Het fonologisch potentieel van de tijdsdimensie in toon en intonatie

Het fonologisch potentieel van de tijdsdimensie in toon en intonatie
Bert Remijsen
Verscheidene studies hebben aangetoond dat toonpatronen vaak op een stabiele manier gealigneerd
zijn binnen de lettergreep (e.g. Caspers & van Heuven 1993; Prieto, van Santen & Hirschberg 1995;
Arvaniti, Ladd & Mennen 1998). Het is deze alignering die een lage toon van een vallende toon
onderscheidt, en een vallende toon van een hoge. In welke mate speelt deze alignering een rol in de
fonologie van toon en intonatie? Wanneer toonpatronen fonologisch weergegeven worden, dan ligt de
nadruk op de toonhoogte, de 'verticale' dimensie dus, eerder dan op de alignering binnen de
lettergreep, de 'horizontale' dimensie.
Zo is er consensus dat alignering niet fonologisch contrastief is in contourtonen (Hyman 1988, Odden
1995, Silverman 1997, Yip 2002, Xu 2005, Xu & Liu 2006). Odden schrijft (1995:450, vertaling BR):
"Het is mogelijk dat in sommige talen toonveranderingen relatief vroeg in de lettergreep plaatsvinden,
en in andere talen relatief laat. De controle over deze parameter is uitsluitend een fonetische
aangelegenheid, en nooit een fonologische." In deze voordracht zal ik de resultaten voorstellen van
mijn onderzoek naar de toonsystemen van Dinka en Shilluk, twee Westnilotische toontalen die
gesproken worden in Zuid Soedan. Beide talen vertonen een contrast tussen vroeg- en laatgealigneerde vallende contourtonen (Remijsen 2013, onder review).
Deze bevindingen zijn onverwacht vanuit theoretisch perspectief (zie boven), en ook vanuit
typologisch oogpunt (Zhang 2001). De fonotaxis van Dinka en Shilluk biedt inzicht in wat deze
onverwachte configuratie juist in deze talen mogelijk maakt.
Literatuur
Arvaniti, Amalia, D. Robert Ladd, & Ineke Mennen (1998). Stability of tonal alignment: the case of
Greek prenuclar accents. Journal of Phonetics 26, 3-25.
Caspers, Johanneke & Vincent J. van Heuven (1993). Effects of Time Pressure on the Phonetic
Realization of the Dutch Accent-Lending Pitch Rise and Fall. Phonetica 50, 161-171.
Hyman, Larry M. (1988). Syllable structure constraints on tonal contours. Linguistique Africaine 1, 4960.
Prieto, Pilar, Jan van Santen, & Julia Hirschberg (1995). Tonal alignment patterns in Spanish. Journal
of Phonetics 23, 429-451.
Odden, David (1995). Tone: African languages. In John A. Goldsmith
(ed.) The Handbook of Phonological Theory. Blackwell, 444-475.
Remijsen, Bert (2013). Tonal alignment is contrastive in falling contours in Dinka. Language 89(2),
297-327
Remijsen, Bert (onder review). Contrastive tonal alignment in falling contours in Shilluk.
Silverman, Daniel (1997). Tone sandhi in Comaltepec Chinantec.
Language 73(3), 473-492
Xu, Yi (2005). Speech melody as articulatorily implemented communicative functions. Speech
Communication 46, 220-251.
Xu, Yi & Fang Liu (2006). Tonal alignment, syllable structure and
coarticulation: Toward an integrated model. Italian Journal of Linguistics 18, 125-159.
Yip, Moira (2002). Tone. Cambridge University Press.
Zhang, Jie (2001). The effects of duration and sonority on contour tone distribution ? Typological
survey and formal analysis. UCLA PhD dissertation.