Innovatie in Nederland versnellen door mensen en middelen

Innovatie in Nederland
versnellen door mensen en
middelen slimmer te verbinden:
the Dutch Agile Economy
Nederland maakt een grote kans in de mondiale top 5 van de
meest competitieve landen te komen, als het innovatiebeleid
evalueert van focus op sectoren naar focus op thema’s
die wereldwijd bepalend zijn voor de economische groei
en welvaart (Global Mega Trends). Daarnaast zal het
innovatie-ecosysteem plaats moeten bieden aan zakelijke
dienstverleners (banken, adviseurs en accountants) en zal
het bewustzijn in Nederland over de grote positieve invloed
van innovatie op onze maatschappij in brede lagen van de
bevolking moeten groeien.
Jan-Hendrik Schretlen – Innovation Lead The Netherlands, Advisory
1. Innovatie draagt
sterk bij aan adaptief
vermogen en economische
concurrentiepositie van
landen
Technologische en sociale innovatie
spelen een cruciale rol in het adaptieve
vermogen van een land om tijdig en
adequaat te reageren op de zogeheten
Global Mega Trends: demografische
veranderingen, verschuivingen van de
economische macht, technologische
doorbraken, groeiende verstedelijking en
schaarste van natuurlijke grondstoffen.
Uit het feit dat innovatie zelf een van
de megatrends is, blijkt haar impact.
Innovatie is een ‘wereldspel’. Lokaal
gevoed in regionale ecosystemen maar
38
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
“Innovation is the process by which ideas are generated and commercialized, and
innovation hubs can help elevate that process to the level of a differentiating capability.
We are convinced that such capabilities are an essential mechanism in the achievement
of a company’s, or a nation’s, larger strategy; what we call its ‘way to play’. A truly
differentiating capabilities system is difficult to develop, but, likewise, it is hard for others
to replicate. Thus it offers a sustainable competitive advantage that provides the right to
win in the market. We believe that both the public and private sectors have important
roles to play in the formation of healthy innovation ecosystems. Furthermore, when they
work together, as they do in developing innovation hubs, they can raise their innovation
capabilities to new heights and drive corporate and national prosperity.”
Cesare R. Mainardi, Chief Executive Officer Booz & Company
Bron: Global Innovation Index 2013
Noot: Booz & Company is sinds 1 april 2014 onderdeel van PwC, onder de naam Strategy&
met de focus op mondiale vraagstukken,
oplossingen, klanten en met gebruikmaking
van wereldwijde kennis, contacten en
netwerken. Innovatie draagt daarmee sterk
bij aan de economische concurrentiepositie
van een land en de welvaart van haar
burgers.
2. Nederland kan door
innovatieleiderschap in
top 5 meest competitieve
landen komen
Nederland heeft de potentie in de
mondiale top 5 van meest competitieve
landen te komen, gemeten aan de Global
Competitiveness Index (GCI) van het World
Economic Forum. In de GCI 2013-2014
heeft Nederland een achtste plaats bereikt
(vijfde in 2012-2013) met een score van
5,42 (schaal 1-7). Nederland kan deze
dalende trend keren door (technologische
én sociale) innovatie een grotere rol te
geven in onze maatschappij. Met het
topsectorenbeleid van dit kabinet (zie ook
het artikel ‘Strategisch belang van innovatie
en best practices voor de executie’, op
pagina 52 van deze Spotlight), de stevige
mondiale marktpositie van Nederland in
enkele specifieke industriesectoren, de
groeiende (inter)nationale samenwerking
op het terrein van innovatie én de huidige
vierde plaats op de Global Innovation Index
2013 (Johnson Cornell University, Insead,
WIPO) als uitgangspunt, is een top 5-positie
ambitieus maar haalbaar.
•
Investeringssysteem
Voldoende aanbod van concurrerende
private en publieke financiering om
fundamenteel onderzoek in Nederland
mogelijk te blijven maken, maar
vooral om toegepast onderzoek en
demonstratieprojecten te bekostigen
om daarmee de ‘time to market’ van
innovaties te verkorten.
•
Onderzoek & Ontwikkeling
Een excellent netwerk van
universiteiten, onderwijs-, kennis- en
onderzoeksinstellingen, innovatieve
bedrijven bekostigd door publieke en
private R&D-uitgaven.
•
Faciliteiten voor ondernemers
Een complementair instrumentarium
door de overheid geregisseerd en deels
gefinancierd voor en door ondernemers.
De vier kritische succesfactoren zijn in
figuur 1 weergegeven in een zogeheten
innovatie-ecosysteem.
Human resources
Voldoende getalenteerde en
gemotiveerde mensen (studenten,
werknemers én ondernemers) met
sterk ontwikkelde vaardigheden
als creativiteit, flexibiliteit,
doorzettingsvermogen en teamgeest die
innovatie als ‘a way of living’ beleven.
Technologische en sociale innovatie
spelen een cruciale rol in het vergroten
van het adaptieve vermogen van een
land om tijdig en adequaat te reageren
op de zogeheten Global Mega Trends.
Nederland heeft de potentie in de
mondiale top 5 van meest competitieve
landen te komen door meer
bewustzijn over innovatie te creëren
in onze maatschappij, door in het
innovatiebeleid de focus te verleggen
van topsectoren naar cross-sectorale
thema’s om zo sectoren uit te dagen
om samen te werken en de krachten
te bundelen en door de zakelijke
dienstensector direct te betrekken in
het ecosysteem.
Een innovatie-ecosysteem definiëren
we als een open en robuust netwerk
van topspelers vanuit bedrijfsleven,
Figuur 1. Vier kritische succesfactoren voor een optimaal innovatie-ecosysteem
Onderzoek & ontwikkeling
Investeringssysteem
• Universiteiten
• Onderzoeksinstellingen
• Publieke uitgaven
• Private uitgaven
• Business angles
• Durfkapitaal
• Regionale fondsen/
• beurzen
Vier randvoorwaarden
Daartoe zullen de volgende vier
randvoorwaarden in de Nederlandse
maatschappij snel en gecoördineerd moeten
worden geoptimaliseerd.
•
Samenvatting
Organiserend
vermogen
Human Resources
• Studenten
• Onderzoekers
• Ondernemers
Faciliteiten voor
ondernemers
• Incubators
• ScienceParks
• Ondernemersnetwerken
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 39
onderzoeks- en kennisinstellingen, zakelijke
dienstverlening (banken, adviseurs en
accountants) en overheid. Dit Nederlandse
innovatie-ecosysteem zal uiteraard een
hechte internationale inbedding moeten
hebben. Nederland heeft met haar open
economie een competitief voordeel.
Figuur 2. Indeling Innovation Union Scoreboard, bron Europese Commissie
Om het belang van de vier
randvoorwaarden voor Nederlandse
economie te onderbouwen bekijken we
de resultaten van het Innovation Union
Scoreboard 2014.
Aanjagers
Bedrijfsactiviteiten
Outputs
• mensen;
• bedrijfsinvesteringen;
• technologische en
• sociale innovaties;
• open en excellente
• onderzoekssystemen;
• innovatie-ecosystemen
• en ondernemerschap;
• financiering en
• overheidssteun.
• intellectuele eigendom.
• economische effecten.
3. Innovatieprestaties EUlidstaten gemeten in het
Innovation Union Scoreboard
De Europese Unie (EU) meet de
innovatieprestaties van de lidstaten
sinds een aantal jaren via het Innovation
Union Scoreboard. Deze benchmark
meet de drie belangrijkste soorten
indicatoren: (1) de aanjagers, de
belangrijkste drijvende krachten achter de
innovatieprestaties buiten de onderneming,
(2) de interne indicatoren betreffen de
bedrijfsactiviteiten, en (3) de effecten van
de innovatieactiviteiten, de zogeheten
outputs. Elk soort kent drie dimensies, zoals
aangegeven in figuur 2.
De lidstaten zijn op basis van hun
gemiddelde innovatieprestaties in
vier prestatiegroepen ingedeeld: de
innovatieleiders, innovatievolgers,
gematigde innovatoren en bescheiden
innovatoren. Denemarken, Duitsland,
Finland en Zweden hebben de hoogste
innovatieprestaties. Zie figuur 3.
Figuur 3. Innovatieprestaties van de EU-lidstaten, Innovation Union Scoreboard 2014
0.800
AT:
BE:
BG:
CY:
DE:
DK:
EE:
EL:
ES:
FI:
FR:
HR:
HU:
IE:
IT:
LT:
LU:
LV:
MT:
NL:
PL:
PT:
RO:
SE:
Sl:
SK:
SZ:
UK:
0.700
0.600
0.500
0.400
0.300
0.200
0.100
0.000
BG LV RO PL LT HR MT SK HU EL PT ES CZ IT CY EE SI EU FR AT IE UK BE NL LU FI DE DK SE
Modest innovators
40
Moderate innovators
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
Innovation followers
Innovation leaders
Oostenrijk
België
Bulgarije
Cyprus
Duitsland
Denemarken
Estland
Griekenland
Spanje
Finland
Frankrijk
Kroatië
Hongarije
Ierland
Italië
Litouwen
Luxemburg
Letland
Malta
Nederland
Polen
Portugal
Roemenië
Zweden
Slovenië
Slowakije
Tsjechië
Verenigd
Koninkrijk
De innovatieleiders hebben een
gebalanceerd innovatiesysteem met hoge
scores op alle acht dimensies. Figuur 4 laat
zien welke landen het hoogst scoren op de
individuele dimensies. Zweden scoort op
zeven van de acht dimensies. Waarom doet
Zweden het zo goed in de EU? Een analyse
levert het beeld op van een sterke focus
van het innovatie-ecosysteem op. Zweden
heeft een scherpe keuze gemaakt om focus
aan te brengen in haar nationale beleid en
innovatie-ecosysteem op een beperkt aantal
thema’s die sterk aansluiten op de Global
Mega Trends: gezondheidszorg, mobiliteit
& milieu, ondernemerschap, services &
ICT, energie en Industrie4.0. Deze focus
overstijgt de sectorale benadering die in
veel landen (nog) geldt en daagt daarmee
de verschillende sectoren uit om samen
te werken en daarmee de technologische,
sociale en financiële krachten te
bundelen. Versnippering van mensen en
middelen wordt daarmee voorkomen.
Technologische kennis vanuit meerdere
sectoren wordt gecombineerd om zo vanuit
meerdere invalshoeken tot technologische
doorbraken te komen en de vraagstukken
binnen het thema op te lossen. Tweede
verklarende factor is de complementariteit
van het innovatiebeleid van de Zweedse
overheid aan het EU-innovatiebeleid.
4. Belangrijkste conclusies
Innovation Union Scoreboard
2014 richtinggevend voor
Nederland
De conclusies van het Innovation Union
Scoreboard 2014 zijn richtinggevend voor
Nederland. De belangrijkste conclusie is
dat ‘mensen’ en ‘openheid en excellentie
van het Europese onderzoeksysteem’
de belangrijkste succesfactoren zijn van
Europese innovatieprestaties, en dat
stagnerende bedrijfsinvesteringen in
innovatie en de geringe financieringsbereidheid ondanks extra overheidssteun
aan innovatie een negatieve impact hebben
op EU-innovatieprestaties. Zwitserland
blijft in Europa de eerste plaats behouden
en Zuid-Korea en de Verenigde Staten zijn
de beste mondiale innovatoren.
•
‘Mensen’ en ‘openheid en excellentie
van het Europese onderzoeksysteem’
belangrijkste succesfactoren Europese
innovatieprestaties
‘Open en excellente onderzoeksystemen’
droegen het meest bij aan de
innovatieprestaties over de laatste
acht jaar, gevolgd door groei door
de dimensie ‘mensen’. Indicatoren
als promovendi van buiten de EU,
internationale wetenschappelijke
co-publicaties en de valorisatie van
kennis gemeten door opbrengsten uit
licenties droegen substantieel bij aan de
innovatieprestaties van de EU.
Figuur 4. Gebalanceerd innovatiesysteem innovatieleiders
Innovatieleiders
Aanjagers
Bedrijfsactiviteiten
Output
Zweden
Finland
Mensen
x
x
Open en
excellente
onderzoeksystemen
x
Financiering en
overheidssteun
x
x
Bedrijfsinvesteringen
x
x
Innovatieecosystemen en
ondernemerschap
x
x
Intellectuele
eigendom
x
x
Technologische
& sociale
innovaties
x
Economische
effecten
Denemarken
Innovatievolgers
Duitsland
België
Estland
Ierland
Luxemburg
Nederland
Oostenrijk
Slovenië
x
x
x
x
x
x
x
x
x
VK
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 41
•
•
•
42
Negatieve impact stagnerende
bedrijfsinvesteringen in innovatie en
de geringe financieringsbereidheid op
EU-innovatieprestaties
Twee dimensies hebben in
alle onderzochte landen de
innovatieprestaties negatief beïnvloed:
de ‘bedrijfsinvesteringen’ en ‘financiering
en overheidssteun’. Ondanks de hogere
overheidsuitgaven in de lidstaten
aan Onderzoek & Ontwikkeling
hebben de sterk verminderde private
kapitaalsinvesteringen in innovatie
de EU innovatieprestaties negatief
beïnvloed. Ook de sterk afgenomen
financieringsbereidheid van banken,
vooral richting mkb-ondernemingen
en durfkapitaal, hebben de
innovatieprestaties van alle 28 lidstaten
aangetast.
Eerste plaats voor Zwitserland
Wanneer ook Europese landen buiten de
EU in beschouwing worden genomen,
staat Zwitserland ook dit jaar bovenaan
als innovatieleider. Daarmee is het
verband aangetoond dat innovatie een
van de belangrijkste factoren is van een
competitieve en adaptieve economie
(Agile Economy): Zwitserland bezet
ook de eerste plaats op de Global
Competitiveness Index van het World
Economic Forum met een score van 5,67
(schaal 1-7). Een stabiele positie, ook in
de GCI 2012-2013 scoorde Zwitserland
de eerste positie.
Zuid-Korea en Verenigde Staten beste
mondiale innovatoren
Op mondiaal niveau presteren ZuidKorea, de VS en Japan beter dan de
EU. Hoewel het gat tussen de EU en de
VS en Japan kleiner wordt, wordt het
gat tussen de EU en Zuid-Korea groter.
Vergeleken met de BRIC-landen is de
voorsprong van de EU stabiel of zelfs
stijgend. Uitzondering is China: de
huidige innovatieprestaties van China
zijn 44 procent van die van de EU, maar
China loopt in.
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
5. Randvoorwaarden
Nederland afhankelijk van
sector
participatie van Nederlandse academia in
Europese subsidieprogramma’s.
Het geschetste innovatie-ecosysteem
is pluriform. Grote en kleine spelers,
private en publieke organisaties, ‘jonge’
en ‘volwassen’ organisaties, spelers
actief in het begin van de innovatieketen
(academia, high-tech start-ups) en spelers
die producten en diensten valoriseren
(verkopen) aan het einde van de
innovatieketen. Zijn de geschetste vier
succesfactoren in het innovatie-ecosysteem
voor alle spelers even relevant? We
vergelijken twee verschillende spelers
uit het innovatieveld: academia en startups. Door overheidsbezuinigingen op
onderwijs- en onderzoeksbudgetten is
voor universiteiten de samenwerking
met het bedrijfsleven in gecofinancierde
onderzoeksprogramma’s evenals de
innovatieprogramma’s van de Europese
Commissie van toenemend belang. Figuur
5 toont de trend van sterk oplopende
Voor start-ups liggen de prioriteiten anders.
Nederland telt honderden start-ups: kleine
en jonge bedrijven die nieuwe producten
en diensten ontwikkelen en verkopen. Zij
nemen deel in een acceleratorprogramma
als Rockstart of Start-up Bootcamp, of in
een incubator als Yes!Delft of Utrecht Inc.
Deze start-ups zijn zeer goed op de hoogte
van trends en innovaties, zij ontlenen
immers hieraan hun bestaansrecht. Uit een
onderzoek van Frankwatching (2013) blijkt
dat voor 87 procent van de start-ups het
vinden van klanten het belangrijkste doel
is. Veel belangrijker dan het vinden van
investeerders (voor 47 procent belangrijk),
het vinden van werknemers (voor 48
procent belangrijk) of het verkrijgen van
subsidies (voor 30 procent belangrijk).
Zie figuur 6.
Figuur 5. Projectsubsidies vanuit Europese innovatieprogramma’s voor onderzoek aan
NL universiteiten en Universitaire Medische Centra, Agentschap 2014
350
5,0%
4,5%
300
4,0%
250
3,5%
3,0%
200
2,5%
150
2,0%
1,5%
100
1,0%
50
0,5%
0,0%
0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
KP5
KP6
KP7
Aandeel NL universiteiten en UMC’s in totale budget
Figuur 6. Innovatietrends en -kansen volgens Nederlandse Start-ups,
Frankwatching 2013
Nieuwe klanten
15%
72%
10%
3%
Investeerders
29%
18%
40%
13%
Werknemers
10%
38%
38%
13%
Subsidies
6%
24%
50%
21%
Accelerators
1% 10%
Meest belangrijk
Erg belangrijk
35%
53%
Mooi maar niet belangrijk
Niet relevant
Voor start-ups blijken subsidies dus veel
minder relevant te zijn om hun groeiagenda te realiseren dan voor universiteiten.
Daarentegen zijn start-ups erg gebaat bij
het als ‘launching customer’ optreden door
de overheid (overheid als eerste klant).
De publieke sector is terughoudend ten
aanzien van innovatiegericht aankopen. Ook
vermindering van regeldruk en het versneld
normaliseren van (technische) standaarden
(denk aan de Europese normering voor
oplaadstekkers voor elektrische auto’s die
de marktintroductie in 2013 aanzienlijk
versneld heeft) scoort hoger dan het
verstrekken van subsidies.
de ontwikkeling van startende high-tech
bedrijven, waarin de onderneming vaak met
ernstige financieringsproblemen te kampen
heeft. Veel bedrijven overleven deze fase niet.
Figuur 7. Horizon 2020 budget breakdown, European Commission factsheet
November 25, 2013
Industrial Leadership
Societal Challenges
EUR 17.0 billion
EUR 29.7 billion
6. Financiering en
innovatiesubsidies bepalend bij
innovatiebeslissingen
6
1.
EUR 24.4 billion
E
EU UR 2.
7b
R
illio
3.
n
2
bi
llio
n
R
EU
European Institute of
Innovation and Technology
Other
n
llio
bi
Toch blijven subsidies een bepalende
factor bij innovatiebeslissingen. Om ‘level
playing field’ te creëren in de internationale
concurrentie tussen regio’s, maar meer nog
om risicovolle delen van het innovatietraject
te financieren die de individuele private
draagkracht te boven gaat. Denk aan de
veel voorkomende ‘Valley of Death’ in
De Europese Commissie onderkent het
grote belang van innovatie en trekt in de
periode 2014-2020 circa 78 miljard euro
uit voor het stimuleren van onderzoek en
innovatie via een breed scala van subsidies
in het programma Horizon 2020. Specifieke
aandacht krijgen mkb-ondernemingen. Juist
de grote groep van mkb-ondernemingen
is erg geholpen met overheidssteun
wanneer het gaat om financiering van
innovatieprojecten. Traditionele financiering
is de afgelopen jaren door stringenter
beleid van banken en door hoge risicoen kostenopslag zodanig afgenomen
dat innovatieve mkb-ondernemingen in
toenemende mate gebruik maken van
programma’s van de Europese Commissie.
Met Europese subsidies, onder meer vanuit
Horizon 2020 en de Europese Investerings
Bank (EIB) worden (alternatieve)
financieringsmogelijkheden voor innovatie
gestimuleerd, zoals: crowd funding, qredits
(microfinanciering), kredietunies, informal
investors of business angels, (revolverende)
innovatiekredieten, innovatiegericht inkopen
door de overheid (launching customer), seed
capital en fund-of-funds. Zie ook het artikel
‘Innovatie in bedrijfsfinanciering – Be a
leader, not a follower’ op pagina 26 van
deze Spotlight.
Euratom
Excellent Science
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 43
In Nederland kan een beroep gedaan
worden op circa 150 innovatiesubsidies
van nationale en regionale overheden. De
kern van het Nederlandse innovatiebeleid
is vormgegeven in het topsectorenbeleid.
De keuze voor de topsectoren is bepaald
door vier factoren. Het zijn sectoren
die (1) kennisintensief zijn, (2) exportgeoriënteerd, met (3) veelal specifieke
wet- en regelgeving die (4) een belangrijke
bijdrage (kunnen) leveren aan het oplossen
van maatschappelijke vraagstukken.
Gekozen is voor deze negen sectoren:
• Agro & food;
• Chemie;
• Creatieve industrie;
• Energie;
• High-tech systemen en materialen;
• Life sciences & health;
• Logistiek;
• Tuinbouw en uitgangsmaterialen;
• Water.
De topsectoren zijn gezamenlijk
goed voor circa 25 procent van de
toegevoegde waarde van Nederland. De
arbeidsproductiviteit in de topsectoren
ligt gemiddeld 35 procent hoger dan in
de overige sectoren in Nederland, mede
door de hogere kennisintensiviteit. De
gezamenlijke R&D-uitgaven bedragen 97
procent van de totale private R&D-uitgaven
in Nederland. De topsectoren hebben een
sterke oriëntatie op de export en leveren
een gunstige bijdrage aan de Nederlandse
economische groei. De bijdrage aan de
werkgelegenheid is beperkter: 1 op de 5
werkende in Nederland werkt in een van de
topsectoren.
Ondernemingen en onderwijs-,
kennis- & onderzoeksinstellingen uit de
topsectoren draaien mee in de mondiale
top. Het vasthouden van die positie
vraagt om een goed opgeleid talent,
met voldoende vakbekwame technici.
Een goede aansluiting tussen onderwijs
en arbeidsmarkt en een structurele
samenwerking tussen bedrijven en
onderwijsinstellingen zijn daarbij cruciaal.
Subsidies, beurzen en stageplaatsen
worden ingezet om te investeren in
44
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2
initiatieven zoals de Centra voor Innovatief
Vakmanschap in het MBO en de Centres of
Expertise in het hbo, het Techniekpact 2020
en het Masterplan Bèta & Technologie. De
lange-termijnambitie (2025) beoogt dat 40
procent van alle afgestudeerden een bètaen technologische opleiding heeft genoten,
tegen 25 procent momenteel.
7. Versnelling Nederlandse
innovatie mogelijk door
aanscherping innovatiebeleid
Nederland heeft een goede uitgangspositie
om binnen vijf jaar in de mondiale top 5
van meest competitieve economieën te
geraken. De noodzakelijke ingrediënten
zijn aanwezig, zoals het innovatieecosysteem, de agenda van de topsectoren,
de internationale samenwerking, de
groeiende participatie in EU-gefinancierde
onderzoeksprogramma’s en last but not
least de mondiale toppositie van Nederland
zoals op het gebied van water en voedsel.
Echter, om de ambitie waar te maken
moet Nederland scherpere keuzes maken
ten aanzien van de inzet van mensen
en middelen. Niet harder werken maar
slimmer, niet meer middelen inzetten maar
geld slimmer besteden. Daarmee versnelt
Nederland haar innovatie. Nederland kan
dit realiseren met vier aanscherpingen in
het huidige innovatiebeleid.
•
Cross-over
Door cross-overs te maken tussen de
negen topsectoren en in de komende
jaren het innovatiebeleid te laten
evalueren naar focus op maximaal vijf
cross-sectorale thema’s (volgens het
Zweedse succesmodel) kan Nederland
Om meer details over de Europese en Nederlandse subsidieprogramma’s en
financieringsvormen te leren kennen, zijn de volgende websites lezenswaardig.
Accountancynieuws
PwC: Rijksoverheid
PwC: Horizon-2020
RVO
Europese Commissie: Horizon-2020
Topsectoren
haar innovatie versnellen. Daarbij kiest
Nederland thema’s als speerpunt in
plaats van industriële sectoren, ze daagt
daarmee de verschillende sectoren uit
om samen te werken en daarmee de
technologische, sociale en financiële
krachten te bundelen. Versnippering
van mensen en middelen wordt
daarmee voorkomen. Technologische
kennis vanuit meerdere sectoren wordt
gecombineerd om zo vanuit meerdere
invalshoeken tot technologische
doorbraken te komen en de vraagstukken
binnen het thema op te lossen. Een
combinatie van ‘Water en Energie’
of ‘Water en Voedsel’ bijvoorbeeld.
Thema’s blijven ondersteunen met
subsidies en financiering maar vooral
ook met innovatiegericht aankopen,
standaardisatie/normalisatie om de ‘time
to market’ te verkorten, innoverende
financieringsvormen (fiscaal) stimuleren
zoals social impact bonds, participatie
in start-ups, ketenfinanciering, crowd
funding én vermindering van de
regeldruk.
•
Betere onderlinge afstemming
overheidssteun
De overheidssteun tussen en op de
verschillende niveaus (regionaal,
nationaal en Europees) zal onderling
beter afgestemd moeten worden.
Nederland kan op deze wijze haar
innovatiekracht versterken door via focus
mensen en middelen beter met elkaar
te verbinden waardoor meer impact
gemaakt wordt.
•
Uitbreiding van de ‘triple helix’structuur
‘Triple helix’ is de samenwerking tussen
bedrijfsleven, kennisinfrastructuur en
overheid die het innovatie-ecosysteem
vormt en in belangrijke mate het
innovatiebeleid bepaalt en daarmee
de innovatiekracht. Nederland zal
de zakelijke dienstensector (banken,
adviseurs en accountants), NGO’s
(non gouvernementele organisaties)
en burgers expliciet onderdeel van
het innovatie-ecosysteem moeten
maken. Een van de knelpunten in het
Nederlandse innovatie-ecosysteem
blijkt het gebrek aan alternatieve
(innovatieve) businessmodellen en
financieringsvormen te zijn. Door
de zakelijke dienstensector direct te
betrekken in het ecosysteem en medeverantwoordelijkheid te geven zal het
innovatie-ecosysteem versterkt worden.
•
te creëren die meer ‘innovation-minded’
is. Innovatie als ‘a way of living’ waarbij
in Nederland een cultuur kan ontstaan
waarin innovaties sneller tot stand
komen en gevaloriseerd worden.
Oftewel een maatschappij die adaptief
op de megatrends inspeelt en zich
daarmee in de top 5 nestelt van ‘most
agile economies’.
Meer bewustzijn van invloed en belang
innovatie
Vooral jonge mensen, maar niet alleen
die groep, zouden zich bewuster moeten
zijn van de invloed en het belang van
innovatie om daarmee een samenleving
Spotlight Special Jaargang 21 - 2014 uitgave 2 45