opinie Mali: money makes the world go round De redactie van Carré is via interne contacten een in Mali woonachtige en werkzame Nederlander op het spoor gekomen en heeft deze persoon bereid gevonden geregeld verslag te doen van het leven en de gebeurtenissen in dat land. Dit natuurlijk met het oog op de lopende VN-operaties waar honderden Nederlandse militairen bij betrokken zijn. We verwachten met deze rapportages een beter beeld te krijgen van de ontwikkelingen en de problemen waarmee militairen aldaar worden geconfronteerd. Uit veiligheidsoverwegingen wordt de naam van deze persoon niet openbaar gemaakt. De in het artikel vermelde meningen en observaties zijn de visie van de individuele schrijver en zijn niet opgetekend uit hoofde van een bepaalde functie. Onderstaand de vierde bijdrage. Laten we het beestje maar bij zijn naam noemen: corruptie. Iedereen weet het, er wordt veel over geschreven, gesproken en geklaagd. Het is als een besmettelijk virus, dat de samenleving ontwricht. De graaizucht van mensen in Malinese overheidsdienst mag enige naam hebben. Hebben ze er goede redenen voor? Geen enkele reden die stand zal houden voor enig deugdelijk werkend justitieel apparaat. Toch denken ze er zelf heel anders over. ‘Meneer uw papieren zijn niet in orde’, verklaart de douanebeambte stellig en zonder ook maar met z’n wimpers te knipperen. Het paspoort - waar zeer waarschijnlijk niets mis mee is - verdwijnt op de groeiende stapel reisdocumenten. De eigenaar - die uit een ander Afrikaans land komt - wordt gesommeerd te wachten. Als van alle busreizigers de papieren zijn ingenomen, wordt naam na naam afgeroepen. Met een lichtere portemonnee, maar met hun identiteitspapieren, keren mensen terug uit het douanekantoor. Douanebeambten vullen op grote schaal hun salarissen aan. Het werk waarvoor ze ooit zijn aangenomen, heeft een extra dimensie en een andere wending gekregen. Iedereen is een potentiële bron van inkomsten. Papieren in orde: betalen. Papieren niet in orde: meer betalen. Huidskleur, etnische komaf, land van herkomst, beroep en spontane antipathie of sympathie zijn mede bepalend voor de hoogte van de afkoopsom. Uiteraard hebben de douaniers zelf hele goede redenen om geld in eigen zak te steken. ‘Mijn chef vindt het goed’, verklaarde een van hen desgevraagd. ‘Nee, nee, nee, begrijp me niet verkeerd’, haastte hij eraan toe te voegen, ‘je kunt een vrouwtje, dat op haar oude dag nog goed wil doen met 24 | Carré 7 | 2014 een stichting in Mali toch niet het vel over de neus halen met te betalen invoerrechten?’ Het kan jammer genoeg de boeken niet meer in, want dan zouden ze er bij het ministerie lucht van kunnen krijgen, maar een kniesoor die daarover valt na het verrichten van zo’n goede daad... Bij andere overheidsinstanties gaat het niet veel beter. Wie onschuldig in de cel belandt - een steekpenning of een valse verklaring van een jaloerse landgenoot volstaat - zit er net zo lang tot iemand een - niet in de boeken vermelde - borgsom betaalt. Wie een misdaad heeft gepleegd, kan daarentegen ondanks overweldigend bewijs, binnen 15 minuten ongestraft weer op straat staan. Slechts als het slachtoffer volhardt en in staat is om bij justitie een arrestatiebevel te halen, is de politie genoodzaakt in actie te komen en de dader in hechtenis te nemen. De zakken van de agent, zijn chef en de hoofdcommissaris zijn dan al gevuld. Kwitanties worden niet verstrekt. Wie aangifte doet, mag blij zijn als er iets gedaan wordt met het proces-verbaal. De kans is groot dat het in een archief verdwijnt, maar pas nadat de betrokken rechercheur nog eens gebeld heeft met het slachtoffer: voor een leuke fooi is hij best bereid alsnog zijn werk te gaan doen. Corruptie en diefstal maken deel uit van het dagelijkse leven. Hoewel weinigen het er mee eens zijn, is er zelden iemand die in opstand komt. Het innen van oneigenlijke vergoedingen is verworden tot geaccepteerd wangedrag. Gratis geld Met enige regelmaat komt in Mali de term ‘gratis geld’ voorbij. De betekenis laat zich raden: geld dat je krijgt, zonder dat er iets voor gedaan hoeft te worden; corruptie bijvoorbeeld. Wie langer in de Malinese samenleving meedraait, zal ook andere voorbeelden kennen. Van jongs af aan worden kinderen opgevoed met fooitjes. Fooitjes, die niet de vorm hebben van zakgeld en die niet gerelateerd zijn aan uitgevoerde werkzaamheden. Ouders, familieleden of willekeurige bezoekers aan de familiehof geven muntjes. Dat is normaal, aldus de Malinezen. Het geven van geld is niet beperkt tot kinderen. Wie een familielid of bekende bezoekt, zal vaak een biljet geven aan het hoofd van de familie, aan de moeder des huizes, aan de oppasser, aan de beste vriend binnen het gezin etc. Een teken van respect wordt het genoemd. Of een bijdrage in de kosten van de familie. Geef er maar een naam aan. Feit is, dat wie een vriend of bekende bezoekt, de nodige biljetten en muntjes uitdeelt. Lang niet altijd geheel vrijwillig. Dreigende lucht en een frisgroen landschap tijdens het regenseizoen. Griotten, de mannen en vrouwen die de lof van mensen bezingen, zijn spekkoper. Zij worden overstelpt met geld. Niet helemaal gratis in dit geval, want ze zingen er de lof van de gever voor. En plein publique, dus je kunt ervan verzekerd zijn dat je de hemel in gezongen wordt. Alle goede eigenschappen, de goede voorvaderen en wat dies meer zij, vloeien rijkelijk uit de mond van de griot. Wie de griot niet beloont krijgt zijn trekken thuis; ten overstaan van hetzelfde publiek wordt de beerput open getrokken. Dus wordt er uit voorzorg vaak gul gegeven. Wie als griot het geluk heeft in betere kringen te vertoeven, gaat met honderdduizenden zo niet miljoenen CFA-francs naar huis aan het eind van de dag. Of met een auto, motor of huis... Geven en ontvangen Geld geven en ontvangen maakt deel uit van het Malinese leven. Niet in de laatste plaats door het ontbreken van een sociaal vangnet, waardoor men op elkaar is aangewezen in noodsituaties, zoals bij ziekte of overlijden. Omdat het ontvangen van geld en het erom vragen zo gebruikelijk zijn in de eigen samenleving, is er zelden schaamte ook anderen om geld te vragen. Het wordt er met de paplepel ingegoten. Kinderen die nog nauwelijks kunnen praten, weten al hoe ze een blanke om geld moeten vragen. ‘Toubab, wari’ en ‘le blanc, donne-moi l’argent’ klinkt het uit menig kindermondje als een blanke zich laat zien. Dit verschijnsel wordt mede gevoed door toeristen, die medelijden hebben met die ‘arme Afrikaanse kindjes’. Het beeld van toeristen die tijdens hun vakantie genieten van wat extraatjes en het geld los in de zak hebben zitten, draagt bij aan het gebrek aan een gewogen beeld van het leven buiten Afrika. Televisie soapseries en hulporganisaties doen tevens een flinke duit in het zakje. Hulporganisaties Een aanzienlijk deel van de in Mali actieve hulporganisaties heeft zijn basis in het westen. Het geld komt met miljoenen tegelijk Mali binnen. De lokale bevolking plukt er vaak slechts op geringe schaal de vruchten van. Het ontwikkelingsgeld draagt vooral flink bij aan de ontwikkeling van de welvaart en de status van een selecte groep ambtenaren en mensen in dienst van de organisaties; in mindere mate aan de ont- 25 wikkeling van het land. Betekent dit dat ontwikkelingshulp zinloos is? Nee, zeker niet. Hulp kan heel nuttig zijn als het aansluit bij de hulpvraag van de bevolking en de zelfstandigheid van de bevolking tot doel heeft. Het verrijken van de rijken daarentegen houdt het land arm. Kan het tij dan niet gekeerd worden? Natuurlijk wel, maar dat vraagt om vereende krachten en daadkrachtig optreden. President Ibrahim Boubakar Keïta (IBK) en zijn ministers zullen meer actie moeten nemen in de aanpak van corruptie. Geen sinecure in een land, waar een flink deel van het politie- en justitiële apparaat bestaat uit corrupte ambtenaren. Ook de bevolking zal haar verantwoording moeten nemen. Geen president is in staat de situatie in een land te veranderen als de bevolking slechts toekijkt en afwacht. Als de bevolking eensgezind besluit geen cent corruptiegeld meer te betalen, zal dat in het begin ongetwijfeld tot een toename van de chaos in het land leiden, maar wie voet bij stuk houdt, zal uiteindelijk de strijd winnen. Geen eenvoudige opgave voor de Malinezen die over het algemeen de strijd liever uit de weg gaan en de weg van de minste weerstand kiezen. Juist de mensen in overheidsdienst hebben salarissen. Hun inkomsten zijn vaak beter dan die van de rest van de bevolking. Wat er ontbreekt, is de wil om status te laten varen en genoegen te nemen met kleding, een levensstijl en een vervoermiddel die passen bij het inkomen. Daar waar de salarissen te laag zijn, zal men zijn stem moeten verheffen om te komen tot een minimumloon, dat voorziet in de levensbehoeften van de familie. Aan hulporganisaties de schone taak kritisch te kijken naar de eigen activiteiten. Dienen projecten om de eigen organisatie in stand te houden of hebben ze oprecht de ontwikkeling van Mali als doel? Wie duurzame hulp geeft, moet als uitgangspunt hebben zichzelf op termijn overbodig te maken. Aan toeristen de taak niet langer te smelten voor schattige kinderhoofdjes en niet klakkeloos in te gaan op hulpverzoeken voor kostbare studies of prachtige bedrijfsideeën. De realiteit van alle dag Ondertussen heeft het overgrote deel van de Malinezen het niet breed. Stukje bij beetje brokkelt de hoop af op een goede uitkomst van de onderhandelingen in Algiers en daarmee een spoedig herstel van 26 | Carré 7 | 2014 Traditionele akkerbouw in het Land van de Dogon. de economie. Touareg rebellen geven dubbele signalen af. Terwijl in Algiers de eenheid van Mali werd bepleit, werd ondertussen in Nederland de ambassade van Azawad, het gebied in het noordoosten van Mali waar de Touareg naar afscheiding streven, geopend. Azawad wordt weliswaar door niemand erkend, maar dat gaat aan de meeste Malinezen voorbij. De berichten uit het noorden zijn weinig opwekkend: de veiligheidssituatie verslechtert, de verschillende milities versterken zich en er worden vergeldingsacties gemeld als gevolg van vermeende samenwerking van noorderlingen met de Fransen en/of MINUSMA. De lokale bevolking wordt meer en meer afkerig van de hele situatie en menigeen wil er liever niets meer over horen. Op 22 september werd vrijwel overal de Onafhankelijkheidsdag gevierd. Een feestje dat de mogelijkheid biedt even afstand te nemen van de realiteit van alledag en van de dreiging dat dit jaar weer een deel van de oogsten zal mislukken. Met vereende krachten kan Mali als een feniks herrijzen, maar het zal ongetwijfeld nog even duren vooraleer alle partijen bereid zijn hun ego opzij te zetten en de handen ineen te slaan voor een duurzame en breed gedragen oplossing voor de nationale problemen.
© Copyright 2024 ExpyDoc