Systeemperikelen... door Jan Peter Pals Aangeslagen door het plotselinge overlijden van Chris ten Kate, begon BCO, na korte toespraken van Janine en Wubbo, gevolgd door een minuut stilte, in gedrukte stemming aan de clubavond. Maar BCO zou BCO niet zijn als vervolgens niet met volle concentratie de kaarten ter hand zouden worden genomen. Spel 28: West opent 1, en wat doe je nu als oost na een pas van rechts? Een handje voor een biedforum…. 1? Een psych in een hoge kleur? Een klaverbod, en zo ja, hoeveel?? In de praktijk koos oost voor 4, en dan mag je als zuid. Ik doubleerde, Ciska bood met kromme tenen 4 en mocht dat spelen. Spel 28 W/NZ 1097 A94 Q53 AQ42 Q32 Q8762 86 765 W O Z 1 pas Noord Ciska pas 4 J86 A5 Q974 AJ72 AQ7543 6 K5 K1084 N W O Z 109 K983 102 Q9653 West JP Noord Sytze 1NT 1) allen pas Oost Ciska 3 Zuid Ig pas 1 = 12-14 AKJ86 KJ105 K109 10 West K2 QJ10742 AJ863 - 4 54 3 AJ742 KJ983 N Spel 5 N/NZ Oost 4 allen pas Zuid JP dbl Tien slagen zijn geen probleem, en 5 gaat maar eentje down. Moet oost dat nog bieden? Tja, als je de tegenpartij zo onder druk hebt gezet bestaat natuurlijk de kans dat ze te hoog zitten, en dat je dus een spookredding hebt. Gelukkig voor ons koos oost voor die mogelijkheid. Ig startte met ruiten 10, en dan zijn er met geen tien paarden meer dan negen slagen. Ook met troefstart is 4 down. Toch is dit contract maar liefst vijf maal gemaakt, soms zelfs met overslagen! Klaverstart (die je duikt) ontwikkelt klaveren heer als tiende slag, en na hartenstart moet noord als een speer ruiten vervolgen om overslagen tegen te houden. Op de frequentiestaat komt nog een keer 4C voor, wat er een beetje vreemd uitziet. Wel een interessant contract, dat alleen down is met schoppenstart en schoppen vervolg zodra noord met harten aas aan slag komt. Dummy's schoppen worden dan weliswaar vrijgespeeld, maar de leider kan die niet meer benutten. Hij moet in slag vier terug naar de hand om verder troef te trekken; doet hij dat met ruiten aas dan speelt zuid, na het maken van harten heer, ruiten na, zodat de laatste entree weg is. En als west met een klaveraftroever naar de hand gaat kan zuid, door na harten heer nogmaals klaveren in te spelen, bereiken dat zijn troeven (98) even lang zijn als die van west (107), zodat west geen troef kan trekken zonder de controle te verliezen. Geen verdediging die je aan tafel even verzint, maar wel een typisch voorbeeld van het onschadelijk maken van een dreigende zijkleur (zie ook hoofdstuk 9 van de Rodwell Files). Biedprobleem (voor ons, tenminste…) op spel 8: Spel 8 W/niemand AK97 A654 K2 A109 Q84 Q1032 9754 62 652 K97 QJ8 KQ85 N W O Z J103 J8 A1063 J743 West JP 1 ??? Noord pas Oost Ciska 2 Zuid Volgende biedprobleem (niet alleen voor ons) op spel 15: A1097 AKJ5 Q64 K6 Spel 15 Z/NZ K 1073 K2 AJ109743 Q85432 82 J53 Q5 N W O Z J6 Q964 A10987 82 West 1 1) 2 Noord Ciska dbl 2) 3 Oost pas pas Zuid JP 1 3) ??? 1 = vanaf doubleton 2 = Multi defense: ruiten, de hoge kleuren of een 15-17 NT 3 = minstens vierkaart, met tolerantie voor ruiten pas Je moet goed hebben afgesproken wat 3NT nu betekent. Wij doen dit al met 15 punten, zelfs met een mooie 14. Ik herbood daarom 2, in elk geval MF na een 2 over 1, per slot belooft Ciska 10+, en ze is altijd heel verdrietig als we de boot missen. Stel je voor dat ze een volle opening heeft, en past op 3NT? Een afschuwelijke gedachte. Achteraf had ik beter het eveneens MF 3 kunnen bieden, je kunt beter een kaart liegen in een lage kleur dan in een hoge kleur. Nu gaf Ciska met 4 haar minimum met een driekaart aan, en ik zat als enige in de zaal in dit inferieure contract. Dat ik het nog mocht maken was een schrale troost, want de overslagen in 3NT waren niet van de lucht. Dus: de volgende keer óf 3 bieden, óf gewoon deze hand met 1 openen… Na mijn pas, en tien slagen in NZ later, ontspon zich de volgende discussie: Zij: "Hoeveel punten had je?" (een voor echtparenbridge typische vraag ) Hij: "7, waarom bied je niet gewoon 4? Als ik van de transferkleur afwijk heb ik toch wel iets?" Zij: "Waarom bied jij geen 4? Ik geef nu toch de waarden voor een sterke sans aan?" Hij: "Volgens mij geef je nu gewoon openingswaarde aan. En tegenover een 12-14 opening heb ik mijn hand verkocht. Ik verwacht dat je 'm met 16+ vol gooit. Of beter nog, 3, als je dan uitgaat van heel weinig punten bij mij, dan kunnen we in geval van nood nog in 3 eindigen." Zij: "Maar als we de cue hiervoor gebruiken, hoe kan ik jou dan nog om een stopje vragen?" Hij: "….." (dat snoerde mij dus de mond ) Ik heb me op 't internet suf gezocht naar verhandelingen over de Multi defense (ook als ik defence met een c gespeld had), maar nergens is iets te vinden over het vervolg door de Multi-bieder met openings-, inviterende dan wel MF waarden. Zelfs niet in de IMP-files. Dus als iemand hierover iets zinnigs te melden heeft, houden wij ons aanbevolen. Volgende biedprobleem: Spel 21 N/NZ J Q7 10974 AKJ975 A10964 AJ105 AK8 8 W O Z KQ75 8632 QJ6 43 West 3 pas Noord Ciska 1 4 dbl Wat de theorie over de forcing pas betreft: daarover is op het web genoeg te vinden. Wat ik warm kan aanbevelen is het gratis neer te laden boek Partnership bidding in Bridge van Andy Robson en Oliver Segal (uit 1993 alweer, maar nog zeer actueel). Kort samengevat zijn hun richtlijnen als volgt: 832 K94 532 Q1062 N Maar Martin suggereerde dat, als west er in komt met 3, met de noordhand 4 best een leuke actie zou zijn…. Oost pas 5 allen pas Zuid JP 2 1) pas 1 = helaas spelen we geen Bergen- of aanverwante verhogingen Dit ging 3 down, waar we 20% aan overhielden (zes keer 11 slagen in harten of schoppen voor NZ, vijf keer de lucratieve uitnemer). Ik betoogde na afloop dat mijn pas op 5 forcing was, aangevende dat ik maximaal was voor mijn 2 bod, en dus wel naar 5 wilde, Ciska meende haar hand verkocht te hebben en vatte mijn pas op als: "minimum met een beetje distributie, ik kan 5 niet doubleren". We legden aan de bar het probleem voor aan onze tegenstanders op dit spel, Rob Heinen en Martin Wanner. Die waren redelijk stellig dat mijn pas niet forcing was, en dat Ciska met het doublet een redelijke beslissing had genomen. 1. Een natuurlijke verhoging, ongeacht tot welk niveau, zet nooit een forcing pas op. Waarmee mijn ongelijk dus is aangetoond… 2. Een fitjump of splinter zet alleen een forcing pas op als wij kwetsbaar zijn tegen niet, en niet meer beneden het vierniveau kunnen eindigen. 3. Een cue in de kleur van de tegenpartij die op kracht en niet op distributie gebaseerd is, zet een forcing pas op als wij niet meer beneden het vierniveau kunnen eindigen. 4. Een 'limiet of beter' verhoging zet alleen een forcing pas op als de tegenpartij tot op het vijfniveau geboden heeft. Verder lezen op bladzijde 46 en volgende….
© Copyright 2024 ExpyDoc