De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan het

Of zoals de inspectie telkens zei…. De
resultaten zijn prima, de gegevens in het
leerlingvolgsysteem geven dit ook aan,
maar… de tussen- en einddoelen die je
wilt halen in elk leerjaar zijn niet
traceerbaar….!
Dit laatste werd niet alleen
geconstateerd bij het taalonderwijs maar
ook bij de vakken voor wereldoriëntatie.
Daar moest dus aan gewerkt worden….
De afgelopen jaren is er hard gewerkt
aan het nieuwe leren, of heet het
thematisch onderwijs of
Ontwikkelingsgericht Onderwijs of….
Eigenlijk is het niet belangrijk hoe we het
precies noemen. Het is namelijk in ieder
geval een kwaliteitsslag voor het
onderwijs op school en tevens een
oplossing voor een aantal problemen die
we de afgelopen jaren tegenkwamen als
we bezig waren met het verbeteren van
de kwaliteit van het onderwijs op
Saltoschool de Driestam.
We werken op onze school vanuit de
principes van Peter Petersen aan
Jenaplanonderwijs. Dat betekent o.a. dat
we proberen aan te sluiten aan datgene
wat er bij kinderen leeft. Het betekent
ook dat we bij voorkeur met zo weinig
mogelijk methodes willen werken en dat
wereldoriënterende vakken het hart van
het onderwijs vormen.
Tegelijkertijd kon het ook gebeuren dat
er tevens aandacht besteed moest
worden aan een aantal nieuwe
aandachtsgebieden in het
basisonderwijs. We noemen bijvoorbeeld
techniek en burgerschap.
Daar moest dus ook aan gewerkt
worden…
Werken zonder methodes heeft zeker
zijn charmes, maar ook een aantal
nadelen. In ieder geval betekende het
tevens dat we als jenaplanschool het
vaak moeilijk hadden om ons,
bijvoorbeeld tegenover de inspectie, te
verantwoorden.
Nadat we ons oriënteerden op de
mogelijkheden die er waren voor
beredeneerd aanbod voor taal en o.a.
samen met het team de domeinen voor
taalonderwijs bestudeerden,
1
uitprobeerden en evalueerden die
aangeboden werden in “Dat’s andere
taal” een uitgave van de Feinetbeweging
en de Jenaplanbeweging, wisten we dat
het belangrijkste bij taal was dat taal
niet alleen thuishoort bij de taallessen
maar veel meer nog ingebed moet zijn in
de andere activiteiten.
Taalopdrachten moesten ook meer
betekenis krijgen voor kinderen, zodat
ze betrokken aan opdrachten kunnen
werken.
En… met deze gegevens gingen we aan
het werk…..!


Ons beginpunt was in ieder geval:
 Een nieuw gebouw, met huiskamers
in de clusters waar heterogene
groepen kinderen kunnen
samenwerken en waarbinnen
kinderen en collega’s gebruik kunnen
maken van elkaars competenties Een
enthousiast en ervaren team dat af
wilde rekenen met de boodschap die
de inspectie telkens had en die
wilden werken volgens de
jenaplanprincipes met
wereldoriëntatie als hart van het
onderwijs en de kring als
mogelijkheid en bron voor het
“spreken en luisteren” en overdracht
van kennis

Een onderbouwteam dat al enkele
jaren werkte met “basisontwikkeling” voor de
onderbouwkinderen, waarbij tijdens
het werken met thema’s,
betekenisgeving, bedoeling
betrokkenheid en begeleiding heel
belangrijke uitgangspunten zijn voor
een beredeneerd aanbod aan
onderbouwers. Dit zelfde
onderbouwteam gaf met hun
enthousiasme een extra impuls aan
de rest van het team om ook
thematisch te gaan werken.
De gezamenlijke wil om voor taal en
wereldoriëntatie te werken met
tussen- en einddoelen.
Een oplossing vinden om de “nieuwe
vakken” techniek, burgerschap en
zorg een plaats te geven in de rest
van het onderwijs.
Aan de slag…
We werken op onze school met
werkgroepen. Deze groepen hadden hun
eigen specifieke doelstellingen. Deze
doelstellingen werden nu twee jaar op
een rij opgenomen in de speerpunten
van de school, d.w.z. de verbeterpunten
die per jaar beschreven worden in het
schoolplan en die als doel hebben de
ontwikkeling van onderwijs te stimuleren
en de kwaliteit te verbeteren.
De werkgroep die we vormden en hun
doelstellingen vindt u hieronder:
De werkgroep taal:
Leg vast aan welke domeinen binnen het
taalonderwijs we willen werken, welke
zaken worden middels de methode
aangeboden en welke taalactiviteiten
2
kunnen (misschien wel beter)
opgenomen worden in de activiteiten
binnen het thema.
lesmateriaal en informatie die passen bij
het thema.
De werkgroep OGO:
Bepaal wat een goede organisatie is voor
het thematisch bezig zijn. Bespreek op
welke wijze hieraan de tussen- en
We hebben de afgelopen jaren gebruikt
om dit uit te zoeken, te ontwikkelen en
voorzichtig in het ritmisch weekplan op
school in te passen.
Vanaf het schooljaar 2009-2010 werken
alle midden- en bovenbouwgroepen nu
met thema’s en wordt uitgegaan van
bovenstaande uitgangspunten.
einddoelen gekoppeld kunnen worden,
welke werkvromen gehanteerd kunnen
worden, hoe differentiatie daadwerkelijk
kan worden ingevoerd en op welke wijze
dit alles in een jaarschema kan worden
opgenomen.
Om een zo’n breed mogelijk aanbod te
hebben worden binnen de thema’s de
volgende organisatie van de bouwen
gehanteerd|:
De werkgroep techniek:
Verdiep je in de didaktiek van het
techniekonderwijs, werk aan een
“technieknetwerk” en zoek zinvolle
opdrachten binnen de techniek-leerlijn
die passen bij het thema.
Middenbouwgroepen leerlingen van 6
t/m 9 jaar, de groepen 6/7 met
leerlingen van 9 tot 11 jaar en de
groepen 8 met leerlingen van 11 en 12
jaar.
De werkgroep burgerschap:
Verdiep je in burgerschap ofwel sociale
cohesie en zoek hierover zinvolle
opdrachten die passen in de thema’s.
Onderzoek tevens welke activiteiten
hieromtrent er doorgaans al in de kring
gebeuren en bedenk een systeem om
vast te leggen aan welke onderwerpen al
gewerkt is.
Voor elk van deze heterogene
leeftijdsgroepen wordt in een cyclus van
twee jaar een jaarschema gemaakt.
In dit schema wordt genoemd aan welke
thema’s gewerkt wordt.
Titels zijn bijvoorbeeld “Ik en mijn lijf”
voor de middenbouwers, “Nederland
waterland” voor de groepen 6/7 en “de
wereldgodsdiensten” voor de achtste
jaars.
De werkgroep zorg:
Werk aan een netwerk wat ons kan
helpen bij de realisatie van de
doelstellingen die we willen bereiken
binnen ons onderwijs. Het gaat hierbij
vooral om kinderen kennis te laten
maken op welke wijze zorg verleend
wordt aan verschillende doelgroepen.
Zoek tevens zinvolle opdrachten,
3
De werkgroep burgerschap:
Bij dezelfde of bij andere thema’s
kunnen heel goed opdrachten verwerkt
worden die met burgerschap te maken
hebben. In het thema “Middeleeuwen
heb je het over het feodale stelsel, of bij
een thema over de “Verenigde Naties”
kan het over democratie of verkiezingen
gaan. De werkgroep burgerschap
verzamelt deze opdrachten en beschrijft
de eventuele tussen- en einddoelen en
maakt een inventarisatielijst welke
andere onderwerpen over burgerschap in
de diverse kringen aan de orde zijn
gekomen.
Vervolgens wordt elk thema uitgewerkt
en krijgt de werkgroep OGO input van:
De werkgroep taal:
Zij schrijven welke taalopdrachten
passen in dit thema. Dat kan
bijvoorbeeld zijn “Brieven schrijven” of
het schrijven van een “Inleiding”,
misschien wel een “Interview” of een
spreek- of luisteropdracht voor in de
kring. De bedoeling hierbij is dat de
opdrachten zinvol zijn en betekenis
geven aan kinderen en de betrokkenheid
verhogen. De doelen die hierbij beoogt
worden, worden door de taalgroep
omschreven.
De werkgroep zorg:
Het spreekt voor zich dat deze
werkgroep zich bezighoudt met
opdrachten die gerelateerd zijn aan
“zorg”. Dit kan heel divers zijn; bij “Ik en
mijn lijf” gaan we op bezoek in het
ziekenhuis, of komt er een koffer met
medische instrumenten en kunststof
lichaamsdelen of staat er op de
speelplaats een ambulance, maar zorg
kan ook zorg zijn voor vluchtelingen, dan
worden er vluchtelingen uitgenodigd die
hun verhaal vertellen. Of een andere
keer is er een viering georganiseerd voor
licht verstandelijk gehandicapten.
Het spreekt voor zich dat dit leeft bij
kinderen en vervolgens een extra
betekenis geeft aan het thema waaraan
gewerkt wordt..
De werkgroep techniek:
Bijna bij elk thema zijn techniekopdrachten te verzinnen die passen bij
de inhoud van het thema. De werkgroep
zorgt voor materialen en voor tips (en
eventueel didactische kennis). Een
opdracht bij “Nederland waterland” kan
bijvoorbeeld zijn: Maak van stroken
karton een brug met draagvermogen….
De doelen die hierbij beoogt worden,
worden door de werkgroep techniek
omschreven.
De werkgroep OGO:
De werkgroep OGO kan aan het werk. Ze
hebben het jaarschema gemaakt, ze
kennen het onderwerp en hebben input
gekregen van de andere werkgroepen.
4
Ze zullen nu de tussen- en einddoelen
voor wereldoriëntatie die in het thema
gehaald moeten worden beschrijven.
reflecteren op de ondernomen
activiteiten.
Vervolgens komt er een formulier
waarop alle activiteiten, doelstellingen,
ideeën enz. worden omschreven en dit
wordt verstuurd naar de verschillende
bouwen. Nu kunnen de diverse collega’s
in de bouwen aan de slag; het thema
moet nu verder voorbereid worden.
Elke bouw maakt een schema met de
voorbereidingen.
Een van deze schema’s stuur ik u hierbij.
De bouw is er dan nog niet….
Bij de uitwerking hiervan komen de
collega’s per bouw bij elkaar en
gebruiken daar waar dat mogelijk is
elkaars ideeën, materialen en
competenties…!
Samen met de collega’s uit de bouw is er
ook altijd een thema-openingsactiviteit;
bijvoorbeeld een toneelstuk verzorgd
door de collega’s in de vieringruimte of
de centrale hal. Kinderen worden op
deze wijze betrokken en zijn
nieuwsgierig naar de inhoud van het
onderwerp.
Een aantal belangrijke zaken zijn nog
niet genoemd. Dan gaat het vooral om
uitgangspunten die je hanteert bij het
ontwikkelingsgericht werken. Ik noem
hierbij:




En dan nog… tenslotte,
Na sommige thema’s is er ook een
gezamenlijke afsluiting.
Op welke wijze stel je samen met de
kinderen de onderzoeksvragen vast.
Hoe organiseer je de groep om er
voor te zorgen dat kinderen samen of
individueel geconcentreerd en
betrokken kunnen werken aan de
uitwerking van de onderzoeksvragen
en het uitvoeren van de opdrachten
en verwerken van de informatie.
Hoe ga je bij de verschillende
activiteiten differentiëren op drie
niveaus te weten niveau A (kinderen
die het zelfstandig kunnen), B
kinderen die met wat hulp zelfstandig
verder kunnen en C (kinderen die
aan de hand moeten worden
genomen.
Op welke wijze ga je met de kinderen
en met jezelf evalueren van en
De organisatie van bijvoorbeeld
excursies binnen het thema, of het
uitnodigen van “experts” kan per bouw
gezamenlijk gebeuren.
In een “portfolio” komt van elk thema
een onderdeel uit het thema. Kinderen
worden daarbij uitgedaagd kritisch te
kijken naar hun eigen leer- en
ontwikkelingsmogelijkheden.
Het kon een aantal jaren geleden wel
eens voorkomen dat er te veel ad hoc
beslist werd aan welke activiteiten de
bouwen meededen, een dag op de
ijsbaan, museumbezoek, een excursie
enz. Dit leidde soms tot momenten in
het jaar dat het te druk of onrustig was.
5
Nu plannen we de activiteiten die binnen
het thema passen. Dit geeft rust, is
zinvol en maakt het overzichtelijk.
…..over sociale cohesie gesproken….
Gebruik van ICT kan nu veel zinvoller en
gerichter plaatsvinden.
Om met elkaar de kwaliteit goed in de
gaten te houden is er een kijkwijzer
gemaakt. Collega’s in de school kunnen
op deze wijze vastleggen op welke wijze
ze waar aan gewerkt hebben en hoe ze
voor zich zelf, of met collega’s of met
kinderen geëvalueerd of geflecteerd
hebben (Een kopie van de kijkwijzer
stuur ik hierbij ook mee). Ook bij de
begeleiding van dit OGO proces biedt
deze kijkwijzer uitkomst.
De “huiskamer” in elk cluster is een
uitkomst… ruimte om samen te werken,
ruimte om dingen aan andere groepen te
laten zien, ruimte om de onderbouwers
in verwondering te brengen… uiteindelijk
de basis om te leren.
Het is hard werken, kost veel tijd maar
we krijgen er ook veel voor terug.
Enthousiaste en betrokken kinderen,
leuke en soms indrukwekkende
producten van kinderen en… samen zijn
we van mening dat we hiermee de
kwaliteit van het onderwijs verbeterd
hebben.
De tussen en einddoelen zijn
traceerbaar… en kinderen zijn ook nog
zinvol bezig om hun eigen
onderzoeksvragen op te lossen.
En… en dat vinden we even belangrijk..
sommige taalopdrachten krijgen nu een
zinvolle betekenis !
6