Handels- en ondernemingsrecht geving over 1989 omtrent de onderwerpen rechtspersonen-, vennootschaps-, verzekerings-, vervoers-, faillissements- en intellectueel en industrieel eigendomsrecht en het recht inzake waardepapieren vindt men in de Kroniek van het privaatrecht over 1989, geschreven door auteurs van het Utrechtse Molengraafinstituut voor privaatrecht. De rechtspraak op deze terreinen uit de jaren 1985-1989, afkomstig van de Hoge Raad en het Benelux-Gerechtshof, is door Leidse medewerkers samengebracht in Tijdschrift voor Privaatrecht 1990, pp. 769-935. Over de grens kijkend bevatten twee bundels interessante beschouwingen over onder meer rechtspersoonlijkheid, joint ventures, de eenpersoons-BV, time-sharing, internationaal faillissementsrecht (Netherlands Reports to the Thirteenth International Congress of Comparative Law, E.H. Hondius en GJ.W. Steenhof, red.; 1990) en over: EG-schadeverzekeringsrichtlijnen, de EG-richtlijn over de zelfstandige handelsagent, Europees octrooirecht en over know how (Eenvormend en vergelijkend privaatrecht 1990, D. Kokkini-Iatridou en F.W. Grosheide; 1990). 2 Ondernemingsrecht Handels- en ondernemingsrecht Prof.mr. B. Wessels 1 Literatuur De rechtsliteratuur op het terrein van het handelsen ondernemingsrecht groeit gestaag. Hieruit een kleine greep. Up-dates inzake rechtspraak en wet- De belangstelling van ondernemers ('management') voor onderwerpen uit de fiscale, financieel-juridische en ondernemingsrechtelijke sfeer is groot en wordt langs diverse kanalen bevredigd. Van het vele dat passeert vermeld ik een van de fraaiere produkten: Account Dossier Ondernemingsrecht, met een twintigtal voor de praktijk geschreven bijdragen. Het ondernemings- en vennootschapsrecht dient in wetenschappelijke kring meer vanuit andere disciplines te worden belicht. Een daarvan is het belastingrecht, want enige fiscale kennis is voor ondernemingsrechtjuristen een must. Uitvoerig over het ook fiscaalrechtelijk moeilijk grijpbare begrip 'onderneming' is de Leidse dissertatie van CL. van Lindonk over De onderneming en haar fiscale verschijningsvormen (1990). Ingrijpende gevolgen voor al dan niet aan de beurs genoteerde beleggingsinstellingen heeft het voor hen sedert 1 juli jl. ingevoerde vernieuwde artikel 28 Wet op de Vennootschapsbelasting en het daaraan annexe Besluit Beleggingsinstellingen. Uit het boekje Het nieuwe regime voor beleggingsinstelling, geschreven door medewerkenden van Looyens en Volkmaars (Kluwer Fiscaal KATERN 38 1651 Handels- en ondernemingsrecht Actueel), 1990) blijkt welke constructies moeten worden doorgrond om buiten een 45%- of 75%aandeelhouderstoets te blijven. Ook het bestuursrecht biedt aanknopingspunten. De uit het bestuursrecht bekende algemene beginselen van behoorlijk bestuur blijken een inspiratiebron te kunnen zijn voor de formulering van Beginselen van behoorlijk ondernemingsbestuur, de titel van de dissertatie van mevrouw B.H.A. van Leeuwen. Inzicht in de verbanden van het ondernemingsrecht kan ook worden bevorderd door vanuit het gewone vermogensrecht onderwerpen te belichten, zie bijvoorbeeld H.C.F. Schoordijk, Het handelen ten behoeve van de vennootschap in oprichting (Ars Notariatus XLVII; 1990) en meer algemeen de achtste druk van Van Schilfgaardes Van de BV en de NV (1990), met als ondertitel Naar het recht van 1992. 3 Aansprakelijkheid Het aansprakelijkheidsrecht maakt mooie tijden door, men denke aan de aansprakelijkheid in moeder-dochterverhoudingen en consequenties van (vroegere) milieuvervuiling voor bedrijfsopvolgers en eventuele persoonlijke aansprakelijkheden van de zittende directie (daarover mijn bijdragen in: Artikel 21 Interimwet bodemsanering; annotaties en jurisprudentie, Vereniging voor Milieurecht 1990-5). Eerder in deze rubriek wees ik op de mogelijke toepasselijkheid van de regeling van de groepsaansprakelijkheid van artikel 6:166 NBW op groepen rechtspersonen, zie in deze zin ook R.J.B. Boonekamp, Onrechtmatige daad in groepsverband volgens NBW, diss. Leiden, 1990. Men denke in verband met schade aan derden aan een groep vakbonden die tot staking oproepen of een groep producenten die defecte produkten op de markt zet (afgezien van eventuele marktaandeel-aansprakelijkheid). Een verdere uitwerking van persoonlijke aansprakelijkheden van bestuurders en commissarissen van (commerciële) stichtingen en verenigingen is opgenomen in het themanummer november/december 1990 van het tijdschrift Stichting & Vereniging (S & V). mogensrecht van het NBW ingevoerd (Koop lastgeving, bewaarneming, borgtocht). De aandacht op het departement van Justitie en in de literatuur zal zich de komende jaren (behalve op het Erfrecht) ook gaan richten op de nog niet ingevulde stukken. Uitvoerig hierover het themanummer van WPNR 24 november 1990, nr. 5982. Het voorontwerp van titel 12 Boek 7 inzake de aannemingsovereenkomst is als bijlage opgenomen door H.O. Thunnissen, Bouwaanneming volgens het NBW: evaluerende en rechtsvergelijkende beschouwingen, Publikatie van de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 18 (1990). Een eerste complete, vanuit publiek- en privaatrecht opgezette inleiding is Bouwrecht in kort bestek, 1990, P. de Haan e.a., red. Geen wettelijke regeling is er voor bijvoorbeeld leasing en franchising. Ook de sponsoringsovereenkomst doet het zonder een bijzondere regeling. Verbintenissen- en rechtspersonenrechtelijke beschouwingen hierover leze men bij A. Kramer, Juridische aspecten van sponsoring, SDU Uitgeverij, 1991. 5 Verzekeringsrecht Ook de verzekeringsovereenkomst zal in Boek 7 onderdak krijgen, Titel 17. Het ontwerp is in 1986 bij de Tweede Kamer ingediend (kamerstuk 17 896). In zijn tweede druk van Schade- en sommenverzekeringsrecht (1990) besteedt V.A.M, van der Burg tevens aan de regels uit dit ontwerp aandacht. Op diverse plaatsen wordt het ontwerp verwerkt in bijdragen die zijn opgenomen in de aan P. Clausing bij zijn afscheid aangeboden bundel Om wille van de consument. Aan het gevoelige onderwerp Acceptatie en naselectie bij verzekering wijdde de nieuwe Rotterdamse hoogleraar J.H. Wansink in mei zijn oratie. De invloed van verzekering op de civiele aansprakelijkheid was het onderwerp van de preadviezen uitgebracht voor de Vereniging voor Burgerlijk Recht (Pb 63, 5600 AB Eindhoven). De vernieuwde Wet assurantiebemiddelingsbedrijf (kamerstuk 29 925) is eind september in de Tweede Kamer aangenomen. 6 Betalingsverkeer 4 Bijzondere contracten Vier van de twintig bijzondere overeenkomsten (Boek 7) worden in 1992 te zamen met het ver1652 KATERN 38 Is aansprakelijkheid zonder verzekering nog wel voor te stellen (bijv. de vennootschap die ten behoeve van alle gelieerde vennootschappen de risi- Konsumentenrecht co's dekt, de zgn. captive, zie BNB 1985/302 en het recente verwijzingsarrest in BNB 1990/337), handel zonder betaling bestaat niet. Het traditioneel in de handel gebruikte documentair krediet en typische documenten (transport, opslag, certificaten e.d.) zijn door R. van Delden beschreven in nr. 7 van de serie Bank- en effectenrecht (1990), getiteld Betalingsverkeer. Aan de VU te Amsterdam promoveerde R.I.V.F. Bertrams op Bank Guarantees in International Trade. Van het werk verscheen een handelseditie bij Kluwer Law & Taxation. 7 Vervoersrecht Met Boek 8 gaat het hard. Wellicht dat al per 1 maart of 1 april a.s. Titel 8 geldend recht zal zijn. Complexe overgangsrechtelijke vraagstukken liggen in het verschiet. Kijkt het gewone vermogensrecht wat huiverig naar aansprakelijkheidsbeperkingen, in het vervoersrecht kan men niet zonder. De inmiddels reeds vernieuwde regels van de aansprakelijkheid van reders van zeeschepen, maar met name van eigenaren van binnenschepen worden door R. Cleton uiteengezet in De beperkte aansprakelijkheid van de scheepseigenaar, Teksten Vervoer- schuldsaneringsregeling voor particulieren. Inmiddels heeft de SER daarover positief geadviseerd, maar is hij verdeeld over de vraag of die regeling dan ook voor 'kleine' ondernemers (bijvoorbeeld met maximaal 20 werknemers, zoals de commissie voorstelt) zou moeten gelden. Het wankelmoedige ondernemingsbegrip lijkt overigens niet het meest scherpe criterium. Het fiscale voorrecht en het bodemrecht staan ook in de steigers. Ik wijs op de bijdrage van Van Eijsden in Weekblad voor fiscaal recht 1990, p. 1215 e.v. De fiscus mag sedert de invoering van de Invorderingswet 1990 ook het faillissement van een belastingplichtige aanvragen, maar hij moet dit wapen zeer omzichtig gebruiken, volgens J.J. Vetter en P.J. Wattel, Hoofdzaken invordering, Fed Fiscale studieserie (1990). Ik wijs tenslotte op de beschouwingen van M.J. van Vliet in WPNR 1990, nrs. 5983-5984, die uitvoerig de HR-beschikking inzake Ogem (HR 10 januari 1990, NJ 1990,466) bespreekt. recht(1990). 8 Insolventierecht Zowel in Nederland als daarbuiten maakt het faillissementsrecht woelige tijden door. Grondgedachte: er moet een wettelijk instrumentarium komen om financieel mismanagement en andere oorzaken leidend tot (uiteindelijk) failissement eerder te kunnen onderkennen respectievelijk om voor in beginsel toch nog kansvolle ondernemingen continuiteitwaarborgen (ten nadele van rechten van crediteuren) te scheppen. Zie voor België de eerder vermelde studie van Colle en voor Duitsland het Gesetz zur Reform des Insolvenzrechts: Entwurf einer Insolvenzordnung (ElnsO) und anderer Reformvorschriften mit Begrundung und AnhangIDiskussionsentwurf vom Bundesministerium der Justiz, Köln, 1988-89. Nederlandse voorstellen zijn van de commissie-Mijnssen. Het voorgestelde surséance-regime wordt wisselend ontvangen. Positief is F. Meeter, Het Rapport van de Commissie-Mijnssen, NIBEBankjuridische reeks, nr. 5 (1990). Hoofdstuk 7 van genoemd rapport bevat een KATERN 38 1653
© Copyright 2024 ExpyDoc