Sporthart - Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Magazine van HAN Sport en Bewegen. Nr.2
Bossaball
Spectaculaire sportmix
Jelle Huntelaar
‘Risico daagt me uit’
Het sporthart van...
SOCIAL MEDIA
www.han.nl/sEb
Voor studenten
facebook.com/HANsportenbewegen
twitter.com/HANsportbewegen
HANsportenbewegen.nl
Voor alumni
Alumni HAN Sport en Bewegen
Voor pro’s
twitter.com/HAN_SenB
HAN Sport en Bewegen
Of kijk op www.hansportenbewegen.nl/professionals
COLOFON
Sporthart is het magazine van
HAN Sport en Bewegen
(Hogeschool van Arnhem en Nijmegen)
2
| Sport en Bewegen
redactie-adres
redactie
fotografie
vormgeving & productie
rof. Molkenboerstraat 3
6524 RN Nijmegen
Lennart van Eekhout
Marcel Rözer
Patrick Spierts
Han Geurts
Redactie Sensor
Wietske Idema
Heleen van der Wilt
Ralph Schmitz
Ben Schot, Graphic Design bno
drukwerk
eindredactie
Bright Advertising
Lennart van Eekhout
Han Geurts
Een hart voor sport, maar ook voor kunst en cultuur!
Net zoals veel anderen heb ik een sporthart. Niet per se in de fysiologische
betekenis van het woord. Mijn hart gaat sneller slaan als er iets te winnen
is, het is nogal competitief. Als iemand roept dat ik de Zevenheuvelenloop
niet meer binnen het uur kan lopen, dan ga ik als een gek in training en
doe er alles aan om mezelf te bewijzen. Mijn hart gaat tekeer als ik Epke
zie zwaaien aan de rekstok; ik houd van de combinatie schoonheid en
kracht. Mijn hart vult zich met warmte als ik jonge kinderen plezier zie
maken tijdens sportdagen of tijdens de gymles. Mijn hart krijgt een boost
als ik mensen met overgewicht gelukkig zie zijn als ze ervaren wat het
betekent om weer vrijer te kunnen bewegen.
Onlangs schreef hoogleraar Organisatiekunde Mathieu Weggeman in
NRC dat Nederland steeds dommer en onfatsoenlijker wordt. Hij wijt dat
onder meer aan het ontbreken van een gebrek aan aandacht voor kunst
en cultuur in het Nederlandse onderwijs. Zijn pleidooi voor meer lessen
in en ervaring met kunst en cultuur is me ook uit het hart gegrepen.
Weggeman wil de ruimte voor kunst en cultuur verkrijgen door tijd en
middelen voor sportonderwijs aanzienlijk te reduceren, omdat dat gerust
aan de markt kan worden overgelaten.
Weggeman maakt een veel gemaakte denkfout! Sport en bewegen
vergroot juist het lerend vermogen van jonge mensen en heeft sterke
vormende en opvoedkundige waarden in zich. Nog los van het feit dat
sport en bewegen bijdraagt aan gezondheid en welbevinden. Juist door
8
 WAT IS SPORT WAARD?
Inhoud
Column
in deze klassieke valkuil te stappen schiet de redenering van Weggeman
tekort. Voor kunst en cultuur én voor sport en bewegen (en overigens ook
voor onderwijs) geldt dat het niet aan de markt kan worden overgelaten.
Om de toegankelijkheid voor onderwijs, sport en cultuur te waarborgen
voor iedereen, is en blijft bemoeienis van de overheid noodzakelijk. De
emancipatoire waarde van onderwijs en sport en cultuur is nu eenmaal
niet in financiële termen uit te drukken. Anders gezegd, direct winst
maken met sport, kunst, cultuur of onderwijs is een utopie. Weggeman
zou niet moeten pleiten voor competitie tussen cultuur en sport (dat
verliest hij toch, constateer ik met een competitieve grijns). Zijn op zich
krachtige pleidooi zou moeten gaan over de wijze waarop in Nederland
meer aandacht zou moeten zijn voor sport en cultuur, kunst en bewegen.
Omdat het Nederland mooier maakt, betekenisvol is voor grote groepen
mensen, bijdraagt aan fatsoen, beschaving en emancipatie.
Over mijn schaduw heen springend wil ik graag de handen ineenslaan
voor een fatsoenlijker, slimmer en mooier Nederland. En dan is er meer
aandacht nodig voor sport én kunst én cultuur én bewegen. Te beginnen
in het onderwijs.
Tjeerd de Jong
Directeur
12
 SLIMME KEUZES VOOR
TALENTBEGELEIDING
 EEN GOUDEN
COMBINATIE
HAN Sport en Bewegen nr. 2
HET SPORTHART VAN...
pag. 4
pag. 14
HOLLAND HOUSE
EEN DAG OP PAPENDAL
pag. 7
pag. 18
SPORTBOEKEN
Een druk stagejaar
pag. 10
pag. 20
PROMOTIE SARAH DETAILLE
FORMUPGRADE
pag. 11
22
pag. 24
TRI MOVERE
pag. 26
JELLE HUNTELAAR
pag. 28
INFO SPORT EN BEWEGEN
pag. 30
STEL JE VOOR
pag. 32
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
3
Geen woord
over Lance
Stel je schrijft een column voor ‘Sporthart’ dat maar een paar
keer per jaar verschijnt. In dit geval, meer dan een maand na
de val van een van de grootste helden uit de geschiedenis van
de sport. Alles is dus al gezegd en geschreven. Wat doe je dan?
Juist! Geen woord over hem.
Maar wat dan wel? Het is een beetje als met de bankencrisis,
dit nieuws raakt iedereen. Zelfs al heb je niets met sport dan
weet je nog dat er een fietser is betrapt op een heleboel leugens.
Wat voor een impact hebben deze leugens voor de sport? Tijdens
de turbulente weken na de val van die ene man wezen velen
in de richting van de organisatie van de Tour de France (en
de Tour staat voor alle topsport-evenementen) De wedstrijden
zijn te zwaar, ze verleiden sporters ertoe om naar middelen te
grijpen en zo die wedstrijden wel succesvol te beëindigen. Dat
is een beetje als de snelle jongen die met 220 kilometer per uur
op de A2 wordt betrapt en roept dat ze maar niet zo’n mooie
snelweg aan moeten leggen.
De man wiens naam we verzwijgen heeft bedrog gepleegd. Zijn
auto was opgevoerd en hij had de politie omgekocht. Maar laten
we nu niet net doen alsof iedere wielrenner een bedrieger is.
Laten we constateren dat meer dan 99 procent van alle wielrenners op deze wereld nog nooit ErytroPOëtine heeft gebruikt.
En laten we de misstanden aan de kaak stellen. Laten we hopen
dat deze wandaden altijd aan het licht komen, ook al is het
pas lang na de sportprestatie. Het is net als met mafiabazen
en oorlogsmisdadigers, ergens diep weg moet de angst bestaan
dat er op de deur wordt geklopt en het moment van afrekenen
is aangebroken. Maar laten we ondertussen zelf doorgaan met
onze eigen sport.
De sport wil de sport terug. De basis moet zich laten horen:
‘Jongens en meisjes, hier was het niet om te doen. Dit is
S.P.O.R.T. Voor de meeste mensen is het voor de L.E.U.K.’ Dit
verhaaltje is dus ook een oproep. Een oproep om je niet blind
te staren op de sporthelden van deze wereld. Je fietst toch geen
rondjes op regenachtige middagen omdat er iemand zeven keer
de Tour won? Je bent toch geen coach bij de voetbalclub omdat
Messi de gouden bal heeft gewonnen? En wat doen we nu met
die man die de grootste bedrieger na de bankiers is gebleken?
Hmm, we zouden het er niet over hebben… Maar toch. Mijn
voorstel is om de bedrieger in dat peloton dikbuiken te laten
fietsen. Ze gaan de Mont Ventoux omhoog. En de naamloze
moet in de buurt blijven van zijn kopman, de oudste en traagste
renner uit de groep. Vooraf en naderhand moet de man wiens
naam we ook nu niet gaan noemen optrekken met de 81-jarige.
En als de oude zijn slotzin spreekt : ‘Schaam je jongen. Schaam
je diep.’ mag de naamloze niets terug zeggen.
Marcel Rözer
4
| Sport en Bewegen
HAN Sport en Bewegen was op verjaardagbezoek bij
NOC*NSF. Het honderdjarig bestaan van de Olympische
organisatie werd groots gevierd op Papendal op 3
november 2012. HAN Sport en Bewegen en HAN SENECA
waren hierbij aanwezig met het Mobile Health &
Performance Lab, waar bezoekers een gratis health check
konden doen. Ook werd een rondetafelgesprek en
workshop georganiseerd.
Dit jaar vond voor het eerste de HAN Sport en Bewegen relatiedag plaats.
Studenten, professionals uit het werkveld van sport en gezondheid en
onderzoekers kwamen samen op Papendal tijdens deze enerverende dag.
Speciale gast Jacco Eltingh trapte af waarna er diverse workshoprondes
plaatsvonden en er werd afgesloten met een borrel. In 2013 zal er dankzij
het succes van dit jaar weer een plaatsvinden.
HAN Sport en Bewegen heeft het televisiedebuut
gemaakt op Eredivisie Live. Bij een uitzending van N.E.C.
TV was er een uitgebreid verslag van het onderzoek van
het expertiseteam Talent Identification & Talent
Development bij de eredivisieclub. Kijk voor de video op
www.HANsportenbewegen.nl
Tijdens het Sportcafé van HAN Sport en
Bewegen interviewde sportjournalist
Marcel Rözer N.E.C.-coach Alex Pastoor
en meervoudig Nederlands Kampioen
mountainbiken Laura Turpijn. De
interviews werden afgewisseld met een
sportquiz waar alle aanwezige studenten en
HAN-relaties aan konden meedoen.
Afsluitend was er nog gelegenheid om
na te praten tijdens de borrel.
De opleiding Sport- en Bewegingseducatie (SBE) van
HAN Sport en Bewegen is in de keuzegids HBO voor
voltijdopleidingen in 2013 als beste SBE opleiding van
Nederland gewaardeerd. De studenten van de
opleiding hebben hiervoor gezorgd door SBE positief
te beoordelen.
Meer nieuws lezen? www.hansportenbewegen.nl
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
5
HAN SENECA Expertisecentrum
HAN
Expertisecentrum
voor SENECA
sport, arbeid
en gezondheid
voor sport, arbeid en gezondheid
Als onderdeel van HAN Sport en Bewegen is HAN SENECA
Als onderdeelbijvan
Sport envan
Bewegen
HAN
SENECA Het
aangesloten
deHAN
Hogeschool
Arnhemisen
Nijmegen.
aangesloten bij devoert
Hogeschool
van Arnhem
en de
Nijmegen.
Het
expertisecentrum
o.a. keuringen
uit bij
landelijke
expertisecentrum
voert o.a. keuringen
uit bij Health
de landelijke
Brandweeren Politiekorpsen
met het Mobile
&
Brandweer- en
Politiekorpsen
het Mobile Health
&
Performance
Lab
(MH&PL). Hetmet
expertisecentrum
is tevens
Performance Lab
Het expertisecentrum
gecertificeerd
als (MH&PL).
Sport Medisch
Adviescentrum. is tevens
gecertificeerd als Sport Medisch Adviescentrum.
Health & Performance
Health
& Performance
houdt bezig met de relatie tussen ‘gezondheid’ in brede
Health
& Performance
Cursussen
HAN SENECA heeft op
Cursussen
gebied
van sport
HAN SENECA
heeftenop
bewegen
vele
post-hbo,
gebied
van
sport
en
kortdurende
bewegen veleopleidingen
post-hbo,
en
cursussenopleidingen
voor
kortdurende
professionals
in sport,
en cursussen voor
arbeid,
gezondheid
en
professionals in sport,
management.
arbeid, gezondheid en
management.
zin
en het
vermogen om
te functioneren
Health
& Performance
houdt
bezig met debinnen
relatiearbeidsgerelateerde
tussen ‘gezondheid’contexten.
in brede
Het
team
diverseom
projecten
uit op hetbinnen
gebied arbeidsgerelateerde
van leefstijlverandering;
zin en
hetvoert
vermogen
te functioneren
contexten.
o.a. team
in samenwerking
het TNOuit op het gebied van leefstijlverandering;
Het
voert diversemet
projecten
o.a. in samenwerking met het TNO
Sports Economics & Sports Management
Sports
Economics
& Sports Management
richtManagement
zich op de evaluatie van grote
Sports
Economics
& Sports
sportevenementen;
economie
van de breedtesport
economie
sport en
Sports Economics & de
Sports
Management
richt zich op en
de de
evaluatie
vanvan
grote
gezondheid.
Het Transferpunt
Sport
een belangrijke
in het onderzoek
bij zowel
sportevenementen;
de economie
vanspeelt
de breedtesport
en derol
economie
van sport en
amateur- als Het
profclubs,
waarbijSport
vooral
de bedrijfseconomische
aspecten
worden bekeken.
gezondheid.
Transferpunt
speelt
een belangrijke rol in
het onderzoek
bij zowel
In
deze projecten
werkenwaarbij
wij o.a.vooral
samendemet
InnosportNL
amateurals profclubs,
bedrijfseconomische
aspecten worden bekeken.
In deze projecten werken wij o.a. samen met InnosportNL
Sports & Exercise Nutrition
Dit
expertiseteam
houdt zich Nutrition
bezig met voedingsonderzoek bij (top)sporters naar
Sports
& Exercise
voedingsen supplementinname,
begeleidingsmethodieken
effect van naar
hoogte
Dit expertiseteam
houdt zich bezig
met voedingsonderzoek en
bijhet
(top)sporters
op
voedingenensupplementinname,
prestatie.
voedingsbegeleidingsmethodieken en het effect van hoogte
Hetvoeding
team voert
projecten op het gebied van voeding o.a. in samenwerking met NOC*NSF
op
en prestatie.
Het team voert projecten op het gebied van voeding o.a. in samenwerking met NOC*NSF
Lifestyle & Health Promotion
Dit
expertisegebied
richt zich op
het bevorderen van gezondheid van individuen, waarbij
Lifestyle
& Health
Promotion
mensen
in staat worden
invloed van
uit te
oefenen op
hun
gezondheid.
Dit expertisegebied
richtgesteld
zich opom
hetmeer
bevorderen
gezondheid
van
individuen,
waarbij
Het
teaminvoert
uit op om
het meer
gebied
van vitaliteit
en zelfmanagement,
mensen
staatprojecten
worden gesteld
invloed
uit te oefenen
op hun gezondheid.
o.a. team
in samenwerking
met uit
NISB
Het
voert projecten
op het gebied van vitaliteit en zelfmanagement,
o.a. in samenwerking met NISB
Talent Identification & Development
De
experts Identification
op het gebied van Talent&Identification
& Development richten zich op
Talent
Development
het
verbeteren
vangebied
talentherkenning
en talentontwikkeling
in de sport
in Nederland.
De experts
op het
van Talent Identification
& Development
richten
zich op
Diverse
projectenvan
op talentherkenning
het gebied van talentherkenningen ontwikkeling
worden
gedaan
het verbeteren
en talentontwikkeling
in de sport
in Nederland.
o.a. in samenwerking
metgebied
N.E.C.van
Nijmegen.
Diverse
projecten op het
talentherkenning- en ontwikkeling worden gedaan
o.a. in samenwerking met N.E.C. Nijmegen.
www.HAN-SENECA.nl
www.HAN-SENECA.nl
sport en bewegen
sport en bewegen
[email protected] | (024) 353 12 62
[email protected] | (024) 353 12 62
Les via
Paralympische Spelen
vanuit het =holland house
Een blinde hardloopster die haar begeleider verloor en in haar eentje
de eindstreep moest zien te halen in een vol stadion. Ze werd door het
hele stadion in de goede richting gestuurd en haalde de finish met een
blijdschap alsof ze had gewonnen. Het was een van de vele speciale
momenten die Bas van Haren van NOC*NSF meemaakte tijdens de
Paralympische Spelen in Londen.
Vanuit het Holland House liet Van Haren een collegezaal vol studenten
Sport- en Bewegingseducatie (SBE) zien hoe de huldigingslocatie van de
Nederlandse Paralympische sporters in Londen eruit zag. De studenten
hadden in de module ‘Sporten met een beperking’ tijdens hun college
van Guy Steenweg op Papendal de mogelijkheid om ook vragen te
stellen via een online Skype verbinding.
Decor
Zo was een vraag of het decor van de Olympische Spelen helemaal
omgebouwd moest worden, maar dat bleek niet het geval. Het decor
was namelijk juist gebouwd voor de Paralympische Spelen. Ook viel het
de sporters volgens Bas van Haren op dat er meer media aandacht was
voor hen dan vier jaar geleden in Peking, terwijl hij de grote NOS-vloer
liet zien waarop elke avond een live programma werd uitgezonden.
Te vroeg
In 2028 wil Nederland de Olympische en Paralympische Spelen
organiseren. ‘In Nederland zou het daar nu nog te vroeg voor zijn.
Als je kijkt naar hoe bijvoorbeeld landen als Australië en Oekraïne nu
bezig zijn met het ontwikkelen van paralympische sporten in hun land,
daar kunnen wij nog wat van leren,’ aldus Bas. ‘In Australië is het heel
normaal dat mensen met een beperking gewoon sporten en daar kijkt
ook niemand ervan op. In Nederland is dat nog niet helemaal het geval,
hoewel het zich de laatste jaren ontzettend heeft ontwikkeld.
Van London kunnen we in ieder geval veel leren volgens de
vertegenwoordiger van NOC*NSF. ‘Qua beleving stonden de
Paralympische Spelen gelijk aan de Olympische Spelen. Er waren ruim
een miljoen vrijwilligers aanwezig die enorm enthousiast waren. Het
was echt fantastisch!’
De Paralympische Spelen van 2012 waren voor
Nederland een groot succes. Liefst 39 medailles
werden er in totaal behaald en dat zijn er zeventien
meer dan vier jaar geleden in Peking. In totaal waren
dat tien gouden, tien zilveren en negentien bronzen.
Docent Guy Steenweg en SBE-studenten
via Skype in Londen.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
7
Het belang van sport voor de Nederlandse economie
Wat is
sport waard?
De toegevoegde waarde van sport, uitgedrukt als aandeel in het totale Nederlandse Bruto Binnenlands Product
(BBP), bedraagt 1,0%. Dat staat in het onderzoeksrapport ‘De bijdrage van sport aan de Nederlandse economie’.
Samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) beschrijft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
hierin het belang van sport voor de Nederlandse economie. Tevens blijkt dat 1,5% van de werkgelegenheid aan sport
gerelateerd is. Dat komt neer op 130.000 banen in, door of voor de sport. Willem de Boer van HAN Sport
en Bewegen was er als onderzoeker bij betrokken.
‘Met dit onderzoek van het CBS en de HAN is er voor het eerst
een systematisch, internationaal vergelijkbaar overzicht van de
belangrijkste economische indicatoren van de sport in Nederland,’
geeft Willem de Boer het unieke aspect van het onderzoek aan.
Hierbij gaat het om de sportgerelateerde productie, consumptieve
bestedingen, import en export en werkgelegenheid.
Laag
Volgens sporteconoom Willem de Boer is het nu mogelijk om op
Europees niveau de economische waarde van sport te berekenen.
‘Het is de bedoeling dat alle EU-lidstaten dit onderzoek uitvoeren.
In vergelijking met de landen waarvan de uitkomst al bekend
is, is de omvang van sport in Nederland relatief laag. Dat heeft
wel veel verschillende oorzaken. Zo wordt de sporteconomie in
Oostenrijk bijvoorbeeld grotendeels bepaald door de wintersport
en in Groot-Brittannië zit er veel meer geld in het voetbal en in de
weddenschapsector.’ Op de vraag of dat tegenvalt reageert De Boer
stellig: ‘Als onderzoeker maakt het mij niet uit wat de uitkomsten
zijn. ‘It just is’. Maar het is wel opvallend dat de omvang van de
sporteconomie in Nederland, vergeleken met die andere landen,
redelijk laag is.’
Het onderzoek naar de economische kant van sport en daarbij
sportevenementen is een relatief nieuwe ontwikkeling. Zo wilde
Nederland graag de Olympische Spelen van 2028 organiseren, maar
onduidelijk bleef wat de kosten en baten zouden zijn. Volgens De
8
| Sport en Bewegen
Boer is het daarom van belang om over een lange termijn onderzoek
te blijven doen naar de economische waarde van sport. ‘Herhaaldelijk
onderzoek kan tot inzichten leiden over wat de effecten zijn van
bijvoorbeeld de organisatie van grote sportevenementen op macroeconomisch niveau. In Groot-Brittannië wordt dit onderzoek nu
jaarlijks uitge-voerd en hierdoor zal zichtbaar zijn wat de hele
economische impact van de Olympische Spelen in Londen waren.
Datzelfde doet Polen naar aanleiding van het EK 2012.’
Uitkomsten
De sportgerelateerde bestedingen kwamen in 2006 uit op bijna 11,4
miljard euro. Het grootste deel daarvan bestaat uit bestedingen van
huishoudens: 6,8 miljard euro. Dit is 2,7% van alle bestedingen van
huishoudens. De overheidsuitgaven waren goed voor 2,6 miljard
euro (2,4%). Dat het totale aandeel van sport binnen de totale
bestedingen in Nederland toch aanzienlijk lager is (1,3%), komt door
de beperkte impact van sport ten aanzien van investeringen (0,3%)
en export (0,4%). Vooral voor de horeca is sport een belangrijke
inkomstenbron: 1,1 miljard euro, oftewel bijna 9% van alle bestedingen
in de horeca, zijn sportgerelateerd. Daarnaast vinden omvangrijke
bestedingen plaats binnen de productgroepen ‘textiel, kleding
en lederwaren’ (1,2 miljard euro), ‘openbaar bestuur’ (1,0 miljard
euro), ‘onderwijs’ (1,1 miljard euro) en ‘overige dienstverlening’
(2,4 miljard euro). Onder deze laatste categorie vallen onder andere
de bedrijfstakken cultuur, sport en recreatie. Het gaat dan om
goederen en diensten van sportclubs, sportscholen, fitnesscentra en
sportaccommodaties, evenals sportevenementen en overkoepelende/
ondersteunende organisaties (NOC*NSF, sportbonden en -raden
etc.), sportgerelateerd gokken en uitzendingen op radio en televisie.
De export van sportproducten en -diensten levert Nederlandse
bedrijven 1,6 miljard euro op. Daartegenover staat een import van 1,8
miljard aan sportgerelateerde goederen en diensten. Nederland kent
wat betreft sport een negatieve handelsbalans van, om precies te zijn,
160 miljoen euro.
130.000 Banen
In het sportgerelateerde deel van de economie zijn 130.000 mensen
werkzaam (1,5 procent van alle werkenden in Nederland; stand
2006). De meesten van hen werken in loondienst (bijna 85%) en
relatief vaak in deeltijd; per saldo bedraagt het totale arbeidsvolume
100.000 voltijdbanen. De arbeidsproductiviteit komt daarmee op
49.000 euro per arbeidsjaar, ruim 30% lager dan het gemiddelde in
de economie van 73.000 euro. Dit hangt samen met het relatief grote
aandeel van sportgerelateerde werkgelegenheid in bedrijfstakken
als handel, horeca en reparatie en andere diensten waarin de arbeidsproductiviteit op zichzelf al laag is.
Willem de Boer
Willem de Boer is als docent en onderzoeker verbonden
aan HAN Sport en Bewegen, op het expertisegebied
Sports Economics & Sports Management. Hij doet
onderzoek naar economische aspecten rondom sport.
Alle onderzoeksresultaten en bijpassende dienst verlening
zijn voor bedrijven en organisaties beschikbaar via HAN
SENEC A, het expertisecentrum voor sport, arbeid en
gezondheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Kijk voor meer informatie op www.han.nl/seneca.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
9
wie iets met sport heeft leest sportboeken
IK HEB AL EEN BOEK
In deze rubriek zoomen we in op de beste sportboeken. We kiezen telkens 3 sportboeken
en zoomen in op de Top 10 van beste sportboeken ooit. Daarin recenseren we dan
telkens één boek.
Biografie Mart Smeets. Arme Mart, jarenlang aan de voeten
gelegen van Armstrong, die hij Lance mocht noemen… En nu
samen met de zevenvoudige Tourwinnaar toch ook van de
troon gesodemieterd. Mart Smeets is een gekkie en dat mogen
we zeggen. Maar hij is ook een vakman. Lezen dat boek!
Biografie Roger Federer. Als jonge tennisser verloor Roger
Federer heel veel partijen. Hoe hij steeds beter en tenslotte de
nummer één van de wereld werd, beschrijft de Engelse auteur
Chris Bowers.
Schaduwboksen. Erik Brouwer schreef dit boek uit bewondering
voor Nelson Mandela, die een fervent amateurbokser was.
Brouwer volgt het spoor van Mandela in de periode waarin de
apartheid nog bestond. Apartheid? Lees dit boek en huiver hoe
de wereld in Zuid Afrika er nog maar kort geleden uit zag.
top 10 In willekeurige volgorde
de renner
1
In De Renner kruipt de niet onverdienstelijke
amateurwielrenner Tim Krabbé in zijn eigen
hoofd. Hij doet dat zo goed dat de lezer met hem
meefietst in de Ronde van Mont Aigoual, een
amateurwielerkoers in de Zuid-Franse Cevennen.
De euforie, maar vooral ook de pijn en geestelijke
trip die Krabbé doormaakte, bleek een gevoel
dat elke wielrenner – op welk niveau dan ook –
herkende. Het boek werd een klassieker in de
Nederlandse sportliteratuur. De Ronde van Mont
Aigoual, die nog steeds bestaat, is een must voor
elke amateurrenner en De Renner is verplichte
literatuur voor iedereen die wielrennen een
warm hart toedraagt, zelfs na ‘LANCE’...
sportboeken aller tijden
Open, de biografie van André Agassi - Rapportcijfer 8,0
2 De proloog, Bert Wagendorp
3
Chez Stans, Jan Mulder
4 Wij waren de besten, Auke Kok
5
Sacred Hoops, Phil Jackson
6 Futebol, Alex Bellos
7 Moneyball, Michael Lewis
8 The fight, Norman Mailer
9 Nadal, biografie van een fenomeen
10 De renner, Tim Krabbé - Rapportcijfer 9,0
10
| Sport en Bewegen
Rapportcijfer 9,0
Promotie Sarah Detaille
Het managen van
zelfmanagement
In Nederland heeft één op de drie personen een chronische aandoening. In september 2012 promoveerde
hoofddocent en onderzoeker van HAN Sport en Bewegen drs. Sarah Detaille met haar onderzoek naar
de ontwikkeling van een zelfmanagementprogramma voor werknemers met een chronische aandoening.
Door dat programma ervaren chronisch zieke mensen minder klachten op hun werk.
De gebruikte training Chronic Disease Selfmanagement Program
(CDSMP) is af komstig van de Standford University in de Verenigde
Staten. In 2006 volgde Sarah Detaille die training zelf en paste de
inhoud speciaal aan voor dit onderzoek voor het thema ‘arbeid’.
De training bestond uit zes groepsbijeenkomsten waarin de
deelnemers advies kregen over belastbaarheid, arbeid, leefstijl,
communicatietechnieken en over de omgang met symptomen van
de aandoening. Ook moesten zij thuis en op het werk opdrachten
uitvoeren.
dat wordt gefinancierd door het UWV. Ook zullen er cursussen voor
paramedici en verpleegkundigen worden aangeboden, waarin zij een
training krijgen over coaching, empowerment en leefstijlbegeleiding
van mensen met een chronische aandoening.
Positievere houding
Deelnemers werden systematisch gevolgd en acht maanden
na de training scoorden de deelnemers op de opvattingen over
zelfmanagement op het werk significant hoger dan de controlegroep.
De houding ten aanzien van zelfmanagement op het werk werd vooral
positiever bij oudere en vrouwelijke werknemers. Laag opgeleide
werknemers hadden na af loop van de training een betere score
voor de kwaliteit van de lichamelijke gezondheid vergeleken met de
controlegroep. ‘Dat heeft wellicht te maken met dat zij vaak niet zo
gewend zijn om voor zichzelf op te komen’, analyseert Sarah.
Met dank aan een subsidie is twee jaar geleden tevens gestart met een
aangepaste training voor studenten met een chronische aandoening.
‘Die komen tijdens hun studie dezelfde problemen tegen, zoals
vermoeidheid of pijn en het vinden van balans tussen studie en
privéleven’, reageert Sarah. De training voor studenten was succesvol:
studenten ontdekken hun sterke en zwakke punten en leren om te
gaan met hun aandoening.
Cirkel
Bij het onderzoek is ook gebruik gemaakt van het onderwijs,
door middel van studenten die stage liepen, enquêtes hielden en
meehielpen met het ontwikkelen van trainingen. De resultaten
van het onderzoek worden ook gebruikt voor het onderwijs en er
worden casussen ontwikkeld. Sarah: ‘Zo is de cirkel weer rond’.
Naar aanleiding van het promotieonderzoek komt er een Project
Zelfmanagement voor studenten met een chronische aandoening,
HAN Sport en
Drs. Sarah Detaille is als hoofddocent en onderzoeker van
nce. Daarin
Performa
&
Health
egebied
expertis
het
op
m
werkzaa
Bewegen
zin en het
brede
in
eid’
doet zij onderzoek naar de relatie tussen ‘gezondh
ten
ksresulta
onderzoe
Alle
r.
werkvloe
de
vermogen om te functioneren op
bedrijven
voor
aar
beschikb
SENECA
HAN
ecentrum
zijn via het expertis
en organisaties. Meer info: www.han.nl/seneca.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
11
Symposium in De Goffert
Slimme keuzes
voor talentbegeleiding
Het Gofferstadion was op 28 september 2012 het decor voor het Symposium ‘Talentbegeleiding – Slimme
Keuzes’. Hier kreeg het publiek een antwoord op de vraag hoe je jonge sporttalenten kunt begeleiden. Waar
kun je als club, trainer of coach op inzetten, maar ook; waar moet je rekening mee houden als je te maken hebt
met een (potentiële) topsporter?
‘Ook al zitten we in een voetbalstadion, het draait vandaag niet alleen
om voetbal. We hebben het vandaag over de begeleiding van jonge,
professionele sporters’, vertelt dagvoorzitter Marcel Rözer. Daggast Aad
de Mos, voormalig voetballer en voetbaltrainer, is aanwezig om zijn kijk
te geven op de begeleiding van veelbelovende sporters.
Sportmigratie
De aanleiding van het Symposium ‘Talentbegeleiding – Slimme Keuzes’
is een onderzoek naar ‘Migratie in de Sport’. Rianne Kannekens en
Jasper de Greef, beiden onderzoeker binnen het expertisegebied Talent
Identification & Talent Development van HAN SENECA, hebben twee jaar
lang onderzoek gedaan naar transfers in de sport. Bij een transfer kun je
denken aan een sporter die overstapt van een Nederlandse amateurclub
naar een profclub, maar ook een sporter die uit het buitenland komt en
bij een Nederlandse club komt spelen. ‘De prestaties na een transfer zijn
niet altijd zoals verwacht’, vertelt de Greef. De vraag is hoe dat kan. Met
dit onderzoek hebben we geprobeerd om daar achter te komen.’
Verwachtingen
Een opmerkelijke conclusie uit het onderzoek is dat de verwachtingen
van spelers die getransfereerd zijn, hoger zijn dan de verwachtingen
die een trainer heeft van de getransfereerde speler. Dit verschil in
verwachtingen kan ervoor zorgen dat een speler teleurgesteld raakt
12
| Sport en Bewegen
wanneer hij niet wordt opgesteld door zijn of haar coach. Dit kan invloed
hebben op de motivatie, met alle gevolgen voor de prestaties. ‘Daarbij
komt dat de coach zich vaak niet eens bemoeid heeft met het proces
van transfereren, daar zijn meestal andere mensen mee bezig geweest’,
vertelt de Mos. ‘Bovendien kunnen grote spelers gemakkelijk mislukken
bij een club. Denk aan een speler die in het systeem van Ajax prima
presteert, maar faalt wanneer hij een totaal ander systeem bij PSV moet
spelen. De speler moet dus zijn eigen identiteit kennen om op de juiste
plek terecht te komen.’
Zelfregulatie
‘Het proces van plannen en doelen stellen, monitoren, reflecteren
en evalueren is essentieel bij het behalen van de top’, vertelt Marije
Elferink-Gemser, lector van het expertiseteam Talent Identification &
Talent Development. In vogelvlucht presenteert zij enkele resultaten
van jarenlang onderzoek naar zelfregulatie van sporters. ‘Wanneer je
een groot vermogen hebt tot zelfregulerend gedrag, besteed je je tijd
efficiënter en is de kwaliteit van je training hoger. Je ziet dan ook dat
deze sporters het halen tot de top, terwijl de sporters die hier minder
vaardig in zijn niet verder komen dat de subtop of amateurniveau.’ De
Mos herkent dit uit zijn praktijk: ‘Tijd en kwaliteit van de training, dat is
waar het om draait. Al moet je als trainer altijd de oplossing voor een
speler kunnen aanreiken wanneer hij het zelf niet meer weet.’
Hoe breng je nu de wetenschap naar de praktijk van talentbegeleiders?
De workshops in de middag hebben hier een begin mee gemaakt.
Experts vertelden meer over identificatie en transfers, de rol van
cultuurverschillen, presteren in teamsport en welbevinden en transfers.
De vraag is of wetenschappelijk onderzoek het uitgangspunt moet zijn
wanneer we talent willen identificeren en begeleiden, of dat het ‘slechts’
dient als hulpmiddel. Ondanks de uitspraak van De Mos (‘ik geloof nog
altijd in mijn eigen ogen’), geloven de leden van het Expertiseteam
Talentidentificatie en Talentontwikkeling in de waarde die hun onderzoek
heeft voor de praktijk.
Rianne Kannekens en Jasper de
Greef zijn als docent en onderzoeker
verbonden aan HAN Sport en
Bewegen (HAN S&B), op het
expertisegebied Talent Identification
& Talent Development. Alle
onderzoeksresultaten zijn via het
expertisecentrum HAN SENECA
beschikbaar voor bedrijven en
organisaties. Kijk voor meer
informatie op www.han.nl/seneca
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
13
Het sporthart van...
In ‘Het sporthart van…’ komen medewerkers en studenten van HAN Sport en Bewegen aan het woord over sporten
waar hun hart sneller van gaat kloppen. Sommigen zijn topsporter, sommige doen het puur omdat ze het leuk vinden.
Maar één ding hebben ze gemeen: sporten is een belangrijk onderdeel van hun leven. Marcel Rözer interviewde een
negental over hun passie voor bewegen.
14
| Sport en Bewegen
‘H
Het gaat om de teampr
Karin Lüchters - student SGM
‘Op mijn vierde begon ik te voetballen, bij OJC in Rosmalen. Daar speel ik nog
steeds. Ik begon te keepen op mijn zesde. Het mooie is dat mijn beide opa’s,
zowel van vaders als van moeders kant, hebben gekeept. Het zit dus mooi in de
familie.’ Ik heb lang bij de jongens gespeeld. Keep nu bij Dames 1. Drie keer per
week trainen en één keer per week spelen. Het leukste vind ik als ik beslissend
kan zijn voor mijn team. Dus als er in de laatste minuut een aanvaller in zijn
eentje op me af komt, in zijn eentje. Dan moet ik er op het juiste moment voor
duiken en dat is best lastig. Als het lukt ben ik heel tevreden.’
‘Ik begon op mijn
zesde te keepen’
Jeroen Reintjes - student SGM
‘Ik ben een hardloper. Altijd geweest ook. Een leraar op de basisschool wilde
dat we ook met andere sporten kennismaakten dan alleen met voetbal. Bij een
Cooper-test was ik direct de beste. Ook de Shuttle-run test was goed. Dus ik
wist wel dat ik enig talent had. Trainen doe ik veel en graag. Als het er echt toe
doet dan ren ik wel sneller dan drie minuten per kilometer. Maar als het iets
langzamer mag, dan kijk ik goed om me heen. Ik denk dan heel vaak: ‘Ach,
was er maar iemand bij me die kon zien hoe mooi dit is. Dat geeft de kick.’
‘Trainen doe ik veel en graag’
Robin Woestenenk - student SGM
‘Toen ik twaalf was ging ik naar de balletacademie in Den Haag. Daar waren
1200 aanmeldingen en werden vijftig nieuwe leerlingen aangenomen. Door
omstandigheden heb ik daar maar anderhalf jaar gezeten. Het was een harde
leerschool. Onze Russische lerares had haar nagels in een punt gevijld en als je dan
niet goed stond, kreeg je een prik in je achterste. Ik kwam terug bij mijn ouders
in Zutphen en ben daar tot mijn zestiende blijven dansen. Omdat ik iets aan
zelfverdediging wilde gaan doen, ben ik gaan kickboksen. Dat ging meteen goed.
Ik ben een type mens die inspanningen nodig heeft. Verder trekt me het spirituele
gedeelte van de sport heel erg aan. Het doet soms pijn, maar er is respect voor de
tegenstander. Dat is voor mij heel belangrijk.’
‘Er is respect voor
de tegenstander’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
15
‘Trainen doe ik
Het sporthart van...
Ellen Schravendeel - directiesecretaresse
‘Als ik chloor ruik,
stijgt mijn stemming’
‘Als ik chloor ruik, zwembadchloor, dan stijgt mijn stemming
onmiddellijk. Iets in mij begint dan te borrelen. Het zal wel met
vroeger te maken hebben; het zwembad, de groep waarmee ik zwom,
het was erg leuk en gezellig. Zwemmen is voor mij een sociaal
gebeuren, je trekt op met mensen die hetzelfde fijn vinden. Ik was
goed op de vlinder- en de vrije slag. Ja, ik zwem nog steeds. Om de
vriendschappen, de leuke dagen in zo’n zwembad en, ja zeker, ook
om het dat heerlijke lichte gevoel dat je in het water hebt.’
Marie Louise Verhees - docente
‘Ik geniet van de
voetbalkantine’
‘Ik ben opgegroeid met de sfeer van een voetbalkantine. Mijn vader speelde
bij vv Vosmeer op het eiland Tholen. Toen mijn man lid werd van Juliana in
Malden heb ik me aangemeld als vrijwilliger. Ik wilde graag met kinderen
aan de slag. Ik ben begonnen als coach van een D-team, dat heb ik twee
jaar gedaan. Heerlijk vond ik dat. Maar ja, hoe het dan gaat, er moest
een D-coördinator komen. Dat heb ik ook twee jaar gedaan en nu ben ik
wedstrijdsecretaris. Dat betekent dat ik wat verder af sta van het werken met
kinderen. Ik werk heel hard achter de schermen; welk team speelt waar, de
indeling is best lastig om iedereen tot zijn recht te komen. Maar het is mooie
bijdrage aan zo’n amateurclub. En ja, ik geniet weer van de voetbalkantine.’
Gabrielle Lansink - student ALO
‘Ik was de enige die
het masker paste’
16
| Sport en Bewegen
‘Ik speel mijn leven lang al in Beuningen. Het is vreemd, maar ik
wilde altijd al op hockey. Zo lang ik me kan heugen. Ik had neefjes die
speelden, maar ik denk dat ik al eerder enthousiast was. Ik ben eerst
gaan spelen, als aanvaller, en toen een keer de keepster ziek was, was
ik de enige die het masker paste. Zo ben ik gaan keepen. En ik vond het
direct leuk. Duiken, en zorgen dat de bal zo snel mogelijk uit de cirkel
verdwijnt. Soms met een sliding en soms met ‘een stukje tegenstander’.
Haha. Dat is een heerlijk gevoel. Dat ik overigens even moet missen, want
ik ben een jaar gestopt. Ik zet even alles op mijn studie, want sportleraar
worden is toch mijn belangrijkste passie.’
veel en graag’
‘Als ik chloor ruik,
Max van der Pas - student ALO
‘Als klein jochie, wilde ik al bokser worden. Maar in Elzendorp waar
ik vandaan kom, was alleen een voetbalclub en kon je gaan tennissen.
Bovendien waren mijn ouders erop tegen dat ik ging boksen, vanwege
het slechte imago van de sport. Maar uiteindelijk kreeg ik toch mijn zin.
Ik was acht en bokste meteen vrij aardig. Nu boks ik in de Bundesliga en
ga ik misschien wel een keer naar de Olympische Spelen. Ik zie boksen
als een spel. Ik wil iemand raken en moet ervoor zorgen dat ik zelf niet
geraakt word.’
‘Ik zie boksen
als een spel’
Jasper de Greef - docent/onderzoeker
‘Ik heb tot mijn vijftiende gevoetbald bij Vitesse’08 in Gemert. Ik was
best goed en werd in mijn laatste seizoen ook benaderd door een scout
van NEC. Ik scoorde nogal veel. Maar ik had toen al beslist om te gaan
volleyen. Mijn vader heeft vroeger hoog gespeeld, maar het lijkt erop dat
mijn keuze voor deze sport niets met hem te maken heeft. Hij liet mij vrij
in mijn keuze en ik kan me ook niet herinneren dat ik bij een wedstrijd
van hem ben geweest. Ik vond het voetballen veel te hard worden en
ervoer bij de volleyballers een veel prettiger en duurzamer contact. Verder
vind ik het een mooie combinatie van ‘samen dingen doen’ en onderdeel
uitmaken van de wereld om de sport heen. Die vind ik in het volleybal veel
aangenamer dan in het voetbal.’
‘Ik vond voetbal veel
te hard worden’
Iris de Zee - student SGM
‘Ik ben al heel jong gaan basketballen. Op straat. Daar gaat het om de trucjes
en niet om het resultaat en dat merkte ik toen ik op mijn elfde de zaal in ging.
Iemand had gevraagd of ik eens langskwam, ik had wel talent. Het duurde
even voordat ik het spelletje in de zaal door had. Het gaat daar niet zozeer
om je eigen prestatie maar om die van het team. Dat is nu nog de kick die
ik heb, dat ik anderen beter kan laten spelen. Het basketbal heeft een soort
ritme. Hiphop en daarbij coole kleding. Inmiddels ben ik 24 en voorzitter
van studentenbasketbalvereniging Trajanum. Ik speel nog steeds, maar ben,
ook in het kader van mijn studie, de vereniging zoveel als het nodig is aan het
professionaliseren. Dat gaat me aardig goed af.’
‘Het gaat om de
teamprestatie’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
17
ALO-studenten het hele jaar op Papendal
Studeren in de
sportiefste omgeving
van Nederland
De populariteit van de ALO, die studenten opleidt tot leraren lichamelijke
opvoeding, is groot. Dit jaar zijn er acht klassen gestart op de
Molkenboerstraat. Voor meer studenten was geen plek. Om de overige
dertig toch tegemoet te komen, kwam de organisatie met een noviteit:
(bijna) de hele opleiding volgen op sportcentrum Papendal (wat overigens
prima past binnen de visie van de HAN Sport en Bewegen, waar de ALO
toe behoort). Hoe ziet een dag studeren op Papendal eruit?
Het is vroeg in de ochtend. De kou zit in de lucht. Er zweeft een
lichte mist over de velden van Sportcentrum Papendal. In sporthal
West, naast het onderwijsgebouw van HAN Sport en Bewegen en
CIOS, brandt licht. In de hal zijn zo’n vijftien studenten aanwezig, al
omgekleed en klaar om hun spieren aan te sporen. De rest druppelt de
volgende tien minuten binnen.
Energie
Kwart voor negen is lastig te halen voor sommigen. Het openbaar
vervoer rond Papendal is natuurlijk niet zo uitgebreid en intensief als
in het centrum. Maar dat ze er veel voor over hebben om de vakken te
volgen, blijkt wel uit de verhalen over reistijden: studenten komen uit
18
| Sport en Bewegen
alle windstreken, van Olst tot Schijndel. Nathalie Altena (17) vertrekt
bijvoorbeeld om 7 uur van huis in Olst om op tijd in Arnhem te zijn. En
dat terwijl ze door een blessure niet eens aan de practicumlessen kan
meedoen. ‘Het is hier veel kleinschaliger, waardoor je iedereen kent. Dat
spreekt me wel aan. In Nijmegen heb je acht klassen! En vanuit Olst is
Arnhem ook dichterbij dan Nijmegen, glimlacht ze. Dat telt ook mee.’Als
iedereen er is, haalt een aantal studenten de attributen op die ze voor de
komende les nodig hebben. Vanuit het magazijn worden dikke matten,
paarden en ballen naar de sporthal gesjouwd. We kijken mee bij het
practicum Leren Lesgeven. In dit vak leren de studenten gymles te geven
aan een doelgroep van kinderen van zeven tot twaalf jaar, maar als een
aantal van hen een bal ziet rollen, zijn ze moeilijk in toom te houden. De
energie schiet door de gezonde lichamen en wil eruit.
Op elkaar
Na anderhalf uur rennen, springen, vliegen, duiken, vallen en opstaan
komen de fanatiekelingen tot rust tijdens het vak LOPO (Lichamelijke
Opvoeding in het Primair Onderwijs), een theorievak over de ontwikkeling
van het kind in de basisschooljeugd. In een klaslokaal bespreken de
nog nazwetende jongeren lastige situaties die zich hebben voorgedaan
tijdens stages. De vijftien worden verdeeld in twee groepen, er wordt
per groep een voorzitter en een notulist aangewezen. Vervolgens legt
iemand een situatie uit, waar de rest op reageert, door vragen te stellen
en suggesties of oplossingen aan te dragen. Zoals het verhaal van een
meisje in de bovenbouw van een basisschool dat gepest wordt vanwege
haar beperkte motoriek.
Topsporters
Na drie kwartier pauze, over het algemeen doorgebracht in de bescheiden
kantine van het onderwijsgebouw, zijn de twee groepen weer terug in
sporthal West. ‘We gaan ook wel naar het hoofdgebouw van Papendal’,
zegt Bram van Geffen (21). ‘Daar kun je lekker lunchen. Ook leuk om daar
rond te kijken, omdat je daar topsporters kunt tegenkomen.’ Bram woont
in Schijndel. ‘Met het openbaar vervoer is dat twee uur heen en twee uur
terug, ja. Maar dat maakt me niet uit. Op de heenweg slaap ik meestal en
op de terugweg begin ik alvast aan mijn huiswerk.’ Hem spreekt studeren
op Papendal wel aan. ‘Het heeft een bepaalde uitstraling. Je krijgt les in
een hal naast de beste tafeltennissers van Nederland, en aan de andere
kant van de straat trainen de beloftes van Vitesse. En het kleinschalige, van
dertig medestudenten, spreekt me ook aan. Het bevalt me hier prima.’
Spelregels
Terug naar de les: de docente van LOPO begeleidt de studenten nu tijdens
het practicum Sportvaardigheden. Voor dit blok hebben studenten zelf
een spel moeten bedenken – op basisschoolniveau. De bedenkers zetten
de attributen (doel, basket, pionnen, kegels) op de juiste plekken neer,
gaan voor de groep staan en leggen de spelregels uit. En daarna gaan ze
los! Als gekken proberen de studenten, die in groepen verdeeld zijn, te
scoren, met voetbal, basketbal, hockeybal, het maakt allemaal niet uit,
als het maar een bal is. Het is aan de docenten om deze – positieve energie te kanaliseren, of dat nu in een schoolgebouw in Nijmegen is of
op een sportcomplex in Arnhem, dat maakt verder niet uit. Maar voor
sportgekken is Papendal natuurlijk een toplocatie.
Vanaf 2014 zal HAN Sport en Bewegen ook het Universitair
Sportcentrum in Nijmegen betrekken. Daarmee zitten de ALO,
SBE en SGM op de plekken die sport ademen en waar ze dus
thuis horen.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
19
SGM-stagiair Ruben van de Water
Ruben kiest
nooit voor de
makkelijke weg
Ruben van de Water (25) is geboren en getogen Nijmegenaar en leeft voor de voetbalsport. Als talentvolle speler, als
jeugdtrainer en sinds kort als eigenaar van een eigen meidenvoetbalschool. Als vierdejaars student Sport, Gezondheid
en Management staat hem nu een spannend jaar te wachten.
Ruben tijdens de training
van N.E.C. D1
‘Het was een
droom van
me om naar
Amerika te
gaan’
20
| Sport en Bewegen
Ruben gold in de jeugd zelf als talent en werd opgemerkt door
onder andere FC Oss en NAC Breda. Hij studeerde aan het CIOS
in Arnhem en speelde voor hoofdklasser SV Deurne. Dat bleef niet
onopgemerkt; hij kreeg een 4-jarige beurs om te voetballen en te
studeren aan de Xavier University in Ohio. Ruben: ‘Het was een
droom van me om naar Amerika te gaan. Helaas werd mijn moeder
ernstig ziek en overleed. Ik ben enig kind en heb toen besloten bij
mijn vader te blijven en te beginnen met de studie SGM’.
Kriebels
Maar de kriebels voor Amerika bleven bestaan. Na twee jaar kwam er
opnieuw een aanbod vanuit Ohio, dit keer van de Dayton Dutch Lions, de
club van onder andere oud-prof Erik Tammer. ‘Ik ging er niet alleen heen
om te voetballen. Ik wilde ontdekken waar mijn talent zat, wat ik eigenlijk
het leukste vind en hoe ik verder wil. Ik heb dan ook veel verschillende
dingen aangepakt, zoals het opstarten van de jeugdopleiding, trainingen
verzorgen en zelf voetballen. Ik werkte van negen tot negen en na een
jaar was ik helemaal op’. Ruben heeft er toch geen spijt van. ‘Ik wilde het
heel graag en nu weet ik wat het is. Ik heb er heel veel van geleerd en
een goed beeld gekregen wie ik ben en wat ik wil. Ik ben een trainer met
managementkwaliteiten en ambitie in de topsport’.
Spannend
Zijn SGM-diploma zal hem straks zeker van pas komen. Maar
eerst wacht hem nog een spannend jaar. ‘Ik ben net gestart met
‘Ik werkte van negen
tot negen en na een jaar
was ik helemaal op’
mijn praktijkstage en aansluitend volgt de afstudeerstage. Mijn
stageopdracht sluit goed aan bij mijn werk als trainer/coach. Voor
Topsport Gelderland doe ik een behoeftenonderzoek onder coaches
in de topsport. Wat vinden zij belangrijk in de coaching, wat missen
ze daarin, en hoe kan Topsport Gelderland daarin ondersteuning
bieden.
Je vraagt je af hoe hij het allemaal geregeld krijgt. Drie avonden in
de week trainingen geven aan NEC D1, één avond per week aan de
meiden van NEC, op zaterdag een wedstrijd en zondag zijn eigen
voetbalschool. En dan heeft hij ook nog een vriendin, bezoekt
concerten en speelt gitaar. ‘Ik heb nooit de makkelijke weg gekozen.
De tijd dat je studeert moet je aanpakken om te experimenteren, te
onderzoeken wat je wilt, waar je goed in bent. Ik kijk niet ver vooruit
maar probeer kansen te zien en te pakken. Ik barst altijd van de
ideeën, maar de kunst is om er iets mee te doen en het af te maken.
Daar ligt voor mij de uitdaging’.
Als jeugdtrainer krijgt Ruben vooral energie van de ontwikkeling die
kinderen doormaken. ‘Winnen is niet het allerbelangrijkste. Elkaars
zwakke en sterke punten leren kennen, samenwerken en ook durven
toegeven. Maar vooral ook zelf nadenken over oplossingen en niet
alleen maar focussen op de tegenstander. Als je dan dingen terugziet
die werken, dat is echt genieten. Soms hoor ik van ouders dat de
dingen die ze van mij geleerd hebben blijvend zijn. Dat is het grootste
compliment dat ze mij kunnen geven’.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
21
Bossaball en HAN Sport en Bewegen...
...Een
gouden
combinatie
Bossaball, het klinkt als een spel dat je vroeger tijdens gymlessen deed. Het tegenovergestelde is
waar. Bossaball is een relatief nieuwe sport waarbij volleybal, trampolinespringen en beachvoetbal
worden gecombineerd. Sander Siemes heeft in samenwerking met HAN Sport en Bewegen een
eigen vereniging in Nijmegen opgezet. ‘Het is zo’n spectaculaire sport. Ik was na één keer meedoen
helemaal overgehaald!’
Niet alle sporten brengen je in Mexico, Tsjechië of Barcelona. Dat
geldt in het geval van Sander wel voor bossaball. De voormalig
ALO-student werd in 2009 uitgenodigd om eens deel te nemen
aan een bossaball evenement en hij was meteen verkocht. ‘Ik
was meteen enthousiast, het is een geweldige combinatie van
verschillende sporten en het is enorm uitdagend’, aldus de huidige
leraar Lichamelijke Opvoeding aan het Dominicus College in
Nijmegen.
(On)mogelijk voor iedereen
Na een tijd trainen en werken als instructeur op evenementen
werd Sander demonstratiespeler. Tijdens evenementen door heel
Nederland laat hij zijn ‘skills’ zien en het bracht hem inmiddels
dus ook al buiten de landsgrenzen. Dat er demonstratiespelers
voor nodig zijn geeft het idee dat het een heel moeilijke sport is.
Een paar Youtube video’s verder is dit beeld niet minder geworden.
Het lijkt op een sport die alleen gedaan kan worden door echte
professionele sporters, maar niets is minder waar volgens de LO
docent. ‘In Nijmegen zijn we onlangs begonnen met trainingen
in de Jan Massink hal. Er zijn nu al 12-jarige kinderen die salto’s
maken en de bal daarbij over het net spelen. We proberen met
eenvoudige, speelse oefeningen het spel aan te leren op ieders
niveau’, vertelt Sander gepassioneerd.
HAN Sport en Bewegen en bossaball
Al enige tijd werkt Sander samen met HAN Sport en Bewegen.
Zo is er een bossaballveld aangeschaft door het Instituut voor
sportevenementen in Nijmegen en omstreken en vanaf blok 4 dit
studiejaar wordt het zelfs gebruikt in het onderwijs, waarmee het
22
| Sport en Bewegen
de eerste onderwijsinstelling is die bossaball implementeert. ‘Het
is niet alleen goed voor sporten en bewegen, maar de studenten
leren ook evenementen te organiseren en les te geven. In juni
2013 wordt zelfs het eerste NK georganiseerd, waarbij alle drie
de sportopleidingen samenwerken. Bovendien is het door de
samenwerking van HAN Sport en Bewegen en Music and Sports
ook relatief goedkoop om op evenementen te staan’, aldus Sander.
Sneeuwbaleffect
In samenwerking met HAN Sport en Bewegen en door het
organiseren van evenementen in Nijmegen en omstreken hoopt
de voormalig ALO-student op een sneeuwbaleffect. Tijdens de
zomer van 2012 werd er bijvoorbeeld een toernooi georganiseerd
op de Waalkade in Nijmegen en daar bleek het meteen aan te slaan
Braziliaanse roots
en stroomden er inschrijvingen voor de trainingen binnen. ‘We
kunnen per trainingsblok achttien personen in de training hebben.
Aan dat maximum aantal zitten we al bijna, maar bij meer dan
achttien spelers komt er gewoon een extra trainingstijd bij’, vertelt
Sander enthousiast. Internationaal gezien komen in de sport
van de 22 deelnemende landen de meeste bossaball spelers al uit
Nederland en de docent LO hoopt dit nog verder te ontwikkelen.
‘Onze club werft leden door een innovatief concept, namelijk
inschrijvingen per blok van zes weken. Geen abonnementen en je
zit dus ook nergens aan vast’, licht Sander nog toe.
Toekomst
Sportdocent Sander heeft grote plannen met de nieuwe sport. Zo
hoopt hij dat er over een jaar voldoende leden zijn bij de Bossaball
club Nijmegen. ‘Volle trainingen op meerdere trainingsdagen
zou mooi zijn. Daarin zou het ook mooi zijn als ALO studenten
trainingen kunnen gaan geven. Persoonlijk hoop ik me meer
met de organisatorische kant bezig te houden en het regelen van
evenementen. We proberen tevens een competitie op te starten in
Nederland. Ook hoop ik op de HAN een studentenkampioenschap
te organiseren om het spel nog dichter bij de studenten en via
hen ook bij middelbare scholieren en burgers te brengen.’ Het
belangrijkste doel van de voormalig ALO-student is het verzorgen
en organiseren van clinics en het spelen van demonstraties over
de hele wereld. Sander: ‘Reizen en sporten, de perfecte combinatie
voor mij!’
De belangrijkste persoon voor de bossaball sport is Filip
Eyckmans geweest. De Belg bedacht tussen 2003 en 2005
het concept voor de spectaculaire sport. Tijdens zijn
werkzaamheden als manager van de Belgische rockgroep
dEUS in de jaren ’90 kwam Eyckmans in Brazilië in aanraking
met het Afro-Braziliaanse capoeira en met de Braziliaanse
namiddagen, waar voetbal, dans, volleybal en de Bos-sanova
muziek samengaan. ‘Bossaball is een soort mix van al die
verschillende elementen. Daar komt bij dat tuintrampolines
in die periode erg gewild waren,’ vertelt Sander Siemes terwijl
zijn ogen beginnen te stralen. ‘Het is zo’n spectaculaire en
leuke sport, die past ook perfect bij de Zuid-Amerikaanse en
Braziliaanse sfeer.’
Spelregels
Bij bossaball gaat het erom om de bal op grond van het speelveld
van de tegenstander te krijgen voor één punt. Scoren op de
trampoline levert drie punten op. De teams hebben drie, vier of
vijf spelers. De hoogte van het net tussen de twee speelhelften
wordt aangepast aan het niveau van de spelers; bijvoorbeeld
voor professionals, mannen, vrouwen of kinderen. Elk team
mag de bal op de eigen helft rondspelen met een maximum van
vijf contacten. Aanraken mag slechts eenmaal met de handen
en maximaal twee keer met hun voeten of het hoofd.
Meer informatie over trainingen in Nijmegen? Stuur dan
een e-mail naar [email protected]
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
23
Formupgrade populaire stage- en afstudeerplek
De kracht zit in
Luuk van Gerwen
In Arnhem is sinds enkele jaren een zeer interessante
kruisbestuiving gaande. Huisartsen, fysiotherapeuten,
diëtisten, sportinspecteurs en personal trainers vormen
samen een team dat mensen met diabetes, obesitas en
copd (chronisch obstructieve longziekte) via persoonlijke
begeleiding van hun problemen probeert af te helpen.
Dat past precies in het straatje van de opleiding Sport- en
Bewegingseducatie (SBE).
De in 2011 overleden huisarts Ton Verheij had een droom. Een
droom van een beweegcentrum waar, naast patiënten met chronische
indicaties zoals diabetes en COPD, ook prestatiegerichte sporters
samen zouden komen om op professionele wijze te werken aan
vooruitgang en resultaat. Die droom ging in 2008 in vervulling toen
hij samen met zijn zoon Thomas Formupgrade oprichtte. Thomas
hielp patiënten die door zijn vader werden doorverwezen. Eerst in een
kleine kelder, tegenwoordig in een gloednieuw gebouw aan Onder
de Linden, in Klarendal. Voor die locatie is niet zomaar gekozen: het
nieuwe pand staat vlak naast het zogeheten School III, een monumentaal pand uit 1906 waar een groep huisartsen en fysiotherapeuten
zich gaat vestigen. Dat de formule succesvol lijkt, blijkt uit het feit dat
Formupgrade afgelopen zomer is uitgebreid met een filiaal in Malburgen, in Arnhem-Zuid.
Eerstelijnszorg
De combinatie van disciplines (huisarts-fysiotherapeut-diëtist-personal trainer) is niet nieuw, zegt Edwin van Gastel, stagedocent SBE:
‘Maar vader en zoon Verheij horen wel bij de initiatiefnemers die in
heel Nederland eerstelijnszorg (huisarts in combinatie met fysiotherapeut) toekenden. Het is een tendens. Sport en Bewegingseducatie
is in 2006 met dezelfde gedachte gestart: een link tussen eerstelijnszorg en sporten en bewegen.’ Logisch dat Van Gastel, die Formupgrade kent via zijn werkzaamheden bij Sportcentrum Arnhem, in
2011 vroeg of een van zijn studenten bij Formupgrade kon stagelopen.
Dat werd gehonoreerd. Die eerste stage beviel alle betrokken partijen
blijkbaar goed. Nu, een jaar later, lopen er zeven studenten rond bij
Formupgrade.
Sportbedrijf Arnhem
Van de zeven stagiairs zijn er drie vierdejaars. Zij doen praktijkgericht
onderzoek. De overige vier zijn derdejaars, die het hele jaar drie dagen
24
| Sport en Bewegen
de combinatie
‘Bij Formupgrade zijn
alle leeftijden welkom,
maar jongeren zie je
er niet vaak’
in de week stage lopen. Luuk van Gerwen (25) is er een van. Hij kan
het verschil tussen Sportbedrijf Arnhem en Formupgrade makkelijk
duiden, omdat hij ook bij het Sportcentrum heeft stage gelopen: ‘Daar
heb je meer een organiserende rol. Je organiseert buurtprojecten,
sportdagen, naschoolse activiteiten. Maar op die manier kom je minder met mensen in aanraking.’ Dat is bij Formupgrade wel anders.
Daar werkt hij in eerste instantie met groepen om later over te gaan
tot individuele begeleiding.
In het diepe
Ook Dionne Reugebrink (20) loopt stage bij Formupgrade. Net
als Luuk vindt ze het fijn dat ze veel eigen inbreng heeft, een
logisch gevolg van het feit dat de stagiairs bij het beweegcentrum
al gauw in het diepe worden gegooid. De twee krijgen diverse
opdrachten van school mee, zoals het verbeteren van coachingsgesprekken. Het voor de groep staan en lesgeven gaat haar inmiddels goed af. ‘Maar ik moest wel wennen aan de mensen.’ Een
andere opdracht voor Dionne is het leren omgaan met verschillende doelgroepen en die in een les proberen samen te voegen.
‘Bij Formupgrade zijn alle leeftijden welkom, maar jongeren zie
je er niet vaak’, weet ze inmiddels uit ervaring. ‘Het zijn toch
vooral volwassenen met hart- of longkwalen en obesitas die hier
wekelijks naar toe komen.’ Formupgrade heeft bewust voor achterstandswijken (Klarendal en Malburgen) gekozen, omdat daar
de sportdeelname het laagst is.
Is dit een functie waar de twee hun beroep van zouden willen
maken? Luuk: ‘Ik weet het nog niet. Dit spreekt me wel aan, maar
het lijkt me ook interessant om in de revalidatie bezig te zijn.’
Dionne: ‘Het liefst zou ik zélf een bewegingscentrum willen
hebben, zodat ik niet alleen lesgeef, maar ook een deel van de tijd
met management bezig ben. Zo houd ik de uitdaging groot.’
Dionne Reugebrink
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
25
Studievereniging Tri Movere
Meer dan
alleen feesten’
De studentenvereniging Tri Movere van HAN Sport en Bewegen heeft inmiddels al 220 leden. Emmy Duijnstee is er als
voorzitter vanaf het begin bij betrokken geweest. En dat het voorzitterschap nogal wat vergt van je, is haar inmiddels ook
wel duidelijk geworden. ‘Naast de studie en Tri Movere moest ik ook nog veel werken om de studie en langstudeerboete te
betalen. Maar gelukkig dat de die laatste is geschrapt,’ beseft de studente Sport- en Bewegingseducatie.
Emmy leek het altijd al leuk om iets te doen met een studievereniging.
‘Het leek me leuk om meer met andere mensen in contact te zijn en
via Tri Movere is dat uiteindelijk ook gelukt. Tot nu toe zijn we vooral
veel bezig geweest met het werven van leden door het organiseren van
feesten, waardoor we nu 220 leden in hebben in totaal en ongeveer
dertig actieve leden in de verschillende commissies. Daarom kunnen
we ons nu ook gaan richten op het organiseren van andere activiteiten,’
zegt de SBE-studente.
Succes
Terugkijkend op hoe het tot nu toe is gegaan is Emmy tevreden. ‘We
hadden een half jaar geleden niet gerekend op 220 leden voor nu, dat is
meer dan verwacht. De kick-off week was een succes en we hebben ons
veel kunnen laten zien, wat leidde tot dertig á veertig nieuwe leden voor
de studievereniging. Daarin is ook geprobeerd om duidelijk te maken dat
we geen studentenvereniging zijn, waar het vooral gaat om de feesten
eromheen. Er worden nu dus ook andere dingen georganiseerd’, aldus
Emmy. Zo gaat Tri Movere meedoen aan de Serious Request actie van
komend jaar in Enschede en de Batavierenrace, doen ze mee met de
verschillende sportcafé’s die er komen, gaan ze nog een weekend weg
naar een kerstmarkt en zijn ze naar Walibi geweest.
26
| Sport en Bewegen
Korting
Dat leden van de studievereniging 10 tot 40 procent korting krijgen op
nieuwe studieboeken is volgens Emmy maar één van de vele voordelen.
‘Niet iedereen staat open voor een studievereniging, maar het is juist
leuk om een leven naast je studie te hebben. Niet alleen studeren om
te studeren, maar ook echt contact hebben met je medestudenten,
dat maakt het leuker. Dat de directie en docenten van HAN Sport en
Bewegen ons graag ondersteunen, maakt het voor ons nog makkelijker
en fijner.’
Na dit studiejaar moet Emmy helaas
stoppen als voorzitter van Tri Movere
vanwege tijdgebrek. Als ze komend jaar
terugkijkt op de gehele periode hoopt ze in
ieder geval trots te kunnen zijn.
‘Een grote studievereniging, veel contacten,
dat alle studenten Tri Movere kennen en dat
het nog lang blijft voortbestaan. Zo zou ik
terug willen kijken naar mijn periode hier’,
besluit Emmy met een vrolijke lach.
Leefstijlcoaches helpen chronisch zieken op weg
Het juiste duwtje in de rug
Leefstijlcoaches Melissa Davina en Brenda de Wolf zijn nu een jaar
bezig bij Sportbedrijf Arnhem en dat werpt z’n vruchten af. ‘Wij
vormen de schakel tussen de eerstelijnszorg en cliënten. Als patiënten
met een chronische aandoening op advies van de huisarts moeten
sporten, zijn wij er om, samen met de cliënt, een motiverend plan
van aanpak op te stellen.’ Linda Aalders en Manon Janssen, beiden
laatstejaars Sport- en Bewegingseducatie aan de HAN lopen stage bij
de twee coaches. ‘Het is zeer uitdagend werk.’
Overigens betekent het níet dat iedereen die moeite heeft om zichzelf
richting de sportschool te slepen, een leefstijlcoach in de arm kan
nemen. ‘We zijn er écht voor een specifieke groep’, legt Melissa
uit. ‘Denk aan mensen met diabetes, COPD, hart- en vaatziekten en
chronische rug- en nekklachten. De samenwerking tussen huisartsen,
diëtisten, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners is de afgelopen
jaren beter geworden. Er zijn veel multifunctionele gezondheidscentra
ontstaan, waardoor patienten beter begeleid kunnen worden in hun
behandelproces. Wat nog ontbrak, zo bleek uit onderzoek, was een
intermediair. Er lag een gapend gat tussen het advies te gaan sporten
en het daadwerkelijk, consequent uitvoeren ervan. Het helpt als
iemand een realistisch plan voor je opstelt, meegaat naar sportcentra
en je motiveert en ondersteunt bij het behalen van je gestelde doelen.
Daarom zijn wij er nu.’
het doel? Waarom worstel je met je gezondheid en het onvermogen
te bewegen? Dat is vaak géén luiheid. Zo kan het financieel lastig
zijn, of weet je niet waar je moet beginnen.’ De benadering verschilt
wél per individu. ‘Soms zie je elkaar drie keer om alleen te praten. De
drempel verlagen, vertrouwen winnen, en langzaam stappen zetten.
Andere keren is er één gesprek nodig, zoeken we een activiteit die
past bij de persoon en is dat duwtje in de rug voldoende.’
Geduld en inzicht
De activiteiten, van cardio en fitness tot zwemmen en hardlopen,
vinden plaats in de wijk waar de cliënt woont. ‘Hoe dichterbij, hoe
lager de drempel. We merken dat vooral ‘probleemwijken’, waar
veel werkelozen en laagopgeleiden wonen, minder sporten vanwege
lidmaat-schapskosten en ongezonde leefstijlen’, aldus Melissa. De
cliënten betalen zelf voor de activiteit, passend bij hun budget. ‘Wij
krijgen subsidie van de gemeente en steun van de GGD om ons werk
te doen.’ De stagiaires, Linda en Manon, zijn nog maar een maand
aan het werk onder de vleugels van Melissa en Brenda. ‘We hebben
nog geen eigen cliënten, maar zijn aanwezig geweest bij een intakegesprek en zien van binnenuit hoe je een plan van aanpak opstelt.
Dat vergt geduld en inzicht.’ De twee zijn behalve sportliefhebbers,
ook geïnteresseerd in de beweegredenen van mensen. ‘Daarom is de
rol van leefstijlcoach ook zo interessant: je koppelt mensenkennis
aan bewegingskunde.’
Benadering
Hoe gaan de leefstijlcoaches te werk vanaf het moment dat een cliënt
zich aanmeldt? ‘Eerst is er een intakegesprek’, aldus Brenda. ‘Wat is
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
27
SGM-afgestudeerde Jelle Huntelaar:
‘Risico
daagt me uit’
Solliciteren hoefde hij amper na het behalen van zijn Sport, Gezondheid
en Management (SGM)-diploma. Al snel werd hij benaderd door zijn neef
Tom Olthof, één van de oprichters van voetbalreisbureau voetbalreizen.
com. Jelle: ‘Als junior salesmanager verkoop ik online reisarrangementen
rond voetbalwedstrijden in Europa en bedenk ik nieuwe concepten. Dat
betekent dat ik heel veel regel voor onze klanten. Mijn dag bestaat vooral
uit bellen en mailen met clubs, hotels en evenementenbureaus’.
Glimlach
Dat organiseren zat er altijd al in. Tijdens mijn studie werkte ik al voor
de Feestfabriek AKG, het bedrijf achter familiefestival de Zwarte Cross.
‘Het leukste van dit werk is dat je iets moois mag organiseren voor
andere mensen, een beleving inrichten. Mijn grootste uitdaging is als
mensen daarbij een glimlach op hun gezicht krijgen’. Op de vraag wat
hij aan SGM heeft gehad voor zijn huidige baan: ‘Het is lastig om even
op te sommen wat ik daarvan nu dagelijks gebruik. Maar ik heb wel
geleerd problemen te signaleren en zelf oplossingen aan te dragen.
Ook heb ik leren onderhandelen en klantgericht adviseren. Tijdens de
Student Company heb ik een commercieel inzicht ontwikkeld en heb
ik de uitdaging van het verkopen ervaren. Ik weet nog goed dat we na
veel mislukte belpogingen gewoon de straat opgingen. Bij het eerste
bedrijf waar we aanbelden zaten we binnen vijf minuten aan tafel en
met resultaat. Dat gaf een geweldige kick.’
contact met mensen van mijn stagebedrijf. Maar laat ook zien wat jij
aan een organisatie hebt toe te voegen, probeer op te vallen. Mensen
aanspreken, congressen en sportevenementen bezoeken, kijken of
je met de organisatie in contact kan komen. Het ergste dat je kan
overkomen is dat mensen ‘nee’ zeggen. Maar de meeste bedrijven
vinden het juist leuk om met studenten samen te werken.
Netwerk
Www.voetbalreizen.com is een organisatie die zich gespecialiseerd
heeft in het aanbieden van geheel of gedeeltelijk georganiseerde
voetbalreizen. De organisatie bestaat inmiddels 8 jaar en wordt geleid
door 2 ambitieuze ondernemers. De organisatie brengt u graag naar
de mooiste en spannendste Europese voetbalcompetities.
Jelle heeft zijn studietijd volop benut om te bedenken wat hij precies
wil. En dat advies heeft hij eigenlijk ook voor de huidige studenten:
‘Doe wat je leuk vindt en probeer zo vroeg mogelijk te weten te
komen waar je over een paar jaar naartoe wilt. Het is belangrijk om
nu al je eigen netwerk op te bouwen. Ik heb namelijk nog steeds
28
| Sport en Bewegen
In de toekomst wil Jelle nog wel eigenaar zijn van een eigen bedrijf
in de sportbusiness. ‘Risico daagt me uit. Het blijft leuk om nieuwe
dingen te doen, nieuwe concepten te bedenken. Als ik een idee heb
wil ik er liefst meteen mee aan de slag. Als ondernemer krijg je de
vrijheid om dat te doen’.
‘Het ergste
dat je kan
overkomen
is dat
mensen
nee zeggen’
Het toekomstperspectief
Arbeidsmarktmonitor Sport (AMMS) monitort al sinds 2006 de
arbeidsmarkt voor Sport en Bewegen (S&B) studenten op MBO- en
HBO niveau. De AMMS wijst de overheidsdiensten en commerciële
organisaties met betrekking tot sport en bewegen als de belangrijkste
werkgevers in de sport aan. In de uitgave van 2011 voorziet de AMMS,
ondanks de economisch moeilijke periode, een stijging van de
arbeidsmarkt voor afgestudeerde S&B-studenten. Verder concludeert
de AMMS dat de aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de
arbeidsmarkt momenteel goed is.
een vervolgopleiding. Van de hbo-ers die aan een vervolgopleiding
deelnemen, heeft bijna de helft een baan. Dat maakt dat in totaal
tweederde actief is op de arbeidsmarkt Sport en Bewegen (eventueel in
combinatie met een opleiding) en een derde niet. Meer dan 80 procent
heeft minstens één baan in de sportsector.
Van de hbo-gediplomeerden stroomt ruim 60 procent direct naar
de arbeidsmarkt en start de rest direct of na verloop van tijd met
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
29
WAAR LEIDEN WIJ VOOR OP
30
WAAR LEIDT HAN SPORT EN BEWEGEN VOOR OP?
Sport, Gezondheid en Management (SGM)
Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO)
De SGM’er is een professional die werkzaam kan zijn als
sportmanager, leefstijlbegeleider of als adviseur voor gezond leven
en bewegen. Hij is een specialist in de werelden van sport en
gezondheid.
Een docent sport en bewegen begeleidt leerlingen in verschillende
onderwijscontexten. Dat doet hij op wetenschappelijke
onderbouwde wijze en heeft daarbij ook aandacht voor een gezonde
leefstijl en voor talentontwikkeling in de breedste zin van het woord.
Sport- en Bewegingseducatie (SBE)
Masteropleiding
De SBE’er ontwikkelt en begeleidt sport- en bewegingsactiviteiten
die mensen in bijzondere omstandigheden helpen om beter te
functioneren. Het kan gaan om mensen met een beperking,
bewoners in probleemwijken, maar ook recreanten en toeristen.
De Master Sport- en Beweeginnovatie beantwoordt aan de
professionaliseringsbehoefte. Het programma van deze Master is
gebaseerd op het innovatieproces: van het eerste, onderzoekende
begin tot het daadwerkelijk invoeren en zelfs winstgevend maken
van een vernieuwing. Tijdens deze Master leert u hoe u succesvol
innoveert binnen de sector sport en bewegen.
| Sport en Bewegen
HAN SENECA biedt naast genoemde opleidingen diverse cursussen aan.
Coaching
Management
- Basistraining tot leefstijlcoach
- Begeleider Actieve Leefstijl
- Basistraining Empoweren zelfmanagement bij chronisch zieken
- Sportpsychologie en mentale training
- Introductie Health & Performance @ Work
- Health & Performance @ Work
- Manager Actieve Leefstijl
- Sportmanagement
- Integraal Vitaliteitsmanagement
Economie
Voeding
- Sport en economie
- Sporttoerisme
- Sportdiëtetiek
- Sport en voeding
- Voeding en duursport
- Voeding en krachtsport
- Voedingssupplementen in de sport
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
31
Stel je voor
Ilona Grandia
‘Schaatsen op natuurijs, dat is
ongelófelijk mooi!’
Ilona is marathonschaatster, derdejaars studente Sport- en
Bewegingseducatie (SBE), 19 jaar en woont in Zuilichem, een
klein dorp bij Zaltbommel. ‘Ik ben de oudste uit een gezin met
vier meiden. En die schaatsen allemaal!’
Hoezo marathonschaatsen?
‘Als meisje van 8 was ik al druk met schaatsen. Op een bepaald moment
kwam mijn opa met het idee om eens met noren te gaan schaatsen.
Vanaf dat moment was ik verkocht. In het begin deed ik vooral aan langebaanschaatsen, vanaf mijn veertiende ben ik begonnen met marathonschaatsen. Schaatsen op natuurijs is het mooiste wat er is.’
Wat brengt dat allemaal met zich mee?
‘Sinds dit jaar zit ik bij de beste schaatsters van Nederland. Dat betekent
trainen, heel veel trainen. Mijn gemiddelde moest van 32 naar 40 km per
uur. Ik train daarom elke dag behalve vrijdag. Twee dagen per week op de
ijsbaan in Breda, de andere dagen op de fiets.’
Is dat wel te combineren met school?
‘Het kan zeker, maar ik moet wel alles heel strak plannen. Ik heb een
topsportregeling en dus wordt er flexibel omgegaan met aanwezigheid
en studieopdrachten. Ik ben trouwens ook erg blij met het begrip en de
interesse van mijn medestudenten. Dat helpt natuurlijk ook.’
Hoe ziet een gemiddelde dag eruit?
‘Meestal sta ik rond 6 uur op, eet mijn ontbijt en rij naar het station om
de trein te pakken naar school. Daar volg ik lessen van kwart voor negen
tot vier uur. Dan weer in de trein naar huis, een hapje eten en klaarmaken voor de training. Na de training maak ik huiswerk dat ik nog niet
af heb gekregen in de trein. Om 10 uur lig ik meestal in bed. Je ziet het,
ik heb weinig tijd voor uitgaan of een vriendje.’
Waar ben je trots op?
‘Mijn allereerste wedstrijd op natuurijs was op de Weissensee in Oostenrijk. Het was voor het eerst dat ik een wedstrijd uitreed van 70 kilometer.
Toen ik helemaal kapot over de finish kwam was ik erg trots op mezelf.’
Hoe ziet jouw leven eruit over twee jaar?
‘In ieder geval nog steeds schaatsen aan de top. En een baan als leefstijlcoach. Momenteel loop ik stage bij een fysiopraktijk als begeleider
en coach. Dat bevalt me erg goed. Andere mensen gezonder laten leven
en mijn eigen drive overbrengen op anderen. Dat zie ik toch wel als een
soort missie in mijn leven.’