PleitnotitieFebr.2014Finaal

Mobilisation for the Environment namens Stichting Natuur en Milieu en Deutsche Umwelthilfe Pleitnotitie Zaaknummer 201304768/1/R2 Datum: 3 februari 2014 Geachte Voorzitter, Hierbij een update van de huidige situatie naar aanleiding van recent binnengekomen stukken. Cumulatie met betrekking tot Duitse Natura 2000-­‐gebieden m.b.t. stikstof en kwik Op 24 januari 2014 ontvingen wij het stuk van Norton Rose van 21 januari 2014 met daaraan toegevoegd een lange lijst van projecten met als peildatum 8 oktober 2012. Daarbij zitten een 230-­‐tal biogas/mest-­‐
vergistingsprojecten. Waar mestvergisting wordt uitgebreid is er ook kans op uitbreiding van de veestapel om die mest te produceren. Dit is niet nagegaan. Op grond van de Wob hebben wij de provincie Groningen verzocht om toezending van het “expert judge-­‐
ment”. In een brief van 23 januari 2014 verwijst de provincie naar de bijlage van Arcadis van 23 december 2013 bij de brief van Norton Rose. Dit “expert judgement” bevat geen emissiegegevens noch een cumulatietoets. De gegevens zijn niet traceerbaar en niet transparant. Dat er geen uitbreidingen van de veestapel zouden zijn is onwaarschijnlijk. Er heeft dus geen adequate cumulatietoets plaatsgevonden met betrekking tot Duitse Natu-­‐
ra 2000-­‐gebieden. Kwik komt niet voor in dit stuk. Er heeft ook geen cumulatietoets m.b.t. kwik plaatsgevonden. Cumulatie met betrekking stikstof en kwik op Nederlandse Natura 2000-­‐gebieden Er heeft geen cumulatie plaatsgevonden m.b.t. vergunde toenames van de ammoniakemissies uit de intensie-­‐
ve veehouderij. In aanvulling op pagina 17 van onze brief van 13 januari 2014 blijkt dat er in Drenthe in de pe-­‐
riode 2011/2012/2013 maar liefst 600 (zeshonderd, waaronder een aantal megastallen) vergunningen zijn af-­‐
gegeven voor uitbreiding van veebedrijven met een forse groei van de vergunde ammoniakemissie. Dat dit gevolgen heeft het voor het Fochteloërveen en andere “vergeten” natuurgebieden in de Drentsche Aa is on-­‐
ontkoombaar. Conclusie: • De verplichte cumulatieve toetsing voor toetsing van stikstof op Nederlandse en Duitse Natura 2000-­‐
gebieden is niet adequaat gebeurd. • Voor kwik is dit eveneens niet gebeurd, er is zelfs geen poging daartoe ondernomen. Bestaande overbelasting van de Waddenzee met kwik Recent schreven wij U: “Of Rijkswaterstaat (nu wel?) op biota analyseert, zoals zou moeten, is ons niet duide-­‐
lijk”. Van de Helpdesk water ([email protected]) kregen wij na de sluiting van de termijn nog een groot aantal data met betrekking tot kwik in biota. Hieruit blijkt: 1. Volgens metingen van RWS over 2010-­‐2012 scoort 80% van de mosselen boven de Nederlandse en EU MKN norm van 20 ug/kg nat gewicht met een spreiding tussen 15 en 270 ug/kg nat gewicht. Gemiddeld scoort de concentratie kwik ver boven de MKN. 2. Van de bot scoort 100% ver boven de MKN norm. 3. RWS meet ook kwik in eieren van de scholekster. Daarvan zat in 2012 90% boven de norm van 100 ug/kg nat (INBO 2011) met een max. van 240 ug/kg nat. 4. RWS meet ook eieren van de visdief. Hiervan zaten in 2011/2012 alle waarden (100%) (soms ver) boven de drempelwaarde (zie RUN rapport) van 160 mg/kg nat met concentraties tot 594 mg/kg nat. De Waddenzee bevat een groot aantal vogels die niet trekken. Echter het is ook een knooppunt van de Oost-­‐
Atlantische vogeltrek met jaarlijks 10-­‐12 miljoen neerstrijkende vogels. Die stijgen allemaal “verkwikt” weer op. MOB, Waldeck Pyrmontsingel 18, 6521 BC Nijmegen email: [email protected]; website: www.mobilisation.nl Tel: 024 3230491, BTW nr.: 8065.51.811 Mobilisation for the Environment namens Stichting Natuur en Milieu en Deutsche Umwelthilfe MKN systematisch genegeerd In de reacties van verweerders wordt het bestaan van de MKN (Nederlands en Europees) van 20 ug/kg nat ge-­‐
wicht systematisch genegeerd. Uit de IPPC-­‐richtlijn: Idem art. 18 van de RIE. Zie ook het StAB-­‐rapport met betrekking tot de MKN en onze eerdere aanvullingen. Kwik valt volgens RIVM onder de categorie: “Zeer Ernstige Zorg”. Infomil heeft kwik daarom in de categorie van MVP stoffen opgenomen, hetgeen betekent dat de kwikemissie in principe naar nul moet. Als dat niet lukt dan dient de emissie zo laag mogelijk te zijn. Dit is bij de Rwe procedures nergens onderkend: noch in de MER, noch in de Wm-­‐vergunning, noch in de Wvo-­‐vergunning, noch in de PB. Conclusies: • Ook de laatste RWS data bevestigen dat de Eems-­‐Dollard qua kwik niet aan de status “goed” voldoet. • Er ligt een verbeteropdracht c.q. doelstelling: in 2015 moet de status “goed” zijn bereikt. • De kwikimmissies moeten met een factor 3-­‐5 omlaag om de status “goed” te bereiken. • De bijdrage van RWE aan de kwikbelasting is significant en zorgt ervoor dat de mogelijkheid om de status “goed” met betrekking tot kwik tijdig te halen verder uit beeld raakt. • Er is niet adequaat getoetst op effecten van kwik, cadmium en lood. De op dit gebied aanwezige schat aan informatie (OSPAR, Rijkswaterstaat, RIVM, Ministerie EZ/Alterra1, vakliteratuur) is niet eens onderzocht. • Met bestaande en elders toegepaste technische middelen kan de vergunde kwikemissie van ruim 96 kg/jaar tot minder dan 10 kg/jaar worden teruggebracht. Invloed op zeezoogdieren Zoals eerder aangegeven had hier op instandhoudingsdoelstellingen en verbeterdoelstellingen c.q. mogelijke aantasting van de habitat moeten worden getoetst, dus op behoud van oppervlak en kwaliteit van het leefge-­‐
bied. Uit de IMARES rapporten blijkt dat juist deze instandhoudingsdoelen onder druk komen te staan. Ten onrechte is voornamelijk of alleen op aantallen (behoud van populatie) getoetst, dus alleen op kwantiteit en niet op kwaliteit. Verdieping en verruiming vaargeul Eemshaven Het OTB “Verruiming Vaarweg Eemshaven-­‐Noordzee” is afgelopen vrijdag ter visie gelegd. In het MER staat dat NUON en Essent daartoe in 2006 een aanvraag hiervoor hebben ingediend. Elders wordt Vopak ook ge-­‐
noemd, maar dit bedrijf heeft aangegeven dat het voor haar bedrijfsvoering niet nodig is. Van 29 januari 2014 dateert een brief van Rijkswaterstaat aan MOB (naar aanleiding van ons Wob-­‐verzoek) waarin alleen Essent en NUON worden genoemd als bedrijven die direct belang hebben bij de verruiming en verdieping van de vaargeul. Het kenmerk van de brief is RWS-­‐2014/4208. De gevolgen van de vaargeulverdieping en verruiming zijn in de PB van RWE ten onrechte buiten beschouwing gebleven. Ook geeft het MER aan dat “licht negatieve effecten” kunnen optreden met betrekking tot (1) baggeren en baggerverspreiding, en (2) onderwatergeluid. Voor zover wij na hebben kunnen gaan is cumulatie met de ef-­‐
fecten van de kolencentrale niet of onvoldoende onderzocht ondanks het advies van de Commissie-­‐MER van mei 2013 met betrekking tot de verdieping en verruiming: “Besteed aandacht aan onderzoek cumulatie met activiteiten in de Eemshaven, actualiseer het MER met nieuwe ontwikkelingen en activiteiten in het studiege-­‐
bied”. Johan Vollenbroek/Imre Csikós 1 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groep=1&id=n2k1&topic=gevoeligheid; Verontreiniging: Er is sprake van verontreiniging als er verhoogde concentraties van stoffen in een gebied voorkomen, welke stoffen onder natuurlijke omstandigheden niet of in zeer lage concentraties aanwezig zijn. 2