Kosten wijkverpleging ouderen voorspelbaar door

Zorgverzekeraars Nederland
nr 12 / 19 maart 2014
Kosten wijkverpleging ouderen voorspelbaar door koppeling databestanden
Door koppeling van diverse databestanden met verzekerdenkenmerken is het mogelijk te voorspellen welke kosten
ouderen maken voor wijkverpleging. Masterstudent Anniek Sietsma heeft hiernaar onderzoek gedaan in opdracht
van Zorgverzekeraars Nederland omdat de wijkverpleging vanaf 2015 wordt vergoed uit de Zorgverzekeringswet
(Zvw).
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat ouderen die een beroep doen op wijkverpleging ook veel curatieve zorg
gebruiken. Zo maken ouderen die gebruik maken van wijkverpleging 2.5 keer zoveel ziekenhuiskosten als ouderen
zonder wijkverpleging. Een ander voorbeeld: bij vrouwen is de kans op het gebruik van wijkverpleging groter en
wordt er ook meer wijkverpleging afgenomen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat vrouwen een hogere
levensverwachting hebben dan mannen. Hierdoor kunnen ze vaak mantelzorg verlenen aan hun partner, maar zijn
ze na het overlijden van de partner meer op zichzelf aangewezen en kunnen minder een beroep doen op informele
zorg.
Gebruikte bestanden
ZN heeft onderzocht welke ouderen wijkverpleging gebruiken en hoeveel wijkverpleging zij gebruiken. Het
onderzoek is gebeurd met behulp van data van Vektis. Dat is het informatiecentrum dat gegevens verzamelt over
uitbetaalde declaraties van zorgverzekeraars, samen met een aantal persoonskenmerken. Voor dit onderzoek zijn
de databestanden van de Zvw, de AWBZ en een databestand ten behoeve van de Wtcg aan elkaar gekoppeld.
Het onderzoek en de conclusies zijn uitgebreid beschreven in het tijdschrift ESB, uitgave 7 maart 2014 (alleen
beschikbaar voor abonnees van ESB).
ZN: veldnormen GGZ beperken administratieve lasten zorgaanbieders
“Wij zijn blij dat de minister ons steunt bij onze vraag aan de GGZ-partijen om veldnormen op te stellen,
bijvoorbeeld voor hoofdbehandelaarschap en een triagesysteem voor verwijzing.” Dat is de reactie van Ronald
Luijk, senior beleidsmedewerker van Zorgverzekeraars Nederland op de antwoorden van minister Schippers op
Kamervragen die Van Gerven (SP) stelde. Aanleiding voor zijn vragen was een bericht dat de GGZ-sector
verbolgen is over het inkoopbeleid van zorgverzekeraars.
Zorgverzekeraars stellen eisen aan zorgaanbieders met het oog op kwaliteit en de transparantie van zorg. Met als
doel betere zorg voor de patiënt. Nu stellen zorgverzekeraars uiteenlopende eisen en regels omdat de GGZ-sector
zelf geen normen heeft opgesteld. Luijk: “Als het veld zelf breed gedragen normen opstelt dan kunnen
zorgverzekeraars die overnemen en is het onaantrekkelijk voor hen om daarop te differentiëren. Zo komt er vanzelf
uniformiteit. Dat voorkomt dat het inkoopproces extra werk oplevert en het beperkt de administratieve lasten, waar
zorgaanbieders over klagen.”
De minister geeft verder in haar beantwoording van de Kamervragen aan dat de nieuwe situatie waarbij het
representatiemodel is afgeschaft en (vanaf 2014) de generalistische basis GGZ is geïntroduceerd, spanningen kan
geven. ZN herkent dat. Daarom kijken zorgverzekeraars of er onnodige verschillen zijn tussen verzekeraars en
verkennen ze waar uniformering nodig is. Wel met behoud van de rol van de zorgverzekeraar in het stelsel en met
de zorgvraag van de patiënt als uitgangspunt.
ZN journaal 12
19 maart 2014
André Rouvoet: ‘Niet elke innovatie is een verbetering’
ZN-voorzitter André Rouvoet sprak 13 maart op het jaarlijkse congres Health Valley. Hij trapte af met zijn stelling
dat niet elke innovatie ook een verbetering is. De zaal vol met zorgondernemers was het hiermee grotendeels
eens. Rouvoet maakte daarbij duidelijk dat de zorg bol staat van innovatie en dat het ons de afgelopen decennia
veel gezondheidswinst heeft opgeleverd. Maar hij zwengelde wel de discussie aan dat diezelfde innovatie een fors
aandeel heeft in de stijging van de zorguitgaven. “De innovatie in de zorg moet ook onverminderd doorgaan. Maar
zorginnovatie moet dan wel lonen voor de patiënt én de premiebetaler”, aldus Rouvoet.
Rouvoet gaf in zijn presentatie aan dat zorgverzekeraars rekening moeten houden met uiteenlopende belangen:
patiënten willen de beste zorg, zorgaanbieders willen bestaansrecht hebben en groeien, artsen willen alle
middelen inzetten om mensen beter te maken, bedrijven willen hun zorgproducten verkopen en de rijksoverheid wil
kosten beheersen. En de verzekerden - niet te vergeten - willen verzekerd zijn van de beste zorg, tegen een zeer
scherpe premie. Zorgverzekeraars betrekken al die belangen bij de afweging of zij bepaalde innovaties in de zorg
kunnen ondersteunen. “Er zijn heel veel goede ideeën in de zorg. Maar een idee is pas kansrijk als er substitutie
plaatsvindt. We moeten voorkomen dat innovatie in de zorg leidt tot dubbele kosten omdat er geen vervanging
plaatsvindt: iets nieuws voor iets ouds is daarbij het credo. Steeds meer mensen die bezig zijn met zorginnovatie
nemen dit mee in hun plannen. Ideeën die zowel de kwaliteit van de zorg als de doelmatigheid verbeteren, zijn
goud waard”, besloot de ZN-voorzitter op het congres Health Valley 2014.
Opbrengst ZN Golfdag voor Stichting ALS
Op 14 april 2014 vindt opnieuw de ZN Golfdag plaats. Deze keer bij BurgGolf in Wijchen, die de golfbaan voor
deze dag sponsort. Door mee te doen dragen de golfers bij aan een goed doel. Deze keer komt de opbrengst ten
goede aan Stichting ALS.
ALS (Amyotrofische Laterale Sclerose) is een ernstige aandoening waarbij de zenuwcellen in het ruggenmerg en
de hersenen langzaam afsterven. De gemiddelde levensverwachting nadat de diagnose is gesteld, is drie jaar.
Omdat over de oorzaak nog maar weinig bekend is, ondersteunt Stichting ALS diverse wetenschappelijke
onderzoeksprojecten.
Door te investeren in wetenschappelijk onderzoek hopen experts uit binnen- en buitenland ALS de wereld uit te
bannen. Prof. Dr. Leonard van den Berg is hoofd van het ALS Centrum Nederland, gevestigd in het Universitair
Medisch Centrum (UMC) Utrecht en het Academisch Medisch Centrum (AMC) Amsterdam. Hij is betrokken bij
diverse projecten die de Stichting ALS financiert.
Oorzaak opsporen
Van den Berg: “ALS is een progressieve en fatale ziekte die bij iedereen op volwassen leeftijd kan optreden. We
weten nog te weinig over de oorzaak. Waarom krijgen 500 mensen per jaar ALS? Wat zijn risicofactoren voor
ALS? En welke factoren beschermen tegen ALS? Dat zijn vragen die we met ons onderzoek proberen te
beantwoorden. Factoren waardoor de ziekte ontstaat, kunnen bepaalde variaties zijn in ons erfelijk materiaal
(DNA) of factoren in de levensstijl of omgeving van de patiënt. Het opsporen van deze factoren kan bepalen welke
ziekte-mechanismen betrokken zijn bij ALS. Als we dit weten kunnen we proberen om die mechanismen te
beïnvloeden. Zo weten we bijvoorbeeld welke genen ALS veroorzaken bij de familiare vorm van ALS. Met kennis
van deze genen ontwikkelen we nu in het laboratorium modellen van de ziekte. Dit laboratoriumonderzoek is een
belangrijke stap in de ontwikkeling van nieuwe therapieën. Zo kunnen we uiteindelijk een effectieve behandeling
vinden. Want dat is het enige doel van al het wetenschappelijk onderzoek dat we doen. Door intensief onderzoek
kan dit doel bereikt worden.”
Wilt u ook helpen de opbrengst voor Stichting ALS zo groot mogelijk te maken? Er zijn nog enkele plaatsen
beschikbaar voor de golfdag. Aanmelden kan door een e-mail te sturen naar [email protected]
ZN journaal 12
19 maart 2014
De Friesland: meer aandacht voor mondzorg in zorginstellingen
Zorgverzekeraar De Friesland en Zorgkantoor Friesland willen meer prioriteit zien voor mondverzorging binnen
zorginstellingen. Het blijkt namelijk dat de mondzorg voor ouderen niet overal de aandacht krijgt die nodig is. Dat
komt naar voren uit een onderzoek van De Friesland Zorgverzekeraar en Zorgkantoor Friesland in samenwerking
met de opleiding Mondzorgkunde van de Hanzehogeschool binnen 21 Friese verpleeghuizen.
Uit het onderzoek blijkt ook dat mondzorg nog niet in alle instellingen is ingebed in de organisatie. Zo is het niet
altijd een onderdeel van het zorgdossier of wordt de mondzorg niet uitgevoerd door tandartsen of
mondhygiënisten. Vaak is onduidelijk wie verantwoordelijk is voor de mondzorg in de instelling en wie het
financiert.
Grote gevolgen bij slechte mondgezondheid
Goede mondzorg draagt bij aan het behoud van gezondheid en het welbevinden van ouderen. In algemene zin
kan het de kwaliteit van leven op een positieve wijze beïnvloeden, blijkt uit eerder onderzoek. Bij kwetsbare
verpleeghuiscliënten kunnen de gevolgen van een slechte mondgezondheid ernstig zijn, zoals het ontstaan van
ondervoeding, vochttekort, gewrichtsinfecties en hart- en vaatziekten.
Onderschatting preventieve aspect
Door de bewustwording van de onderzoeksresultaten bij verzorgers en verplegers en het management hoopt De
Friesland dat hierdoor mondverzorging een hogere prioriteit krijgt binnen de zorginstellingen. Het preventieve
aspect van mondzorg wordt nu nog teveel onderschat. Diana Monissen, bestuursvoorzitter van De Friesland, zegt
hierover: “Goede mondzorg werkt preventief voor andere ziektes. Zo kan een gezond gebit voorkomen dat iemand
longontsteking krijgt. Als we hier op inspelen kunnen we dus veel voorkomende ziektebeelden bij kwetsbare
ouderen voorkomen. Hierdoor wordt de kwaliteit van leven bevorderd voor deze doelgroep.”
Open Dag Zilveren Kruis
Zilveren Kruis Achmea organiseerde op 13 maart 2014 tijdens de nationale week van Zorg en Welzijn een Open
Dag voor iedereen die een keer in de keuken van de zorgverzekeraar wilde kijken. De Open Dag werd gehouden
in het pand in Leiden.
Daar waar gerekend werd op enkele tientallen bezoekers, waren er na anderhalve dag al meer dan 160
aanmeldingen. Tijdens de Open Dag waren er vier tours met geïnteresseerden. Begonnen werd met een kop koffie
en een verhaal vooraf door Judith de Krijger van Zilveren Kruis. Zij deelde een persoonlijk verhaal en verbond dit
aan het werk dat Zilveren Kruis verricht. Direct kwamen al de eerste zeer goede en scherpe vragen.
Zorginkoop en declaratieproces
Digitalisering, de ontwikkelingen op het gebied van webcare en zorginkoop waren voor veel bezoekers een
verrassing. Dat een zorgverzekeraar zorg inkoopt was deels bekend, maar dat Achmea voor circa 16,5 miljard
euro inkoopt was een ware eyeopener. Een kijkje bij het declaratieproces leverde mooie gesprekken op.
Bezoekers hadden geen idee dat 250 miljoen nota’s jaarlijks – voornamelijk digitaal – bij Zilveren Kruis
binnenkomen. De mogelijkheden en geanonimiseerde voorbeelden van de afdeling Zorgbemiddeling zorgden
soms voor stilte. Zeker mensen die zelf geen zorg nodig hebben, ervaarden hun gezondheid als een zegen.
Er werd achteraf nog druk nagepraat. En geopperd niet te wachten tot de volgende Nationale Week van Zorg en
Welzijn. Pas als mensen het echt zien, dringt door wat een zorgverzekeraar allemaal doet.
ZN journaal 12
19 maart 2014
ZN-weblog
Kwaliteitsmeting: schieten we ons doel voorbij?
Patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars hebben allen belang bij het meten van de kwaliteit van zorg.
Hiermee maken we de zorg transparant. Verschillende partijen hebben daarbij elk hun eigen doel:
1. Voor patiënten staat vooral het kiezen tussen aanbieders centraal
2. Zorgverleners zien het vooral als middel om hun zorgverlening te verbeteren
3. Zorgverzekeraars gebruiken de informatie met name om voor hun verzekerden goede zorg in te kunnen kopen
en verzekerden te kunnen voorzien van informatie over de kwaliteit van (ingekochte) zorg
En dat meten gebeurt ook. De vele initiatieven die zijn opgestart rondom het meten van kwaliteit, zoals
bijvoorbeeld Zichtbare Zorg, hebben ons al veel gebracht. Bijvoorbeeld het besef dat het meten van kwaliteit van
groot belang is voor goede zorg. Maar ook het inzicht dat het lang duurt om lijsten op te stellen met vragen
waarover iedereen het eens is. En vooral heel veel verschillende en vaak lange vragenlijsten. En met dat laatste
schieten we wat mij betreft ons doel voorbij.
Er is een groot oerwoud aan vragenlijsten en het is lastig om door dat bos de bomen nog te zien. Er zijn lange
vragenlijsten met CQi of PROM-vragen. Een vragenlijst voor een patiënt met meer dan 100 vragen is geen
uitzondering. De lijsten van Zichtbare Zorg zullen in de nabije toekomst uitgedund worden, maar tot nu toe worden
daar ook duizenden indicatoren uitgevraagd. Daarnaast zijn er nog zo’n 100 klinische registraties die allemaal ook
informatie genereren die in meer of mindere mate transparant zijn. Er is gebrek aan uniformiteit en daar willen
zorgverzekeraars wat aan doen. Het feit dat zorgverleners soms wekenlang bezig zijn om bijvoorbeeld alle
verschillende lijsten voor ketenzorg in te vullen is onwenselijk. Ook zijn niet alle resultaten onderscheidend en
daardoor beperkt bruikbaar. Het meten lijkt een doel op zich en het echte doel raakt uit beeld.
Tijd dus om ons af te vragen welke informatie we daadwerkelijk nodig hebben. En dat hebben zorgverzekeraars
gedaan. Met elkaar en met patiëntenorganisaties werken zij aan een beperkte lijst met kwaliteitsindicatoren per
aandoening. Dat betekent in de praktijk dat bijvoorbeeld voor borstkanker de totale set van bijna 200
zorggerelateerde indicatoren is teruggebracht tot enkele tientallen indicatoren. Hetzelfde geldt voor darmkanker. In
de komende tijd volgen nog vele aandoeningen waarvoor zorgverzekeraars het aantal vragen zal reduceren..
Hiermee staat het middel weer in dienst van het doel: op efficiënte wijze inzicht krijgen in de kwaliteit van de zorg.
Dit leidt uiteindelijk tot het inkopen op basis van kwaliteit van leven.
Marianne Lensink, directeur Zorg bij Zorgverzekeraars Nederland
ZN journaal 12
19 maart 2014