vingervers5

Vingervers : Tien kleine dwergjes
Tien kleine dwergjes
Dribbelen heen en weer
Tien kleine dwergjes
Zien elkaar steeds weer
Tien kleine dwergjes
Dribbelen op en af
Tien kleine dwergjes
Vinden dat geen straf
Tien kleine dwergjes
Dartelen alsmaar rond
Tien kleine dwergjes
Houden steeds hun mond
Tien kleine dwergjes zeg
Die zijn nu allemaal weg
Vingervers : Vijf kleine muisjes
Vijf kleine muisjes
Die knabbelen aan het spek
Vijf kleine muisjes
Die knabbelen aan het spek
Ssst … luister …
Daar komt een zwarte kat
Roetsjie …
En allemaal zijn ze foetsjie
Vingervers : Twee kriebel krabbeltjes
Twee kriebel krabbeltjes
Komen gekropen
Komen met kriebelpootjes gelopen.
Ze kriebelen hier
Ze kriebelen daar
En altijd zijn ze bij elkaar
Maar blaas je even en roep je “zeg”
Hoeps, dan zijn de kriebel krabbeltjes weg.
Vingervers : Bootje varen
(Naam) wil je in mijn bootje varen?
Ben je niet bang voor al die baren?
Handen kuipvormig in elkaar leggen (=bootje). De
middelvinger van één hand recht zetten (=kindje).
Op deze vinger zet je het hoedje.
Dan schommelt het bootje heen en weer Met de handen een schommelende beweging maken
over de golven op en neer.
die steeds heviger wordt.
Hard blaast het windje
De handen omdraaien, dus het bootje kapseist.
In ’t water valt het kindje.
Het hoedje valt van de vinger en de vinger strek je
niet meer (=kindje is eruit gevallen)
Vingervers : De olifant
Daar loopt een dikke olifant
Stampend door het hele land.
Zijn slurf gaat zwaaiend heen en weer
En snuffelt ook aan jou een keer.
Aai dat lieve olifantje
maar eens zachtjes met je handje.
O lief handje
zegt het olifantje.
De vingertoppen op de tafel laten rusten (=poten)
Enkel de middelvinger als slurf opheffen en
bewegen.
een kind laat je de slurf aaien
de olifant aait op zijn beurt met de slurf de
kinderhand
Vingervers : Kwik en kwak
Mannetje Kwik en mannetje Kwak
Zijn twee ventjes uit een zak
Mannetje Kwik heeft een kroontje
Mannetje Kwak heeft een krans
Samen maken ze een dans
Ze dansen en draaien
Ze lachen en kraaien
Uit spuit, liedje uit
Kwik en Kwak terug in de zak.
Met elke hand een vuist maken (=zak) en de
duimen in de vuist verstoppen.
Duimen één voor één strekken en voorstellen
rondedansje met duimen
Duimen terug in de vuist verstoppen
Vingervers : De tent
Tentje dicht
Tentje open
Kijk wie komt eruit gekropen?
Dit ben ik en dit ben jij.
buiten zijn we allebei.
O, de regen gaat beginnen.
Nou gaan we toch maar naar binnen
En ’t wordt nu ook donker buiten,
Laten we de tent maar sluiten.
Tentje dicht : vingertoppen tegen elkaar,
wijsvingers tegen elkaar laten steunen.
Duimtoppen naar binnen.
Tentje open : vingertoppen blijven tegen elkaar.
Pinken tegen elkaar laten steunen, duimen zijn
zichtbaar in de tent
Duimen = “ik” en “jij” naar voren brengen.
Tentje dicht is sluiten.