Bijzonder Portret Han van Horen No guts, no glory ‘Zou je dat nu wel doen?’ kreeg Han van Horen drie jaar geleden te horen. De organisatoren van de verkiezing Great Place To Work hadden zo hun vraagtekens bij de ambitie van HOBIJ: de beste flexwerkgever van Nederland worden. Directeur Van Horen en zijn collega’s toonden zich echter eigenwijs en stortten zich vol passie op het traject. Eind maart behaalden ze als eerste uitzendbureau in Nederland de titel Best Workplace voor uitzendkrachten. Van Horen: “Dit was een van de mooiste momenten uit mijn carrière.” In 2011 formuleerde de Veghelse organisatie (Experts in European Workforce) een nieuwe ambitie. Of, zoals ze dat bij HOBIJ noemen: een Formidabel Doel. Het managementteam besloot dat ze de beste flexwerkgever van Nederland wilden worden. Van Horen: “Het is een win-win-winsituatie. Zowel de uitzendkrachten, de inleners als wijzelf profiteren. Goed opgeleide, gemotiveerde en tevreden flexwerkers presteren beter, zijn minder vaak ziek en het verloop is lager. Uit onderzoek naar de honderd meest succesvolle bedrijven, bleek dat zij één ding gemeen hadden: zij zijn een goede werkgever. Het is een voorwaarde voor succes.” 4 R E F L E X 2 • J U N I / J U L I 2 0 14 GEEN ROCKETSCIENCE Het doel was helder, maar ook hoog gegrepen. “Toen de organisatie van Great Place To Work hoorde van onze plannen, zeiden ze: ‘Dat is wel heel ambitieus. Is dat wel realistisch? Zou je dat wel doen?’ Driekwart van onze flexwerkers komt uit Oost-Europa. Oost-Europeanen zijn vrij terughoudend, hun vertrouwen krijg je niet zomaar.” Van Horen liet zich niet ontmoedigen. “We zijn er vol passie aan begonnen. De eerste stap was om commitment binnen de organisatie te krijgen van alle medewerkers. Het gaat hier niet om rocketscience, maar wel om een cultuurverandering. Het zit ook in kleine dingen. Typ je eerst dat mailtje af of sta je op als iemand binnenkomt en begroet je die direct? We zouden ge-audit worden op culture en op trust. De eerste audit onderzoekt het beleid, de tweede de perceptie van medewerkers op eerlijkheid van onze organisatie, geloofwaardigheid, respect, kameraadschap en vertrouwen.” E=KxA HOBIJ vormde duo’s van medewerkers. Elk duo bezocht een bedrijf dat eerder hoog eindigde in de ‘competitie’ en had de opdracht terug te komen met één goed idee. Dat leverde niet alleen een hoop inspiratie “Je effectiviteit gaat met sprongen vooruit als je medewerkers enthousiast zijn.” op, maar vooral ook uiterst gemotiveerde medewerkers. Van Horen: “Ik geloof in de formule: E = K x A. Effectiviteit is kwaliteit maal acceptatie. Je kunt mooi beleid maken, maar als je mensen daar niet achter staan, is het zinloos. Je effectiviteit gaat met sprongen vooruit als je medewerkers enthousiast zijn.” Er werd een inspiratiegroep gevormd (‘om het vlammetje brandende te houden’) en een projectgroep én er werden honderd flexwerkers geïnterviewd. Van Horen: “De vraag was: ‘Wat moet HOBIJ doen om het leven en werken voor jou aangenamer te maken?’ De belangrijkste punten die men noemde, waren opleiding en training, betere communicatie en teambuilding. Uitzendkrachten voelen zich vaak meer met de inlener verbonden dan met een uitzendorganisatie. Zij zeiden: ‘Wij willen meer binding met jullie’.” Aan alle punten werd hard gewekt. Zo organiseert HOBIJ nu bijvoorbeeld regelmatig interactieve bijeenkomsten met flexwerkers. “Die werken veel beter dan een slecht gelezen nieuwsbrief en zijn bovendien goed voor het saamhorigheidsgevoel.” POSITIEVE ENERGIE Op 27 maart dit jaar kwam dan eindelijk de beloning. Tijdens de feestelijke gala-avond in Amsterdam bleek dat HOBIJ inderdaad A Great Place To Work was geworden. Een mooi moment voor HOBIJ, maar ook voor Van Horen persoonlijk. Voordat hij in 1995 HOBIJ oprichtte met zijn compagnon, werkte hij onder meer als hr-manager. Hij gelooft heilig in de kracht van een goed hr-beleid. “Je human resources zijn je belangrijkste kapitaal. Zeker bij een uitzendorganisatie. Dat betekent dat je je mensen moet faciliteren en je beste beentje voor moet zetten. Het wel en wee van de medewerkers is belangrijk. Dit was een intensief proces. Maar het is ook een heel positief proces en dat gaf mij veel energie.” Voor Van Horen telde nog iets. Het steekt hem dat het imago van de branche niet heel best is, en dat geldt des te meer voor uitzendorganisaties die werken met buitenlandse flexwerkers. “Er is de afgelopen jaren een tsunami aan negatieve berichtgeving geweest. Wij wilden daar met deze uitverkiezing iets positiefs tegenover zetten. Want het gros van die buitenlandse flexwerkers is zeer gedreven en gemotiveerd. Net zoals er een heleboel bonafide uitzendorganisaties zijn die netjes omgaan met hun buitenlandse flexwerkers. Dat mocht ook wel eens over het voetlicht komen.” MOOISTE MOMENT Voor Van Horen is de uitverkiezing het mooiste moment uit zijn carrière. “Toen de uitslag bekend werd gemaakt… Op dat moment kwam er zoveel energie en enthousiasme los!” Na afloop van de feestelijke gala-avond in Amsterdam heeft Van Horen met zijn projectgroep de bloemetjes flink buiten gezet. Later dit jaar volgt nog een groot feest voor alle flexwerkers. Toch wil hij een kanttekening plaatsen: “Ik wil zeker niet arrogant overkomen of de indruk wekken dat we er nu wel zijn. Dit was een heel belangrijk moment, maar er is nog veel ruimte voor ontwikkeling. Ook bij ons gaan dingen niet goed. Ik zie deze uitverkiezing vooral als een aanmoediging om de ingeslagen weg te blijven volgen.” Zijn toekomst ligt dan ook bij HOBIJ, geen twijfel over mogelijk. “Ik houd van dynamiek, geen dag is hetzelfde. Ik denk dat het moeilijk is een branche te vinden die dynamischer is dan de uitzendbranche. Ik zie nog zoveel kansen. Misschien willen we gaan uitzenden in andere landen. De veranderingen in de branche gaan momenteel zo snel. Om de vijf jaar moet je jezelf opnieuw uitvinden, nieuwe verdienmodellen verzinnen. De laatste tijd blijven er maar nieuwe vormen van flex oppoppen. Los daarvan: de behoefte aan flex wordt alsmaar groter bij werkgevers. Maar waar ik me aan stoor is dat de overheid ons tegenwerkt. Al die gedetailleerde regeltjes, dat is toch niet transparant meer. Ik snap dat niet. Wat gewenst is en wat niet is toch wel duidelijk nu? De overheid zou ondernemerschap moeten stimuleren. Ik heb een paar mensen in dienst die enkel en alleen aan het checken zijn of we wel aan alle regeltjes voldoen!” Het motto van Great Place to Work was dit jaar No guts, no glory. Een motto dat niet alleen HOBIJ, maar ook Van Horen zelf op het lijf geschreven lijkt. “Ik wil mezelf constant blijven ontwikkelen. Vroegers was ik bij HOBIJ meer uitvoerend bezig. Ik wil mijn energie meer gaan steken in nieuwe innovatieve modellen geïnspireerd op het buitenland. Het internationale aspect vind ik het leukste aan mijn werk. Het is mooi en inspirerend om te zien wat er in het buitenland allemaal gebeurt. Ik wil mijn voelhoorns nog meer uitsteken in de internationale zakenwereld en daar nieuwe ideeën opdoen. In Nederland gaat een groot deel van het innovatiebudget van de overheid naar grote ondernemingen. Terwijl allang bewezen is dat echte vernieuwing van kleinere bedrijven komt.” Uit de mond van Van Horen klinkt dit als een belofte. PA S P O O R T • • • • • • WIE Han van Horen (47) FUNC TIE Directeur en grootaandeelhouder HOBIJ CV Richtte in 1995 samen met een compagnon HOBIJ op. Heeft een hr-opleiding en werkte enige tijd als hr-manager en personeelsfunctionaris. UITDAGING “De beste flexwerkgever van Nederland zijn en blijven!” DRIVE “Blijven ontwikkelen, zowel persoonlijk als met HOBIJ. Onze missie is niet voor niets never stop growing!” R E F L E X 2 • J U N I / J U L I 2014 5
© Copyright 2024 ExpyDoc