12.05 Wat vindt de patholoog? Prof. dr. P.J. van Diest, patholoog

Bevolkingsonderzoek borstkanker
Wat vindt de patholoog?
Paul J van Diest
Kengetallen
Gescreend
1.000.000
Verwezen
24.000
Benigne na beeldvorming
14.880
Gebiopteerd
9.120
Wat vindt de patholoog ervan ?
Wat vindt de patholoog in het weefsel?
Gebiopteerde patienten
Borstkanker
DCIS 15%
invasief 85%
“Benigne” na biopsie
6.300
945
5.355
2.820
Wat vindt de patholoog voor DCIS?
DCIS
Met name laaggradig DCIS
cribriform
micropapillair
Wat vindt de patholoog voor invasiefs?
Invasief carcinoom
Met name laaggradige types:
MAI laag, graad 1/2, ER+, PR+, HER2-
cribriform
tubulair
mucineus
lobulair
Wat vindt de patholoog voor benignes?
Echt benigne
Adenose
Apocriene metaplasie
Papillomatose
Fibroadenoom
Apocrien adenoom
Tubulair adenoom
adenose
apocrien adenoom
(microkalk)
(microkalk)
(laesie)
(laesie)
(laesie)
(laesie)
fibroadenoom
tubulair adenoom
Wat vindt de patholoog voor premalignes?
Premaligne
Cylinder cel laesie
Atypische ductale hyperplasie
Radial scar
Lobulaire neoplasie
CCL
ADH
(microkalk)
(microkalk)
(laesie)
radial scar
lobulaire neoplasie
Risico factoren
Precursor lesion
RR for invasive
cancer
Columnar cell lesions with atypia/flat epithelial
atypia
4-5
Atypical ductal hyperplasia
4-5
Ductal carcinoma in situ
10-11
Atypical lobular hyperplasia
Lobular carcinoma in situ
4-5
10-11
Underestimate rate
Underestimate rate
Progressie risico columnar cell lesions
Cumulative chance (%)
100
80
60
40
20% progressie risico bij atypie
20
0
0
20
40
60
80
100
Follow-up interval (months)
Voorkomt excisie van CCL-A progressie?
- 52/311 met CNB diagnose of CCL/CCL-ADH ondergingen excisie
- 9 DCIS
- 7 invasief carcinoom
- na follow up van mediaan 3.9 jaar maar 2% progressie
Incidentie van CCL sinds digitale mammografie
- meer biopten (7.6 vs 5.0%)
- in biopten groep, meer biopten voor microkalk (25% vs 21%)
- meer CCL (10.8 vs 4.9%)
- vooral meer CCL zonder atypie (10.8 vs 4.9%)
Vinden pathologen allemaal hetzelfde?
- six pathologists reviewed 24 proliferative ductal lesions
- classified as usual hyperplasia/atypical hyperplasia/carcinoma in situ
- complete agreement in 14 cases (58%)
- five or more agreed in 17 cases (71%)
- four or more agreed in 22 cases (92%)
Schnitt S et al. Am J Surg Pathol 1992;16:1133-1143.
- CCL vs blunt duct adenose?
Oplossing reproduceerbaarheids probleem?
- alleen gespecialiseerde mammapathologen (examen)?
- double reading? (digitaal?)
- standaard immunohistochemie voor CK5/CK14/ER/p63?
- lumpen diagnoses met dezelfde klinische consequentie
-
Bv “atypische intraductale proliferatie, DD ADH/DCIS gr 1”
- moleculaire test?
- invloed sneldiagnostiek?
Conclusies
In het bevolkingsonderzoek borstkanker vindt de patholoog:
-
Veel benigne laesies
Veel laaggradige premaligne laesies
Veel laaggradige maligne laesies
Overbehandeling?
Stratificeren mbt associatie en - progressie risico moeilijk (atypie/graad)
Probleem met reproduceerbaarheid diagnose premaligne laesies
Moleculaire tests zijn noodzakelijk