TOELICHTING OP VERKLAREND RAPPORT JUNG TYPE DYNAMICS INDICATOR QT-TEST.NL 2013 Rev. 28-02-2014 i PSYCHOLOGISCHE TYPEN Teacher/Mentor ENFJ Improvisator/Inspirer ENFP Mobilizer/Manager ENTJ Inventor/Explorer ENTP Provider/Facilitator ESFJ Performer/Motivator ESFP Supervisor/Implementer ESTJ Promoter/Energizer ESTP Counselor/Developer INFJ Idealist/Harmonizer INFP Conceptualizer/Strategist INTJ Architect/Designer INTP Protector/Conservator ISFJ Composer/Producer ISFP Inspector/Planner ISTJ Analyzer/Operator ISTP ii INHOUDSOPGAVE DEEL I PERSOONLIJKHEIDSTHEORIE VAN JUNG 1. De Jungiaanse visie op persoonlijkheid 1.1. Behoefte aan een model 1.2. Persoonlijkheidstheorie van Jung 1.2.1. Bewustzijnslagen en structuren 1.2.1.1. Het bewuste 1.2.1.2 . Het persoonlijk onbewuste 1.2.1.3 . Het collectief onbewuste 1.2.1.3.1. Instincten 1.2.1.3.2. Archetypen 1. 3. Evenwicht bewustzijn en onbewuste deel 1.4. Individuatie 1.5. Persoonlijkheidstypologie van Jung 1.5.1. Psychische functies (egofuncties) 1.5.2. De ontwikkeling van de Persona 3 3 4 5 10 12 18 18 19 25 26 28 28 32 2. Structuur van de persoonlijkheid 2.1. De psyche 2.2. Het bewustzijn 2.2.1. Persoonlijkheidstypologieën 2.2.2. Het ego en de identiteit 2.3. Het persoonlijk onbewuste 2.4. Het collectief onbewuste en de archetypen 2.5. De persona 2.6. Anima en animus 2.7. De schaduw 2.8. Het zelf 35 35 35 36 37 37 38 39 40 40 42 3. De ontwikkeling van de persoonlijkheid 3.1. Ontwikkelingsprocessen 3.2. Levensfasen 3.2.1. De kinderjaren 3.2.2. Adolescentie en jonge volwassenheid 3.2.3. De middelbare leeftijd 3.2.4. De ouderdom 3.3. De voorlopige persoonlijkheid en het zelf 43 43 44 45 45 46 47 48 iii 3.4. 3.5. Projecties Neurosen 50 50 4. De middenpassage 4.1. De aankondiging van de middenpassage 4.2. De middenpassage bereizen 4.3. De macht van het ego relativeren en je schaduw toelaten 4.4. Projecties loslaten 4.5. Luisteren naar je innerlijke stem 4.6. Negatieve emoties beleven 4.7. Vergeten talenten en passies hervinden 4.8. Neergang en eindigheid toelaten 4.9. Leven na de middenpassage 4.9.1. Je eigen weg gaan 52 52 54 5. Inleiding Psychologische Typen 5.1. Jung’s persoonlijkheidstheorie 5.2. Compensatie van het onbewuste 5.3. Totaalbeeld 5.4. Perceiving en Judgement 5.5. Irrationele, waarnemende functies 5.6. Rationele, oordelende functies 5.7. Extraversion en Introversion 5.8. Ontwikkeling van functie-houdingen 5.8.1. Primaire processen 5.8.2. De schaduwprocessen 5.9. De levenslange typeontwikkeling 5.9.1. Individuation 5.9.2. Werking van de typeontwikkeling 5.9.3. Het dominante proces 5.9.4. Het aanvullende proces 5.9.5. Tertiaire en inferieure processen 5.9.6. Ontwikkelingspatroon 64 64 65 68 69 71 72 73 74 74 76 79 79 79 81 81 82 82 iv 54 57 58 59 59 60 61 61 DEEL II JUNG TYPE DYNAMICS INDICATOR 6. Jung Type Dynamics Indicator® 6.1. Type Indicator 6.1.1. Extraversion versus introversion 6.1.2. Sensing versus intuition 6.1.3. Thinking versus Feeling 6.1.4. Judging versus Perceiving 6.2. Typebenadering 6.3. Balans 6.4. Gereviseerde Type Theorie 6.5. Het best-fit type en verificatie 6.6. Typetabellen 86 86 87 88 88 89 90 97 102 103 126 7. Ontwikkelingsstadia 7.1. Dominante en hulpfunctie 7.2. Tertiaire en vierde functie 7.3. Ontwikkeling in mid-life 130 130 131 134 8. Vier dimensies, acht voorkeuren 8.1. Introvert-Extravert (I-E) 8.2. Sensing - Intuition (S-N) 8.3. Thinking - Feeling (T-F) 8.4. Judging – Perceiving 8.5. 8-functies model 136 138 140 144 147 151 9. 16 Types 9.1. 9.2. 9.3. 9.4. 9.4.1. 9.4.2. 9.4.3. 202 202 204 206 211 211 212 213 Typedynamiek Matrix pyschologische types Volgorde van de functies Type bepalen Vragenlijst Typewatching Type bepalen 10. Temperament 10.1. Vier temperamentstypes 10.2. Acht rolvarianten v 215 215 221 11. Type en stress 11.1. Typegerelateerde reacties op stress 11.2. Gevoeligheid voor stress 11.3. Stressreductie 11.3.1. Temperamentstype SP 11.3.2. Temperamentstype NT 11.3.3. Temperamentstype NF 11.3.4. Temperamentstype SJ 223 223 225 226 228 230 232 234 12. Leerstijlen 12.1. Methodische leervoorkeuren 12.1.1. SJ leren 12.1.2. SP leren 12.1.3. NF leren 12.1.4. NT leren 12.2. Optimale leeromgeving 12.3. Studie en beroep 236 237 239 239 240 241 242 244 13. Aandachtsturing, concentratie en temperamentstype 13.1. De vier stappen van aandachtssturing 13.2. Relatie tussen aandachtssturing en de temperamenten 246 246 14. Aandachtsstijlen 14.1. Concentratie en aandacht 14.2. Aandachtsstijlen 253 253 254 15. Omgaan met verandering 258 16. Probleemoplossing 260 17. Conflicthantering 263 vi 249 DEEL III TEAMS 18. Toepassingen in de organisatie 268 19. Team Essentials 19.1. Individualisten versus Teamspelers 19.2. Samenstelling van het team 19.3. Teamrollen 19.4. De teamrollen in de praktijk 19.4.1. ENFP team 19.4.2. ESTJ Team 19.4.3. ENTJ team 19.5. Probleemoplossing en teamtype 19.6. Functieparen en teams 277 277 277 278 279 281 286 287 288 292 20. Type en bijdrage aan team 20.1. Dominant Sensing Types ESTP, ESFP, ISTJ, ISFJ 20.2. Dominant Intuitive Types ENTP, ENFP, INTJ, INFJ 20.3. Dominant Thinking Types ENTJ, ESTJ , INTP, ISTP 20.4. Dominant Feeling Types ENFJ, ESFJ, INFP, ISFP 297 21. Communicatie, coaching en motiveren 357 22. De vier mogelijke bronnen van teamconflicten 364 23. Teamrollen en Leiderschapsstijl 367 24. Comptabiliteit en incomptabiliteit van Types 370 25. Beschrijving van de 16 Types 373 vii 297 312 327 342 DEEL IV TYPE THEORIE EN ORGANISATIETYPE 26. Typetheorie en organisatietypen 26.1. Inleiding 26.2. Functietype en organisatie 26.3. De organisatie in de greep van de ondergeschikte functie 26.4. Organisatieproblemen 395 395 405 408 410 DEEL V TYPE THEORIE EN LEIDERSCHAP 27. Leiderschap 27.1. Inleiding 27.2. Definities van leiderschap 27.3. Effectief leiderschap door het gebruik van persoonlijkheid 27.4. De leiderschapsstijl voor de 16 persoonlijkheidstypes 414 414 414 28 Psychologisch Type in het managementonderzoek 28.1. Inleiding 28.2. Hypotheses in de relatie psychologisch type – manager 28.3. Psychologisch type en de manager als beslissingsnemer 28.4. Leiderschap en Psychologisch Type 28.5. Management, gezag voeren of teamleiderschap 28.6. Psychologisch Type en Managementstaken 28.6.1. Leiden van ondergeschikten 28.6.2. Conflict managen 28.6.3. Verandering managen 28.6.4. Creativiteit 28.6.5. Effectiviteit 28.6.6. Omgaan met stress 28.7. Samenvatting resultaten van onderzoek 423 423 viii 415 418 424 427 433 438 439 439 440 440 442 443 444 444 29. De verdeling van het persoonlijkheidstype in management 29.1. De verdeling van het Psychologisch Type in organisatietypes 29.2. Verdeling volgens de managementfuncties 29.3. Verdeling in de beslissingsstijlen 29.4. Culturele verschillen in de verdeling 29.5. Verdeling volgens het geslacht 29.6. Verdeling managers versus ondernemers 29.7. Samenvatting resultaten van onderzoeken 29.8. Mogelijke valkuilen in het gebruik van het Psychologisch Type in management 446 450 451 453 454 456 457 457 458 30. Managementstijl en cognitieve herstructurering 30.1. Behoeftepatronen 30.2. Managementstijl veranderen 30.3. Cognitieve herstructurering 30.4. ‘Hardwired’ leiderschap 30.5. Potentiële ontwikkelingspaden voor elk Psychologisch Type 30.6. Blinde vlekken van leiders 460 463 463 465 466 31. De vier temperamenten en leiderschapsstijlen 31.1. Leiderschap en temperament 31.2. Vier leiderschapstijlen 31.3. Beschrijving leiderschapsstijl van de 16 types 473 473 475 478 32. Literatuur 483 ix 467 470 DEEL VI MANUAL 33. Typologie van Jung 33.1. Cognitieve pyschologie 33.2. Archetypen en Schaduw 33.3. Het Zelf en Ego 494 494 497 505 34. Types 34.1. Individuatieproces 34.2.Het model van Jung 34.3. Jungiaanse basistypes 34.4. 16 Types 34.5. Jung Type Dynamics Indicator (JTDI) 511 511 513 518 519 522 35. Hierarchie van functies 534 36. Constructie 548 37. Literatuur 553 x DEEL I PERSOONLIJKHEIDSTHEORIE VAN JUNG 1 Jung's Model of the Psyche When I think of "myself," I am thinking of the part of me which I am conscious of. That is my ego (Latin for "I"). But there is more to me than that ... There is also my persona (Greek for "mask") which hides my ego from the outer world. I actively maintain that mask, according to the conventions of family, society, profession, etc. There is also my personal unconscious, which contains forgotten or neverconscious experiences of various kinds, but which is uniquely my own. And then, there is the collective unconscious which connects me with the whole human experience. Within this unconscious realm there are several different "structures." Though the Self is the whole person, conscious and unconscious together, it also acts as center, seeking to organize the whole. Each of us has both masculine and feminine elements in the psyche. Though the appropriate one becomes incorporated into the conscious ego, the other expresses itself as an unconscious focus of creative energy, serving the balance of ego and Self. Jung gave the name anima to the feminine center of a man, and animus to the masculine center of a woman. But there is also my Shadow. In a sense, the Shadow is all of that which is "dark" (unconscious) to me; but in a more special sense, it can be an activated center ("complex") energized by repressed feelings, anger, old hurts, etc. If not recognized as such (made conscious), its energy can be projected onto others. Then the faults I see in other people are really the mirror image of my own. My first task of individuation is to "own my own shadow". 2
© Copyright 2024 ExpyDoc