Stand van zaken payrolling december 2014 Payrolling is momenteel volop in ontwikkeling. De rechtspraak en de politiek spreken zich hier vaak over uit. Maar wat is nu de laatste stand van zaken? Hieronder volgt een overzicht van recente vraagstukken en de uitkomst tot op heden. Is de allocatieve functie een vereiste voor de uitzendovereenkomst? Lange tijd bestond er discussie over of het ontbreken van een allocatieve functie er toe zou kunnen leiden dat de payrollonderneming geen werkgever in de zin van artikel 7:690 BW kan zijn. 1 2 Het Hof Amsterdam en het Hof Den Haag hebben op resp. 9 september 2014, 28 oktober 2014 en 30 september 2014 in drie verschillende uitspraken geoordeeld dat een onderneming geen allocatieve functie hoeft te hebben om onder artikel 7:690 BW te kunnen vallen, zolang wel aan de andere vereisten van dat artikel wordt voldaan (zoals ter beschikking stellen). Door deze uitspraken is door het Hof duidelijk gemaakt dat payrolling als driehoeksrelatie onder de wettelijke basis van 7:690 BW valt en de payrollverhouding geduid kan worden als een bijzondere vorm van de uitzendrelatie . Wie is de werkgever? De opdrachtgever of de payrollonderneming? Omdat bij payrolling sprake is van een driehoeksverhouding tussen werknemer, werkgever en opdrachtgever kan er soms verwarring ontstaan bij wie nu het juridisch werkgeverschap ligt. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft d.d. 2 september 2014 geoordeeld dat de payrollwerkgever juridisch werkgever is (met de bijbehorende administratieve en juridische verantwoordelijkheid). Sindsdien zijn er ook een aantal kort gedingen behandeld waarbij een werknemer een dienstverband bij de opdrachtgever heeft geclaimd. In deze kort gedingen gaf de kantonrechter echter aan dat de 3 payrollwerknemer in dienst was van de payrollonderneming en niet van de opdrachtgever . Ook wordt in het kader van de WWZ door de overheid veel geschreven over payrolling, waarbij steeds 4 als uitgangspunt geldt: de payrollwerkgever is ook echt de juridisch werkgever . Hoe zit dat met dat ontslagrecht voor payrollondernemingen? Het Ontslagbesluit zal met ingang van 1 januari 2015 zodanig worden aangepast dat voor nieuwe payrollarbeidsovereenkomsten die op of na 1 januari 2015 worden aangegaan nieuwe ontslagregels gaan gelden. Met de aanpassing van de ontslagregels moet bewerkstelligd worden dat payrollwerknemers dezelfde ontslagbescherming geboden wordt als werknemers rechtstreeks in dienst bij de werkgever. Kort gezegd komen de ontslagregels erop neer dat voor de vraag op basis van welke vereisten de procedure gevolgd moet worden, de reden voor het beëindigen van de opdracht door de opdrachtgever leidend is. De payrollonderneming zal de procedure echter moeten voeren. De opdrachtgever zal goed moeten onderbouwen waarom hij een opdracht opzegt zodat de payrollwerkgever het kan onderbouwen bij de ontslagprocedure bij het UWV. Indien een organisatie voldoet aan de aspecten van de payrollwerkgever zijn de specifieke payrollontslagregels van toepassing. 1 Gerechtshof Amsterdam 9 september 2014, gepubliceerd op http://www.stippensioen.nl/over_stipp/Handhaving/Vonnissen/Default.aspx en Gerechtshof Amsterdam 28 oktober 2014, gepubliceerd op http://www.stippensioen.nl/over_stipp/Handhaving/Vonnissen/Default.aspx 2 Gerechtshof Den Haag 30 september 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3035 3 Rechtbank Noord-Nederland 7 oktober 2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:4859 en Kantonrechter Eindhoven 11 november 2014, niet gepubliceerd 4 Zie bijvoorbeeld de nieuwe paragraaf in het Ontslagbesluit, daarin wordt de payrollwerkgever als werkgever geduid, en wordt eraan toegevoegd dat bij ontslag de situatie bij de opdrachtgever van belang is. Een dergelijke toevoeging zou uiteraard niet nodig zijn geweest als men er van uit was gegaan dat de opdrachtgever werkgever zou zijn geweest. Algemene Bond Uitzendondernemingen Postbus 144 1170 AC Badhoevedorp Singaporestraat 74 Lijnden Telefoon 020 - 655 82 55 E-mail: [email protected] Internet: www.abu.nl KvK-nummer 40530952 ABN AMRO 544047745 IBAN NL60 ABNA 0544 0477 45 BIC ABNANL2A Of een werkgever als payrollwerkgever wordt aangemerkt wordt bepaald aan de hand van de volgende aspecten: 1) de werkgever, die op basis van een overeenkomst met een derde, 2) welke niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, 3) een werknemer ter beschikking stelt om in opdracht en onder toezicht en leiding van die derde arbeid te verrichten, 4) waarbij de werkgever, die de werknemer ter beschikking stelt, alleen met toestemming van die derde gerechtigd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen Bij de bepaling of je uiteindelijk aangemerkt wordt als payrollwerkgever en toepassing moet geven aan de payrollontslagregels, is de opdrachtovereenkomst dus van belang en wordt niet (enkel) gekeken naar de onderneming zelf. De praktijk zal moeten gaan uitwijzen welke bewijsmiddelen UWV zal gaan vragen. Per 1 juli 2015 zullen vervolgens het huidige BBA en het Ontslagbesluit wegvallen en ingevuld worden in een complete allesomvattende ontslagregeling in het kader van de Wet Werk en Zekerheid. Het effect daarvan is dat de regels zoals die vanaf 1 januari gelden, dan voor alle payrollovereenkomsten gaan gelden, dus ook voor de oudere overeenkomsten. De payrollontslagregels zullen echter enkel van toepassing zijn bij de beëindiging van een onbepaalde tijd contract of bij het tussentijds beëindigen van een bepaalde tijd contract, want alleen in die gevallen is er sprake van ontslag en dient het ontslagrecht toegepast te worden. Mag een payrollonderneming nog wel flexcontracten aanbieden? Jazeker: nu ook in de rechtspraak duidelijk is gemaakt dat payrolling onder artikel 7:690 valt, is ook helder dat dus dezelfde flexibiliteit uit de ABU-CAO kan worden toegepast. De nieuwe ABU-CAO en de flexbepalingen van de WWZ (bijvoorbeeld het aanzeggen van een bepaalde tijd contract) zijn dus ook van toepassing op payrollondernemingen. -2-
© Copyright 2024 ExpyDoc