WAT MAAKT HET ONDERWIJS IN BEGRIJPEND LEZEN EFFECTIEF? Wat werkt? Dr. Kees Vernooy Lector emeritus Effectief taal- en leesonderwijs Ambassadeur School aan Zet Lunteren, 24 maart 2014 Motto Kinderen leren begrijpen wat ze lezen is de essentie van het leesonderwijs. Wat komt er aan de orde? Doelen (Visie en missie) Wat en Hoe (curriculum) (instructie) Effectieve implementatie Wat zijn onze opbrengsten? Wat is begrijpend lezen? • Eenvoudig: het begrijpen van geschreven taal in interactie met de tekst; • Moeilijker: doelgericht informatie uit teksten kunnen halen. • De sleutel tot veel leren. • Maar het is een complexe vaardigheid! Hoe word je een goede begrijpende lezer? Van begrijpend luisteren naar begrijpend lezen fonemisch bewustzijn woordenschat zinsopbouw, praten decoderen begrijpend luisteren vlot lezen Begrijpend lezen Context Grammatica, Pragmatiek Semantiek betekenis Orthografie letters Semantische route Fonologie spraak Fonologische route “Triangle Model” Seidenberg, McClelland, Plaut and colleagues (1989; 1996) Wat bepaalt vooral of een kind een goede begrijpende lezer wordt? • Nauwkeurig, vlot en vloeiend kunnen lezen; • Het beschikken over voorkennis/woordenschat; begrijpend lezen is vooral kennis afhankelijk (Hirsch, 2010) Door de rol van woordenschat/voorkennis: begrijpend lezen is voor een deel milieuafhankelijk. WAT KOMT KIJKEN BIJ HET BEGRIJPEN VAN EEN TEKST? Competent voelen Leesdoel Vlot lezen Denkproces Monitoren Resultaat Moeilijkheid tekst Voorkennis/ woordenschat Knelpunten begrijpend lezen • • • • • • • • • Een kwart tot een derde van de leerlingen is in groep 8 zwak (Van den Broek 2010); Resultaten begrijpend lezen lopen terug (Cito 2007; PIRLS 2012); De methoden voor de leesstrategieën blijken weinig/niet effectief te zijn (Cito 2007); Nederlandse kinderen zijn geen gemotiveerde lezers; bijna 50% van de kinderen leest thuis nooit (PISA 2009;2012); De instructie in het omgaan met teksten laat veel te wensen over. Een te grote kloof tussen instructie en zelfstandig toepassen van leesstrategieën (Bunte, 2013); Op veel scholen nemen na groep 6 de leesresultaten af (Hacquebord e.a. 2010): de leesvaardigheid van zwakke lezers neemt af als ze niet meer lezen (Willms en Murray, 2007); Kinderen vinden het Cito Hulpboek Begrijpend lezen lastiger dan Tekstverwerken (Rommelaar 2012). Vinden Nieuwsbegrip makkelijk. Veel leerlingen vinden zich geen competente lezer (Jolles e.a. 2013) Er wordt met te korte en te gemakkelijke teksten gewerkt. De wetenschap en begrijpend lezen 1. Optimistische verwachtingen over leesstrategieën zijn niet uit gekomen • We hebben grote vorderingen gemaakt op het gebied van wat we met technisch lezen moeten doen; het is bijna ontmoedigend dat dit voor begrijpend lezen nog niet het geval. • De optimistische verwachtingen over de begrijpend leesstrategieën zijn niet uitgekomen (Vernooy, 2013). • Op een rigide manier strategieën aanleren is weinig effectief en een goede methode moet niet alleen aan strategieën aandacht besteden (Dougherty Stahl 2013). • Nog steeds vragen als: - Wat zijn naast voorkennis de belangrijkste strategieën en bestaat er een hiërarchie? - De rol van teksten. Moeten ze makkelijk of moeilijk, kort of lang zijn? - Moet er veel tijd aan worden besteed? - Profiteren alle kinderen ervan? 2. 25 jaar onderzoek leesstrategieën. (Willingham, 2006/2007; Stoeldraijer 2007) - Leerlingen leesstrategieën leren is een goed idee; - Er is evidentie voor een zevental strategieën; - Strategieën kunnen snel worden aangeleerd; Zeer veel tijd aan leesstrategieën besteden heeft geen positief effect (zie in Nederland Goed Gelezen versus Tekstverwerken). - Je moet er pas in groep 5 mee beginnen. - De rol van een goede woordenschat is vanzelfsprekend! 3. Begrijpend lezen kan worden onderwezen • Begrijpend lezen kan onderwezen worden door expliciete instructie/modeling (20% van de les). • Leerlingen hebben veel tijd nodig om het geleerde te leren toepassen (80% van de les). Regie Routman (2002), Reading Essentials 4. Begrijpend lezen begint al vroeg Het begrijpend lezen begint niet na maar vóór het technisch lezen! Met het ontwikkelen van begripsvaardigheden kun je niet vroeg genoeg beginnen (Paul van den Broek, 2009). Kinderen die op vierjarige leeftijd hoog scoren op begripsvaardigheden, zijn op latere leeftijd beter in begrijpend lezen. 5. Complexiteit van teksten. De tekst doet er ook toe! Onderzoek van o.a. de Universiteit van Utrecht (2023/14): de tekst doet er ook toe! • Informatieve versus verhalende teksten; • Teksten met lange zinnen en korte zinnen (zonder verbindingswoorden); • Leerstof in verhalende teksten versus zakelijke teksten met alleen leerstof; • Gefragmentariseerde teksten. Voorbeeld 6. Gedrukte tekst versus beeldscherm Wat is effectiever? Mangen e.a. (2013): leerlingen die een gedrukte tekst lezen doen het significant beter bij begrijpend lezen dan leerlingen die een tekst op een beeldscherm lezen. Wat moeten we doen? Doe wat ertoe doet! De belangrijkste aanbevelingen 1. Groep 1 – 8: aandacht voor woordenschat/kennis van de wereld (van begrijpend luisteren naar begrijpend lezen. Voorkennis heeft volgens Hattie (2012) een effectgrootte van 1.05. 2. Groep 1 – 8: aandacht voor vlot en vloeiend lezen (van fonemisch bewustzijn naar vlot en vloeiend lezen). 3. Groep 4 – 8: kinderen met allerlei soorten teksten leren omgaan (ook bij de kennisgebieden) en met enkele leesstrategieën. Toelichting: 1 en 2 zijn de pijlers van het begrijpend lezen en moeten de meeste aandacht krijgen. Wat moeten we verder doen? Het belang van een integrale aanpak begrijpend lezen (Vernooy 2011) Groepen Woordenschat Technisch lezen Leesstrategieën Groep 1 - 2 Continu Omgaan met voorkennis Mondelinge taal Fonemisch bewustzijn Letterkennis Begrijpend luisteren Omgaan met voorkennis Groep 3 Continu Omgaan met voorkennis Leren lezen Begrijpend luisteren Omgaan met voorkennis Groep 4 -6 Continu Omgaan met voorkennis Vlot en vloeiend lezen Omgaan met voorkennis Afleidingen maken Leren monitoren Enkele strategieën (na groep 4) Uitbouw en onderhoud vlot en vloeiend lezen Omgaan met voorkennis Afleidingen maken Leren monitoren Enkele strategieën Stilleesbeleid Groep 7 - 8 Continu Omgaan met voorkennis Stilleesbeleid 1. Hoge doelen Tvk, lezen en spelling concept Doelen I, II en III DMT % leerlingen die dat zou moeten halen 85% AVI 90% TvK 80% Woordenschat 70% Spelling 80% Begrijpend lezen 80% Instromen VO Minimaal 75% 1F 2. Het “Wat” 2.1.: Woordenschat doet er voor begrijpend lezen alles toe! • Woordenschat is significant verbonden met begrijpend lezen, technisch lezen, spelling en schoolprestaties in zijn algemeenheid. Begrijpend lezen is kennis afhankelijk! • Kinderen die op vierjarige leeftijd hoog scoren op begripsvaardigheden, zijn op latere leeftijd beter in begrijpend lezen (Van den Broek, 2010). • Voorkennis/achtergrondkennis is cruciaal voor begrijpend lezen! Een effectgrootte van 1.04! • Woordenschat/voorkennis/achtergrondkennis zijn een voorwaardelijke pilaar voor begrijpend lezen! Je moet 95% van de woorden kennen om de tekst te begrijpen. • Woordenschat wordt vooral in de bovenbouw belangrijk (schooltaal). Kortom: (aandacht) voor woordenschat verbetert het begrijpend lezen Twee ‘soorten’ woorden • Woorden waarvan je iets kan laten zien (raket, as, gril, etc.); • Woorden waarvan je synoniemen moet geven (hoogmoed, lafaard, uitslover etc.), Bijvoorbeeld: een lafaard is iemand die vanwege zijn angst hard wegloopt uit gevaarlijke situaties. Welke kinderen moeten volgens onderzoek vooral aandacht hebben? In het bijzonder: Fonologisch zwakke kinderen die ook een zwakke woordenschat hebben Cruciaal voor het latere begrijpend lezen In groep 1 en 2 veel aandacht voor: - Kwaliteit mondelinge taal (taalvaardigheid) - Woordenschat - Begrijpend luisteren Begrijpend lezen is vanuit gesproken taal geschreven taal begrijpen. Directe en indirecte activiteiten. De meeste woordenschat wordt indirect verworven. DIRECT • Woorden uitleggen (pre-teaching: sterk! • Ontwikkelen woordbewustzijn (denken-delen-uitwisselen) • De betekenis van woorden leren afleiden • Strategieën voor het leren van onbekende woorden • Inzet computer • Viertaktstrategie • Woorden op het bord schrijven • Gebruik woordenboek • Woorden uit methoden behandelen INDIRECT • Dagelijkse gesprekken met volwassenen en andere kinderen • Door luisteren naar volwassenen die hen voorlezen • Veel zelf te lezen: sterk! Doe veel aan woordenschat en lees in de onderbouw veel voor Doet voorlezen ertoe? (Mol & Bus 2011) Gebruik ook digitale prentenboeken (Verhallen 2010) • Probleem: kinderen met een beperkte woordenschat haken bij voorlezen dikwijls af; • Vooral bewegende digitale prentenboeken houden kinderen beter bij het verhaal. Ook tijdens derde of vierde herhaling; • Door herhaling leren kinderen verhalen begrijpen en nieuwe woorden. • Zet dit medium vooral bij kinderen met beperkte woordenschat in. Maar ook …. kinderen moeten de woorden van het leren lezen kennen Een goede woordenschat versterkt ook het leren lezen. Het is van groot belang dat kinderen de woorden kennen die tijdens het leren lezen aan de orde komen. Dit versterkt, dat kinderen het leren lezen als betekenisvol ervaren. Omgaan met moeilijke woorden in de groepen 3 - 8. Wat hiermee doen? Pre-reading Pre-teaching Belangrijke vragen: Maar effectiever is volgens recent - Waar gaat het over? - Wat weet ik er al van? onderzoek (2011): Pre-teaching van kernwoorden 2.2. Pilaar 2: Besteed veel aandacht aan technisch lezen • Zorg voor een goede leesstart (spraak/taal, fonemisch bewustzijn letterkennis) in groep 1 en 2; • Geef excellent onderwijs in groep 3, want: kinderen die slecht starten worden nooit een goede lezer; • Groep 3 en 4: de eerste 10 minuten aandacht voor automatisering; • Onderhoud het technisch lezen na groep 5. Het belang van een goede mondelinge taalvaardigheid Aanleiding Catts & Kamhi (2005): Longitudinale studies laten zien: - Taalstoornissen/-problemen spelen een causale rol bij leesproblemen - 50% van de kinderen met dergelijke problemen krijgt leesproblemen Aanbevelingen • Goede spraak-/taalontwikkeling: gebruik de SNELtoets: http://kindentaal.logopedie.nl/site/sneltest • Controleer in groep 1 en 2 het gehoor! (Keegstra 2010) Wat verbetert het technisch lezen? Model vlot en vloeiend lezen, waarna de leerlingen de tekst zelf kunnen herlezen. Taakgerichte feedback bij woorden die fout gelezen worden. Spreek moeilijke meerlettergrepige woorden rustig uit: Meetbaar = meet – baar Locatie = lo – catie Invalide = in – va – lide Bied oefening door begeleid en herhaald lezen. Leerling leest met een volwassene (ouder, tutor, vrijwilliger) partner lezen 2.3 De rol van strategieën • Leestrategieën zijn hulpmiddelen om het begrijpend lezen te verbeteren. • Voorwaarden om met strategieën te kunnen werken: vlot kunnen lezen en een goede woordenschat • Ook bij strategieën: altijd de tekst centraal! Strategieën moeten op de inhoud gericht zijn. • Doel strategieën: - Actief met de inhoud bezig zijn. Het belang van expliciete instructie bij leesstrategieën Stap voor stap-aanpak Leerkracht als voorbeeld De leerkracht legt de bedoeling van de strategie uit. De leerkracht laat zien hoe de strategie succesvol moet worden toegepast. De leerkracht denkt hardop als hij de strategie tijdens het lezen toepast. Wat worden op dit moment als de belangrijkste strategieën gezien? (Vernooy 2013) Voorwaardelijke strategie Je leesproces kunnen monitoren: zinnen met elkaar verbinden en de zinnen verbinden met wat je al weet. Kritische strategieën 1. Het omgaan met voorkennis voor, tijdens en na het lezen om te begrijpen wat je leest; 2. Afleidingen kunnen maken. Staat centraal. Daarbij geldt: je voorkennis bepaalt of je afleidingen kunt maken. Ondersteunende strategieën die van belang zijn: - Het stellen van een leesdoel en taakbewustzijn - Herlezen tekst - Visualiseren en samenvatten - Weten wat je moet doen als je het niet meer begrijpt Opkomst van de strategie ‘het belang van herlezen’ Herlezen leidt tot een beter en dieper tekstbegrip. Leerkrachten moeten leerlingen aanmoedigen teksten nog een keer te lezen. Methoden en leesstrategieën Illustratie: Frequentie strategieën Leeslink (basisabonnement) Groep Doel bepalen Voorspel Kennis Vragen len ophalen stellen Visualise Samen-ren vatten Herstellen Groep 4 Groep 5 4 4 4 4 4 4 4 Groep 6 4 4 4 4 4 4 4 Groep 7 4 4 4 4 4 4 4 Groep 8 4 4 4 4 4 4 4 Sommige methoden hebben alleen korte teksten, waardoor er geen strategieën nodig zijn. Bijvoorbeeld: Overal tekst! Schoolbeleid Vanaf groep 1 altijd aandacht voor: - Het omgaan met voorkennis: - waar gaat het over? - wat weet je er al van? - Na groep 4: aandacht voor ondersteunende strategieën als kinderen vlot - minimaal AVI E4 kunnen lezen - Na groep 4: Veel aandacht voor begeleide toepassing en het geven van feedback (ook tijdens zelfstandig werken). a. Stimuleer steeds doelgerichtheid en monitoren Leesdoel Monitoren Wat is de hoofdgedachte? Aandacht voor tekstkenmerken Wat weet ik wel, wat niet Resultaat b. Wat is de belangrijkste strategie? Voorkennis is voorwaardelijk Zonder (voor)kennis over dat wat je leest, is het slecht afleidingen maken en is het resultaat (doel: zelfstandig tot de inhoud kunnen komen van de tekst) laag. Voorkennis heeft een krachtig effect op het begrijpend lezen. Door een goede voorkennis pik je makkelijker iets op. Hoe? - elk moeilijk/onbekend woord wordt op het bord geschreven. Onderzoek laat zien, dat leerlingen daardoor een woord beter onthouden; - modelen onbekende meerlettergrepige woorden; - bij elke tekst die aan de orde is, worden twee onbekende woorden vooraf door de leerkracht in het kort uitgelegd. Onderzoek van Marzano (2002) toont aan, dat dit zeer effectief is. - de twee onbekende woorden komen via de coöperatief lerenmethodiek denken-delenuitwisselen aan de orde (draagt bij aan woordbewustzijn). c. Het belang van afleidingen kunnen maken • De vaardigheid om afleidingen te kunnen maken, is essentieel voor begrijpend lezen. Tussen de regels kunnen lezen! • Het gaat om het interpreteren van zaken die niet expliciet in de tekst staan en om conclusies kunnen trekken. • Afleidingen worden gemaakt op basis van tekstkenmerken en aanwijzingen in de tekst. • Als ze binnenkomt, is ineens iedereen stil. • Het schilderij is al jaren familiebezit, maar moet nu helaas verkocht worden. • Ik vergeet soms naar mijn werk te gaan. d. Wat doen als je het niet meer begrijpt? Herlezen, vooruit lezen, nadenken, kijken naar afbeeldingen Het aanpassen van de leessnelheid Om hulp vragen e. Zorg voor structuur! Voor, tijdens, na-strategie (voor zwakke lezers) Voor: Wat is mijn leesdoel en wat weet ik over het onderwerp? Tijdens: Nadenken over mijn leesdoel en wat ik al weet over het onderwerp Na: Wat wist ik over het onderwerp voor ik de tekst las en wat weet ik nu? Superieur: samenhangend gebruik van strategieën (= monitoren) Doelen stellen (waarom tekst lezen) Verkennen tekst/voorspellen Vóór het lezen Actualiseren achtergrondkennis Begrijp ik het? Monitoren begrijpen (vanuit leesdoel) Tijdens het lezen Integreren nieuwe begrippen Samenvatten Na het lezen Evalueren; doelen gehaald? Toepassen 2.4. Laat leerlingen ervaring opdoen met (onbekende) tekstvormen Groep 4: - hussel- en invulverhaaltjes - ordenen in een tabel - het belangrijkste woord zoeken - de beste titel zoeken - waar gaat deze tekst over Groep 8: - cloze-taak - husselteksten - hoofd- en bijzaken - compleet maken 2.5. Gebruik ook actuele teksten Volgens Guthrie (2002) is de interactie met de echte wereld (actualiteit), zoals in Nieuwsbegrip plaatsvindt, voor de leerlingen cruciaal. Bij die interactie met de echte wereld zijn ze automatisch bezig met het uiterst belangrijke proces van activering en het opbouwen van voorkennis. Ze denken na over wat ze al weten. Daarnaast beïnvloedt interactie met de echte wereld ook hun motivatie om te lezen, omdat deze teksten meer aansluiten bij hun belevingswereld. 2.6. Laat kinderen veel lezen “Recent vonden we, dat de omvang van het lezen van leerlingen in de school één van de belangrijkste verschillen in ervaringen was in meer of minder effectieve klassen.” (Allington, 2003) Zorg voor een stilleesbeleid, waarbij leerlingen wat te kiezen hebben! Universiteit van Amsterdam Boeken lezen van hoog niveau verhoogt kans op goede Cito-score (Kortlever & Lemmens 2012). De studie bevestigt het belang van regelmatig vrij lezen. Het regelmatig lezen van tijdschriften had geen effect. 2.7. Laat leerlingen schrijven Veel onderzoek laat zien dat schrijven – ook wel stellen genoemd - het begrijpend lezen ten goede komt. Leerlingen die veel schrijven, verbeteren hun begrijpend lezen meer dan kinderen die dit niet doen (Bitter e.a. 2009). Schrijven versterkt het begrijpend lezen! 2.8. Voldoende dekking Nieuwsbegrip? • Gebruik vooral de basisversie • Pas de strategieën toe op de beste teksten uit je oude methode voor begrijpend lezen • Heel veel zaken uit de taalmethode dekken ook de kerndoelen voor begrijpend lezen • Pas de strategieën toe bij teksten van de kennisgebieden • Gebruik voor zeer zwakke lezers het Cito Hulpboek Begrijpend lezen 2.9. Spreek regelmatig met leerlingen over wat ze van het begrijpend lezen vinden Vraag de leerlingen: - Waarmee willen jullie dat ik help om de teksten beter te begrijpen? - Wat heb jullie geleerd om de tekst beter te begrijpen? - Wat zou je de volgende keer willen leren om de teksten beter te begrijpen? We maken een plan voor de komende maand. 3. Het Hoe Vooraf Begrijpend lezen wordt in toenemende mate als een zaak van leerkrachtvaardigheden gezien en niet alleen van methoden. Teksten komen vrijwel bij alle vakken aan de orde. Een leerkracht moet kinderen bij alle gebieden helpen beter met teksten om te gaan. Wat is voor het leren omgaan met teksten en strategieën belangrijk? 1. Het gegeven, dat ‘modeling’ - voordoen en tegelijkertijd hardop denken - ertoe doet! Observerend leren! Niet laten aanmodderen! 2. Leerlingen veel laten (begeleid) toepassen (automatiseren en toepassen). Leerlingen hebben veel behoefte aan begeleid begrijpend lezen (Bunte 2013); 3. Ook feedback geven tijdens het zelfstandig werken. 4. Yan (2010): 1 – 3 motiveren leerlingen te participeren. Welke lessen hebben volgens Schmoker het grootste effect en een grote betrokkenheid van de leerlingen tot gevolg? • Lessen met een duidelijk leerdoel. • Rekening houden met de achtergrondkennis van de leerlingen en vandaaruit de tekst ‘previewen’. • Uitleggen, modelen, hardop denken. • Begeleide inoefening en veel denken-delenuitwisselen. • Vaak controleren of ze het hebben begrepen. • Zelfstandig laten oefenen/toetsing Goede lesopzet: Expliciete interactieve directe instructie (EIDI) 1. 2. 3. 4. Doel les aangeven Aandacht voor voorkennis Expliciete instructie (uitleggen, modeling, voorbeelden) Begeleide inoefening met de groep of subgroep, waarbij aandacht voor: - automatiseren - toepassen 4. Zelfstandig of in duo’s aan het werk 5. Evalueren les 6. In alle fasen: - taakgerichte feedback - interactie - betrokkenheid VOOR HET LEZEN VAN DE TEKST • Praat over het leesdoel • Schrijf de moeilijke woorden op het digibord • Spreek hardop de woorden uit die ze met moeite kunnen lezen • Leg kort de betekenis van die woorden uit • Activeer de noodzakelijke voorkennis of onderwijs achtergrondkennis • Preview met de leerlingen de tekst Een variant:Verantwoordelijkheid leerkracht Introductie/uitleg/modeling “Ik doe het” Begeleide inoefening “Wij doen het” Samenwerken “Jullie doen het samen” “Ik doe het alleen Risicolezers: PAL De rest: werkt zelfstandig of samen” Verantwoordelijkheid leerling Een succesvol instructiemodel voor alle leerlingen Fisher, D., & Frey, N. (2008). Better learning through structured teaching: A framework for the gradual release of responsibility. Alexandria, VA: Association for Supervision and Curriculum Development. Belang visualiseren inhoud • Visualiseren ondersteunt het begrijpen en herinneren. • Helpt de essentie van de tekst te begrijpen • Helpt bij het maken van een samenvatting • Voorkomt overladen worden aan informatie en overbelasting van het werkgeheugen. Verder: Door visualiseren wordt kennis op een hiërarchische wijze in de hersenen opgeslagen. Geef veel taakgerichte feedback! Taakgerichte feedback is informatie over: • Waar ga ik heen? • Hoe doe ik het? • Wat moet ik vervolgens doen? Tip: Geef ook feedback tijdens het zelfstandig werken Sterke onderwijsfactor. Effectgrootte .73 Maar … laat leerlingen ook samenwerken rondom teksten • Leerlingen kunnen elkaar helpen en het is goed voor de motivatie. Samenwerkende leerlingen zijn meer tevreden dan niet samenwerkende leerlingen. • Heel veel onderzoek toont, dat tutoring met heel effectief kan zijn (Berrill 2009, Vernooy & Egbertsen 2012; Egbertsen 2013). • Peer tutoring heeft een effectgrootte van 0.55. Zorg voor effectieve koppels! HET BELANG VAN TIJD Scholen met risicokinderen die goede resultaten hebben, bereiden op verschillende manieren de leertijd uit voor leerlingen die dat nodig hebben. (Parrett & Budge, 2009) De mate van effectiviteit van onderwijs is bovenal afhankelijk van de beschikbare tijd voor zowel het onderwijs geven als voor het leren van de stof (Jaap Dronkers, 2007) Zorg voor voldoende tijd voor begrijpend lezen Groep 5 en 6: • Begrijpend lezen: 90 tot 120 minuten • Technisch lezen: 120 tot 150 minuten • Stillezen: 75 minuten Groep 7 en 8: • Begrijpend lezen: 90 tot 120 minuten • Technisch lezen: 60 tot 90 minuten • Stillezen: 75 minuten Verder: Maak van elke les met een tekst een begrijpend leesles! 4. Omgaan met data. Waarom data? Zonder data heeft iedereen een mening (Edward Deming) Hiërachie toetsen Toets begrijpend lezen Woordenschattoets DMT AVI Totaaloverzicht (%A-C) Resultaten 1e helft schooljaar • • • • • • • • Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 TvK 50 83 Dmt AVI Woordens Beg. Lezen 81 47 57 86 68 0 69 87 93 100 100 100 81 20 42 69 57 50 100 64 38 64 5. Samenvattend: Cruciaal voor begrijpend lezen • • • • • • • • • • • • Altijd de tekst centraal! Veel omgaan met teksten modelen en aandacht voor begeleide inoefening Vlot en vloeiend kunnen lezen Goede woordenschat en preteaching enkele woorden Leren nadenken over teksten (o.a. monitoren, doelgerichtheid) Veel aandacht voor begeleid begrijpend lezen Oriënteren op de structuur van de tekst. Enkele strategieën kunnen toepassen, waaronder: - kunnen omgaan met voorkennis (voorwaardelijk)(Waar gaat het over? Wat weet ik er al van?) - afleidingen kunnen maken - weten wat je moet doen als je het niet meer begrijpt Herlezen tekst leidt tot dieper begrijpen Maak veel gebruik van het digibord. Een goede werkhouding/aanpakgedrag/monitoring Tekstkennis (van hussel- tot cloze-tekst) Motivatie 6. De vraag: hoe krijg je als school betere resultaten? De resultaten verbeteren als de instructie het lesgeven en leren - in de groepen verbetert door goede lees- en didactische inzichten (professionalisering). Maar ook: (risico)leerlingen krijgen meer tijd. Lessen internationale leesverbeteringsprojecten (Betts e.a. 2010) • Extra-tijd voor zwakke lezers kan tot aanzienlijke verbetering van de leesvaardigheid leiden; • Peer coaching van leerkrachten kan tot aanzienlijke leeswinst leiden; • Vroege interventies in het begin van schoolloopbaan zijn effectiever dan late interventies, bijv. in het voortgezet onderwijs. Waar doen we het allemaal voor? Goed leren lezen is een mensenrecht! (Lyon) Voor morgen Werkopdracht: 3-2-1 Reflectie • Welke 3 zaken heb ik geleerd? • Welke 2 zaken ga ik uitproberen? • Over welk onderwerp wil ik nog meer weten? Dank u wel!!! Activiteiten die een groot of klein effect hebben Vanuit de wetenschap: Effecten: - 1.3 en hoger: zeer groot - 0.80 - 1.29: groot effect - 0.50 - 0.79: middelgroot - 0.20 - 0.49: klein - 0.19 - 0.00: verwaarloosbaar - -0.01 - -0.20: klein negatief effect Voor meer info Dr. Kees Vernooy [email protected] Downloaden presentatie: www.expertis.nl/lunteren
© Copyright 2024 ExpyDoc