt om daar ook naar te
gaan handelen.’
‘Samen met het expertiseteam Talent zoek ik naar de
verbinding tussen talent in het
werk en talent in de sport.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
17
HAN SENECA - special
Pepijn van Hove
Expertisegebied Lifestyle & Health Promotion
‘Studenten komen zo laagdrempelig
in aanraking met het werkveld’
‘Het gaat binnen dit expertisegebied over de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven, zodat mensen
een gezond en betekenisvol leven kunnen leiden. Het gaat dan specifiek over de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen
dat mensen zelf in staat zijn om zich aan te passen en een eigen regie te voeren.’
Waarom studenten opleiden?
‘Wij zijn van mening dat het HAN Sport en Bewegen professionals
opleidt die een grote bijdrage kunnen leveren aan één van de grootste
uitdagingen op dit moment in de maatschappij: het stimuleren van
een gezond en betekenisvol leven. We leven in een samenleving
die er steeds minder op ingericht is om actief te leven en gezond te
eten. Om hieraan iets te veranderen is er een bundeling van krachten
nodig van allerlei disciplines. Professionals die veel verstand hebben
van bewegingseducatie (ALO’ers), begeleiding en coaching (SBE’ers)
en het faciliteren van samenwerkingsprocessen (SGM’ers) kunnen
hierin uitstekend een belangrijke rol vervullen. Uiteindelijk zijn onze
afgestudeerde professionals in staat om in verschillende situaties te
sturen op het benutten en versterken van kansen en mogelijkheden in
de sociale en fysieke omgeving en bovendien de eigen regie bij mensen
te versterken.’
Wat onderzoeken?
‘De onderzoeken die we doen staan in lijn met onze visie op het vakgebied
van Lifestyle & Health Promotion. Oftewel, al onze onderzoeken
houden zich bezig met de vraag hoe we mensen kunnen helpen bij
het vormgeven van een gezond en betekenisvol leven. In onze ogen
zijn hiervoor een aantal stappen belangrijk. Allereerst moeten mensen
weten wat voor hen een gezond en betekenisvol leven is. Vervolgens is
inzicht nodig in enerzijds de factoren die hun gezondheid en kwaliteit
van leven beïnvloeden en anderzijds de mogelijkheden die er liggen bij
henzelf en in hun omgeving om hun kwaliteit van leven te verbeteren.
Tenslotte moeten mensen het gevoel hebben dat ze tot op zekere hoogte
grip hebben op deze factoren. Met onze onderzoeken proberen we
instrumenten en technieken te ontwikkelen die professionals kunnen
inzetten om mensen te helpen de regie over hun eigen (kwaliteit) van
leven in handen te nemen.’
‘We zijn nu onder andere bezig
met een onderzoek naar het
stimuleren van actieve leefstijl
in het vmbo onderwijs (SALVO).’
18
| Sport en Bewegen
Onderzoek jij?
‘We zijn nu onder andere bezig met een onderzoek naar het stimuleren
van actieve leefstijl in het vmbo onderwijs (SALVO). Dit is een
onderzoek dat subsidie krijgt van ZonMw (deze organisatie stimuleert
gezondheidsonderzoek en zorginnovatie). We willen onderzoeken
hoe we samen met de scholieren kunnen komen tot een overzicht
van activiteiten die het voor hen aantrekkelijk en laagdrempelig
maakt om actief te leven. We doen dit door de scholieren foto’s te
laten maken van elementen uit hun omgeving die uitnodigen om te
bewegen en dit vervolgens met hen te bespreken.’
Externe projecten?
‘Een leuk voorbeeld is een project waarbij we mensen vanuit
de brandweer opleiden om de rol te vervullen van testleider bij
preventief medisch onderzoek (PMO). Deze testleiders in opleiding
leren we hoe ze brandweermannen kunnen testen op specifieke
aspecten die voor de brandweer van belang zijn om hun werk uit te
kunnen voeren. Op deze manier dragen we bij aan het realiseren van
een fit en vitaal brandweerkorps.
Ook zijn we bezig met het voorbereiden van een incompany project
waarin we medewerkers van een zorginstelling opleiden in leefstijl en
gezondheidsbevordering en in hun rol bij het coachen van cliënten.
Tot slot nemen we deel aan internationale projecten en netwerken.
Zo helpen we onder andere bij de organisatie en uitvoering van
een Europese Summerschool in public health and health promotion
(www.etc-summerschool.eu) en verzorgen we workshops en lezingen
bij congressen zoals recent tijdens the 4th Euopean conference on
health promoting schools in Odense, Denemarken.’
Jouw project?
‘Ik ben onder andere betrokken bij het (hierboven beschreven) SALVO
project. Hierbij is het mijn taak om een protocol te ontwikkelen
dat ons helpt om het gesprek aan te gaan met grote groepen VBMO
scholieren. De kennis en ervaring die ik hieruit haal kan ik direct
toepassen in het onderwijs dat ik geef.’
En de studenten?
‘We willen graag dat studenten die bij ons team stage lopen en
onderzoek doen ook ingezet worden om onze projecten (zowel
onderzoek als dienstverlening) te ondersteunen. Zo zetten we
studenten bijvoorbeeld in voor deelonderzoeken. Binnen het SALVO
project gaan studenten bijvoorbeeld focusgroep bijeenkomsten met
vmbo-studenten faciliteren.’
Waarom projecten met studenten?
‘Studenten komen op deze manier laagdrempelig in aanraking met
het werkveld en ze maken tegelijkertijd deel uit van een groter
onderzoek. Daarnaast maken studenten op deze manier ook echt
deel uit van het expertiseteam. We willen als team graag een
professional learning community zijn waarbij studenten niet slechts
voor ons werken maar ook met ons. Door daadwerkelijk samen te
werken ontstaat er een relatie tussen docenten en studenten die
meer gelijkwaardig is en die studenten daardoor het gevoel geeft
van verbondenheid. Dit is een stimulans voor de motivatie van zowel
student als docent.’
Tot slot, cursussen?
‘Het werkveld is continu in ontwikkeling en wij vinden het belangrijk
om professionals (vaak ook onze eigen alumni) de mogelijkheid te
bieden om up to date te blijven en zich bij te scholen. Hiervoor
organiseren we kortdurende opleidingen of cursussen. Zo hebben we
bijvoorbeeld een kortdurende opleiding waarbij professionals uit het
werkveld zich kunnen bij-/omscholen als leefstijlcoach.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
19
HAN SENECA - special
Jelle Schoemaker
Sports Economics & Strategic Sports Management (SESS)
‘Sportmarkt maakt vaak besluiten
op basis van onderbuik en emotie’
‘De sportmarkt professionaliseert en wordt een steeds grotere industrie. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot.
Verenigingen zijn gestoeld op vrijwilligheid om de kosten laag te houden terwijl de consument steeds meer verwacht.
Ook worden evenementen vaker afgerekend op hun economische impact en gemeente zetten sport steeds vaker in
als middel om andere beleidsdoelen te halen. Het werkveld vraagt daarom om professionals die historische en
maatschappelijke waarde van sport kunnen combineren met economische principes en marktkennis. Wij leiden op
voor sportbeleidsmedewerkers bij (lokale) overheden, ondernemers die mensen aan het sporten willen brengen,
evenementorganisatoren die met hun evenement meer impact willen generen en bestuurders van sportorganisaties.
Studenten van de opleidingen Leraar Lichamelijke Opvoeding, Sport- en Bewegingseducatie en Sport, Gezondheid en
Management zijn daar bij uitstek toe in staat.’
Wat onderzoeken?
‘De sportmarkt maakt vaak besluiten op basis van onderbuik en emotie.
Samen met de studenten proberen we met theorie en onderzoek de
sportsector te helpen de juiste keuzes te maken en voorzien we de
professionals van praktijkgerichte kennis. Onze onderzoeken worden
uitgevoerd in opdracht van het werkveld en sluiten daarom goed aan bij
de praktijksituatie waar de student in komt te werken. We onderzoeken
bijvoorbeeld hoe de economische impact van de Zevenheuvelenloop kan
worden vergroot zodat organisatoren en beleidsmedewerkers daarmee
aan de slag kunnen. Ook doen we bijvoorbeeld onderzoek naar de manier
waarop je als organisatie het beste kunt omgaan met vrijwilligers,
subsidies en tarieven zodat de sport betaalbaar blijft en dat zoveel
mogelijk mensen gaan sporten.’
Onderzoek jij?
‘De Rijksoverheid bezuinigt fors en legt de bal daarbij vooral neer bij
de lokale overheid. Hierdoor zijn gemeenten gedwongen kritisch naar
hun eigen huishoudboekje te kijken. Lange tijd leek de sport zich
hieraan te kunnen onttrekken maar in steeds meer gemeenten staat
de sportbegroting onder druk en moeten er ingrijpende keuzes worden
gemaakt. De recente recessiepeiling van Hoekman (2013) toonde aan
dat 93 procent van de Nederlandse gemeenten bezuinigt op sport of
gaat dat in de komende periode gaat doen. Maar wat zijn de gevolgen
van deze bezuinigingen voor de sport? Ik doe met de HAN samen met
de Gelderse Sport Federatie (GSF) onderzoek naar de gevolgen van deze
20
| Sport en Bewegen
bezuinigingen voor de sportsector en we ondersteunen vervolgens
gemeenten bij het maken van keuzes in het subsidie- en tarievenstelsel.
In februari 2014 start een pilot waarbij de GSF en de HAN twee gemeenten
gaan ondersteunen bij veranderingen in het sportbeleid.’
Externe projecten?
‘Het Transferpunt Sport is een onderdeel van ons expertiseteam en houdt
zich bezig met het ondersteunen van verenigingen. Dat wordt mede gedaan
door studenten van onze opleidingen. Deskundige professionals (veelal
docenten en ondernemers in ons netwerk) coachen hen om zelfstandig
opdrachten uit te voeren bij een vereniging. Een ander voorbeeld: Met de
provincie Gelderland zijn we bezig om het evenementenbeleid opnieuw
vorm te geven en evenementenorganisatoren te voorzien van informatie
en best practices. Ook hier hebben de studenten een inhoudelijke
bijdrage om met het werkveld tot betere evenementen te komen.’
Jouw project?
‘Op dit moment ben ik vooral bezig met de minor Sporteconomie
waarin studenten van al onze drie opleidingen participeren maar
ook studenten van de faculteit economie. Samen met de studenten
bekijken we de sportmarkt, leren we hoe Amerikaanse sportcompetities
aantrekkelijker worden gemaakt, analyseren we de financiële situatie
van sportverenigingen en doen de studenten een economische
impactstudie. Bovendien zijn we op werkbezoek geweest bij Infostrada
– een wereldspeler op het gebied van sportcontent. Zij
maken onder andere diverse televisieprogramma’s (Voetbal
International, Tour de Jour), maar ook alle feitjes over het
voetbal komen bij hen vandaan. Tot slot maken we nog een
reisje naar Londen om de (Olympische) sportaccommodaties
beter te leren kennen en kijken we hoe de sportmarkt er in
Engeland uitziet.’
En de studenten?
‘Bij al onze projecten zijn de studenten nauw betrokken
in de vorm van huiswerkopdrachten, afstudeerstages en
betaalde werkzaamheden. Die combinatie maakt het werk
en het onderzoek zo leuk. Alles heeft een praktische
toevoeging in het werkveld en komt terug in het onderwijs
dat wij verzorgen. Zo doen twee studenten op dit moment
onderzoek naar de maatschappelijke betekenis van het
vrouwenvoetbalteam van ADO Den Haag en we zorgen dat dit
terugkomt in de minor.’
Waarom projecten met studenten?
‘Studenten zijn zelf ook onderdeel van bestaande
netwerken (vooral sportverenigingen en maatschappelijke
organisaties). Zij zijn de ‘voelsprieten in het netwerk’ op
lokaal niveau en kunnen behoeften ontdekken, vragen
formuleren en oplossingsrichtingen suggereren. In cocreatie
met onze netwerkpartners (Hypercube, Gelderse Sport
Federatie, Infostrada, Sport2B, provincie Gelderland, Mulier
Instituut, Orange Sport Forum etc.) kunnen zij oplossingen
ontwikkelen en vervolgens implementeren.’
Tot slot, cursussen?
‘We zijn op dit moment nog bezig met het ontwikkelen
van cursussen voor de markt. Indirect zijn deze cursussen
natuurlijk al wel verpakt in de projecten die we doen bij de
diverse organisaties. Zoals bijvoorbeeld door middel van de
adviezen die we geven aan sportverenigingen en gemeenten.’
‘De Rijksoverheid bezuinigt fors en legt de bal
daarbij vooral neer bij de lokale overheid.
Hierdoor zijn gemeenten gedwongen kritisch
naar hun eigen huishoudboekje te kijken.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
21
HAN SENECA - special
Sebastiaan Platvoet
Talent Identification & Talent Development
‘Er is in Nederland nog veel te verbeteren
op het gebied van talentherkenning’
‘Het doel van ons team van experts is om via onderwijs en onderzoek de processen van het herkennen en ontwikkelen
van sporttalent in Nederland te verbeteren. We richten ons vooral op kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot 18 jaar.
Onze gezamenlijke passie is dat we kinderen met ‘sportpotentie’ mogelijkheden willen bieden om hun potentie waar
te kunnen maken. Daar speelt onderwijs en sport een belangrijke rol in. Wij geloven dat in Nederland nog veel te
verbeteren valt op het gebied van talentherkenning. Tot op heden blijft veel potentieel sporttalent onbenut. Door
het onderwijs te gebruiken bij het herkennen van sporttalent menen wij een enorme verbeterslag te kunnen slaan.
Ook talenten die nu al worden herkend kunnen nog beter worden geholpen. Wij richten ons in talentontwikkeling
vooral op de trainer/coach, docent en ouders. Zij spelen namelijk in de verschillende fasen van de carrière van een
talent een belangrijke rol.’
Waarom studenten opleiden?
‘Er is steeds meer aandacht voor talent. Een voorbeeld daarvan is
de recente publicatie van staatsecretaris Dekker van onderwijs over
excellentie in het onderwijs. In het onderwijs is het tegenwoordig
niet meer ‘raar’ om kinderen die excelleren unieke mogelijkheden te
bieden. Eigenlijk zijn ‘talenten’ in het onderwijs jarenlang miskend.
Ook in de sport zie je dat steeds meer verenigingen zich nadrukkelijk
richten op talentherkenning en -ontwikkeling. De sport evolueert en
om de top te halen is het noodzakelijk om al op jonge leeftijd goed
te worden begeleid om op latere leeftijd topprestaties te kunnen
leveren. Daarbij stellen we niet dat je al op jonge leeftijd één sport
moet gaan beoefenen. Wij adviseren om kinderen minstens tot een
jaar of 12 een sportbrede opleiding te laten krijgen, waarbij ze wel
de sport al beoefenen waarin ze later gaan excelleren. Zoals Marije
Elferink – Gemser (Lector) altijd zegt: ‘zonder de schaatsen onder te
binden word je nooit een topschaatser’. Kortom, talent is hot en in
de arbeidsmarkt (school, sport, buurt) is er vraag naar professionals
met expertise op dit gebied.’
Wat onderzoeken?
‘We hebben vier onderzoekslijnen: slimme sportkeuze, talent herkend,
talentidentificatie en topprogramma’s. Op alle lijnen zijn meerdere
onderzoekers actief. Wij proberen middels praktijkgericht onderzoek
een directe bijdrage te leveren aan het innoveren van het werkveld.
Bij de onderzoeken betrekken we studenten (onderzoeksstages) en
22
| Sport en Bewegen
nieuwe inzichten brengen we direct terug in het onderwijs. Alle
onderzoekers verzorgen onderwijs en leren de studenten direct de
nieuwste inzichten.’
Onderzoek jij?
‘Mijn eigen betrokkenheid bij onderzoek zit vooral op talent herkend.
Dat is mijn promotieonderzoek. Het doel van dit onderzoek is om een
instrument te ontwikkelen waarmee docenten in het primair onderwijs
sportief talent kunnen herkennen op jonge (6-8 jaar) leeftijd. Het
onderzoek richt zich nu vooral op het ‘meten van werkhouding en
ontwikkelvermogen’ in de gymles. Daarvoor testen en volgen we
kinderen op twee basisscholen in Nijmegen gedurende twee jaar.’
Externe projecten?
‘Het expertiseteam heeft een nauwe samenwerking met de
gemeenten Zwolle, Nijmegen en Almere. Wij werken samen met
vakdocenten aan het ontwikkelen van programma’s. zij voeren die uit
en wij onderzoeken die. Ook werken we samen met diverse sportclubs
waaronder, N.E.C., Vitesse, De Hazenkamp, Matrix en organisaties als
Innosportlab Papendal. John Willems is onderzoeker van het team
Talent en werkt twee dagen vanuit HAN SENECA bij het Innosportlab.
Een ander voorbeeld is het testen van alle jeugdspelers bij N.E.C. op
fysieke, mentale, cognitieve, tactische en technische vaardigheden.
Ook verzorgen we trainingen voor trainers, ouders en talenten via
Topsport Gelderland over zelfregulatie; dat wil zeggen dat talenten
zelf kijken wat ze beter kunnen doen en hoe ze dit kunnen doen. Tot
slot is onlangs een training verzorgd voor de KNVB en de KNGU op
datzelfde thema.’
Jouw project?
‘Ik ben zelf als programmamanager betrokken bij het werkveld en
organisaties als het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
(NISB), de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en de Stichting
Leerplanontwikkeling Nederland (SLO) over samenwerking. Daarnaast
doe ik dus een eigen onderzoek en geef ik mentale begeleiding aan
de selectie van N.E.C.’
En de studenten?
‘Studenten worden zoveel mogelijk betrokken bij alle projecten. Dat
zijn vooral studenten van de HAN maar ook masterstudenten uit
Groningen die stagelopen bij het expertiseteam Talent Identification
& Talent Development. Studenten voeren daarbij onderzoeken uit
onder onze regie.’
Waarom projecten met studenten?
‘Ze leren op welke wijze ze onderzoek kunnen integreren in hun
beroepspraktijk. We leiden zeker geen onderzoekers op. Maar door
studenten het hele onderzoeksproces te laten beleven, leren ze
wel op welke wijze ze onderzoek straks kunnen gebruiken in hun
werk. Wij hebben als ambitie om onderzoekende professionals op te
leiden. Dat zijn professionals die kritisch zijn naar eigen handelen
en goed kunnen reflecteren. Niet geheel toevallig zijn dat ook
kenmerken van talenten..’
Tot slot, cursussen?
‘We geven een succesvolle opleiding op het gebied van
sportpsychologie en mentale training. Komend jaar wordt die
uitgebreid. Het was eerst basiscursus en er komt nu een vervolg op
waarin meer aandacht komt voor zelfregulatie. Ook zijn er concrete
plannen om een cursus ‘talent’ op te zetten voor trainers/coaches
en docenten. Dit aanbod zal vanaf eind 2014 op Papendal worden
aangeboden en indien gewenst ook op locatie.’
‘We geven een succesvolle opleiding
op het gebied van sportpsychologie
en mentale training.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
23
HAN SENECA - special
Nick Iedema
Talent Identification & Talent Development
‘Het is uitdagend om profvoetballers
goed te laten eten’
‘Sports & Exercise Nutrition wil iedereen de meerwaarde laten ervaren van een kwalitatief hoogwaardige voeding
bij sport en bewegen. Als opleidingsinstituut ligt onze primaire focus op het opleiden van (studenten voor) het
werkveld. Dit betekent dat we een complete leerlijn aanbieden binnen de drie opleidingen en een kennisketen die
voorziet in scholing voor coaches, trainers en andere sportprofessionals en voor sportdiëtisten. Om dit onderwijs
kwalitatief hoogwaardig te houden werken we praktijkgericht en in de praktijk. Daar geven we adviezen aan
recreanten, talenten en topsporters op Olympisch niveau, zodat het expertiseteam zicht heeft op het totale spectrum
van actieve wedstrijdsport en bewegen. Als laatst maar zeer zeker niet onbelangrijk is het doel om het onderzoek,
onderwijs, en topsporttrajecten nog meer met elkaar te verbinden zodat een nog betere kenniscirculatie ontstaat.’
Waarom studenten opleiden?
‘De meeste sport- en bewegingsdeskundigen op dit moment hebben
weinig kennis van voeding, maar zijn vaak de eerste die worden
geraadpleegd voor advies. Het zijn juist de bewegingsprofessionals
die gemakkelijk in contact komen met bewegende groepen. De
meeste sportvoedingspublicaties zijn dan ook geschreven door
onderzoekers vanuit de sport met beperkte methodologische kennis
over het juist verzamelen van voedingsgegevens en datahandling.
Als voedingskundigen al de juiste kennis hebben over het verzamelen
en beschrijven van voedingsdata bij sporters hebben ze vaak niet de
toegang tot de sporter. Onze studenten zijn na hun studie werkzaam in
de sport- of gezondheidssector. Voeding is onmisbaar in het leveren van
een topprestatie en een gezonde leefstijl. Voeding is een onderwerp
dat zeer gevoelig is voor trends en slecht onderbouwde concepten.
Onze studenten zijn de eerste die hier adequaat op kunnen reageren.’
Waar houd jij je mee bezig?
‘Binnen ons team ben ik gepositioneerd als voedingsspecialist met
betrekking tot begeleiding van topsporters. Momenteel geef ik les
binnen de minor sportvoeding, doceer ik onderzoeksvaardigheden
en begeleid in meerdere stagiaires. Als sportvoedingskundige ben ik
onderdeel van het expertteam voeding van NOC*NSF. Vanuit dit team
begeleid ik enkele nationale teams en heb ik een mentorfunctie naar
andere sportvoedingskundigen. Momenteel geef ik vanuit NOC*NSF
advies aan de nationale zwem-, hockey-, BMX-, -, baan- en paralympisch
wielerselecties. Buiten NOC*NSF geef ik nog adviezen aan de wielerploeg
Vacansoleil-DCM en de voetbalclub N.E.C. Nijmegen. Daarnaast houdt ik
24
| Sport en Bewegen
me nog bezig met een aantal projecten waaronder de organisatie van
de inmiddels tweede landelijke Sportvoedingsconferentie.’
Maar als het opleiden zo belangrijk is, waarom werken
jullie dan zoveel in de praktijk?
‘We zien dat de markt vraagt om bewegingsdeskundigen met
affiniteit voor sportvoeding om praktijkadviezen te geven. De
Nationale Studentenenquête geeft aan dat studenten het belangrijk
vinden dat de opleiding de mogelijkheid geeft aan studenten om
zich in de praktijk voor te bereiden. Bijna iedereen van ons team
is werkzaam in de praktijk en kan zo de vertaling maken naar het
onderwijs. Daarnaast leveren deze werkzaamheden ons extra
praktijkopdrachten op waarbij we er steeds beter in slagen om deze
in overleg met de opleidingen optimaal te laten aansluiten bij het
beroepsperspectief van de student. In de nabije toekomst willen wij
graag samen met de opleidingen kijken in hoeverre het profiel van
sportvoedingskundige past binnen het bestaande beroepsprofiel of
dat er ruimte is om dit zodanig aan te passen dat er ook plaats is
voor deze relatief nieuwe manier van het invullen van het beroep van
bewegingsdeskundige. Studenten geven steevast aan dat ze graag
praktijkervaringen willen opdoen. Uit het hele land en inmiddels
ook uit het buitenland, komen studenten voor deelname aan onze
minor sports nutrition/sportvoeding of afstudeeropdrachten. Ik
probeer zoveel als mogelijk studenten te betrekken bij mijn werk. Ik
geef ze dan een aansprekende, afgebakende opdracht met een hoge
mate van zelfstandigheid.’
Vernieuwend concept die jullie testen in de praktijk?
‘Zonder te generaliseren durf
ik te stellen dat het uitdagend
is om voetballers goed te laten
eten. Bij N.E.C. hebben we een
nieuw begeleidingsconcept
ontwikkeld om de compliance
(dieettrouw) te vergroten’
‘Zonder te generaliseren durf ik te stellen dat het uitdagend is om
voetballers goed te laten eten. Bij N.E.C. hebben we een nieuw
begeleidingsconcept ontwikkeld om de compliance (dieettrouw)
te vergroten. De basis hierin vormt de koppeling van voeding aan
prestatievermogen. We zijn begonnen met het in kaart brengen van
prestatiebepalende factoren, specifiek voor voetballers, en deze
gekoppeld aan posities in het veld. Tijdens groepsbijeenkomsten
hebben we in groepjes aandacht besteed aan sportvoeding in relatie
tot prestatievermogen. Een van de criteria om überhaupt in een
groepje te komen was dat de basisvoeding in orde was. De compliance
hebben we laten meten door studenten. Dit is een voorbeeld waarin
we een vernieuwend concept ontwikkelen en studenten betrekken
bij de dienstverlening.’
Tot slot, profielontwikkeling binnen de opleidingen.
Kun je dat iets meer toelichten?
‘Dat is nou een voorbeeld waarbij je in het werkveld ziet wat
belangrijk is. Wanneer ik een nieuw project start, vormt voor
mij een inspanningsfysiologische analyse het startpunt. Deze
fysiologische analyse bepaalt wat er van het lichaam gevraagd
wordt en hoe voeding hieraan kan bijdragen. Ook in het buitenland
zie je dat de sportvoedingskundigen die met topteams werken een
inspanningsfysiologische achtergrond hebben. De markt vraagt
om bewegingsdeskundigen met affiniteit voor sportvoeding om
praktijkadviezen te geven. Perfect voor een ALO student dus. Met
ons team zijn we betrokken geweest bij de voorbereidingen op de
voedingsverzorging tijdens de Olympische Spelen. Voedingsverzorging
tijdens evenementen of voor een toernooi past prima binnen het profiel
van een SGM’er. Tenslotte zijn we bezig met een grote sportbond om
een leerlijn sportvoeding te ontwikkelen van talent naar topniveau.
De pedagogische kant van het aanleren van de ontwikkeling van een
topsporter past goed bij het profiel van SBE.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
25
Zoek je een stage in het
buitenland? Ga naar Suriname!
‘De beste tijd van
mijn leven’
Jan van Gellecum (vierdejaars ALO) liep stage op een
basisschool in Paramaribo, Suriname. Hij leerde er
veel en had de tijd van zijn leven.
26
| Sport en Bewegen
SURINAME 4°00 ’N 56°00 ‘W
Area - coverage
Land: 156,000 sq mi
Water: 7,820 sq mi
Population: 566.846
Vertel eens iets over jouw stage?
‘Twee dagen per week gaf ik de les Lichamelijke Opvoeding op een
basisschool in Paramaribo. Ik deed dit samen met een student van
de Surinaamse ALO. Het is heel leuk om je eigen visie uit te dragen
en van elkaar te leren. Zo gaf hij eerst nogal statisch les waardoor de
kinderen vrij weinig bewogen. In mijn lessen kregen de kinderen
drie activiteiten in plaats van maar één. Dat draagt zeker bij aan
de leerprestaties van de leerlingen. Verder heb ik een lessenplan
ontwikkeld voor alle klassen, waarbij de kinderen twee keer per week
les hebben in plaats van één keer. Ik ben er echt super trots op dat ik dit
erdoor heb gekregen bij het schoolbestuur en de docenten.’
Wat deed je de andere dagen?
‘Ik gaf training bij de atletiekvereniging van Letitia Vriesde, de bekende
Surinaamse Olympische atlete. Ik had de jongste groep kinderen, dus
deed ik vooral veel spelvormen met werpen, sprinten en duurloop . Dat
was erg leuk om te doen. Letitia organiseert ook hardloopwedstrijden
om het sporten in Suriname te promoten. Vooral in de arme wijken is
het sportklimaat niet zo best. Ik ben één keer mee geweest naar zo’n
wedstrijd. Dat was is Coronie, een provincie langs de kust van Suriname.
We moesten drie uur rijden vanuit Paramaribo. De lopers kwamen echt
vanuit heel Suriname. Ongelofelijk zo hard als die mensen konden lopen
in die hitte. Ik was al aan het zweten terwijl ik bijna niets hoefde te doen!’
Hoe beviel het leventje daar?
‘Ik woonde in een studentenhuis in Paramaribo met nog een aantal
Nederlandse studenten. Hoewel ik het best druk had, heb ik toch
veel van het land kunnen zien. Ik heb twee keer een auto gehuurd
met mijn huisgenoten en ongeveer duizend kilometer gereden over
de ‘begaanbare’ wegen. Verder heb ik meerdere excursies gedaan
waarbij ik bergen heb beklommen, onder watervallen heb gedoucht,
in een klein mini vliegtuigje heb gevlogen en over de vele rivieren van
Suriname heb gevaren.’
Wat zijn de verschillen met Nederland?
‘In het begin werd ik door ouders met wantrouwen bekeken. Je moet het
vertrouwen eerst verdienen, lijkt het wel. Gelukkig is dat helemaal goed
gekomen en krijg ik nu nog mailtjes van ouders met bepaalde vragen.
Hoewel er minder materialen beschikbaar zijn, proberen de kinderen
toch gewoon alle oefeningen te doen. Dat is niet altijd even veilig
natuurlijk. Zo hoorde ik dat een meisje de salto deed zonder trampoline.
Ze is verkeerd terecht gekomen en later aan haar verwondingen
overleden. Dat hakt er wel even in dan. Verder is de cultuur heel anders.
Alles duurt langer en is minder goed georganiseerd. Een keer werd een
vlucht van Paramaribo naar Nederland ter plekke geannuleerd omdat het
vliegtuig ineens ergens anders naartoe moest. En dit terwijl het vliegtuig
al vol zat. Dat kan daar dus.’
Wil je nog iets kwijt aan andere studenten?
‘Voor iedereen die een stage in het buitenland wil: Ga naar Suriname!
Er is zoveel te beleven en te genieten van de cultuur
en de natuur. Ook het uitgaansleven is echt een aanrader.
Ik heb in ieder geval de beste tijd van mijn leven gehad!’
Voor meer informatie kun je Jan
mailen: [email protected]
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
27
SGM-alumnus Guido Niehof
vanuit Zuid-Afrika
‘Levenslessen
en leiderschap’
Southern Africa
29°00 ’N 24°00 ‘E
Area - coverage
Land: 468,910 sq mi
Water: 1,780 sq mi
Population: 51.770.560
‘Na mijn afstuderen ben ik terecht gekomen bij de stichting Football
Maties. Deze stichting zamelt voetbalschoenen in voor kansarme
kinderen in voornamelijk Zuid-Afrika. Ik ben hier begonnen als
verenigingsadviseur en later doorgestroomd als manager PR &
communicatie. Een erg leuke baan met veel verantwoordelijkheid
waar mijn kennis en ervaring goed van pas komt.’
‘Via Football Maties ben ik in contact gekomen met Life Zone, een
voetbalproject in Cape Town. Oprichter en ex-profvoetballer Jeremy
Wijngaard waardeerde mijn werk voor Football Maties en vroeg of ik
in Cape Town wilde werken. Nadat ik de website van Life Zone
bezocht had, wist ik het meteen: ik ga naar Zuid-Afrika!’
Fastfood
‘Vanaf de eerste dag dat ik bij Life Zone aan de slag ben, zijn de
werkzaamheden erg divers. Zo ben ik de ene dag een voetbaltrainer
en de volgende dag coördinator van een toernooi of open dag. Dit is
precies wat ik als SGM’er graag wil doen. De Zuid-Afrikaanse cultuur
verschilt erg van de Nederlandse cultuur, met name op het gebied van
structuur. Ik merk dat ik door mijn studieachtergrond de structuur kan
bieden die de Zuid-Afrikanen juist missen.
Net als in de Westerse samenleving doen ook hier de fastfood ketens
hun intrede. De rijkere bevolking gaat naar de in overvloed aanwezige
28
| Sport en Bewegen
Life Zone is een non-profit organisatie die voetbaltrainingen
en –toernooien verzorgt voor kansarme kinderen in het
basisonderwijs. De coaches bij Life Zone zijn allemaal
vrijwilligers uit de community die een vaste aanstelling
krijgen als de organisatie genoeg inkomsten genereert.
Hiermee helpt Life Zone niet alleen de jeugd maar ook de
vele werklozen in Cape Town.
Het hoofddoel is om de kinderen levenslessen en leiderschap
bij te brengen zodat ze een verschil kunnen maken.
KFC of MacDonalds. De arme bevolking kan een ‘Gatsby’ (een
stokbrood met friet en vlees voor vier personen) kopen voor ongeveer
3,50 euro. Zwaarlijvigheid komt dan ook hier steeds vaker voor op jonge
leeftijd. Ik denk daarom dat, net als bij ons, veel projecten opgestart
zullen worden om overgewicht tegen te gaan’.
Een mooie kans voor SGM’ers om in Zuid-Afrika werkervaring op te
doen en om dit land te ontdekken!
Ben je binnenkort afgestudeerd of wil je een sportstage in het
buitenland? Ben je voetbalfanaat en wil je graag jouw opgedane
ervaringen net als ik in de praktijk brengen? Ga dan naar de website
www.footballmaties.nl of www.lifezonesoccer.nl en kijk of
deze organisaties misschien wat voor jou kunnen betekenen.
‘De rijke bevolking
gaat naar KFC
of MacDonalds’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
29
Studenten bedenken nieuwe
gezondheidsinterventies
Sporten
terwijl je ademt door een rietje
Binnen de opleiding SGM word je opgeleid voor een functie op het brede werkterrein van sport, bewegen en gezonde leefstijl. Wat betreft
dat laatste thema speelt het vak AAG (Analyse van Gezondheid en Gedragsverandering) een belangrijke rol. Docente Christine Schutgens:
‘Binnen dit vak ontwikkelen studenten zelf een gezondheidsinterventie. Op basis van literatuuronderzoek kiezen ze voor een bepaalde
doelgroep en de problemen die daar leven. Dat kunnen kinderen met overgewicht zijn, maar ook ouderen of de leden van hun eigen
sportvereniging. Deze groep gaan ze dan zelf onderzoeken op een specifiek thema. Vervolgens bedenken ze hoe ze het gezondheidsprobleem
bij die doelgroep kunnen aanpakken, en dat gaan ze dan ook echt doen.’
Effect
Christine is naast haar werk bij SGM ook werkzaam bij de Gemeentelijke
Gezondheids Dienst (GGD). In opdracht van gemeenten onderzoekt zij
de gezondheidstoestand in Gelderland-Zuid. Haar kennis en ervaring
kan ze goed gebruiken in haar lessen. Christine: ‘Het leuke van lesgeven
is dat je meteen effect ziet. Onderzoek vindt vaak plaats op lange
termijn, een student past de kennis meteen toe in een opdracht. En dat
is ook het leuke aan dit vak. De studenten gaan meteen de praktijk in en
worden erg vrij gelaten in de keuze voor een doelgroep of interventie. Zo
bedacht een groepje studenten om voetballers te laten sporten terwijl ze
door een rietje moesten ademen. Op die manier konden ze ervaren wat
roken met je kan doen.’
Cocktails
Vanuit haar onderzoek voor de GGD ziet Christine een toename van de
aandacht voor psychische gezondheidsklachten zoals angststoornissen
en depressies. ‘Gezondheid is breder dan alleen de fysieke gezondheid
en gaat steeds meer over welbevinden. Een gezonde leefstijl is daar
zeker een onderdeel van maar geen doel op zich. De interventies die
studenten ontwikkelen hoeven dan ook niet altijd iets met sport te maken
te hebben. Onlangs had ik een groep die een workshop alcoholvrije
cocktails ontwikkelde voor middelbare scholen. Op die manier konden
jongeren ervaren dat je niet per se alcohol nodig hebt voor een lekker
drankje. Maar er zijn ook studenten die voorlichting geven over SOA of
wijkbijeenkomsten organiseren met ouderen die zich eenzaam voelen.’
30
| Sport en Bewegen
Er is veel belangstelling voor het thema gezonde leefstijl in de politiek en
de media. De stijgende zorgkosten staan hoog op de agenda. Christine:
‘Er wordt dan ook continu gezocht naar nieuwe, preventieve methodes.
Zoals bijvoorbeeld E-health interventies: hulpverlening of cursussen
via internet. Het onderwijs kan daar natuurlijk ook een rol in spelen.
Mijn drive zit hem in het contact met de studenten. Het overdragen
van kennis. Samen kijken welke relatief kleine dingen je kunt doen om
mensen blijer, gelukkiger te maken. Gezondheid is een interessant
thema omdat het daaraan bijdraagt. Zelf ben ik ook een blijer mens als
ik een eind ben gaan hardlopen’.
‘Mijn drive zit
in het contact
met studenten’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
31
Stel je voor
Anouk van de wiel
‘De euforie
bij een
overwinning,
daar doe je
het voor’
Anouk is vierdejaars Sport Gezondheid en Management (SGM) en
woont in Dortmund. Ze heeft sinds vorig jaar een contract bij 2e
Bundesliga handbalclub Borussia Dortmund. De Venlose is met haar
21 jaar één van de jongste speelsters bij deze topclub.
Hoe bevalt het in Dortmund?
Zeker in het begin was het pittig. Andere taal. Andere cultuur. Je mist je
vrienden en familie. En dan ben ik ook nog eens veel geblesseerd geweest vorig
seizoen. Gelukkig woon ik nu samen met mijn vriend. Daar heb ik veel steun
aan. En verder vooral veel skypen met vriendinnen.
Waarom handbal?
Handbal is een fysieke sport. Het ligt je of niet. Ik kan agressief zijn en heb
temperament. Voor mij is het dan ook een goede uitlaatklep. Ik handbal al sinds
mijn vijfde en merkte als jong meisje dat ik er goed in was. En dan val je op, ga
je van het ene talententeam naar het andere. Uiteindelijk zat ik in het nationale
talententeam op Papendal en daar heeft Dortmund mij ontdekt.
Leuk team?
Jazeker. We hebben een talentvol team met zeven nationaliteiten en het doel is om
dit jaar te promoveren naar de 1e Bundesliga. Onderling klikt het goed. Iedereen
heeft bepaalde taken. Ook buiten het veld. Ik ben één van de jongste en dan heb je
de Kabuff-taak. Dat betekent alles opbouwen en opruimen bij een training. Bij ons
geldt, hoe ouder je bent, hoe makkelijker de taken.
Wat is je mooiste moment?
Ik kan eigenlijk altijd genieten van een mooie pass, het gevoel als je scoort of
de euforie als je gewonnen hebt. Maar toen ik in de eerste wedstrijd na een
lange blessure in tien minuten tijd vier keer scoorde, was ik wel bijzonder trots.
Dat was ook meteen een bevestiging dat ik weer helemaal terug was.
Hoe gaat de combinatie met school?
Tot nu toe heb ik altijd mijn lessen flexibel kunnen invullen. Ik zit nu in mijn
afstudeerstage heb iets meer vrijheid. Eéns per twee weken hebben we
afstudeerkring en intervisie. Ik moet dan om vijf uur opstaan om op tijd te
komen. De avond ervoor train ik dan tot tien uur, dus dat is een kort nachtje.
Als ik dan weer thuis kom, moet ik meteen weer trainen. Mijn leven bestaat
eigenlijk alleen uit handbal en school.
Waar ben jij over twee jaar?
Dan ben ik afgestudeerd en speel ik in de 1e Bundesliga handbal, het
liefste met Borussia. Maar wellicht ook bij een andere club in bijvoorbeeld
Scandinavië. Verder heb ik een part-time baan op het gebied van onderzoek
naar gezondheid op de werkvloer. Iets met coaching zou ook kunnen.
Waar kun je Anouk van de Wiel voor wakker maken?
Chocolade gevuld met nootjes of rozijnen, maar ook met sushi kun je mij blij maken!