140813 RV Wmo bijlage 4.1 Reactie op de Verordening

Bijlage 4.1 RV 140813
Reactie op de Verordening Jeugdhulp 2015 (Maastricht-Heuvelland) versie 9 juli 2014.
Geschreven door mr. A.W.M. Veldkamp, besproken en geaccordeerd in de vergadering van de werkgroep WMO
van PGBM en Kompas d.d. 16 juli 2014.
Enkele opmerkingen vooraf
 In feite gaat het hier om de modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten die letterlijk is
overgenomen;
 Hoewel in de verordening het tegendeel wordt beweerd, brengt de verordening (en de Jeugdwet) een toename
van regels en protocollen met zich mee: dus meer bureaucratie;
 de verordening staat bol van abstracte, onheldere en onuitgewerkte begrippen, waardoor het document
volstrekt onduidelijk is en geen houvast biedt voor de burger die ermee te maken krijgt en evenmin voor
degenen die bij de uitvoering zijn betrokken;
 het recht op jeugdhulp heeft in de Jeugdwet plaats moeten maken voor een voorzieningen-verplichting voor de
gemeente. Blijkens de verordening bepaalt de gemeente uiteindelijk steeds of er in de gegeven situatie sprake
is van omstandigheden die een voorziening noodzakelijk maken. Met andere woorden: de gemeente bepaalt of
er voor haar een verplichting bestaat en jeugdhulp is niet langer in rechte afdwingbaar. Dit betekent
rechtsonzekerheid voor de burger.
 vanwege de voorzieningenverplichting wordt de jeugdzorg in de bestuursrechtelijke sfeer getrokken. Daardoor
worden met de verordening procedures in het leven geroepen die vergelijkbaar zijn met die voor het verkrijgen
van materiële voorzieningen (uitkering, woningaanpassing, rolstoel, etc.). Dit, terwijl het in de jeugdzorg
voornamelijk gaat om hulp bij immateriële problemen c.q. psycho-sociale of psychiatrische (medische) en/of
meervoudige problematiek;
 uiteraard kost die hulp geld, maar het gaat veelal om veranderings- en ondersteuningsprocessen. Die zijn
immaterieel van aard en de uitkomsten daarvan zijn niet kwantificeerbaar en kunnen niet op voorhand worden
vastgesteld;
 blijkens de verordening moeten er veel afspraken worden gemaakt vanuit de gemeente met tal van partijen. Uit
de verordering blijkt niet hoe die afspraken er concreet moeten gaan uitzien en dan met name met de Jeugdwet
als vertrekpunt.
De verordening en de toelichting nader bezien
artikel 6 vooronderzoek
Als ik dit artikel goed lees, dan bepaalt het college welke gegevens en bescheiden van belang zijn en is de hulpvrager
min of meer verplicht 'zijn hele hebben en houden' op tafel te leggen. Het gaat in de jeugdzorg heel vaak om
opvoedingsnood bij ouders die verband houdt met achterliggende problematiek van zeer persoonlijke aard. Niet
duidelijk wordt hoe het zit met 'vertrouwelijkheid' en bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
artikel 7 gesprek
Het college onderzoekt.... etc. etc. Ook hier wordt de hulpvrager 'het hemd van het lijf' gevraagd. De vraag is wie dit
namens het college gaat doen. Verder is het zeer bezwaarlijk om een dergelijk uitgebreid gesprek enkel en alleen te
voeren om te kunnen bepalen of er een voorziening nodig is en zo ja, welke. Daarmee wordt namelijk voorbij gegaan
aan het gegeven dat een gesprek, zoals hier beschreven, een zeer belangrijk onderdeel (de start) vormt van een
hulpverleningsproces. Als aan dit gesprek geen vervolg wordt gegeven (liefst door dezelfde persoon) dan is het gesprek
onnodig belastend voor de hulpvrager en betekent dit tevens dat de hulpvrager daarna elders en bij een andere persoon
opnieuw zijn/haar verhaal moet doen.
In lid 3 wordt de jeugdige of zijn ouders toestemming gevraagd om hun persoonsgegevens te verwerken. De vraag is
hoe dit zich verhoudt tot artikel 6 (het vooronderzoek) waarin al heel veel gegevens zijn verzameld. Mij dunkt dat de
volgorde moet zijn: eerst toestemming vragen voor (gerichte) informatievergaring en dan pas vergaren. Die volgorde
wordt in de verordening niet aangehouden.
artikel 8 Verslag
Pagina 1 van 5
lid 2 Binnen 21 werkdagen....... Dat is wel lang.
artikel 9 Second opinion.....
Wie zijn de medewerkers waarover in dit artikel wordt gesproken (welke discipline, deskundigheid, kennis van kind-,
jeugd- en gezinsproblematiek, etc.)?
artikel 11 Toegang jeugdhulp via huisarts.......
lid 1 wat is hier de waarde en betekenis die wordt gehecht aan de verwijzing door een medicus?
lid 2 het vastleggen in een beschikking van de te verlenen individuele voorziening enkel op verzoek van de jeugdige of
zijn ouders biedt onvoldoende rechtsbescherming, zeker als de jeugdige of zijn ouders het niet eens zijn met de
individuele voorziening die verleend gaat worden (zie ook art. 4 Awb).
artikel 14 Regels voor pgb
Het toekennen van een pgb voor jeugdhulp die betrokken kan worden van een persoon die behoort tot het sociale
netwerk is fraudegevoelig. Bovendien is het de vraag wat de aard is van de jeugdhulp die het college voor ogen staat en
wie de kwaliteit van die jeugdhulp bewaakt.
artikel 16 Regels voor bijdrage in de kosten............
Deze bepaling houdt het risico in van willekeur en rechtsongelijkheid omdat iedere gemeente dit anders kan regelen.
artikel 18 Vertrouwenspersoon
Waar wordt deze onafhankelijke vertrouwenspersoon gesitueerd, wat is diens profiel en zijn diens taken. Door wie
wordt de vertrouwenspersoon gefinancierd en aan wie brengt deze verslag uit?
artikel 19 Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Wat is de achterliggende gedachte om dit artikel in de verordening op te nemen? Wat zijn calamiteiten?
artikel 20 Controle gebruik individuele voorziening en bestedingen pgb
Bij een pgb voor bijvoorbeeld hulpmiddelen kan dit wel worden getoetst, maar hoe denkt het college dat te doen bij
hulpverleners met een geheimhoudingsplicht en gelet op het recht van een jongere en zijn ouders op bescherming van
de persoonlijke levenssfeer?
artikelen 23 t/m 29 Afstemming met andere voorzieningen
Er moeten wel heel erg veel afspraken worden gemaakt met heel veel instellingen en beroepsbeoefenaren, zoals
huisartsen, jeugdartsen, medisch specialisten (welke?), fysiotherapeuten, etc. Dat zal niet eenvoudig zijn aangezien deze
beroepsbeoefenaren niet zullen accepteren dat een bestuursorgaan treedt in hun professionale autonomie.
De toelichting
Algemeen
Het gaat hier om oude wijn in nieuwe zakken oftewel een met nieuwe termen opgepoetst 'zo, zo, zo-beleid' uit de
negentiger jaren van de vorige eeuw. Jeugdhulpverlening, zoals jeugdhulp toen werd genoemd, moet zo kort mogelijk
Pagina 2 van 5
duren, zo licht mogelijk zijn en zo dicht mogelijk bij huis plaatsvinden. Bij het 'zo, zo, zo-beleid' ging het feitelijk alleen
om zo goedkoop mogelijk en dat is onder de nieuwe Jeugdwet niet anders. Waar het werkelijk om moet gaan is is dat
kinderen, jeugdigen en hun ouders de hulp krijgen die zij nodig hebben, zo licht of zwaar als nodig, zo kort of lang als
nodig, bij voorkeur dicht bij huis. Dat is overeenkomstig het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind
waaraan Nederland gebonden is (o.a. Art. 3, 5 en 6).
Toegang jeugdhulp via de gemeente (pag 14)
eerste zin: een hulpvraag kan binnenkomen bij de gemeente. Vraag: waar bij de gemeente?
regel 3 en 4: een door de gemeente ingezette deskundige.Vraag: wat is dat voor een deskundige en hoe wordt deze
ingezet?
Toegang via de huisarts...... (pag 14)
Citaat: In de praktijk zal het de jeugdhulpaanbieder zelf zijn die op basis van zijn professionele autonomie na de
verwijzing beoordeelt welke voorziening precies nodig is (de behandelvorm), hoe vaak iemand moet komen (de
omvang) en hoe lang (de duur). Bij deze beoordeling dient de jeugdhulpaanbieder zich te houden aan de afspraken
die hij daarover met de gemeente heeft gemaakt. Dit is volgens mij tegenstrijdig.
Tweede citaat verder op deze pagina: Deze leveringsplicht van de gemeente vloeit voort uit het feit dat uitspraken van
rechters te allen tijde moeten worden uitgevoerd om rechtsgelijkheid en rechtszekerheid te kunnen garanderen. Ook
hier geldt dat de gecertificeerde instelling in beginsel gebonden is aan de jeugdhulp die de gemeente heeft ingekocht.
Opnieuw een tegenstrijdigheid en hoeze garanderen van rechtsgelijkheid en rechtszekerheid nu iedere gemeente zijn
eigen inkoopbeleid bepaalt?
Derde citaat weer een stukje verderop: Dit kan de rechter juist omdat de raad voor de kinderbescherming in zijn
verzoekschrift een concreet advies geeft over welke gecertificeerde instelling de maatregel zou moeten uitvoeren. De
raad voor de kinderbescherming neemt een gecertificeerde instelling in zijn verzoekschrift op die na overleg met de
gemeente en gezien de concrete omstandigheden van het geval hiervoor het meest geschikt lijkt. De raad voor de
kinderbescherming is verplicht om hierover met de gemeente te overleggen. In feite treedt de gemeente hier in de
autonome wettelijke bevoegdheden van het onafhankelijk overheidsorgaan dat de raad voor de kinderbescherming is.
Bovendien wordt met het uitbrengen van een advies over de door de rechter te benoemen gecertificeerde instelling
vooruitgelopen op de rechterlijke beslissing. De rechter is onafhankelijk en niet gebonden aan adviezen. Wat nu als de
rechter afwijkt van het advies van de raad voor de kinderbescherming, dat na overleg met de gemeente tot stand is
gekomen, en een gecertificeerde instelling aanwijst met wie de gemeente geen afspraken heeft?
Artikelsgewijs
artikel 1 bij Het gesprek: Wie worden bedoeld met de deskundigen aan wie het college de bevoegdheid mandateert
voor het onderzoek naar de hulpvraag? Waaruit blijkt die deskundigheid?
artikel 1.1. onder 3e: 'gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke,
lichamelijke of zintuigelijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking'. Juist vanwege de
hierboven opgesomde beperkingen dient de gemeente zich er rekenschap van te geven dat het hier bijzonder kwetsbare
personen betreft, bij wie een tekort aan zelfredzaamheid inherent is aan de beperking. Het zou zeer onethisch zijn als
van deze kwetsbare personen een prestatie wordt verlangd die zij vanwege hun beperking nimmer kunnen waarmaken.
artikel 2, pag 16 bovenaan: het stellen van kaders door de gemeenteraad.
Vraag: Beschikt de raad over voldoende 'know how' om deze kaders te kunnen stellen?
artikel 3 lid 1 deskundigen
Opnieuw worden hier deskundigen genoemd aan wie de beslissing tot het inzetten van jeugdhulp wordt gemandateerd
zonder concreet te benoemen wie deze deskundigen zijn en waar hun deskundigheid uit blijkt.
Pagina 3 van 5
artikel 4 cliëntondersteuning
Hoe ziet die cliëntondersteuning er concreet uit? Uit welke middelen wordt de cliëntondersteuning gefinancierd?
artikel 5 persoonlijk plan
Dit is erg hoog gegrepen voor het leeuwendeel van de cliënten die op jeugdhulp zijn aangewezen.
artikel 6 vooronderzoek
Bewaakt moet worden dat de gegevensvergaring in verhouding staat tot het doel waarvoor deze plaatsvindt met respect
voor de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen.
artikel 9 second opinion.....
Hier duikt het familiegroepsplan op. Wat wordt daarmee concreet bedoeld, hoe ziet dat er uit en hoe komt dit tot stand?
artikel 11 toegang jeugdhulp.......
tweede alinea citaat: 'Op die manier wordt de jeugdige en zijn ouders de benodigde rechtsbescherming geboden en
wordt voorkomen dat het college talloze beschikkingen moet afgeven........
Rechtsbescherming vereist nu juist dat er in alle gevallen een beschikking wordt afgegeven (zie ook art. 4 algemene wet
bestuursrecht). Denk daarbij met name ook aan situaties waarin betrokkenen het niet eens zijn met het oordeel van de
jeugdhulpaanbieder.
artikel 12 beslistermijnen Awb
Niet moet worden vergeten dat het hier om kwetsbare kinderen, jeugdigen en hun ouders gaat. De hier genoemde
termijnen zijn tegen die achtergrond veel te lang.
artikel 13 inhoud beschikking
Ouderbijdrage: hoe wordt die bepaald? Risico van hulpzoekers die afhaken vanwege de kosten!
artikel 15 regels voor bijdrage in de kosten............
Laat besparingsmotief achterwege want dat is in de praktijk zeer relatief. Denk eerder aan inhouding kinderbijslag.
artikel 18 vertrouwenspersoon
'werkzaam bij een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid' :Waar wordt dan aan gedacht?
Wat zijn de taken van de vertrouwenspersoon? Hoe wordt die geworven? Welke rol heeft de gemeenteraad bij de
werving, selectie en benoeming? Wat is concreet het verschil tussen de vertrouwenspersoon en de cliëntondersteuner?
artikel 19 meldingsregeling calamiteiten en geweld
Wat wordt hiermee bedoeld en beoogd?
Pagina 4 van 5
artikel 23 afstemming met de Gezondheidszorg
Wat wordt hier concreet bedoeld met benodigde afspraken?
artikel 24 afstemming met Gecertificeerde instellingen
Wat wordt hier concreet bedoeld met goede afspraken?
artikel 25 justitiedomein
Welke concrete afspraken zal de gemeente maken met de gecertificeerde instelling en de raad voor de
kinderbescherming?
artikel 27 afstemmen met onderwijs
Wat wordt hier concreet bedoeld met goede afspraken?
artikel 28 wmo-voorzieningen
Wat wordt hier concreet bedoeld met goede afstemming?
Werkgroep WMO PGBM en KOMPAS op basis bijdrage mr. A.W.M. Veldkamp.
16 juli 2014.
Pagina 5 van 5