Remuneratierapport Parteon 2013 Inleiding Met dit Remuneratierapport geeft Parteon invulling aan het bepaalde in Hoofdstuk II.2 (rechtspositie en bezoldiging van het bestuur) van de Governancecode Woningcorporaties 2011. Het rapport geeft een toelichting op het beoordelings- en beloningsbeleid van Parteon voor de bestuurder en de RvC, en de wijze waarop dit beleid in 2013 is toegepast. Verder is in het Remuneratierapport opgenomen hoe de RvC zijn eigen functioneren heeft geëvalueerd. Remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen van Parteon heeft uit zijn midden een Remuneratiecommissie (RC) benoemd. Deze commissie is belast met het voorbereiden van de besluitvorming van de Raad over beoordeling en beloning van het bestuur en RvC, alsmede andere hieraan gerelateerde onderwerpen, die door de Raad aan de RC zijn toevertrouwd. De RC rapporteert aan de Raad en heeft geen zelfstandige of gedelegeerde bevoegdheden. In 2013 bestond de Remuneratiecommissie uit de RvC–leden mevrouw Neeke Eysbroek (voorzitter) en de heer J.B.S. Conijn. Beoordelingsbeleid directeur-bestuurder Het beoordelingsbeleid voor het bestuur van Parteon is gebaseerd op het meten van de behaalde resultaten, gebaseerd op gemaakte prestatieafspraken. Daarnaast beoordeelt de RvC of de invulling van de bestuursrol nog past bij de omvang, ambities, visie en missie van de corporatie. Voor 2013 zijn met de directeur-bestuurder concrete prestatieafspraken gemaakt over de volgende onderwerpen: het verbeteren van de externe relaties; de herijking van het onderhoud; de (door)ontwikkeling van de organisatie; de herijking van het strategisch voorraadbeleid; het behalen van de financiële targets. Aan het eind van het jaar heeft er een beoordelingsgesprek plaatsgevonden met de directeurbestuurder. Dit gesprek is gevoerd door de RC en teruggekoppeld aan de gehele RvC. Beloning directeur-bestuurder Uitgangspunt bij de beloning van de directeur-bestuurder is het voldoen aan (de overgangsregeling van) de Wet Normering Topinkomens (WNT). Specifiek ook ten aanzien van de daarin opgenomen 'staffelregeling'. De door de RvC in 2012 vastgestelde beloning van de directeur-bestuurder bedraagt € 140.000 exclusief zijn pensioenpremie. Over 2013 bedraagt die € 31.000. De totale beloning conform de WNTberekening komt daarmee uit op € 171.000. De Minister voor Wonen en Rijksdienst heeft, omdat de oude (staffel)regeling door de rechtbank buiten werking is verklaard, een nieuwe (staffel)regeling opgesteld. De nieuwe regeling is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 november 2013 en treedt in werking per 1 januari 2014. De staffel geldt voor de bestuurders en de 'topfunctionarissen'. In deze staffel wordt voor de bepaling voor de te hanteren bezoldigingsklasse rekening gehouden met het aantal vhe's van de woningcorporatie en het aantal inwoners van de gemeente waar de corporatie werkzaam is. Omdat Zaanstad op 1 januari 2013 minder dan 150.000 inwoners had, geldt voor Parteon dat in 2013 en 2014 bezoldigingsklasse 'G' van toepassing is. Dat betekent dat de maximale bezoldiging is vastgesteld op € 167.000 (inclusief pensioenpremie). In de loop van 2013 is het inwoneraantal van de gemeente boven de 150.000. Daarom geldt met ingang van 2015 bezoldigingsklasse H. Het maximum daarvan bedraagt € 185.200 (inclusief pensioenpremie). Op basis van deze regeling ligt het inkomen van de directeur-bestuurder in 2013 boven de norm. Omdat de voor zijn inkomen gemaakte afspraken gemaakt zijn vóór 1 januari 2013, geldt voor hem de overgangsregeling. Bestaande afspraken blijven daarin van kracht. Gezien het functioneren van de directeur-bestuurder, is een verhoging van € 5.000 op jaarbasis echter wel gerechtvaardigd. De effectuering daarvan is echter opgeschort tot er sprake is van een situatie dat die beloningsruimte er wel is. Dat is met ingang van 2015. Overige arbeidsrechtelijke afspraken De heer Van Boven heeft in augustus 2012 een aanstelling voor vier jaar gekregen. Hij krijgt geen onkostenvergoeding. De door hem gemaakte zakelijke onkosten kunnen wel worden gedeclareerd. Hem is een bedrijfsauto ter beschikking gesteld die ook privé gebruikt mag worden. Voor de overige arbeidsvoorwaarden werd aangesloten bij de Aanvullende Arbeidsvoorwaarden van Parteon. Er zijn geen specifieke afspraken gemaakt over een ‘vertrekregeling’. Beoordelingsbeleid RvC De RvC heeft in november 2013 vergaderd over zijn eigen functioneren, de jaarlijkse zelfevaluatie. Dit is gebeurd in afwezigheid van het bestuur. De RvC heeft er dit jaar voor gekozen om zich hiervoor extern te laten ondersteunen. De bijeenkomst stond in het teken van de veranderende rol van het toezicht. Vanuit de vergadering is een aantal actiepunten voor (de leden van) de RvC benoemd. Aansluitend heeft de RC met de individuele leden van de RvC gesprekken gevoerd over hun functioneren. De vicevoorzitter heeft daarbij de plaats ingenomen van respectievelijk de voorzitter van de RC c.q. de voorzitter van de RvC (beiden vormen samen de RC). Op basis van deze gesprekken zijn aandachtspunten geformuleerd. Beloningsbeleid RvC Ook bij het beloningsbeleid voor de RvC is het uitgangspunt om te voldoen aan (de overgangsregeling van) de Wet Normering Topinkomens (WNT). De vergoeding is een vaste vergoeding. Er is geen vergoeding voor eventuele extra werkzaamheden. Scholingsactiviteiten worden afzonderlijk door Parteon bekostigd. Daarnaast worden geen aparte onkostenvergoedingen verstrekt. Met de leden van de Raad zijn geen arbeidsovereenkomsten gesloten. In 2013 bedroeg de beloning voor een RvC-lid € 8.000. De voorzitter heeft een toeslag gekregen van 50% en de vicevoorzitter 10%. De beloning komt daarmee voor de voorzitter uit op € 12.000, voor de vicevoorzitter op € 8.800. Omdat Parteon in klasse G wordt ingedeeld, gelden de volgende kaders vanuit de WNT (nieuwe staffel): lid maximaal € 8.350, voorzitter maximaal € 12.525. De hogere beloning van de vicevoorzitter valt onder het overgangsrecht. Een in 2012 genomen besluit om de honorering te verhogen met € 500 is in eerste instantie aangehouden vanwege de eerste staffel van eind 2012. In 2013 heeft de RvC besloten deze tijdelijk aangehouden verhoging terug te draaien. Daarmee is de beloning ongewijzigd gebleven. In 2014 zal worden bezien in welke mate er ruimte is bij de nieuwe staffel en of deze ruimte benut zou moeten worden. Dat neemt niet weg dat de RvC van mening is dat bij de van een toezichthouder gevraagde inspanning ook een passende beloning hoort. Juni 2014 namens de RvC, J.B.S. Conijn
© Copyright 2024 ExpyDoc