Scorebord voor regionale innovatie 2014

Scorebord voor regionale
innovatie 2014
Samenvatting
NL versie
Ondernemingen
en industrie
Scorebord voor regionale innovatie 2014
Samenvatting
Deze zesde editie van het scorebord voor regionale innovatie (Regional Innovation
Scoreboard, RIS) vergelijkt de prestaties op het gebied van innovatie in 190 regio's in
de Europese Unie, Noorwegen en Zwitserland. Het scorebord hoort bij het Innovation
Union Scoreboard (IUS), dat een benchmark biedt van de prestaties van de lidstaten
op het gebied van innovatie.
Terwijl het IUS een jaarlijkse benchmark biedt van de prestaties van de lidstaten op
het gebied van innovatie, zijn regionale innovatiebenchmarks minder frequent en
minder gedetailleerd wegens het algemene gebrek aan gegevens over innovatie op
regionaal vlak. Het scorebord voor regionale innovatie probeert deze lacune te
verhelpen en verstrekt statistische gegevens over de prestaties van de regio's op het
gebied van innovatie. Eerdere edities van het RIS zijn al gepubliceerd in 2002, 2003,
2006, 2009 en 2012. Het RIS 2014 geeft een update van het RIS 2012, maar maakt
daarbij gebruik van een enigszins andere meetmethode.
Indeling van de regio's in groepen op basis van hun prestaties op het gebied
van innovatie
Evenals bij het IUS worden Europa's regio's in vier groepen ingedeeld afhankelijk van
hun prestaties op het gebied van innovatie: er zijn regionale voortrekkers op het
gebied van innovatie (34 regio's), regionale volgers op het gebied van innovatie (57
regio's), gematigde regionale innovatoren (68 regio's) en bescheiden regionale
innovatoren (31 regio's).
Map created with Region Map Generator
2
Scorebord voor regionale innovatie 2014
De meest innovatieve regio's bevinden zich doorgaans in de meest
innovatieve landen
Ondanks verschillen in regionale prestaties binnen landen is er een duidelijke
correlatie tussen de innovatieprestaties van de regio's en de landen. De meeste
regionale voortrekkers en volgers op het gebied van innovatie zijn regio's in landen die
tot de groep voortrekkers of volgers op het gebied van innovatie behoren. Omgekeerd
zijn de meeste gematigde en bescheiden regionale innovatoren regio's in landen die
tot de groep gematigde en bescheiden innovatoren behoren.
In 14 landen zijn de regio's echter verdeeld over twee prestatiegroepen en in vier
lidstaten (Frankrijk, Portugal, Slowakije en Spanje) zelfs over drie verschillende
prestatiegroepen, wat wijst op uitgesproken regionale verschillen op het gebied van
innovatie binnen deze landen. Alleen in Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië,
Griekenland en Zwitserland zijn de innovatieprestaties relatief homogeen: alle regio's
behoren er tot dezelfde prestatiegroep.
Alle regionale voortrekkers op het gebied van innovatie in de EU (27 regio's) zijn
geconcentreerd in slechts acht EU-lidstaten: Denemarken, Duitsland, Finland,
Frankrijk, Ierland, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Daaruit blijkt dat
betrekkelijk weinig gebieden leidinggevend zijn op het gebied van innovatie.
De prestaties op het gebied van innovatie gaan er voor de meeste regio's
mettertijd op vooruit
Uit een analyse van de periode 2004-2010 blijkt dat de prestaties van de meeste
regio's (155 van de 190 regio's) erop zijn vooruitgegaan. In meer dan de helft van de
regio's (106) zijn de prestaties op het gebied van innovatie zelfs sterker gegroeid dan
het EU-gemiddelde. In 35 regio's uit 15 landen is de situatie er echter op
achteruitgegaan. In vier regio's zijn de prestaties zelfs zeer sterk gedaald met meer
dan 10% gemiddeld per jaar.
Factoren van regionale innovatie
Ook het effect van potentiële factoren van regionale innovatie is onderzocht. Regio's
waar de bevolking open staat voor nieuwe dingen en ideëen (European Social Survey),
zijn een gunstige voedingsbodem voor ondernemerschap en innovatie. Regio's waar
de overheid innovatie financieel ondersteunt en waar een groot percentage
innovatieve bedrijven een of andere vorm van financiële overheidssteun ontvangt, zijn
ook meer innovatief dan regio's waar minder bedrijven financiële steun genieten.
Potentieel voor regionaal onderzoek en regionale innovatie dankzij financiële
middelen van de EU
Bij de analyse van het gebruik van financiële middelen van de EU voor onderzoek en
innovatie tijdens de laatste programmeringsperiode 2007-2013 werden vijf soorten
regio's onderscheiden: hoofdgebruikers van het kaderprogramma (15,85 %);
hoofdgebruikers van de structuurfondsen die prioriteit verlenen aan onderzoek en
technologische activiteiten (3,66 %); hoofdgebruikers van de structuurfondsen die
prioriteit verlenen aan diensten voor bedrijfsinnovatie en commercialisatie (6,10%);
gebruikers van de structuurfondsen voor beide soorten RTDI-prioriteiten waarbij
soortgelijke middelhoge tot hoge bedragen van de structuurfondsen worden besteed
aan projecten die op beide bovengenoemde terreinen zijn gericht (3,66 %); en regio's
die slechts weinig van de structuurfondsen gebruikmaken (71 %, d.w.z. de
meerderheid van de onderzochte regio's).
Om na te gaan in hoeverre de financiële middelen van de EU de innovatieprestaties
van de ontvangende regio's beïnvloeden, is in het kader van het RIS 2014 een
kruiselingse analyse uitgevoerd van de regionale absorptie van de financiële middelen
van de EU en de resultaten ervan. Uit de analyse blijkt dat – hoewel verschillende
3
Scorebord voor regionale innovatie 2014
regio's op uitstekende innovatieprestaties kunnen bogen in termen van hun deelname
aan het kaderprogramma en hun regionale innovatiecapaciteit – slechts een paar
regio's die van EU-fondsen gebruikmaken voor bedrijfsinnovatie, bovengemiddelde
innovatieprestaties leveren. De grote meerderheid van de EU-regio's die bij de analyse
zijn doorgelicht, maken weinig gebruik van de financiële middelen van het
kaderprogramma en de structuurfondsen en leggen gematigde tot bescheiden niveaus
van innovatie aan de dag. Deze bevindingen illustreren dat de "regionale
innovatieparadox" nog steeds een hoofdkenmerk van de Europese regionale innovatie
is, waaraan bij de volgende programmeringsperiode meer beleidsaandacht moet
worden geschonken.
RIS-methode
Het RIS 2014 maakt gebruik van de op nationaal vlak gebruikte IUS-methode om de
prestaties van de regionale innovatiesystemen in de EU te meten. Daarbij wordt een
onderscheid gemaakt tussen Enablers, Firm activities en Outputs. Het RIS 2014
gebruikt voor 190 regio's in heel Europa (22 EU-lidstaten, Noorwegen en Zwitserland)
11 van de bij het IUS gebruikte 25 indicatoren.
4