interview hans leijtens

5 september 2014
OVER GRENZEN
Hans Leijtens stuurt als
commandant Koninklijke
Marechaussee, de
politieorganisatie met
militaire status, 6500
medewerkers aan voor
grensbewaking,
recherchewerk, missies in
het buitenland, bewaking,
(politie)bijstand en
opleidingen. Daarnaast is
Leijtens als Gouverneur
der Residentie
verantwoordelijk voor het
militaire ceremonieel in
hofstad Den Haag.
Eerder was hij
beleidsadviseur op het
ministerie van Defensie
en universitair docent
Rechts- en
Politiewetenschappen bij
de Koninklijke Militaire
Academie.
‘Ik moet blind op mijn mensen kunnen
vertrouwen’
Dienend leiderschap was voor hem het
laatste stukje van de puzzel. Waar stap je
in, waar kies je voor en hoe leid je dat?
Sturing is dialoog, vindt hij. In zijn vak
heeft hij geen tijd om reflectief te
wachten hoe het zal uitpakken; zijn
organisatie is gericht op actie. Hans
Leijtens (1963), commandant Koninklijke
Marechaussee, is in gesprek met
adviseur Mark Reijnders. Over blind
vertrouwen, respectvol bekeuren en
organiseren aan de randen.
!
Het is een spannende tijd.
We zitten in een transformatieproces. We
hebben een eigen verandermethode ontwikkeld
die is gebaseerd op Theorie U. We zijn door de
onderkant van de U aan het gaan, zitten nu in
de stijgende lijn. Die stap naar prototyping, de
laatste fase, vinden we - en velen met ons - nog
moeilijk. In deze laatste fase ga je ideeën
omzetten in voorzichtige, eerste acties.
Die moeten we nu borgen, om weer tot een
1
nieuwe U te komen. Dat is heel spannend. Je
reflex is om het een gecontroleerde beweging te
laten zijn, maar dat ís het niet, het is niet in één
keer klaar en af. Veranderen is van U naar U
gaan. Er zijn meerdere toekomsten; er is niet
één toekomst. De vraag is: waar stap je in, waar
kies je voor, en hoe leid je dat? Dienend
leiderschap past daar uitstekend bij. Voor mij
was dat het laatste stukje van de puzzel, die ooit
begon met procesconsultancy, waar het proces
centraal staat.
Wat je vaak ziet is dat leiders meer drempels
opwerpen, die mensen juist vrijmaken. En
precies dat is leiderschap voor mij: mensen vrij
maken, in hun hoofd, in hun hart – maar ook
met hun handen; dat ze gewoon dingen kunnen
doen. Dienend leiderschap, dat zijn twee
woorden. Dat betekent dat je mensen voorgaat,
leidend in ideeën en soms ook in daden. We
zijn een organisatie van doeners, er moet van
alles gebeuren; ik kan niet reflectief gaan zitten
afwachten om te kijken hoe iets zal uitpakken.
Het moet nú.
OVER GRENZEN 5 september 2014
2
‘Dat is leiderschap voor mij: mensen vrij maken, in hun hoofd, in
hun hart – maar ook met hun handen’!
!
Het woord ‘nu’ doet veel, dat zet je in de doe-modus. Dat zag ik bij een
organisatie als de politie. Als de koffiepauze voorbij was, werd er hard
‘nu’ geroepen, en sjouwde iedereen de zaal in. Hoe laat je management en
leiderschap daarin samengaan? Dat vind ik soms een zoektocht.
Ik vind management geen vies woord – maar het is wat
anders dan leiderschap. Ik wil zorgen dat het een authentiek
geheel is. Het is o zo verleidelijk om, op momenten dat het
jou uitkomt, terug te grijpen op macht, en op ego. Dat jouw
mensen dat snappen – en het je vergeven: ja, zo is-ie soms
ook. De gunfactor is daarbij van belang. En mensen moeten
iets voor je willen doen. Ik zie mijn functie als een unieke
kans om voor een organisatie die ertoe doet, dingen bij elkaar
te brengen. Zonder – want dat vind ik ook een verleiding –
een filosofisch verhaal erbij wat de man en vrouw op straat
niet raakt. De conclusie van mijn promotieonderzoek was dat je over
verschillende culturen praat, verschillende lagen, die allemaal
een functie hebben. Het ontkennen van elkaars cultuur helpt
niet. Mensen moeten begrijpen dat ze er mogen zijn, en er
ook moéten zijn. Op mijn post kan ik wel doen alsof ik één van de mannen
ben, maar dat ben ik niet. Eerder vandaag zat ik met een
wachtmeester te praten die wat fout gedaan heeft. Hij moest
zich bij mij komen verantwoorden. Hij komt dan wel bij zijn
Commandant, dat voelt-ie – en dat merk je aan iemand.
Binnen een relatie die strak hiërarchisch is, kun je ruimte
definiëren om elkaar als mens te vinden. Ook als ik hem
moet ontslaan – maar dan wil ik hem wel van mens tot mens
ontmoet hebben. Ik leef niet in een organisatie waar je constant bezig bent met
elkaar die ruimte op te zoeken. Misschien moet je dat ook
niet willen. De kaders en structuur zijn behoorlijk strak, maar
daarbinnen zit zoveel ruimte voor elkaar, dat je elkaar als
mens waanzinnig kunt vinden. En daarna kijk ik wat ik ervan
vind, als baas. Als ik die jongen binnenhoud, moet ik ervan
op aan kunnen dat ik hem met een wapen op pad kan sturen,
met de opdracht om bepaalde dingen op te lossen. Dat is een
gigantische verantwoordelijkheid. Ik leef in een organisatie
waar een enkele man – niet ik – de besluiten neemt, in het
hier en nu. Dan moet ik blind op mijn mensen kunnen
vertrouwen, want die jongen is er een van de zes-en-een-half
duizend. Al die mensen stuur ik in het volste vertrouwen op
pad. En áls ze een fout maken, dan moeten ze dat
vertrouwen terug kunnen winnen. En daar de ruimte voor
krijgen.
!
Ik ben blij dat je fan bent van managementgoeroe Otto Scharmer.
Zelfs al heel lang. Ik heb zijn boeken in de kast staan, ook om
uit te delen aan mensen. Zijn eerste boek ‘Presence’ dat hij
schreef samen met Peter Senge, was vrij ingewikkeld, maar
dat gebruik ik nog steeds. Ook bij mijn netwerkje van
organisaties die daarmee bezig zijn en het met elkaar hebben
over wat we hier nu doen. ‘Theory U, leading from the future
as it emerges’, is een baanbrekend werk. Daarin beschrijft
Scharmer het nieuwe leiderschap wat nodig is, met een
nieuwe vorm van samenwerken. Ik zou dolgraag een keer
met hem aan de slag gaan - maar ik heb het geld er niet voor.
Wat ik zo krachtig vind, en wat hij zo sterk uitdraagt, is het
idee dat er meerdere toekomsten zijn. En dat de bodem van
de U een markeringspunt is om dingen samen te doen.
!
De onderkant van de U is een magisch moment. Dan gaat vaak de rem
eraf. Het is de kunst om te zorgen dat mensen niet weer terugschieten in
hun oude groef.
In mijn promotieonderzoek heb ik gezegd: sturing is dialoog,
dat heeft niks te maken met cijfers. Ik doe redelijk grote
interventies met grote groepen. Al mijn MT’s komen vier
keer per jaar bij elkaar, met een inhoudelijk event, een beetje
in de ‘Presence’-setting. Daar leg je de verbindingen, daar
zorg je dat mensen aangehaakt blijven. Ik ben strateeg,
visionair, ik ben goed in de koers vinden met mensen. Dat is
wel mijn kracht, denk ik.
!
Hoe zorg je dat het gaat om de stratego en niet om de ego?
Ook mijn ego speelt af en toe op, daarin ben ik niet anders
dan anderen denk ik. Het heeft met mijn opvoeding te
maken: mild, liberaal, maar in een eenvoudige omgeving.
Mijn ouders zijn van eenvoudige komaf – en dat is geen
pose. Als kind was ik niet gewend aan veel status of luxe. Ik
kon goed leren. Om daar te komen waar anderen kwamen,
moest ik er een extra tandje bijdoen. Ik heb nooit gevierd
waar ik stond. Vanuit het besef: het kan morgen weer anders
zijn. Niet om mezelf kleiner te maken, maar om te
relativeren wat je doet. Dat doe ik denk ik nog steeds. Het
grappige is: in mijn vak werken veel nederige mensen. Dat
valt mij op, het zijn vaak dienende types.
!
OVER GRENZEN 5 september 2014
‘Ik ben strateeg, visionair, ik ben goed in de koers vinden met
mensen. Dat is wel mijn kracht, denk ik’!
!
Er is ook veel meer nivellering tussen baas en de onderkant in een
militaire omgeving.
Klopt. Je ziet wel verschil in krijgsonderdeel, bij mijn club is
het wat informeler. Maar ik heb wel geleerd om niet aan te
dringen op: doe maar gewoon tegen mij. Want mensen wíllen
niet gewoon doen tegen mij. Ik weet nog dat we in Dubai
aankwamen, in 2010, daar moet je een dikke week wennen
aan de hitte voordat je naar Afghanistan gaat, dat ik na
aankomst mijn rugzak heb gepakt en ben gaan slapen in een
tent bij de jongens. Er was verder ook niks geregeld, er stond
niks klaar. Na twee dagen kwamen ze erachter dat ik generaal
was, ik was net bevorderd en dat was nog niet op de lijst
aangepast, en ik moest en zou verhuizen naar een andere
leging, het was niet gepast dat ik in die tent sliep. Voor mij
hoefde dat helemaal niet, voor een ander heeft het betekenis.
Mij boeit het niet – maar die ander ontleent er betekenis aan.
En dan kan ik vanuit mijn egalitaire gedachte denken: dat
hoeft iemand niet te doen voor mij, maar daarmee doe ik de
ander tekort. Want in zijn cultuur betekent het dan dat hij
zijn werk niet goed heeft gedaan. Daar moet je rekening mee
houden. Gelukkig hebben wij daar heel veel protocol voor – en ook
dat heeft betekenis. Een aantal van mijn voorgangers begint
een mail zelfs met: Geachte excellentie. Ze weten heel goed
dat ik Hans heet en hoe ik in elkaar steek, en dat we elkaar
op de schouders slaan – maar zo doen ze het. Het heeft alles
te maken met positie. Het is een bewuste keuze.
Hij moest 250 euro afrekenen. Hij schreef dat hij ervan
baalde, en dat het terecht was, maar dat het zo correct was
gebeurd en dat hij zich met respect behandeld voelde. Dat is
toch mooi, dat iemand die moeite neemt om dat te vertellen.
En het zegt veel over hoe mijn mensen optreden.
!
Je hebt mensen aan de randen van je organisatie lopen en die moeten het
doen. Waar loop je tegenaan? Want bedrijven moeten het óók aan die
randen gaan organiseren. Dat vergt vertrouwen in je medewerkers.
Ik heb een extrinsieke organisatie, waarbij het om doekracht
gaat, niet om denkkracht. De effectiviteit van mijn
organisatie wordt niet bepaald door de productie die we met
elkaar draaien. Eén van mijn indicatoren is het aantal procesverbalen wat we schrijven. Stel dat je koplamp het niet doet.
Waardoor laat een wachtmeester die dat ziet zich dan leiden?
Als het effect moet zijn dat je moet leren van wat je gedaan
hebt, kan hij zeggen: ik wil dat u het laat maken,
morgenvroeg laat u dat zien op het bureau. Zo niet: dan
krijgt u een bekeuring. Dan is het verkeer veiliger geworden,
de bestuurder heeft iets geleerd, en het is niet vrijblijvend.
Maar het is niet aantoonbaar, want er is geen bon
geschreven. Toch hoop ik dat hij daarvoor kiest. Mijn mensen moeten er van op aan kunnen dat ik het goede
aan ze vraag, ik moet er van op aan kunnen dat zij het goede
doen. Die wederkerigheid en die afhankelijkheid is zo sterk!
Mijn organisatie kan niet beter worden door een betere baas.
Het anders regelen aan die randen is voor mij geen optie. Als
de shit uitbreekt, moeten zij doen waarvoor ze zijn opgeleid. Mensen goed in positie brengen, dat zie ik je ook op Twitter doen.
Mijn oproep is geweest: doe dingen met elkaar, de manier
De symboliek wordt bewust ingevuld. Ik was vorig jaar bij de waarop - daar is heel veel ruimte. Soms is het nodig om heel
ceremonie van de kroning, en je zag dat koning Willemprecies te zijn over de klussen: hoe laat, waar, met wie,
Alexander bij een aantal zaken voor een andere invullingen
waarom. Maar heel vaak is dat helemaal niet nodig. Dan
heeft gekozen. Zo liep koningin Maxima met hem mee de
staat wat we willen bereiken centraal, het hoe ligt dan bij de
kerk in, dat was nieuw. Traditie bestaat niet, traditie wordt
mannen. gemaakt. Elke ceremonie die wij begeleiden is dan ook
Als je zoveel ruimte geeft, ontstaan er ook heel veel
anders.
initiatieven. Daarvan kies ik er één, en de rest moet
De Marechaussee is er voor de veiligheid van de staat, niet
doodbloeden. Dat kan nog wel eens lastig zijn, want mensen
van de straat, daar is de politie voor. Wij staan wat verder van zijn daar enthousiast over.
de burger af. Als we er zijn moet het impact hebben, maar
we moeten ons ook weer kunnen terug trekken. De manier
De koers is klip en klaar, die bepaal ik. Mijn buik zegt: we
waarop we ons werk doen, onze houding, is heel belangrijk.
moeten het zo leuk mogelijk maken voor iedereen. En ik zeg:
Belangrijker dan wát we doen, soms. Je houding is bepalend
zo gaan we het doen, en niet anders. Dat betekent afscheid
voor hoe anderen jou ervaren. Dat horen we ook terug op
nemen van vaste structuren of gewoontes, en daar horen
onze afdeling Klachten - die ik eigenlijk de afdeling
emoties bij; pijn, rouw, verdriet. Daar moet je ook tijd voor
Complimenten wil gaan noemen. We krijgen veel
nemen, dat heeft allemaal een functie bij verandering. Maar
complimenten, naast klachten die we natuurlijk ook krijgen.
wacht niet te lang met een beslissing nemen; je moet mensen
De mooiste was van een meneer, die stuurde een brief omdat niet te lang in onzekerheid laten. Je kunt ook te laat zijn met
hij door ons was aangehouden omdat hij veel te hard reed.
je goede besluit.
Normaal niet onze taak, maar hij reed zo onverantwoord dat
hij door een motorrijder van ons aan de kant is gezet.
!
!
!!
Theorie U is een proces om tot fundamentele verandering te komen. Door een andere manier van
kijken, communiceren en handelen. De letter U laat zien langs welke weg die verandering gestalte
krijgt. Eerst ‘de diepte in’, om daarna met behulp van deze inzichten stapje voor stapje tot actie over
te gaan. In het proces doorloop je - als individu, team of organisatie - vijf verschillende fasen: seeing,
sensing, presencing, crystallizing en prototyping. Het gaat om het blootleggen van onbewuste en
onzichtbare informatie, om die te kunnen gebruiken in het proces van veranderen.
Managementgoeroe Otto Scharmer beschrijft dit in zijn boek Theorie U.
3