Preek van ds E.J. Hefting, gehouden bij zijn bevestiging als

 Preek van ds E.J. Hefting,
gehouden bij zijn bevestiging als predikant van de Protestantse Gemeente te Sneek
Zondag 6 juni 2014
Lezingen:1 Koningen 17: 8 – 16 en Mattheüs 15: 21 - 28
ds. E.J. Hefting
Gemeente van Christus,
Er zijn van die ontmoetingen in je leven, die je altijd bij blijven. Er zijn ook ontmoetingen of
misschien gebeurtenissen, die je leven kunnen veranderen. Heel bekend is natuurlijk het
verhaal van Paulus, die als vervolger van de christengemeente in zijn kraag gegrepen en
apostel van Christus wordt. Of het verhaal van Martinus, een Romeins officier, die een
bedelaar de helft van zijn mantel tegen de kou geeft. ’s Nachts in een droom verschijnt Jezus
hem die hem zegt: Ik was die bedelaar, ik was naakt en jij hebt mij gekleed. Hij liet zich
dopen en werd later bisschop van Tours. Ik denk ook aan Luther, die op de hei door een
enorm onweer werd overvallen en die God beloofde: als ik hier levend uit kom wijd ik mijn
leven aan u en word ik monnik. Maar je kunt even goed Jitschak Rabin noemen, van havik tot
man die ondanks alle tegenwerking een vredesvechter werd. Of Nelson Mandela, die op
Robbeneiland van leider van de militaire tak van het ANC uitgroeide tot groot pleiter van
verzoening, die verzoening tot rode draad van zijn leven en werken maakte.
Ook in de bijbel worden talloze ontmoetingen en gebeurtenissen vermeld, die het leven van
mensen kunnen veranderen of die hun gedachten kunnen veranderen. Grenzeloos ontmoeten
is het thema van deze dienst. Ontmoeten in eigen kring is niet zo moeilijk, vraagt geen
verandering en brengt weinig verandering. Grenzeloos ontmoeten is spannender, griezeliger.
Het vraagt soms moed, je moet je hoofd boven het maaiveld uitsteken. Het vraagt wat van je,
als je een ruzie wilt uitpraten, als je met tegenstanders moet samenwerken, als je contact zoekt
met vreemdelingen, moslims, mensen, die niet geloven. Je moet dan uit dat vertrouwde
cirkeltje stappen, waar we het met de kinderen over hadden. Je moet een grens over, je stelt je
kwetsbaar op.
Als ik het verhaal van Jezus en de Kananese vrouw lees proef ik daar ook iets van. Zowel bij
die vrouw als bij Jezus. Jezus wijkt uit naar het gebied van Tyrus en Sidon, buiten de grens
van Israël, in het huidige Libanon. Tevoren heeft hij gesprekken gehad met Farizeeën en
Schriftgeleerden over wat rein en onrein is, over het je niet houden aan de tradities van
handen wassen voor het eten. Hij zegt: wat uit je mond komt, dat komt uit je hart, boze
gedachten, moord, ontucht, diefstal. Dat maakt een mens onrein en niet het eten met
ongewassen handen. En dan klinkt daar plotseling een schreeuw, een gekrijs van een moeder,
die radeloos is omdat haar kind bezeten is, een existentiële oerkreet van een moeder, die wil
dat haar kind beter wordt, dat het goed met haar gaat, zoals dat moeders en vaders eigen is.
Een vrouw, een Kananese, uit Kanaän. Kanaän werd als naam niet meer gebruikt, maar staat
voor de niet-israëlitische bevolking van Palestina ten tijde van de intocht onder Jozua: daar
laat je je niet mee in, die zijn onrein, die maken de religie, de leefwijze volgens de leefregels
van Mozes onzuiver, die dienen afgoden en niet de God, die juist van dit land een proeftuin
voor heel de wereld wil maken.
De vrouw spreekt Jezus aan: dat was al tegen alle regels, dat deed je niet en als man sprak je
ook geen vreemde vrouw aan. Daarnaast is ze heiden, ze hoort niet in de bekende cirkel, ze is
buitenstaander, daar ga je niet mee om. Maar de vrouw kent wel de tale Kanaans, kent het
spraakgebruik: Heb medelijden. Ze zegt niet Kyrie eleison, maar eleison, Kyrie. Heb
medelijden met mij en ze belijdt Jezus als Messias, als zoon van David. Als buitenstaander
weet ze precies wie ze hier voor zich heeft en snapt er misschien meer van dan de 12
discipelen. Mijn dochter is deerlijk bezeten. Ze is bezit van een demon, een kwade macht.
Maar Jezus antwoordt haar niet en de discipelen willen van haar af. Stuur haar weg met haar
gekrijs, ze blijft ons maar achterna lopen. Zijn ze juist om de massa te ontlopen over de grens
gegaan, komt dat mens hen lastig vallen. Dan pas zegt Jezus iets en het lijkt alsof hij dat tegen
zijn leerlingen zegt: ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israël.
Mijn opdracht beperkt zich tot mijn volk, tot de joden en zo heeft Jezus zijn taak ook gezien.
Hij komt niet even een wereldgodsdienst stichten, nee hij blijft ook binnen de traditie van
Israël. Maar de vrouw, die opkomt voor haar kind, houdt vol, ze valt voor Jezus neer als teken
van diepst ontzag: Heer help mij! En dan zegt Jezus iets vreselijks, onpastoraler kan niet: het
is niet goed om het brood dat voor de kinderen (bedoeld is van het huis van Israël) te nemen
en het voor de honden te gooien. Hond is in het oosters spraakgebruik een stevig
scheldwoord. Honden zijn heidenen en honden zijn vieze beesten, geen huisdieren, die
vertroeteld worden. En dan komt de wending. De vrouw had zich diep beledigd af kunnen
wenden, maar ze gaat slim op die woorden van Jezus in. Zeker, Heer, de honden eten óók van
de kruimels, die van de tafel vallen. Oók wij heidenen pikken een graantje mee, een
broodkorreltje, van de woorden die voor jullie bedoeld zijn. Door dat “óók” benadrukt de
vrouw er ook bij te willen horen, ook al is ze een hondje. Jezus ziet dat bij haar het geloof in
Hem groot is. Haar vertrouwen in Hem is groot. Ze is ervan overtuigd, dat Hij haar kan
helpen. Groot is uw geloof. Ook buiten de kring is geloof, is vertrouwen, worden mensen
aangesproken of bemoedigd door het woord. De ontmoeting met deze vrouw opent de cirkel,
opent de grens, doet ook Jezus inzien dat zijn missie breder is dan alleen maar de eigen groep,
het eigen volk. Gods bemoeienis gaat verder dan Israël, heel de wereld heeft hij op het oog.
De ontmoeting met deze vrouw is ook voor Jezus grens-doorbrekend. Vertrouwen speelt
daarbij een grote rol. Dat geldt ook in dat andere verhaal, eigenlijk speelt dat in het zelfde
gebied. De weduwe van Sarfat heeft al niks, nog één keer kan zij brood bakken en dan zullen
zij en haar zoon sterven van de honger. Maar ze waagt het met deze profeet. Ze had ook
kunnen zeggen. U wacht maar even. Eerst zelf en als er dan nog wat over is, dan krijgt u het.
Haar vertrouwen wordt beloond. Ze waagt het met deze vreemde profeet met zijn vreemde
God, net als die Kananese vrouw. Door de ontmoeting verandert Jezus van visie op zijn
missie. Door de ander echt te ontmoeten ontstaat er ruimte naar buiten en naar binnen toe. Zo
kunnen we als kerkgemeenschap hier in Sneek elkaar ontmoeten, van elkaar leren, open gaan
staan voor elkaar. Zo bouw je aan de gemeenschap. Maar ook naar buiten toe, naar de
samenleving, naar mensen van andere kerken, maar ook naar mensen met een andere
overtuiging, religie. En in die ontmoeting buiten de cirkel leer je ontzaglijk veel. Wat wij
onder gastvrij gemeentezijn verstaan hoeft niet altijd zo bij een buitenstaander over te komen.
In die grens overschrijdende ontmoetingen kunnen we bouwstenen aan gereikt krijgen voor de
gemeenteopbouw, maar ook voor onze bijdrage aan het opbouwen van een rechtvaardige
samenleving. Dat doen we niet alleen, maar met heel veel andere mensen en groepen. Kerk
zijn ben je niet op een eiland, niet binnen de rode draad, maar in het midden van de
samenleving. We zijn geroepen om tot opbouw, tot zegen van de samenleving te zijn. Want u
krijgt wel iedere zondag de zegen mee, maar dan begin het pas. Gezegend ben je pas als je de
ander, de naaste, de vreemdeling de ruimte geeft, als je de ander tot zijn/haar recht laat
komen, als je God tot zijn recht laat komen en de bijbel noemt keer op keer daarbij de
woorden recht en gerechtigheid. Je kunt met de mond je geloof belijden en dat is ook goed,
maar belijden is doen, geloven is handen en voeten geven aan de 10 woorden, is tekenen
oprichten van Gods rijk dat komt.
De komende jaren hoop ik velen van u te ontmoeten binnen en buiten de muren van de kerk.
Ik hoop ook dat de ontmoetingen die er nu al zijn doorgaan en uitgebreid worden, waardoor
mensen verrijkt worden, waardoor cirkels open gebroken worden, waarin we samen
ontdekken, dat God het heil, het welzijn van heel de wereld, de schepping, de samenleving op
het oog heeft. Dan breken er grenzen open, dan lichten er stukjes Koninkrijk, Gods nieuwe
wereld, op.
Ik hoop samen met u en u met mij op te lopen de komende jaren, ik hoop van u te leren, door
u verrijkt te worden en ik hoop dat ik u ook een beetje mag verrijken.
Amen.