Franchisewetgeving: hoognodig of volstrekt

4
Fk
DE NATIONALE FRANCHISE KRANT
April 2014
Franchisewetgeving: hoognodig of
volstrekt overbodig?
Door: Mark Westbeek
Volgens sommige media zijn franchisenemers makke schapen die zich laten bedotten met te zonnige prognoses
en zijn franchisegevers profiteurs. Een zwaar overtrokken beeld. Maar wel is er een flinke discussie gaande
over de noodzaak van wetgeving, waarin de verhouding tussen formules en franchisenemers helder wordt
geregeld. De meningen verschillen van ‘hoognodig’ tot ‘volstrekt overbodig’.
APELDOORN - Begin 2014 stonden
de media bol van de artikelen over
de noodzaak van wetgeving, om
conflicten tussen franchisegevers en
franchisenemers te voorkomen. Van
De Telegraaf tot NRC, van Zembla
tot het Nederlands Juristenblad. Al
verschilde de toonzetting natuurlijk.
De samenloop van deze discussie
met een aantal conflicten tussen
franchisenemers en grote formules
leidden al snel tot de voor de hand
liggende conclusie dat wetgeving
dringend nodig is.
Dat ziet mr. Jan-Willem Kolenbrander,
advocaat bij De Clerq Advocaten,
met lede ogen aan. Hij is een van de
aanstichters van de discussie over
wetgeving, met een artikel in het
Nederlands Juristenblad van november
2013 waarin hij pleit voor specifieke franchise-wetgeving. “Helaas
polariseert de discussie omdat hij
gekoppeld wordt aan die zogenaamde
toename van misstanden”, zegt
Kolenbrander. “Ik heb mijn artikel in
het NJB geschreven voordat er over
die vermeende toename gepubliceerd
werd.”
Rechtsongelijkheid
Kolenbrander wilde een klinische
analyse maken van de situatie. “Er zijn
twee criteria waar naar gekeken wordt
bij de vraag of er wetgeving nodig is:
komt iets veel voor, en is er sprake van
rechtsongelijkheid tussen partijen.
Beide vragen kun je volgens mij met ja
beantwoorden. Los van de conflicten:
franchising is een zo vaak gehanteerd
model dat het zinnig is om eens na te
denken over wetgeving.”
Er is geen objectieve bron van cijfers
te vinden over het aantal conflicten
tussen franchisenemers en formules.
We moeten het doen met zaken die
de media halen en wat er van horenzeggen bekend wordt. Of er nou echt
een stijging van het aantal conflicten
is? En of dat aan het gebrek aan
wetgeving ligt?
“Ik zou niet kunnen onderbouwen of
er meer of minder conflicten zijn.”,
vertelt mr. Myrthe Steenhuis van
Köster Advocaten. “Geschillen rond
de prognoses zijn van alle tijden. Wel
zitten we al jaren in een recessie en kun
je je voorstellen dat daardoor het aantal
conflicten toeneemt. Franchisenemers
zijn ook veel mondiger dan voorheen.
Zaken worden in de media soms
scheef belicht. Neem het beeld van
franchisegevers als profiteurs, zoals
dat onlangs in een uitzending van
Zembla werd neergezet. Dat is een
buitengewoon gechargeerd beeld.”
Ook mr. Theodoor Ludwig van Ludwig
& Van Dam moet even grinniken over
de vraag of er werkelijk meer conflicten
zijn. “Er wordt op het moment vooral
meer over geschreven. Daarnaast is er
door de economische omstandigheden
natuurlijk een en ander gaande in een
aantal formules. Dat vertaalt zich in
een toenemend aantal conflicten.”
Tot het uiterste
Dat laatste wordt beaamd door Gerard
Slot van Franchise Services Europe,
directeur van MultiCopy. “In tijden
van recessie en crisis zie je altijd een
toename van conflicten.
Mensen zoeken – in
elk geval een deel –
van hun problemen
nu eenmaal graag
bij een ander. Of je
nu franchisegever of
franchisenemer bent.
Dat is natuurlijk fout.
Ik denk ook niet dat striktere
wetgeving tot minder conflicten zal
leiden. Misschien zelfs wel tot meer. Er
zijn altijd mensen die tot het uiterste
willen gaan.”
Van de conflicten die er zijn, gaan
de meeste over de door de formules
afgegeven omzetprognoses, volgens
Steenhuis. “Tachtig procent van
de procedures tussen formules en
franchisenemers gaan over prognoses.
Dus het zou goed zijn om in ieder geval
daarvoor een duidelijke regeling te
maken.”
“Prognoses zijn inderdaad een
voorname bron van conflicten”,
beaamt Justin Goes, Area Development
Manager van de internationale formule
Subway. “Daarom geven wij sinds de
jaren ‘90 helemaal geen prognoses
meer af.
Dat heeft te maken met de wetgeving
in de Verenigde Staten, waar het geven
van prognoses niet is toegestaan.”
Geen prognoses? Maar wat dan? “Wij
geven aspirant-franchisenemers de
kans om bij bestaande vestigingen te
gaan praten en daar hun licht op te
steken.
Daarnaast krijgen ze een kostenprofiel,
updates over de omzetontwikkeling
van onze vestigingen, en het advies om
een vestigingsplaats-analyse door een
onafhankelijk bedrijf te laten maken.
Dat geeft de ondernemer een objectief
beeld en kan geen aanleiding geven tot
verwijten over onjuiste informatie.”
Arbitration
Myrthe Steenhuis (rechts) en collega’s - Köster Advocaten
Ook Goes heeft het gevoel dat vooral de
media-aandacht toeneemt. “Een reden
te meer om als formule je zaken voor
elkaar te hebben. Natuurlijk hebben
wij ook wel eens een conflict, maar in
de meeste gevallen komt dat niet tot
een rechtsgang. Daar hebben we bij
Subway regels voor. Als ondernemer ga
je dan eerst mediation aanvragen, bij
mr. Jan-Willem Kolenbrander, advocaat bij De Clerq Advocaten
ons heet dat arbitration. Beide partijen
sturen over en weer documenten en
leggen hun argumenten voor. Via
arbitration worden de zaken meestal
opgelost op een manier die voor beide
partijen bevredigend is. “
franchisegever een informatieplicht
heeft in de precontractuele fase. De
jurisprudentie is bijzonder helder en
bestaat al heel lang.”
Een internationale formule is natuurlijk
gebonden aan de regelgeving van
elk land waar het actief is. Goes: “We
voldoen, naast de EU-regelgeving, aan
alle wetgeving die er in de verschillende
landen, zoals in België, Frankrijk of de
VS bestaat. Ik ben een voorstander
van wetgeving in Nederland, dan weet
iedereen waaraan hij moet voldoen.”
Wel zou het volgens Ludwig goed
zijn om de bestaande jurisprudentie
inzichtelijker te maken voor alle partijen.
“Om helderheid te scheppen naar
franchisegevers en franchisenemers.
Zodat je komt tot normeringen die
in de hele branche kunnen worden
toegepast. De Belangenvereniging
van Franchisenemers wil dat samen
met Economische Zaken tot stand
brengen.”
Duidelijkheid bieden
“Franchisegevers weten het zelf vaak
ook niet precies, en wetgeving kan
daar veel duidelijkheid in bieden”, stelt
advocaat Kolenbrander. “Een kleine
groep franchisegevers die het gewoon
goed en fatsoenlijk doet.
Dan is er een groep die niet op alle
punten voldoet aan de erecode, niet
uit onwil, maar gewoon omdat ze het
niet precies weten. En dan is er een
groep franchisegevers die moedwillig
iemand verkeerde informatie geven.
Met wetgeving kun je in ieder geval die
uitwassen bestrijden, en de partijen
helpen die het niet zo helder weten.
Wat is er op tegen om een minimum
set van wettelijke vereisten af te
spreken waaraan de samenwerking
moet voldoen, in de precontractuele
fase en in de contractuele fase?”
Steenhuis deelt zijn mening. “Ik zie
wel wat in de wetgeving zoals die ook
in België, Frankrijk of de VS bestaat,
waarbij formules in de precontractuele
fase verplicht zijn om ondernemers
adequaat te informeren.”
Volgens advocaat Ludwig is het
maar de vraag of wetgeving iets
toevoegt. “Er is al wetgeving. Uit de
jurisprudentie blijkt duidelijk dat de
Inzichtelijke normering
Ook volgens Slot (MultiCopy) is
wetgeving niet nodig. “Ik denk dat
het meeste goed geregeld is binnen
de bestaande wetgeving. Zowel op
Nederlands als Europees niveau.
Excessen kun je moeilijk voorkomen.
En als ze heel heftig zijn, dan zijn
er voldoende mogelijkheden voor
de wetgever om corrigerend en
sanctionerend op te treden. Vergeet
niet dat er al veel flankerende
wetgeving is. De jurisprudentie spreekt
voor zichzelf.”
“Verwijzen naar de rechter is niet
voldoende”, meent Kolenbrander. “Ook
rechters zijn niet eenduidig. De ene
rechter voert aan dat de franchisenemer
een ‘kritische grondhouding’ moet
hebben, de ander zegt dat er sprake
is van een ‘lichte onderzoeksplicht’.
Zo’n verschil van interpretatie leidt
tot
rechtsonzekerheid
voor
de
ondernemers.” Ludwig vindt het
logisch dat rechters een verschillende
interpretatie
geven
aan
die
onderzoeksplicht. “Dat komt omdat
iedere zaak anders is”.
Fk
April 2014
DE NATIONALE FRANCHISE KRANT
5
onderhandelingsruimte nu eenmaal
beperkt. Het is niet zo dat er twee
gelijkwaardige partijen een contract
sluiten; een formule gaat uit van
uniformiteit en dat zorgt voor een
aparte verhouding.” Ludwig deelt deze
analyse, maar met een tegengestelde
conclusie.
“Natuurlijk
is
de
franchisegever de sterkere partij, maar
als er al sprake is van ingebouwde
ongelijkheid wordt dat opgeheven
door ons rechtssysteem. Ieder is gelijk
voor de wet.”
Onderzoeksplicht
Een
goede
franchisenemer neemt dan ook zijn
onderzoeksplicht serieus en
vertoont de ‘kritische grondhouding’ die de rechter
vereist.
Justin Goes - Area Development Manager Subway
Europese Erecode
Biedt de Europese Erecode dan niet
voldoende houvast? “De erecode is
interessant en nuttig, en best een
aardig uitgangspunt voor wetgeving”,
zegt
Kolenbrander.
“Het
grote
probleem is dat de erecode geen
rechtskracht heeft. Er zijn vonnissen
waarin
de
rechtbank
duidelijk
uitspreekt dat de erecode een set
informele afspraken is, ‘niet in rechte
afdwingbare verplichtingen’.
franchisegever en -nemer? “Ze hebben
andere rechten en plichten. Maar het
is onjuist dat franchisegevers meer te
zeggen hebben dan franchisenemers.
Ik mag wel zeggen: het is omgekeerd.”,
meent Slot. “Franchisenemers zijn
ook klanten. Slimme ondernemers
stemmen hun dienstverlening af op
de wensen en eisen van hun meest
kritische klanten. Ongelijkheid zou tot
korte succesjes leiden. Wij bestaan 43
jaar en dat zouden we anders nooit
gehaald hebben.”
MultiCopy vindt de erecode belangrijk,
stelt Slot. “We onderschrijven de
erecode en handelen er ook naar. Onze
ondernemers hebben op belangrijke
punten inspraak en we bieden altijd
openheid van zaken. Wij hebben maar
één doel: succesvolle franchisenemers
hebben die goed en eerlijk hun geld
verdienen. Alleen als het hen goed
gaat, gaat het ons ook goed.”
Kolenbrander vindt dat ongelijkheid
juist is ingebakken. “Het hele format
van franchising is gebaseerd op
ongelijkheid, en op zichzelf is dat
niet erg. Dat geldt net zo goed voor
werkgever en werknemer. Het gaat er
mij niet om dat franchisenemers zielig
zijn, maar als die ongelijkheid leidt tot
ongewenste situaties dat kunnen we
dat met wetgeving oplossen.”
Is er dan wel ongelijkheid tussen
Hij krijgt bijval van Steenhuis.
“Voor
franchisenemers
is
de
Ludwig: “De franchisenemer moet zich
goed oriënteren en de informatie goed
onderzoeken. De Belangenvereniging
Franchisenemers
(BVFN)
biedt
franchisenemers
in
dat
soort
trajecten bijstand.” Maar dan moet
de informatie die de formule aanreikt
wel adequaat zijn, stelt Steenhuis. “De
ondernemer is hoe dan ook afhankelijk
van de informatie die wordt aangereikt
door de franchisegever. Die is vaak niet
specifiek genoeg, bijvoorbeeld
gebaseerd op wat kengetallen. Of
soms te rooskleurig voorgesteld.
Dat voorkom je niet, ook niet als de
franchisenemer daarvoor een adviseur
inhuurt.”
“Natuurlijk is de franchisenemer geen
mak schaap dat naar de slachtbank
wordt geleid”, stelt Kolenbrander.
“Maar er wordt iets te makkelijk
gezegd: als je iets wilt weten, moet
je er naar vragen. De franchisenemer
moet maar aan de bel trekken. Als
je die redenering volgt zou ook in
het arbeidsrecht geen wetgeving
nodig zijn, en zou je zeggen: het is
de eigen verantwoordelijkheid van
een werknemer als hij een slecht
arbeidscontract ondertekent.”
Gerard Slot van Franchise Services Europe, directeur MultiCopy.
Europese regelgeving
In Nederland kennen we, net als de meeste Europese landen, geen specifieke
franchisewetgeving. Dit betekend dat de franchiserelatie wordt beheerst
door de normale regels van onder meer het verbintenissenrecht en het
mededingingsrecht. Net als in o.a. Duitsland en het Verenigde Koninkrijk
baseert de rechtsspraak zich bij ons op jurisprudentie.
Slechts in een aantal landen is dit anders, zo kennen o.a. Frankrijk, België
en Spanje specifieke franchisewetgeving. Veelal voorziet deze wetgeving
in een ‘disclosure verplichting’, welke franchisegevers verplicht om in de
precontractuele fase allerlei informatie te overleggen. Op Europees niveau
wordt al vele jaren geprobeerd om tot een bepaalde mate van harmonisatie
te komen, maar alle pogingen ten spijt, tot op heden is er geen Europese
regelgeving voor franchising.
Amerikaanse regelgeving
De Verenigde Staten kent daarentegen wel eenduidige wetgeving op
nationaal niveau (The Federal Trade Commission Franchise Rule) waarbij,
middels een Disclosure Rule, alle aanbiedingen aan franchisenemers
geregistreerd moeten worden. Iedere staat mag zelfstandig het salestraject
van een franchiseorganisatie verdergaand reguleren mits de bescherming
van de franchisenemers op het niveau van de Disclosure Rule tenminste
gegarandeerd is. De meeste staten kennen daarnaast eigen regels ter
bescherming van franchisenemers. Alleen in de sectoren gas en automotive
is de gehele regelgeving op landelijk niveau vastgelegd.
Europese Erecode
Vanwege het ontbreken van Europese regelgeving zet de Europese Franchise
Federatie in op zelfregulering, hetgeen heeft geresulteerd in de Europese
Erecode inzake Franchising. De Erecode bevat diverse verplichtingen
voor franchisegevers en franchisenemers, onder meer op het gebied van
werving, informatieverstrekking, opleiding, de vorm en inhoud van de
franchiseovereenkomst. De Erecode, die reeds in 1972 tot stand kwam,
bindt partijen bij een franchiseovereenkomst niet rechtstreeks. Tenzij de
toepasselijkheid van de Erecode tussen partijen is overeengekomen, zijn
bedoelde verplichtingen dan ook niet zonder meer afdwingbaar.
bruna zoekt enthousiaste
ondernemers
Ondernemen met de bruna formule betekent profiteren van 145 jaar
ondernemerservaring. Zoekt u een organisatie waarin u uw commerciële
talenten nog verder kunt ontwikkelen en die u professionele ondersteuning
biedt bij het ondernemen in de breedste zin van het woord?
Sluit u dan aan bij bruna.
Bruna is de meest inspirerende verwenwinkel in de wereld van lezen en schrijven.
Met ruim 375 winkels en online winkel bruna.nl, zijn we een moderne en
dynamische formule en organisatie. Op dit moment zijn er direct een aantal
interessante locaties beschikbaar. Nieuwsgierig? Kijk dan op www.bruna.nl
Wilt u meegroeien met een organisatie die na 145 jaar nog lang niet uitgegroeid is?
Neem contact met ons op via 030-6391694 of mail naar [email protected]
t.a.v. Klaas Heemskerk voor het informatiepakket.
mr. Theodoor Ludwig - Ludwig & Van Dam