Uitspraak Bodemprocedure VPH ‘LSP is niet in strijd Eugène van Diepen ([email protected]) De rechtbank Midden-Nederland heeft alle eisen van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen om de invoering en verdere ontwikkeling van het Landelijk Schakelpunt te verbieden op 23 juli jongstleden afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de VPH wel ontvankelijk is, omdat de leden van VPH in de toekomst met het LSP te maken krijgen, maar vindt ook dat de manier waarop het systeem is ingericht niet in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De gedaagde Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie is tevreden met de uitspraak. ‘Het systeem is gebouwd met de wet- en regelgeving in de hand, dat heeft de rechter bevestigd’, reageert woordvoerder Alf Zwilling van de gedaagde Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ). Voorzitter Wouter van den Berg van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) heeft nog een aantal vragen over de uitspraak en beraadt zich samen met het bestuur van VPHuisartsen, de advocaat en adviseurs over een eventueel hoger beroep. ‘Wij hebben liever een push-systeem.’ In deze rechtszaak moest de rechtbank twee beslissingen nemen. Ten eerste of de eisende partij, de VPH, ontvankelijk is, dat wil zeggen een belang heeft om een uitspraak van de rechter te krijgen over hun eisen om de ontwikkeling van het Landelijk Schakelpunt (LSP) stop te zetten. Dat belang hebben ze, meent de rechtbank, omdat de huisartsen in de toekomst gebruik zullen moeten gaan maken van het LSP omdat dat door de meeste andere huisartsen wordt gebruikt, ook al zijn ze formeel vrij dat niet te doen. De rechter gaat ervan uit dat ook de patiënt verwacht dat de huisarts het LSP gebruikt. Daarmee heeft de VPH voldoende belang om een oordeel te krijgen. Op 11 augustus jongstleden waren 3353 huisartsenpraktijken (82% van het totaal) op het LSP aangesloten, net als 117 huisartsenposten (95%), 1731 apotheken (88%) en 31 ziekenhuizen (83%). Bij de aangesloten zorgverleners zijn de voorbereidingen om het LSP te gebruiken afgerond. Dat wil niet zeggen dat alle aangesloten partijen het LSP al daadwerkelijk gebrui- 4 SynthesHis oktober 2014; 3 (13) ken. Op 11 augustus waren in totaal 8,05 miljoen dossiers van 4,31 miljoen unieke burgers aangemeld. Het betreft dossiers van zowel huisartsenpraktijken als apotheken. INHOUDELIJKE BEOORDELING De VPH wil dat het LSP stopgezet wordt omdat het zulke ernstige tekortkomingen heeft dat huisartsen bij deelname hun beroepsgeheim en de privacy van de patiënt schenden. De patiënt geeft eenmalig generiek toestemming om in de toekomst gegevens over hem uit te wisselen met hem op dat moment nog onbekende behandelaars. De huisarts heeft geen controle vooraf op wie de gegevens opvraagt, maar kan dat alleen achteraf zien. Het massale gebruik van honderdduizenden UZI-passen en de grootschalige landelijke opzet kunnen leiden tot privacyschendingen en ondermijning van het vertrouwen in de zorgverleners en het beroepsgeheim, stelt de VPH. De rechtbank heeft alle eisen van de VPH om het LSP stop te zetten afgewezen en oordeelt dat de inrichting van het LSP niet in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Volgens deze wet is registratie en uitwisseling van medische persoonsgegevens alleen toegestaan als de privacy van de patiënt voldoende is gewaarborgd. Het LSP kan alleen gebruikt worden als de patiënt daar uitdrukkelijk toestemming voor geeft, wat in overeenstemming is met de wettelijke eisen. Verder oordeelt de rechtbank dat de technische en organisatorische maatregelen die tegen VZVZ inzake LSP vereniging praktijkhoudende huisartsen met privacywet’ zijn genomen om ervoor te zorgen dat uitwisseling van medische gegevens veilig plaatsvindt, voldoen aan de geldende normen omtrent gegevensbeveiliging. De geheimhoudingsplicht wordt niet geschonden omdat een waarnemer of hulpverlener die medische gegevens opvraagt, alleen een professionele samenvatting van het dossier van de huisarts te zien krijgt, dus alleen gegevens die van belang zijn. In overleg met de huisarts kan de patiënt ook bepaalde gegevens van uitwisseling uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat huisartsen hun wettelijke geheimhoudingsplicht niet schenden als zij zich aansluiten bij het LSP. VZVZ: ‘WE ZIJN OP DE GOEDE WEG’ De VZVZ is blij met de uitspraak en de motivatie daarvan. Woordvoerder Alf Zwilling vindt dit een signaal dat VZVZ door kan met het LSP. ‘We hebben het LSP gebouwd met de wet- en regelgeving in de hand. Dat het daadwerkelijk is opgezet binnen de kaders van de wet- en regelgeving en normering heeft de rechter met zijn uitspraak bevestigd.’ En ter geruststelling van de patiënten verduidelijkt Zwilling. ‘Met het LSP voldoen wij aan de NEN-normering, dat is wat wij eraan kunnen doen. Daarop kan de consument vertrouwen. We zijn op de goede weg.’ Een ander belangrijk punt is dat de rechter vindt dat VZVZ een gerechtvaardigd belang heeft om een zo groot mogelijke dekking van het LSP na te streven omdat het systeem dan ook zo effectief mogelijk is. Maar dit houdt niet in dat huisartsen verplicht zijn zich aan te sluiten, ze zijn vrij dat niet te doen of zelf een ander systeem of andere methode te ontwikkelen. ‘Er is geen monopolypositie van het LSP, er is een vrije markt met voldoende concurrerende systemen die een deel of een groot deel van het LSP ook uitvoeren’, benadrukt Alf Zwilling. Een mogelijk hoger beroep van de VPH vreest VZVZ niet. ‘Na deze uitspraak hebben wij daar best wel vertrouwen in.’ VPH: LIEVER EEN PUSH-SYSTEEM De VPH geeft haar strijd voor de privacy van de patiënt nog niet direct op. De Leusdense huisarts en voorzitter van de VPH Wouter van den Berg denkt over eventuele vervolgstappen na. ‘Volgens de rechtbank valt het LSP binnen de Wet bescherming persoonsgegevens en daarmee vervalt het argument dat het LSP niet past in artikel 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens. Dat, onder meer, vinden wij een bijzondere conclusie en daar hebben we nog een aantal vragen over. Die bespreken wij met onze advocaat en adviseurs en we studeren op het vonnis om te beoordelen of het zinvol is dit in een hoger beroep nog eens te laten bekijken.’ De bezwaren van de VPH tegen het LSP blijven bestaan en richten zich op het gebrek aan authenticatie, op het korte tijd aanwezig zijn van onversleutelde patiëntendata bij VZVZ tijdens het samenstellen van het bericht en tegen de opzet van het systeem als pull-systeem. Zo’n systeem heeft invloed op de privacy van de patiënt en de relatie met de huisarts. ‘Wij vinden het jammer dat dit pull-systeem er komt en willen liever een push-systeem dat meer recht doet aan de privacybescherming van de patiënt en volgens de huidige werkwijze werkt waarbij de huisarts vooraf zelf een dataset van de patiëntengegevens samenstelt en die aan één specifieke behandelaar toestuurt. Er zijn heel goed push-systemen denkbaar waarbij de patiënt vooraf toestemming kan geven om die informatie aan een specifieke dokter beschikbaar te stellen en waarbij die dokter eerst moet laten zien dat hij die dokter is voordat hij over die gegevens kan beschikken.’ De redenering van de rechtbank dat je in noodsituaties over een pull-systeem zou moeten beschikken gaat volgens Van den Berg niet op. ‘Er is geen bewijs dat dergelijke systemen in noodsituaties enige meerwaarde hebben. In noodsituaties gaan dokters dingen doen en niet in dossiers van andere dokters neuzen.’ 3 SynthesHis oktober 2014; 3 (13) 5
© Copyright 2024 ExpyDoc