Acuut Coronair Syndroom (ACS)

Dokter op Dinsdag
Jawed Polad
Interventiecardioloog
Jeroen Bosch Ziekenhuis




Het hart is voornamelijk gemaakt
van speciale spier. Het hart pompt
bloed in de slagaders (bloedvaten)
die het bloed naar alle delen van het
lichaam vervoeren.
Net als elke andere spier, de
hartspier heeft een goede
bloedtoevoer. De kransslagaders
nemen bloed naar de hartspier. De
kransslagaders aftakken van de
aorta.
De aorta is de grote slagader die
zuurstofrijk bloed neemt vanuit de
linker hartkamer naar het lichaam.
De belangrijkste kransslagaders
verdelen in kleinere takken die
bloed naar alle delen van de
hartspier brengen.




Onder acuut coronair syndroom (ACS) omvat een reeks
aandoeningen waaronder myocardinfarct (hartinfarct) en instabiele
angina pectoris.
Het onderliggende probleem is een plotselinge vermindering van
de bloedtoevoer naar (een deel van) de hartspier. Dit wordt meestal
veroorzaakt door een bloedstolsel dat zich vormt op een stuk
plaque (verkalking) in een kransslagader.
De soorten problemen variëren van instabiele angina - wanneer een
(meestal ernstige) vernauwing met of zonder bloedstolsel
veroorzaakt een verminderde bloedstroom, maar geen totale
afsluiting van de aangetaste slagader, tot acuut myocardinfarct.
De locatie van de blokkade, de tijdsduur dat de bloedstroom wordt
geblokkeerd, en de schade die optreed bepalen het type van acuut
coronair syndroom.

Een acuut hartinfarct
treedt op wanneer een
bloedstolsel een
bloedvat (bijna)
helemaal afsluit. Door
de afsluiting krijgt een
deel van de hartspier
geen zuurstof meer en
kan de hartspier niet
meer goed
samentrekken. Dat
gedeelte sterft
geleidelijk af. Op deze
plaats ontstaat een
litteken

Instabiele angina treedt op wanneer een
(ernstige) vernauwing met of zonder
stolselformatie in een kransslagader een
verminderde bloedstroom veroorzaakt, maar
geen totale verstopping. Dit betekent dat er geen
sprake is van de hartspiersterfte (geen infarct)

Jaarlijks worden in Nederland ruim 25.000
mensen met een acuut hartinfarct opgenomen in
het ziekenhuis. In 2010 overleden ongeveer
6.800 mensen aan en acuut hartinfarct. ACS
komt vaker – maar niet altijd - voor bij mensen
boven de 50 jaar en steeds vaker met
toenemende leeftijd.









Hoge bloeddruk (hypertensie). Het is bewezen dat optimale behandeling van hoge bloeddruk
het risico van cardiovasculaire ziekten (o.a. myocardinfarct) vermindert.
Roken.
Hoog cholesterolgehalte. Dit wordt behandeld met combinatie van (gezonde)dieet, sporten en
medicatie.
Diabetes. Mensen met diabetes hebben een hoger risico van het hebben van ACS. Dit risico kan
worden verminderd door de bloeddruk, cholesterol en glucosespiegels binnen de normale
grenzen te brengen.
Inactiviteit. Streven naar fysieke activiteit op de meeste dagen van de week gedurende 20-30
minuten. Bijvoorbeeld stevig wandelen, zwemmen, fietsen, dansen, tuinieren, enz.
Dieet. Een gezond en gevarieerd dieet.
Familiegeschiedenis. Het risico wordt verhoogd als er een familiale voorgeschiedenis van harten vaatziekten of een beroerte bestaat die zich manifesteert in vader of broer op leeftijd 55 of
jonger, of in moeder of zus op leeftijd 65 jaar of jonger.
Overgewicht. Het verliezen van gewicht vermindert de werklast van op het hart en helpt met
verlagen van de bloeddruk.
Etnische groep. Bepaalde etnische groepen hebben een hoger risico op hart- en vaatziekten.




Het meest voorkomende symptoom van een ACS is het
hebben van ernstige drukkende pijn op de borst. De
pijn voelt vaak als een zware druk op je borst. De pijn
kan soms uitstralen naar de kaak, rug of armen (vaker
de binnen kant van linker arm) De pijn gaat meestal
gepaard met algemene, niet-specifieke symptomen
zoals zweten, misselijkheid, duizeligheid en
kortademigheid.
De pijn is meestal in rust, ernstiger en duurt langer dan
15 minuten - soms uren.
Sommige mensen met een ACS voelen geen pijn op de
borst, met name de oudere patiënten of mensen die
diabetes hebben.
Niet iedere pijn op de borst is een hartaanval!
Als er een verdenking is van ACS dan dient de patiënt dringend te worden
doorverwezen naar het ziekenhuis. Bij opname worden meestal diverse
tests gedaan. Deze omvatten:


Een hartfilmpje genaamd een elektrocardiogram (ECG). Vaak zijn er
typische veranderingen zichtbaar op een ECG. Echter, een ECG kan
sommige ACS gevallen normaal uitzien.
Bloedonderzoek. Een bloedonderzoek dat een chemische stof genaamd
troponine meet is de gebruikelijke test die wordt gedaan. Deze
chemische stof is aanwezig in hartspiercellen. Door een schade aan
hartspiercellen komt troponine in de bloedbaan vrij. De bloedwaarde
van troponine wordt verhoogd bij een myocardinfarct (zowel in STEMI
als in Non-STEMI), maar niet bij instabiele angina pectoris (IAP).



Het hartritme kan worden gevolgd voor een paar dagen
om te controleren op ritmestoornissen. Vooral in de eerste
uren na een hartinfarct bestaat de kans op een gevaarlijke
ritmestoornis die kan leiden tot een hartstilstand.
Andere tests kunnen ook worden uitgevoerd in sommige
gevallen. Dit om de diagnose te verduidelijken (indien de
diagnose niet zeker is) of complicaties zoals hartfalen wordt
vermoed. Bijvoorbeeld, een echocardiogram (een echografie
van het hart).
Ook worden meestal tests verricht om de ernst van
vernauwing in de kransslagaders te beoordelen. De meest
gebruikelijke test is coronaire angiografie
(hartkatheterisatie)

Acuut coronair syndroom (ACS) is een
medische noodsituatie en vereist onmiddellijke
ziekenhuisopname. De behandeling van ACS
varieert en is afhankelijk van type infarct en
klinische toestand van de patiënt. Een acuut
myocardinfarct wordt in beginfase anders
behandeld aan instabiele angina pectoris.


Directe medische zorg is van levensbelang. De uitkomsten
zijn beter naarmate de behandeling eerder begint
Bij patiënten die binnen 60-90 minuten op een
gespecialiseerde ziekenhuisafdeling kunnen zijn wordt een
dotterbehandeling uitgevoerd:


Hierbij wordt via een ingreep een klein ballonnetje in de
kransslagader gebracht, dat met grote druk wordt opgeblazen.
Vaak wordt ook een stent geplaatst. Stent is een klein (metaal of
kunststof) veertje dat zich bij het opblazen van de ballon ontplooit
en het weer dichtklappen van het bloedvat voorkomt.
Soms, als verschillende slagaders door het hartinfarct zijn
aangetast kan een bypassoperatie nodig zijn. Hierbij worden
chirurgisch omleidingen rondom het hart aangelegd, zodat
de bloedvoorziening van het hart intact blijft.
DOTTERPROCEDURE
( MET STENT)
CABG (OMLEIDINGEN)




Zo spoedig mogelijk nadat een ACS wordt vermoed krijgen de
patiënten een dosis aspirine. Aspirine vermindert de kleverigheid
van bloedplaatjes en daardoor vermindert de risico van stolsel
formatie (trombose).
Naast aspirine wordt een van de andere middelen tegen
stolselformatie zoals Clopidogrel, Prasugrel en Ticagrelor ook
gegeven. Deze middelen werken op een andere manier dan
aspirine.
Injecties van Heparine of een vergelijkbaar middel
Deze worden meestal gegeven voor 5 dagen om te verdere
vorming van bloedstolsels te voorkomen.
Pijnbestrijding
Een sterke pijnstiller toegediend via injectie in een ader wordt
gegeven om de pijn te verlichten.





Aspirine
Clopidogrel (of Ticagrelor of Prasugrel) voorgeschreven voor het
eerste jaar na een acuut coronair syndroom om plakkerigheid van
bloedplaatjes verder te verminderen in het bloed en, hierdoor, de
stolselformatie in kransslagaders te voorkomen.
Een bètablokker - om de hartslag te vertragen en om de kans op
hartritmestoornissen te verminderen.
Een angiotensine-converting enzyme (ACE)-remmer. ACEremmers hebben verschillende effecten, waaronder het hebben
van een beschermend effect op het hart.
Een Statine (cholesterol verlagende medicatie) om het
cholesterolgehalte te verlagen. Dit helpt met voorkomen van
cholesterolopbouw in vatwanden (aderverkalking).

Gedurende opname een revalidatie traject
wordt gestart. Na ontslag volgt een
poliklinische revalidatie programma. Het doel
van revalidatie is om conditie van de patiënt te
optimaliseren.




In het JBZ hebben wij een speciale zorgpad ontwikkeld voor
patiënten met acuut coronair syndroom.
De zorgpad is bedoeld om alle patiënten met ACS die in het
JBZ opgenomen worden vanuit het opname moment tot
poliklinische revalidatie tijdig en optimaal te behandelen.
Een onderdeel van zogpad is individuele patiënt informatie
dossier (PID) waarop belangrijke informatie over de ziekte, de
behandelingen, medicatie en verdere afspraken staan.
De PID wordt gedurende opname ingevuld en aan de patiënt
verstrekt. Zo krijgen patiënten uitgereid inzicht over zijn
ziekte, behandeling en revalidatie
•
Hartinfarct / vernauwing kransslagaders (80%)
•
Stolsel in longslagader (longembolie)
•
Vocht in het hartzakje (tamponade)
•
Klaplong
•
Bloedverlies
•
Verstoring in de zoutbalans
•
Zuurstoftekort
•
Vergiftiging/medicatie
•
Onderkoeling
•
Trauma
100
Kans op succes
vermindert met 7-10%
per minuut!
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Tijd (minuten)
Cummins RO, 1998.
Annals of Emergency
Medicine 18: 1269-1275.