bv Uitwerkingen Wiskunde D Moderne wiskunde VWO deel 3 Extra Oefening Hoofdstuk 1 Rijen en Webgrafieken www.uitwerkingensite.nl Extra oefening bij hoofdstuk 1 qn tn un b c 3a Omdat voor elke waarde van n geldt dat −1 ≤ sin n ≤ 1 , is − 1 ≤ sin n ≤ 1 < 2 ⇒ un < wn . n n n n Kies vn = −2 en wn = 2 , dan vn = −2 < − 1 ≤ un ≤ 1 < 2 = wn n n n n n n De rijen v n en wn convergeren met limiet 0. Dit betekent dat ook de rij un convergeert met limiet 0. lim( 3n − 2 − 3n + 2 ) = lim ( 3n − 2 − 3n + 2 )( 3n − 2 + 3n + 2 ) = ( 3n − 2 + 3n + 2 ) ( 3n − 2) − ( 3n + 2) −4 = lim = lim =0. n→∞ 3n − 2 + 3n + 2 n→∞ 3n − 2 + 3n + 2 ( n + 4 − n − 5 )( n + 4 + n − 5 ) lim( n + 4 − n − 5 + 3 ) = lim + lim 3 = n→∞ n→∞ n→∞ n+1 ( n + 4 + n − 5) n+1 ( n + 4) − ( n − 5) 9 = lim + lim 3 = lim + lim 3 = 0 + 0 = 0 n→∞ x→∞ n→∞ n+4 + n−5 n+1 n + 4 + n − 5 n→∞ n + 1 n→∞ © b n→∞ off 2a De enige rij die begrensd is, is de rij un . De rijen, qn en t n zijn monotoon stijgend, de rij pn is geen van beide, p100 is het maximum, en de rij un is monotoon dalend. 1 Alleen de rij un is convergent. Er geldt lim e n = e0 = 1 . dh c n→∞ No or b Ui tg ev pn er s 1a ⁄ 150 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 150 © Noordhoff Uitgevers bv 11-06-09 14:13 b 5a b ev De limiet van de rij kun je berekenen door op te lossen x = 4 + 2 . Daaruit volgt dat x 4 + 24 2 x − 4 x + 2 = 0 . Met de abc-formule vind je x = = 2 + 6 ≈ 4, 45 of 2 x = 4 − 24 = 2 − 6 ≈ −0, 45. De limiet is een positief getal en is dus gelijk aan 2 2 + 6 ≈ 4, 45 . Als het getal a die beginwaarde is, dan moet gelden 4 + 2 = a. Je vindt dan weer de a getallen 2 + 6 en 2 − 6 . Ui tg er s 4a De dekpunten vind je door op te lossen x = 13 ( x 2 − 4). Daaruit volgt x 2 − 3 x − 4 = 0 . Dus ( x − 4)( x + 1) = 0 en x = −1 of x = 4. De dekpunten hebben de coördinaten (−1, −1) en (4, 4). off bv Extra oefening bij hoofdstuk 1 De rij convergeert in dit geval met als limiet het getal −1. Als u1 = 5 , dan divergeert de rij. Als u1 = 6 , dan divergeert de rij Als u1 = −2 , dan convergeert de rij met limiet −1. Het temperatuursverschil van begintemperatuur en kamertemperatuur is gelijk aan V = B −T p Elk uur dat verstrijkt wordt dit temperatuursverschil met de factor 1 − vermenig100 p ⋅V . vuldigd. Er geldt dus Vn+1 = 1 − 100 n p −1 < 1 − < 1 , dus Vn convergeert naar 0. 100 t n = T + Vn , T is constant en Vn convergeert naar 0, dus t n convergeert naar No or 6 dh c T. lim t n = T . © n→∞ © Noordhoff Uitgevers bv 1COLOR_INF_9789001701680_Uitw.indd 151 ⁄ 151 11-06-09 14:13
© Copyright 2024 ExpyDoc