Hoe leren kinderen van teksten? - Paul van den Broek

Teksten waar je van leert
of: Hoe leren kinderen van teksten?
Paul van den Broek, Astrid Kraal
Brain and Education lab, Universiteit Leiden
CED groep, Rotterdam
Lezen en Leesproblemen
1. Basisvaardigheden (letter-identificatie, fonologisch
bewustzijn, etc.)
2. Begrijpend lezen, tekst
–
_
–
–
Wat gebeurt er in ons hoofd wanneer we
begrijpend lezen?
Hoe ontwikkelen zich deze vaardigheden?
Wat kan er daarbij mis gaan?
Wat zijn implicaties voor praktijk?
Begrijpend lezen is relaties leggen
 tussen verschillende delen van de tekst
 tussen tekst en voorkennis
Het leesproces: Hoe doen we dat?
Relaties leggen tijdens het lezen
– Zeer beperkte aandachtscapaciteit
– Leggen van verbanden
• Direct voorafgaande tekst
• Re-activatie eerdere tekst
• Activatie achtergrond kennis
– ‘Gereedschapskist’ van processen
• Automatisch
• Doelbewust
– Metacognitie
– Strategieën
Het leesproces: Hoe doen we dat?
Relaties leggen tijdens het lezen
– Zeer beperkte aandachtscapaciteit
– Leggen van verbanden
• Direct voorafgaande tekst
• Re-activatie eerdere tekst
• Activatie achtergrond kennis
– ‘Gereedschapskist’ van processen
• Automatisch
• Doelbewust
– Metacognitie
– Strategieën
% kinderen, eind groep 8
Aanleiding voor onderzoek
% lezers met ernstige leesbegripsproblemen eind groep 8
% lezers dat worstelt met (schoolboek)teksten eind groep 8
(Inspectie van het Onderwijs, 2008; PPON, 2007; Verhoeven, Biemond, Gijsel, & Netten, 2007)
Doel van het onderzoek
Hoofddoel: de factoren identificeren die
bepalen of kinderen in het basisonderwijs er wel
of niet in slagen om schoolboekteksten te
begrijpen.
Onderzoekvraag
• Waarin onderscheiden sterke begrijpend lezers
zich van zwakke begrijpend lezers als je kijkt
naar begripsprocessen?
1. Eerste screening
2. Exploratief onderzoek
Eerste screening
•
•
•
•
10 proefscholen
21 groepen 4
385 kinderen
acht verschillende testen
Selectie van sterke en zwakke
begrijpend lezers in groep 4
Testen eerste screening
• Begrijpend lezen: Cito Begrijpend Lezen E3 (Cito, 2006), zelf
ontwikkelde Maze test (Chung, S., van den Bosch, R.M., & Espin, C.A.,
2013)
• Begrijpend Luisteren: Cito Begrijpend Luisteren E3 (Cito, 2011)
• Woordenschat: Peabody Picture Vocabulary Test-III-NL (Schlichting,
2005)
• Leesmotivatie/leesgedrag: Elementary Reading Attitude Survey
(McKenna & Kear, 1990)
• Redeneervaardigheden: Raven’s Progressive Matrices (Raven, Raven,
& Court, 1998)
• Sociaal-economische status: Family Affluence Scale (Currie, Elton,
Todd, & Platt, 1997)
• Technisch leesvaardigheid: gegevens opgevraagd uit Cito
Leerlingvolgsysteem (Drie Minuten Test, Cito, 2009)
Voorwaarden voor selectie
Goede technische
leesvaardigheid
+
Normale intelligentie
+
ofwel STERK in
begrijpend lezen
ofwel ZWAK in
begrijpend lezen
Exploratief onderzoek
Inzicht krijgen in leesprocessen:
Waarom begrijpt het ene kind een tekst wel en het
andere kind niet?
• Succes/falen begrijpend lezen ligt in de processen
tijdens het lezen
 kijken naar oogbewegingen, eyetracking
 kinderen hardop laten denken tijdens lezen
Exploratief onderzoek
• 95 kinderen uit groepen 4 (10 proefscholen)
- 55 sterke begrijpend lezers
- 40 zwakke begrijpend lezers
Eyetracking
Eyetracking
Eyetracking
• Lezen is niet rechtlijnig en continu, maar gaat in
saccades:
• Regressies binnen een zin en tussen zinnen
• Individuele verschillen
– goede en zwakke lezers
– subgroepen zwakke lezers
Hardop denken (fragment 1)
Veel mensen namen een souvenir, souvenir mee van vakantie.
kind: ‘En dan denk ik dat ze iets meenemen van vakantie
waardoor ze nog aan de vakantie kunnen denken.’
Souvenirs zijn leuk.
kind: ‘Dan denk ik dat ze het weer leuk vinden om
eraan terug te denken.’
Ze laten je aan je vakantie denken.
kind: ‘Ja, dat denk ik dat ze weer daar vrolijk van worden.’
Hardop denken (fragment 1)
Maar in een vliegtuig mag je niet alles meenemen.
kind: ‘Dan denk ik dat je het over van allemaal dat je
niet zoveel dingen mag meenemen.’
Sommige spullen zijn verboden.
kind: ‘En dan denk ik dat je sommige spullen niet mee
mag nemen in het vliegtuig.’
Je mag natuurlijk geen wapens of scherpe dingen meenemen.
kind: ‘En dan denk ik dat als je scherpe dingen
meeneemt, dat je dan gaat vechten in het andere land.’
Hardop denken (fragment 1)
Mensen nemen soms toch verboden spullen mee.
kind: ‘Uhm, ja dan denk ik, dat ze, ik weet eigenlijk niet
wat ik dan denk.’
Ze kunnen een boete krijgen van wel duizend euro!
kind: ‘Dan denk ik dat je een hele grote straf krijgt.’
Soms nemen mensen stiekem dieren mee.
kind: ‘Dan denk ik dat of ze ..uhm.. dat ze ja.. die dieren
hebben gestolen en mee gaan nemen naar een ander
land en verkopen of dat het hun eigen huisdieren zijn.’
Ze smokkelen de dieren.
kind: ‘Dan denk ik dat ze dieren gewoon stiekem
meenemen zeg maar.’
Hardop denken (fragment 2)
Veel mensen nemen een souvenir mee van vakantie.
kind: (…) ‘Eh. Ik denk dat ze (…) ze nu gaan vertellen
iemand die heel veel souvenirs meeneemt.’
Souvenirs zijn leuk.
kind: ‘Denk dat ehm, iemand anders ook in het verhaaltje
het ook heel leuk vindt.’
Ze laten je, ze laten je aan je vakantie denken.
kind: (…) (zucht) (…) (zucht) ‘Hier weet ik niks bij.’
Hardop denken (fragment 2)
Maar in een vliegtuig mag je mag je niet alles meenemen.
kind: ‘Ehm, ik denk dat nu gaan vertellen dat je niet
te veel kilo mee mag nemen.’
Sommige spullen zijn verboden.
kind: (…) ‘eh (…) want sommige spullen zijn te zwaar
voor het vliegtuig.’
Je mag natuurlijk geen wapens of scherpe dingen meenemen.
kind: (…) (zucht) ‘eh. (…) Ik heb geen idee.’
Hardop denken (fragment 2)
Mensen nemen soms toch verboden spullen mee.
kind: (…) ‘Eh. Dan gaan ze nu zeggen dat dat niet mag.’
Ze kunnen een boete krijgen van wel duizend euro!
kind: (…) ‘Ik denk dat sommige mensen dat, heel
veel mensen dat al wel, wel hebben gekregen.’
Soms nemen mensen stiekem dieren mee.
kind: ‘Dan kunnen die dieren misschien (…) met, aan,
bijvoorbeeld een geit die gaat allemaal kleren bijten.’
Ze smokkelen de dieren.
kind: ‘Eh (…) Ik denk dat de dieren dat ook niet leuk
vinden.’
Beoogde opbrengsten onderzoek
• Kennis van processen met betrekking tot lezen
om te leren
• Kennis van tekstkenmerken die het moeilijker of
makkelijker maken voor kinderen om teksten te
begrijpen
• Aanpakken en strategieën om zwakke lezers te
ondersteunen bij het leren uit schoolboeken en
andere educatieve materialen
Vragen? Opmerkingen?
Contact:
Paul van den Broek: [email protected]
Astrid Kraal: [email protected]
www.brainandeducationlab.nl
Dank u!