Hoofdkantoor Jaarbeursplein 22 Postbus 2875 3500 GW Utrecht Leden van de Vaste Commissie Onderwijs van de Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. mevrouw drs. E.C.E. de Kler Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 2500EA20018 10-04-2014 Betreft Briefnr. 591687 RR/LW Onderwerp Inlichtingen Ray Ramnewash (030 298 92 35) Datum reactie AOb experiment vm2 Geachte leden van de Vaste Commissie, U bespreekt op 15 april a.s. het experiment vm2 en de uitrol daarvan. De AOb is voorstander van onderwijs op maat. Het tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten kan met deze doorgaande leerroute vmbo-mbo worden beperkt. Het creëren van een stabiele leeromgeving door een sterke combinatie van pedagogische begeleiding, veiligheid en structuur die het vmbo zo duidelijk kenmerken en de kennismaking met de beroepsgerichte leerweg van het mbo, zorgt voor binding van de leerling met de gekozen leerroute en minder uitval. De AOb signaleert wel een aantal vragen en knelpunten waarvoor we u uw aandacht vragen. (Te) vroege selectie De AOb is van mening dat door een te vroege studie- en beroepskeuze de algemene vorming die het vmbo biedt aan leerlingen onder druk komt te staan. Jonge leerlingen dienen de kans te krijgen om zich zo breed mogelijk te oriënteren en voorbereid te worden op een leven lang leren. Het vmbo geeft daartoe de ruimte, tijd en mogelijkheden. Er is een maatschappelijke tendens om opnieuw zo vroeg mogelijk ook al in het vervolgonderwijs door te selecteren. Ook bij dit experiment zien we dat die keuze voor jongeren vaak te vroeg en nog ondoordacht is. Veel vm2-leerlingen stapten dan ook gedurende het experiment over naar een andere opleiding. Willen we als maatschappij dat leerlingen gericht op zo’n jonge leeftijd al beroepskeuzes maken? De beroepsvorming kan daardoor de algemene vorming in de weg zitten, waardoor de verticale doorstroming belemmerd wordt. Samenwerking vmbo-mbo Ruim een derde van de experimenten zijn vroegtijdig gestopt, zowel om financiële als organisatorische redenen. Minder leerlingen dan beoogd hebben dus uiteindelijk deelgenomen aan het experiment vm2. De AOb vraagt zich af of we ondanks de goede resultaten met het voorkomen van schooluitval dan wel kunnen spreken een geslaagd experiment. De bestuurlijke afspraken op papier worden niet gedragen door de schooldirecties en docenten. Ook wordt geconstateerd dat - doordat de lesplaats op het vmbo is - er te weinig interactie en samenwerking is met de mbo-docenten om te kunnen spreken van een volwaardige doorgaande leerweg. De AOb stelt dat er geïnvesteerd dient te worden in betrokkenheid en draagvlak van het personeel om te voorkomen dat opnieuw een groot gedeelte van de experimenten mislukt. 1 Durf te investeren in vakdocenten Het experiment vm2 wordt gebruikt voor het ontwikkelen van de nieuwe experimenteerregeling voor doorlopende leerroutes vmbo-mbo: de zogeheten vakmanschapsroute en technologieroute. Deze routes starten op 1 augustus 2014. Scholen kunnen nog tot 1 november een aanvraag voor deze routes indienen. In tegenstelling tot de vm2-trajecten is er volgens de MBO Raad geen extra bekostiging voor deze experimenten beschikbaar. Dat is onverklaarbaar: als de gewenste ambities van schooluitval gehaald willen worden, dienen er voldoende en goed opgeleide vakdocenten te zijn. Voornamelijk voor de beroepsvormende vakken op het vmbo is er een groot tekort aan deskundige docenten. Vakverbreding en sectoroverstijgend lesgeven hebben er toe geleid dat veel vakdocenten het onderwijs hebben verlaten. Bovendien krijgen vakdocenten nog steeds kleine aanstellingen binnen het vmbo, waardoor ze het onderwijs verlaten of zich moeten verbreden en daardoor andere vakken er naast gaan geven. Als de politiek kiest voor beroepskeuze op jonge leeftijd, dan dient ze ook te investeren in voldoende goedgeschoolde vakdocenten. Voor meer informatie of vragen staan wij u uiteraard graag te woord. Met vriendelijke groet, Walter Dresscher Voorzitter AOb 2
© Copyright 2024 ExpyDoc