Opgesteld door Actiegroep Titanic – 29-4-2014 Voorstellen tot herziening van VUSAM Inleiding VUSAM is ontworpen om relatief eenvoudig, robuust en transparant het geld te verdelen. Een dergelijk model heeft als voordeel dat het erg objectief en grotendeels beleidloos lijkt en niet als subjectief of bevoordelend kan worden gezien. Bovendien heeft het dynamische karakter van VUSAM geleid tot een aanjagend effect op studentenaantallen en promoties en geeft het een sterke stimulans tot het werven van onderzoeksgelden uit de 2e en 3e geldstroom. Het wordt echter steeds duidelijker dat de ongebreidelde groei voor de VU te ver is doorgeschoten. De universiteit lijdt onder een uit de hand gelopen groei van studentenaantallen en de nadelige effecten op het onderzoek en onderwijs als gevolg van de verdeelsystematiek. Een aantal zaken waar de universiteit in toenemende mate mee kampt: Logistieke problemen met de huisvesting en de omvang van faciliteiten. Een gebrek aan intensief en kwalitatief onderwijs doordat de nadruk is komen te liggen op grote, extensieve massacolleges. Financiële problemen bij faculteiten en afdelingen waarbij schaalvergroting geen optie is en waarbij intensief onderwijs een onmisbare basis vormt. Deze afdelingen verliezen binnen de VUSAM systematiek hun bestaansrecht. Omdat de externe financiering gelijk blijft gaan faculteiten die aan het einde van hun groeicurve zitten voor de werving van externe gelden ten onder aan de opkomst van andere faculteiten. Het buitensporig dynamische karakter van VUSAM en de hype-gevoeligheid die daarmee gepaard gaat veroorzaken onrust en leveren niet de stabiliteit die de universiteit nodig heeft. Ook moeten we ons realiseren dat er in de ‘beleidsloze’ keuze voor het VUSAM model, en in de parameters die voor verdeling worden gekozen, impliciete beleidskeuzes gemaakt zijn die buitengewoon schrijnend en nadelig hebben uitgepakt voor afdelingen met intensief onderwijs, een grote infrastructuur en/of kleine studentenaantallen. Sinds de invoering van VUSAM hebben uitsluitend afdelingen en faculteiten die door deze aspecten gekenmerkt worden, herhaaldelijk moeten reorganiseren. Wil de VU de onderwijs- en onderzoekskwaliteit voor alle faculteiten waarborgen en verder stimuleren, dan dient het serieuze veranderingen in de verdeelsystematiek aan te brengen. Wij stellen nadrukkelijk dat we in dit voorstel geen nieuw verdeelmodel zullen presenteren, we zien dat niet als een taak van de studenten. We willen de stuurgroep VUSAM alle gelegenheid geven om tot een weloverwogen herziening van het allocatiemodel te komen, met input van zoveel mogelijk belanghebbende partijen binnen de Academische Gemeenschap van de VU. We gaan er vanuit dat in de analyse rekening wordt gehouden met de problemen die door VUSAM zijn ontstaan bij enkele faculteiten. In dat licht hebben wij een aantal voorstellen voor de stuurgroep waarvan wij verwachten dat ze serieus worden meegewogen in het herzieningstraject voor VUSAM. Daarbij dient te worden voldaan aan alle afspraken die het College van Bestuur met Actiegroep Titanic heeft gemaakt betreffende de herziening van VUSAM, zoals in het Kerkzaal-akkoord van 17 maart 2014 staat beschreven1. 1 http://www.vu.nl/nl/Images/20140317%20FALW%20CVB%20Titanic_tcm9-378305.pdf Opgesteld door Actiegroep Titanic – 29-4-2014 VUSAM Onderwijs De nadelen van onderwijsfinanciering gebaseerd op studiepunten Op dit moment financiert de VU het onderwijs voornamelijk op basis van studiepunten. Zoals in de inleiding genoemd heeft dit een aantal voordelen en het stimuleert – al is het in theorie – de uitwisseling tussen faculteiten. Er kleven echter ook een aantal belangrijke nadelen aan deze dynamische financiering die vooral tot uiting komen doordat het binnen VUSAM zo extreem is doorgevoerd. Het huidige systeem, waarin de levensvatbaarheid van een opleiding volledig afhangt van de ‘marktwerking’ binnen VUSAM, is een universiteit onwaardig. Het is op dit moment financieel voordelig om grootschalige colleges met weinig contacturen te geven ten koste van arbeidsintensieve en kleinschalige cursussen. Dit leidt tot kwaliteitsverlaging en strookt niet met de profilering van de VU. De financiële prikkel tot efficiëntie schiet door in de verkeerde richting, namelijk die van massaliteit. Eén van de perverse effecten van studiepuntfinanciering is dat het financieel aantrekkelijk wordt om een student sneller een voldoende te geven. Dit wordt ook in bestuurlijke kringen geconstateerd. Het huidige model leidt er toe dat arbeidsintensief en kwalitatief hoogstaand onderwijs niet rendabel is. Veel bèta opleidingen en kleine alfa-gamma opleidingen hebben een hoge docent/student ratio nodig om de kwaliteit te kunnen handhaven. Bovendien zijn veel colleges arbeidsintensief om tot het beoogde studieresultaat te komen. Het lukt deze opleidingen niet om voldoende geld binnen te halen met het geven van onderwijs In dit beleid worden faculteiten niet gestimuleerd om inhoudelijke verdieping binnen de minoren aan te bieden, maar juist om een brede minor te vormen die voor veel studenten van verschillende opleidingen aantrekkelijk is en dus veel geld oplevert. Voorstel aan de stuurgroep VUSAM: Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en stimuleren stellen wij voor dat een substantieel deel van het onderwijsbudget van VUSAM wordt aangewend als basisfinanciering. Deze dient om essentiële infrastructuur, wetenschappelijk en ondersteunend personeel te bekostigen om een gezonde opleiding te handhaven. Wij achten het ook wenselijk om een deel van de dynamische financiering toe te wijzen op basis van teaching load. Met een beloning voor intensief onderwijs wordt een prikkel ingebracht die onderwijskwaliteit stimuleert voor alle faculteiten. We vinden dat een teaching load component op VU-breed niveau geïmplementeerd zou moeten worden, maar beseffen dat dit een langdurige transitie vereist. In een eerste instantie kan een gedifferentieerd bedrag gereserveerd worden om teaching load financiering te kunnen doorvoeren op facultair niveau. Dit geeft faculteiten meer ruimte om af te wijken van studiepuntfinanciering en om vrijer beleidskeuzes te maken. Als derde component wordt de studiepuntfinanciering aangehouden. We adviseren de stuurgroep om de componenten in verschillende verhoudingen door te rekenen, om daarmee tot een optimale verdeling te komen. Een dergelijke mix van financieringsparameters biedt een evenwichtige verdeling waarbij perverse prikkels zoveel mogelijk worden beperkt en er bestuurlijke ruimte is om perverse effecten te minimaliseren. Schrappen eerstejaarstarief Binnen VUSAM wordt een eerstejaarstarief van 1.786 euro gehanteerd, dat wordt uitgekeerd aan een faculteit als een student zich bij die faculteit voor de eerste maal aan de VU inschrijft. We zien geen enkele Opgesteld door Actiegroep Titanic – 29-4-2014 basis om dit aspect van VUSAM te handhaven. Deze bonus is ingesteld om tegemoet te komen aan de kosten die een faculteit maakt voor een eerstejaarsstudent, omdat er geen garantie is dat de student ook geld op gaat leveren via studiepunten. We hebben een aantal argumenten tegen deze vergoeding: Wij stellen dat met rendementsverhogende maatregelen als BSA, matching, prestatie-afspraken en een numerus fixus op steeds meer opleidingen de vergoeding overbodig is geworden. De maatregel stimuleert geen verbetering van onderwijs of begeleiding van de studenten aangezien het tarief al bij inschrijving van de student wordt toegekend. Van alle dynamische parameters stimuleert deze het meest een groei van studenten-aantallen, terwijl ook de rector heeft aangegeven dat de universiteit wil terugkomen van de ongebreidelde groei die het in de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. Voorstel aan de stuurgroep VUSAM: Het eerstejaarstarief komt te vervallen en het geld gaat terug naar de algemene verdeling van het VUSAM onderwijsbudget. VUSAM Onderzoek De VUSAM verdeling van onderzoeksgeld wijkt in sterke mate af van de externe financiering vanuit Den Haag. Sinds de invoering van VUSAM wordt maar liefst 85% van het onderzoeksgeld dynamisch toegewezen, gebaseerd op aantallen promoties, onderwijsprestaties en stimulering van 2e en 3e geldstroom. Slechts 15% wordt nog vast toegewezen in de vorm van strategische overwegingen component (SOC). Daar staat tegenover dat 57% van het 1e geldstroom onderzoeksgeld vanuit het ministerie vast wordt toegewezen aan de VU. Wij realiseren ons dat ook bij onderzoek een (gedeeltelijk) dynamische financiering bepaalde voordelen biedt. Echter de hoge mate van dynamisering die nu op de VU plaatsvindt heeft een aantal negatieve effecten tot gevolg. De onderzoeksfinanciering is nu erg hype-gevoelig. Hierdoor zullen bepaalde fundamentele onderzoeksgebieden die op dit moment wellicht niet ‘populair’ zijn, maar wel een hoge intrinsieke academische waarde hebben, niet kunnen voortbestaan. De hype-gevoeligheid die gepaard gaat met de dynamische onderzoeksfinanciering veroorzaakt veel onrust in de universiteit. De VU zou een stabiele organisatie moeten zijn, die zich niet enkel laat leiden door de waan van de dag, maar ook de ruimte biedt aan stabiele wetenschappelijke onderzoekslijnen. Voor het binnenhalen van 2e en 3e geldstroom projecten is meestal matching nodig vanuit de 1e geldstroom. Omdat deze matching direct wordt gekort op de SOC is het vermogen van de faculteit om uit de 2e en 3e geldstroom te werven eindig. Waar sommige faculteiten hierin nog kunnen groeien hebben FEW en FALW duidelijk het groeiplafond bereikt. Dit veroorzaakt een onwenselijke situatie waarin de bètafaculteiten niet dezelfde groeimogelijkheden meer hebben als de overige faculteiten. Omdat de onderzoeksfinanciering vanuit de 1e geldstroom een vast bedrag is, gaat de groei van alfa-gamma faculteiten ten koste van de bètafaculteiten. In een gezonde universiteit zijn er mogelijkheden voor elke faculteit om te groeien. Met het uniform stellen van de promotievergoedingen is er geen oog meer voor verschillen in kosten voor het uitvoeren van onderzoek tussen faculteiten. We stellen dat dit verschil kan worden opgevangen door het financieren van basisvoorzieningen. Opgesteld door Actiegroep Titanic – 29-4-2014 Ook worden promotievergoedingen verrekend met de SOC en gaan daarmee direct ten koste van de bekostiging van infrastructuur. Uit een door de Dienst F&A voor de toenmalige decaan FALW gemaakte informele berekening bleek dat de netto extra waarde van een FALW-promotie - vanwege het gehanteerde afregelmechanisme binnen het onderzoekscompartiment - ca. €22.000 bedroeg, tegenover ongeveer het dubbele bij de alfa/gamma-faculteiten. Voorstel aan de stuurgroep VUSAM: De financiering voor onderzoek vanuit de 1e geldstroom zou meer de verdeling vanuit het rijk moeten volgen. Hierbij wordt een substantieel deel toegekend aan basisfaciliteiten die essentieel zijn om de onderzoekslijnen te handhaven waarmee de VU zich wil profileren. Hierbij worden verschillen in kosten voor basisvoorzieningen voor promoties ook opgevangen. De hoge mate van financiering uit de 2e en 3e geldstroom veroorzaakt al voldoende dynamische prikkels. Er is geen goede reden voor het vrijwel volledig dynamiseren van het onderzoeksgeld vanuit de 1e geldstroom en bovendien leidt dit tot een gebrek aan continuïteit en stabiliteit. Effecten van VUSAM Uit ons eigen onderzoek en uit de VUSAM informatiesessie blijkt dat er met de invoering van VUSAM een verschuiving heeft plaatsgevonden in financiering van bèta faculteiten naar alfa-gamma faculteiten. Deze verschuiving is een impliciet gevolg van de parameters die gekozen zijn in VUSAM, maar is voor zover wij kunnen achterhalen nooit uitgesproken als beleidkeuze. We vragen de stuurgroep VUSAM deze verschuiving te erkennen en te beargumenteren of deze berust op een bewuste beleidskeuze of een impliciet gevolg is van de gekozen parameters. Samenvatting voorstellen VUSAM herziening Onderwijs: Voor onderwijs stellen we voor om 1) een basisfinanciering te introduceren om noodzakelijke infrastructuur, wetenschappelijk personeel en ondersteunend personeel te bekostigen, 2) Het dynamische deel op te splitsen in een ‘teaching load’ gedeelte en een financiering op basis van studiepunten. Het teaching load gedeelte moet kwaliteit stimuleren door intensief onderwijs te belonen. Daarnaast stellen we voor het eerstejaarstarief te laten vervallen. Onderzoek: Voor onderzoek stellen we voor een basisfinanciering in te voeren die het onderzoek aan de VU hypebestendig maakt en het mogelijk maakt om de onderzoekslijnen te ondersteunen waarmee de VU zich wil profileren. Bertram Uunk Henk Vink Taco van de Belt
© Copyright 2024 ExpyDoc