Aan de leden van de gemeenteraad. Raadsinformatiebrief 37 Veiligheid en Bestuurs- en Juridische Zaken Helmond, mei 2014 Ons kenmerk: 1499003272 Doorkiesnr.: 587262 Onderwerp: uitwerking voorstellen Toekomstvisie Brandweerzorg Uw kenmerk: Uw brief d.d.: Nadere uitwerking voorstellen Toekomstvisie Brandweerzorg Sinds het najaar van 2013 werkt –in opdracht van het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio BrabantZuidoost- een bestuurlijke werkgroep aan een Toekomstvisie Brandweerzorg voor deze regio. Centrale vraag voor deze bestuurlijke werkgroep is hoe de brandweerzorg er in de toekomst uit zou moeten zien. Met andere woorden, hoe ziet het gewenste veiligheidsniveau er over enkele jaren uit? Welk takenpakket van de brandweer sluit daar bij aan? En wat is de omvang van VRBZO-begroting die hierbij hoort? De horizon voor de visie en uitwerking is 2018, maar de weg daar naartoe dient al in 2015 merkbaar te worden ingeslagen. Voortgang opdracht De concept-toekomstvisie is inmiddels gereed en de bestuurlijke werkgroep heeft haar aandacht verlegd naar de verdere uitwerking hiervan. Het Algemeen Bestuur gaf tijdens haar vergadering op 1 mei jl. aan dat de bestuurlijke werkgroep op de goede weg is met de tot dusver gemaakte keuzes. Half mei is de complete tussenrapportage van de bestuurlijke werkgroep gereed. Nadat de tussenrapportage wordt vrijgegeven door het Dagelijks Bestuur (op 23 mei), is deze vanaf 26 mei voor iedereen beschikbaar. De bestuurlijke werkgroep gaf eerder al aan dat zij vrijwilligers en andere brandweermedewerkers zo veel mogelijk wil betrekken bij het proces. Ook gemeenteraden hebben natuurlijk een rol in het proces voorafgaand aan de vaststelling van de toekomstvisie door het bestuur. Formeel door de mogelijkheid voor een gemeenteraad om een zienswijze te geven, maar ook door regionale informatiebijeenkomsten voor raadsleden die hiervoor georganiseerd worden. Varianten toekomstige brandweer In de uitwerking van de toekomstvisie kijkt de bestuurlijke werkgroep naar het gehele domein van brandweerzorg. De veranderingen die hieruit voortvloeien betreffen dus zowel risicobeheersing als incidentbestrijding en zowel beroeps als vrijwilligers. Maar ook bedrijfsvoering, management en beheer komen aan bod. Voor de inrichting van een toekomstige brandweer zijn uiteraard heel veel mogelijkheden te bedenken. Voor het overzicht heeft de bestuurlijke werkgroep deze in drie mogelijke ‘scenario’s’ ondergebracht: A. aanpassen van alleen management en beheer; B. aanpassen van de gehele brandweerzorg (risicobeheersing, incidentbestrijding en management, bedrijfsvoering & beheer) vanuit fijnmazige spreiding en een gesloten veiligheidsketen; C. aanpassen van de gehele brandweerzorg in een minimumvariant. Scenario A, aanpassen van management en beheer (inclusief bedrijfsvoering, logistiek, inkoop en dergelijke), is uiteraard het eerste waarnaar is gekeken. De brandweer draait immers om uitvoering en niet om managers en beheerders. De regionalisering biedt mogelijkheden om de brandweer efficiënter in te richten met behoud van het gewenste niveau van veiligheid. Hieraan is de afgelopen jaren veel aandacht besteed en er zijn winsten geboekt. Bijvoorbeeld de stap van 21 commandanten naar 7 hoofden Brandweerzorg en van circa 65 officieren van dienst naar 20. Nu de brandweer één organisatie vormt kunnen ook de inkoop, de techniek e.d. gezamenlijk worden gedaan. De sector bedrijfsvoering is slechts beperkt meegegroeid met de forse groei van de organisatie na de regionalisering. Omdat voor bedrijfsvoering maximaal 15% van de begroting staat, zal deze sector evenredig meekrimpen met een krimpende VRBZO-begroting. In scenario B wordt de hele brandweer onder de loep genomen, dus risicobeheersing, incidentbestrijding en management en beheer. Het management en beheer wordt aangepakt zoals geschetst bij scenario A. De risicobeheersing wordt onderverdeeld in wettelijke taken, collectieve taken (taken die vastgelegd moeten worden in de gemeenschappelijke regeling) en zogeheten plustaken of DVO-taken. Preventie en repressie worden in onderling verband gezien. Voor de incidentbestrijding wordt gedacht aan een sobere benadering met behoud van fijnmazigheid en met behoud van de bestaande opkomsttijden, zodat de brandweer snel kan inzetten en incidenten beperkt kan houden. Daarbinnen is de brandweer in staat het maatscenario ‘natuurbrand’ uit te voeren en aan haar verplichtingen in bijstand te voldoen. Dit leidt ertoe dat de slagkracht die nodig is voor grootschalig optreden wordt gespreid over de bestaande posten en wordt gecombineerd met de basiszorg. Daardoor worden er géén posten gesloten. Wel is kritisch gekeken of al het materieel noodzakelijk is voor de incidentbestrijding. Hieruit blijkt dat de 2de tankautospuit (TS) op de kazernes waar die voorkomt zou kunnen vervallen. Dit is mogelijk omdat een 2de TS –als een incident een 2de TS vereist– ook kan worden geleverd door een naburige kazerne. Daarnaast past in scenario B een andere benadering van hulpverlening: de basishulpverlening (zoals ongeval met auto-boom en auto-auto) blijft een taak voor de TS. De huidige brede spreiding van hulpverleningsvoertuigen zou vervangen kunnen worden door vier korpsen die de complexe hulpverlening gaan verzorgen, met een met 6 personen uitgerust voertuig HV-1. Deze voertuigen zullen op strategische locaties in onze regio worden gestationeerd. Voor zware calamiteiten kunnen interregionale units worden ingezet. In scenario C worden brandweer, management en beheer sterk beperkt. Voor het maatscenario ‘natuurbrand’ wordt gekozen voor laten uitbranden of leunen op aangrenzende regio’s. De verplichtingen naar andere regio’s worden geminimaliseerd. De personele bezetting van de brandweer wordt gebaseerd op kazernering, gecombineerd met ploegendiensten en ander werk. Het kantoorpersoneel werkt op de kazernes, beschikbaar voor uitruk. Aanvullend kunnen zo nodig enkele snel inzetbare voertuigen worden geplaatst. Als kern wordt een 6- of 7-tal kazernes geplaatst langs de grote uitvalswegen -om de steden Eindhoven en Helmond heen- waardoor per kazerne een groot bereik ontstaat. Alle bestaande kazernes vervallen. De kazernes liggen bij de risicovolle objecten. Voor gewone objecten (woonhuizen e.d.) kan fors worden afgeweken van de norm voor opkomsttijden. In de periferie of bij belangrijke risico’s die niet tijdig worden bereikt kunnen eventueel enkele snel inzetbare voertuigen worden geplaatst, gecombineerd met veiligheidstaken in opdracht van- en bekostigd door gemeenten of derden. Risicobeheersing wordt beperkt tot een minimale inzet op wettelijke verplichtingen en verder overgelaten aan de gemeenten. Er wordt een nadrukkelijke rol gevraagd van burgers om preventieve maatregelen te nemen. Scenario B meest voor de hand liggend Enkel en alleen uitvoering geven aan scenario A past niet in de visie en kaders van de bestuurlijke werkgroep. In scenario A is er weliswaar een sober beheer maar geen sobere brandweer. Scenario A voldoet daarmee niet volledig aan de bestuurlijke criteria. Deze variant leidt ook niet tot bezuinigingen van een omvang die het Algemeen Bestuur verlangt. Scenario B matcht met de visie op brandweerzorg, past binnen de kaders van de bestuurlijke werkgroep en levert tevens betekenisvolle besparingen op. Dit scenario ligt ook in het verlengde van voorstellen uit de ambtelijke organisatie. Scenario C levert weliswaar, op papier althans, grote besparingen op, maar past niet in de visie van de bestuurlijke werkgroep op de brandweerzorg. Immers, in die visie zijn een gesloten veiligheidsketen bij grote risico’s, een snelle respons en voldoende slagkracht voor grootschalig optreden en bijstand belangrijke punten. Scenario C levert bovendien zeer grote invoeringsvraagstukken op, waardoor besparingen niet voor 2020 kunnen worden verwacht. Ook het management van de brandweer ziet dit scenario -vanuit veiligheid voor burgers en personeel- als onverantwoord. Scenario B is voor de bestuurlijke werkgroep het meest voor de hand liggend en wordt daarom nu verder uitgewerkt. Bijeenkomst voor raadsleden De bestuurlijke werkgroep organiseert –net zoals in januari jl.- enkele regionale bijeenkomsten voor raadsleden. Enerzijds om de raadsleden te informeren over de aanpak en de uitwerking van de Toekomstvisie Brandweerzorg tot dusver. Anderzijds om vragen, suggesties maar ook eventuele bezwaren vanuit raadsleden te horen: wat vinden raadsleden van de voorstellen en de aanpak tot nu toe? De bijeenkomsten voor raadsleden vinden plaats op donderdagavond 19 juni en woensdagavond 25 juni aanstaande. Raadsleden ontvangen hiervoor binnenkort een uitnodiging. De opvattingen die leven onder raadsleden worden door de bestuurlijke werkgroep meegenomen zodat zij deze nog kan gebruiken tijdens de ‘bouwfase’ van het plan. Wellicht ten overvloede: het organiseren van deze regionale bijeenkomsten voor raadsleden betekent uiteraard niet dat de bevoegdheden van een gemeenteraad bij de eindbesluitvorming worden beperkt. Tijdspad • Vanaf 26 mei zijn ongeveer acht weken voorzien voor een brede informatie- en discussieronde op basis van de inhoud van de complete tussenrapportage. Gemeenteraadsleden, maar ook brandweerpersoneel, management, medezeggenschap, gemeentesecretarissen en Platform Vrijwilligers krijgen hierin de kans om hun mening te geven over de voorstellen. • Eind september 2014 komt de bestuurlijke werkgroep met een definitief conceptplan voor besluitvorming, dat dan naar de Adviescommissie Financiën en het Dagelijks Bestuur gaat. • Op 11 december 2014 wordt het Algemeen Bestuur gevraagd een voorgenomen besluit te nemen over de integrale nota. Vervolgens is er de route langs de OR en het GO en de gemeenteraden voor de zienswijzen. • Tijdens het eerste Algemeen Bestuur van 2015 kan dan een definitief besluit genomen worden. Daarna kan de implementatie van start. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Helmond de burgemeester de secretaris Zuid Koninginnewal 4/tel. 14 0492/fax: 0492-587400 Correspondentieadres: Postbus 950/5700 AZ Helmond / www.helmond.nl e-mail: [email protected] / Bankrelatie: IBANnummer NL05 RABO 0112 5675 92 *1499003272*
© Copyright 2024 ExpyDoc