Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-0 Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Inhoud 2.1.1 Functies: Definities en kenmerken f van de verzameling A naar de verzameling B is een voorschrift dat aan elk element x van ; A juist e´ en ´ element y van B toevoegt. We noteren y = f (x) en Een functie 1. Functies f : A → B : x 7→ f (x). • Definitie en kenmerken / bewerkingen op functies • Reele ¨ functies van e´ en ´ reele ¨ veranderlijke • A is het domein of definitiegebied van f : A = domf . 2. Rijen • Bij elke x ∈ domf hoort precies e´ en ´ element y = f (x) ∈ B. • Definitie en voorbeelden / kenmerken van rijen • Rekenregels voor limieten • Deelrijen en het O-symbool • f (x) is het beeld van x onder f , of ook wel de waarde van f in x. 3. Continu¨ıteit • De verzameling van alle beelden 4. Limieten bldf = f (A) = {y ∈ B | ∃x ∈ A : y = f (x)} is het bereik of beeld van f . Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-2 Continu¨ıteit en Limieten • Notatie: f : A → B : x 7→ f (x) x ∈ A is onafhankelijke veranderlijke of ar- gument - f A output - f (x) Opm.: We maken geen onderscheid tussen functie en afbeelding! Een functie f : A → B is een surjectie als Dat wil zeggen f (A) • metafoor: ‘input-output machine’ x ∀y ∈ B : ∃x ∈ A : y = f (x). y = f (x) ∈ B is afhankelijke veranderlijke input Surjectie = B. B x1 x2 x3 x4 x5 x6 Pijlendiagram van een surjectie Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-4 Continu¨ıteit en Limieten Injectie Bijectie f : A → B is een injectie als elk element ´ element van A: van B het beeld is van hooguit e´ en Een functie Een functie zowel surjectief als injectief is. A als y = f (x1) en y = f (x2) dan x1 = x2. verschillende output A f x1 (‘1–1 duidig’) B y6 y7 bld f x2 x3 x4 x5 B y1 x1 Bij een injectieve functie geeft verschillende input een als x1 6= x2 dan f (x1) 6= f (x2). f : A → B is een bijectie wanneer ze y1 y2 y3 y4 y5 x2 x3 y2 x4 y4 y3 Pijlendiagram van een bijectie f en de inverse functie f −1 Pijlendiagram van een injectie Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-6 Continu¨ıteit en Limieten Inverse functie Het invers beeld van y −1 f 2.1.2 Bewerkingen op functies ∈ B is de verzameling (y) = {x ∈ A | f (x) = y}. ∈ bldf = f (A) dan is f −1(y) niet leeg. Een functie f : A → B is inverteerbaar als voor iedere y ∈ f (A) de verzameling f −1(y) uit precies e´ en ´ eleAls y ment bestaat. In dat geval noteren we dat element ook met f −1(y) en is f −1 : f (A) → A : y 7→ x = f −1(y) de inverse functie. • Er geldt x = f −1(y) als en slechts als y = f (x). • f is inverteerbaar als en slechts als f injectief is. • als f een bijectie is dan is f −1 een bijectie van B naar A. f een functie is van A naar B en g een functie van B naar C dan wordt de samengestelde functie g ◦ f gedefinieerd als Als g ◦ f : A → C : x 7→ g ◦ f (x) = g(f (x)). A B g f bld f f C g Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-8 Continu¨ıteit en Limieten Als ‘input-output machine’: Som, verschil, product en quotient ¨ output- f (x) input- x input- f g output- g (f (x)) • Het samenstellen van functies is niet commutatief vb.: stel ⇒ ⇒ f (x) = x + 3 en g(x) = x3 f ◦ g (x) = x3 + 3 g ◦ f (x) = (x + 3)3 B een verzameling is waarop som, verschil, product, quotient ¨ gedefinieerd zijn (bv. B = R). Stel f en g zijn twee functies van A naar B. De som f + g , het verschil f − g , het product f g en f ¨ het quotient g worden gedefinieerd als f +g : A→ B: x 7→ f (x) + g(x) f −g : A→B: x 7→ f (x) − g(x) fg : A→ B: x 7→ f (x)g(x) f f (x) : {x ∈ A | g(x) 6= 0} → B : x 7→ g g(x) • Let op: we mogen niet door nul delen. Neem aan dat f (x) • g(x) is niet gedefinieerd als g(x) = 0. Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-10 Continu¨ıteit en Limieten Reele ¨ functies van e´ en ´ reele ¨ veranderlijke ¨ als bldf ⊂ R. Als bovendien Een functie heet reeel ¨ functie van e´ en ´ reele ¨ ⊂ R dan is f een reele domf Grafiek van een injectie y graf f veranderlijke. • De grafiek van de functie f is 2 graff = {(x, y) ∈ R | x ∈ domf en y = f (x)} f(a) P • de grafiek bevat alle informatie over het verloop van f (stijgen/dalen, min/max, limieten, enz.) a y x Grafiek van een injectie f(xo) P xo x • De functie is injectief als en slechts als elke horizontale rechte de grafiek hooguit een ´ keer doorsnijdt. Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-12 Continu¨ıteit en Limieten Grafiek van de inverse functie Elementaire reele ¨ functies • Polynomen of veeltermen: als a0, a1, . . . , an gegeven reele ¨ getallen zijn met an 6= 0, dan is de functie P : R → R : n X x 7→ P (x) = a0+a1x+· · ·+anxn = ak x k y graf f f(a) P graf f -1 k=0 een veelterm van de n-de graad in x met coeffici ¨ enten ¨ -1 f (b) Q a0 , a 1 , . . . , a n a b x • Rationale functies: indien P en Q veeltermen zijn, dan is Grafiek van een injectie f en van f −1 R= • De grafiek van de inverse functie krijgen we door een rationale functie. Het domein van R is de grafiek van de functie te spiegelen in de rechte y = x. domR Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten • Machtfuncties: Voor elke n ∈ N0 is de machtsfunctie x 7→ xn een veelterm van graad n. Voor negatieve gehele getallen geldt 1 x−n = n . x n ∈ N0 is de beperking van x 7→ xn tot R+ injectief en het bereik is R+. De inverse noteren we Voor met √ R+ → R+ : x 7→ x1/n = n x en heet de nde machtswortel. Voor q = m n ∈ Q (met m ∈ Z, n ∈ N0) geldt tenslotte m xq = x1/n met domein R+. P Q = {x ∈ R | Q(x) 6= 0}. Functies, Rijen,2-14 Continu¨ıteit en Limieten Begrippen rond ordening: stijgen en dalen Stel f : domf ⊂ R → R is een reele ¨ functie van e´ en ´ reele ¨ veranderlijke. Zij A ⊂ domf . • f is stijgend op A indien ∀x1, x2 ∈ A : x1 < x2 =⇒ f (x1) ≤ f (x2). • f is strikt stijgend op A indien ∀x1, x2 ∈ A : x1 < x2 =⇒ f (x1) < f (x2). • f is dalend op A indien ∀x1, x2 ∈ A : x1 < x2 =⇒ f (x1) ≥ f (x2). • f is strikt dalend op A indien ∀x1, x2 ∈ A : x1 < x2 =⇒ f (x1) > f (x2). Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-16 Continu¨ıteit en Limieten Begrippen rond ordening: begrensd Stel f : domf ⊂ R → R is een reele ¨ functie van e´ en ´ reele ¨ veranderlijke. Zij A ⊂ domf . • f is naar boven begrensd op A indien Supremum en maximum Stel f : domf ⊂ R → R is een reele ¨ functie van e´ en ´ reele ¨ veranderlijke. Zij A ⊂ domf . • Als f naar boven begrensd is op A, dan is f (A) naar boven begrensd en heeft bijgevolg een supremum. ∃M ∈ R : ∀x ∈ A : f (x) ≤ M. Dit is het supremum van f op A • f is naar onder begrensd op A indien ∃m ∈ R : ∀x ∈ A : f (x) ≥ m. • f is begrensd op A indien f zowel naar onder als naar boven begrensd is op A. • Als f (A) een grootste element heeft, dan is dit het maximum van f op A. Dit maximum wordt bereikt in c als c ∈ A en ∀x ∈ A : f (x) ≤ f (c). • M is een bovengrens van f op A. • Net zo worden het infimum en het minimum van f op A gedefinieerd. Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-18 Continu¨ıteit en Limieten • m is een ondergrens van f op A. Complexe functies 2.2.1 Rijen: Definitie en voorbeelden • Als bldf ⊂ C dan is f een complexe functie. • Als domf ⊂ C en bldf ⊂ C dan is f een complexe ´ complexe veranderlijke. functie van e´ en • Veeltermen: P (z) = a0 + a1z + · · · + anz n = zijn natuurlijk gedefinieerd voor elke z De coeffici ¨ enten ¨ getallen zijn. n X de elementen van de rij. • Andere notatie voor rij: (an) of (an)∞ n=0. ak z k k=0 ∈ C. a : N → R is een rij van reele ¨ getallen. In plaats van a(n) schrijven we an. De getallen an zijn Een functie a0, . . . , an mogen ook complexe • Opeenvolging van reele ¨ getallen a0 , a 1 , a 2 , . . . • soms willen we niet met a0 beginnen, maar met bv. a1. Ook a1 , a 2 , a 3 , . . . zullen we een rij noemen. • Belangrijk is de opeenvolging van getallen en de richting die in de rij zit: eerst a0, dan a1, dan a2, enzovoorts. Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Complexe rijen Functies, Rijen, 2-1 Continu¨ıteit en Limieten Voorbeelden • Een functie a : N → C is een rij van complexe • an = n is de rij van natuurlijke getallen • Notatie (an) of (an)∞ n=0. √ • an = n getallen. 0, 1, 2, . . . , • an = (−1)n is een alternerende rij 1, −1, 1, −1, 1, −1, 1, . . . • rij van priemgetallen 2, 3, 5, 7, 11, 13, . . . • Fibonacci getallen fn 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, . . . zijn recursief gedefinieerd door f0 = f1 = 1 en fn = fn−1 + fn−2 voor n ≥ 2. Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-3 Continu¨ıteit en Limieten Convergentie van rijen Rijen worden vaak gebruikt in benaderingsprocessen. • Bepaal een eerste benadering van de te bepalen grootheid. • Vind een manier om een betere benadering te verkrijgen. • Genereer een rij van steeds betere benaderingen. • De gewenste grootheid is de limiet van de rij. Convergentie (an) is convergent met limiet L ∈ R indien ε > 0 een natuurlijk getal n0 gevonden kan worden, zodanig dat |an − L| < ε geldt voor elke n ≥ n0 . • In formulevorm ∀ε > 0 : ∃n0 ∈ N : ∀n ≥ n0 : |an − L| < ε De rij bij elke • We kunnen ε beschouwen als een gewenste nauwkeurigheid waarmee we L wensen te benaderen. Als de rij convergeert naar L, dan kunnen we L met elke gewenste nauwkeurigheid benaderen door an ver genoeg in de rij te nemen, namelijk n ≥ n0 . maar • Als ε kleiner wordt genomen, dan zal n0 in het algemeen groter gekozen moeten worden. Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten R Functies, Rijen, 2-5 Continu¨ıteit en Limieten 6 • L+ • L • L− Voorbeeld 1 • • • • • • • • • Notatie voor limiet • Ook wel • • • • • • • • • • • • • Rij an • • • = 10sin(n) tot aan n = 100. Geen convergen- tie! • - n0 N 10 L = lim an n→∞ 5 0 20 40 60 80 100 –5 –10 an → L als n → ∞. Maple code: with(plots): f := n -> 10*sin(n): plot([[ n, f(n)] $n=0..100], x=0..100, style=point,symbol=circle,symbolsize=18,scaling=constrained); Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-7 Continu¨ıteit en Limieten Voorbeeld 2 Voorbeeld 2 (n!)1/n Rij an = n tot aan n = 50. (n!)1/n Rij an = lijkt te convergeren naar een limiet n rond 0.4. • Laten we uitvergroten rond y = 0.4. 1 0.8 0.6 y 0.4 0.2 0 20 60 40 80 n Maple code: with(plots): g := n -> (n!)^(1/n)/n: plot([[ n, g(n)] $n=0..50], n=0..100, y=0..1, style=point,symbol=circle,symbolsize=18,scaling=unconstrained); 100 Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-7 Continu¨ıteit en Limieten Voorbeeld 2 Voorbeeld 2 (n!)1/n Rij an = n tot aan n = 100. (n!)1/n Rij an = n . Limiet lijkt zich te bevinden rond 0.38. Uitvergroting rond 0.38: interval [0.37, 0.39]. 0.44 0.39 0.388 0.42 0.386 0.384 y 0.4 0.382 y 0.38 0.38 0.378 0.36 0.374 0.376 0 20 60 40 80 0.372 100 n 0.37 0 20 60 40 Maple code: 80 100 n with(plots): Digits := 20: g := n -> (n!)^(1/n)/n: plot([[ n, g(n)] $n=0..100], n=0..100, y=0.35..0.45, style=point,symbol=circle,symbolsize=18,scaling=unconstrained); Maple code: with(plots): Digits := 20: g := n -> (n!)^(1/n)/n: plot([[ n, g(n)] $n=0..100], n=0..100, y=0.37..0.39, style=point,symbol=circle,symbolsize=18,scaling=unconstrained); Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-7 Continu¨ıteit en Limieten Voorbeeld 2 Voorbeeld 2 Limiet lijkt zich te bevinden rond 0.38. Ter bevestiging n = 200 is niet groot genoeg. Neem n = 1000. nemen we n tot 200. 0.39 0.39 0.388 0.388 0.386 0.386 0.384 0.384 0.382 y 0.382 y 0.38 0.38 0.378 0.378 0.376 0.376 0.374 0.374 0.372 0.372 0.37 0 0.37 0 200 600 400 800 1000 n 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 n Maple code: with(plots): Digits := 20: g := n -> (n!)^(1/n)/n: plot([[ n, g(n)] $n=1..200], n=0..200, y=0.37..0.39, style=point,symbol=circle,symbolsize=18,scaling=unconstrained); Oei! De punten lopen uit het interval [0.37, 0.39]. Maple code: with(plots): Digits := 40: g := n -> (n!)^(1/n)/n: plot([[ n, g(n)] $n=1..1000], n=0..1000, y=0.37..0.39, style=point,symbol=circle,symbolsize=18,scaling=unconstrained); Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-7 Continu¨ıteit en Limieten Voorbeeld 2 Voorbeeld 2 Vergroot het interval tot [0.35, 0.39]. Men kan laten zien dat de limiet van de rij (an) bestaat en gelijk is aan 0.3679 · · · 0.39 0.39 0.38 0.38 y 0.37 y 0.37 0.36 0.36 0.35 0 200 600 400 800 1000 n 0.35 0 200 Maple code: 600 400 800 1000 n with(plots): Digits := 40: g := n -> (n!)^(1/n)/n: plot([[ n, g(n)] $n=1..1000], n=0..1000, y=0.35..0.39, style=point,symbol=circle,symbolsize=18,scaling=unconstrained); Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen, 2-8 Continu¨ıteit en Limieten Divergentie Stijgende rijen, begrensde rijen • Een rij (an) die niet convergent is, is divergent. • Indien er voor elk reeel ¨ getal M een natuurlijk getal n0 bestaat zodat ∀n ≥ n0 : an > M dan is de rij (an) divergent naar +∞ en we schrij- ven lim an = +∞. n→+∞ • Analoog is divergentie naar −∞ gedefinieerd en lim an = −∞. n→∞ Een rij is een speciaal type reele ¨ functie van een reele ¨ veranderlijke. De begrippen rond ordening die we kennen voor reele ¨ funcies van reele ¨ veranderlijken zijn dan ook toepasbaar op rijen. Dus kunnen we spreken van • stijgende en dalende rijen, • strikt stijgende en strikt dalende rijen, • naar boven begrensde en naar onder begrensde rijen, • begrensde rijen, • supremum en infimum van een rij, • maximum en minimum van een rij. Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten STELLING 2.3: Een dalende, naar onder begrensde rij is convergent. Een stijgende, naar boven begrensde rij is convergent. We bewijzen dat een stijgende, naar boven begrensde Vervolg van bewijs • Neem ε > 0 willekeurig. • Omdat L het supremum van A is, is L − ε geen bovengrens van A. • Er is een element van de rij, zeg an0 met an0 > L−ε rij, convergent is. • Neem een stijgende, naar boven begrensde rij (an). • Dan is A = {an | n ∈ N} een naar boven begrensde verzameling. • Volgens de derde definierende ¨ eigenschap van R bezit A een supremum, zeg L = sup A Functies, Rijen,2-10 Continu¨ıteit en Limieten en L ∈ R. • We hebben nu L, we willen laten zien dat L de limiet van de rij is. • Aangezien de rij stijgend is, geldt voor elke n ≥ n0 dat an ≥ an0 en dus ook an > L − ε. • Voor elke n ≥ n0 geldt ook an ≤ L, omdat L een bovengrens van A is. • Dus L − ε < an ≤ L als n ≥ n0. • Dus ∀n ≥ n0 : |an − L| < ε. • Omdat ε > 0 willekeurig gekozen kan worden, volgt uit de definitie dat de rij convergent is en dat L de limiet is. Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-12 Continu¨ıteit en Limieten • Het bewijs voor een dalende rij, die naar onder be- grensd is, is analoog. Probeer zelf! • Probeer zelf ook te bewijzen dat een naar boven begrensde rij (an) met de eigenschap ∀n ≥ 1000 : an ≤ an+1 convergent is. Voorbeeld Recursieve rij: a1 = 4 en 1 2 an+1 = an + . 2 an Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-14 Continu¨ıteit en Limieten Convergentie van complexe rijen Een complexe rij (zn) is convergent met limiet L • In formulevorm Rekenregels ∈C ε > 0 een natuurlijk getal n0 gevonden kan worden, zodanig dat |zn − L| < ε geldt voor elke n ≥ n0 . indien bij elke ∃L ∈ C : ∀ε > 0 : ∃n0 ∈ N : ∀n ≥ n0 : |zn−L| < ε Neem aan dat (an) en (bn) convergente rijen zijn met limieten L = lim an n→∞ • Voorbeeld: de rij (z n) ⇒ convergeert naar 0 als |z| < 1, ⇒ is divergent als |z| > 1. M = lim bn n→∞ Dan zijn de rijen (an + bn), (an − bn) en (anbn) ook convergent, met limieten lim (an + bn) = L + M n→∞ • L is de limiet van de rij L = lim zn. n→∞ en lim (an − bn) = L − M n→∞ lim anbn = LM n→∞ Als tevens geldt dat M = 6 0, dan is de rij (an/bn) convergent en an L lim = . n→∞ bn M Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-16 Continu¨ıteit en Limieten Voorbeeld an = Limiet en ongelijkheden n2 + 3n − 2 . 4n2 + 2n − 1 STELLING 2.5: Neem aan dat (an) en (bn) conver- gente rijen zijn met limieten L = lim an n→∞ en M = lim bn n→∞ Veronderstel dat ∃N ∈ N : ∀n ≥ N : an ≤ bn Dan geldt L ≤ M. Bewijs: • We voeren het bewijs uit het ongerijmde. Neem aan dat L > M . • Dan is er een ε > 0 met L > M + 2ε. (We zouden bv. ε = (L − M )/3 kunnen nemen.) Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-18 Continu¨ıteit en Limieten • Uit de definitie van convergentie volgt dat er een n1 ∈ N is met ∀n ≥ n1 : |L − an| < ε. Insluitstelling voor rijen • Tevens is er een n2 ∈ N met ∀n ≥ n2 : |M − b n | < ε. STELLING 2.6: Neem aan dat (an) en (cn) conver- gente rijen zijn met limieten L = lim an n→∞ • Neem n ≥ max(n1, n2, N ). Dan geldt |L − an| < ε, |M − bn| < ε en an ≤ bn (uit aanname van de stelling) en L = lim cn. n→∞ Als (bn) een rij is waarvoor geldt ∃N ∈ N : ∀n ≥ N : an ≤ bn ≤ cn dan is de rij (bn) ook convergent en er geldt • Uit |L − an| < ε volgt nu L − ε < an en uit |M − bn| < ε volgt bn < M + ε. Dus L = lim bn. n→∞ L − ε < an ≤ bn < M + ε. • Dit betekent L < M + 2ε, hetgeen in tegenspraak is met het feit dat L > M + 2ε. • Deze tegenspraak bewijst dat onze aanname dat L > M geldt, onjuist is. Bijgevolg is L ≤ M . Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Voorbeeld an = • Neem bn = an − 1 = √ n n = n1/n Functies, Rijen,2-20 Continu¨ıteit en Limieten lim an = 1 n→∞ √ n n − 1. • Het is duidelijk dat an ≥ 1 is, dus bn ≥ 0. • Omdat (1+bn)n = ann = n, geldt vanwege het binomium van Newton n 2 n 2 n = (1 + bn)n = 1 + nbn + bn + · · · ≥ 1 + b 2 2 n • Dan is • Omdat b2n n−1 ≤ n 2 n 2 = n(n−1) 2 Deelrijen • Een deelrij van een rij wordt bekomen door een aan- tal elementen van de rij weg te laten, zonder iets aan de volgorde van de overblijvende elemten te veranderen. (bn) is een deelrij van (an) als er een strikt stijgende functie ϕ : N → N is zodat Een rij ∀n ∈ N : bn = aϕ(n). b2n ≤ (n − 1) 2 2 = . n(n − 1) n 0 ≤ bn ≤ r • Uit de insluitstelling volgt lim bn = 0. n→∞ n→∞ volgt • Bijgevolg is • Dus lim an = 1. 2 . n • Voorbeeld a1 , a 3 , a 5 , a 7 , . . . is een deelrij van (an). Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-22 Continu¨ıteit en Limieten • Een deelrij van een convergente rij is convergent en heeft dezelfde limiet. Stelling van Bolzano-Weierstrass STELLING: Elke begrensde rij heeft een convergente deelrij. • Het bewijs hiervan is gebaseerd op de volledigheid van R. • We zullen het bewijs overslaan. Limsup en liminf Zij (an) een begrensde rij van reele ¨ getallen • De limes superior of limsup van de rij (an) is lim sup an = lim sup{ak | k ≥ n} n→∞ n→∞ Het is de grootst mogelijke limiet van een convergente deelrij. • De limes inferior of liminf van de rij (an) is lim inf an = lim inf{ak | k ≥ n} n→∞ n→∞ Het is de kleinst mogelijke limiet van een convergente deelrij. Functies, Rijen, Continu¨ıteit en Limieten Functies, Rijen,2-24 Continu¨ıteit en Limieten • (an) groeit polynomiaal als er een p ∈ N is met O-symbool • Soms is het limietgedrag van de rij niet belangrijk, maar hoe een rij zich gedraagt ten opzichte van een andere, meestal beter gekende rij. an = O(np) als n → ∞. • O-symbool (en verwante symbolen) zijn belangrijk in het onderzoek naar complexiteit van algoritmen. Als n staat voor de lengte van de invoer, en an is het Neem aan dat (an ) en (bn) twee rijen zijn. Dan zeggen aantal bewerkingen dat gedaan moet worden met we dat deze invoer, dan geeft een uitspraak als an = O(n3) an = O(bn) als n → ∞ indien er een constante M > 0 en een n0 ∈ N zijn met ∀n ≥ n0 : |an| ≤ M |bn|. We spreken uit: an is "grote-O"van bn • (an) is begrensd als en slechts als an = O(1) als n → ∞. aan hoe snel het aantal bewerkingen kan stijgen als n groot wordt. • Een algoritme met an = O(n2) is dan beter (wat tijdscomplexiteit betreft) dan een algoritme met an = O(n4).
© Copyright 2024 ExpyDoc