Klik hier om het eerste hoofdstuk te lezen

1. Waspoeder
in het onbewuste
Over de relatie tussen het bewuste en het
onbewuste in NLP
Jaap Hollander
Cognitieve resonantie
Jaren geleden zaten Anneke en ik aan tafel met onze zoon Florian, die toen psychologie studeerde. Florian vertelde over een experiment waar hij voor zijn studie over had gelezen. Het had te maken met ‘priming’. Priming is beïnvloeding
op een onbewust niveau. De onderzoekers laten de ene groep bijvoorbeeld een
tekst lezen over snelle dieren zoals panters en cheeta’s. De andere groep laten
ze een tekst lezen over langzame dieren. Vervolgens blijkt de eerste groep een
taak sneller te doen dan de tweede. Toen Florian dat vertelde, spitste ik mijn
oren. Ik werk in mijn praktijk al 35 jaar met hypnose, dus ik ben een fan van het
onbewuste. Dat zie ik als een rijke bron van creativiteit en innerlijke kracht. En
wetenschappelijke ondersteuning van mijn geliefde standpunten is altijd welkom. Het voelt goed als je wereldbeeld wordt bevestigd: ‘Ik wist het wel, het
klopt gewoon!’. Geen cognitieve dissonantie1, maar cognitieve resonantie!
Het onbewuste in NLP
Het onbewuste speelt een belangrijke rol in NLP. NLP ziet de mens als een verzameling van delen die allemaal hun eigen kwaliteiten en waarden hebben. Een
individu heeft vele verschillende kanten. Vaak zie je dat ineens heel duidelijk
tijdens een crisis. Iemand kan dan plotseling bijvoorbeeld veel zelfzuchtiger zijn
dan je hem ooit hebt gezien. Of veel ruimhartiger. Er treedt een kant van hem
1. Cognitieve dissonantie is de mentale stress die optreedt als iemand twee onverenigbare overtuigingen heeft. Bijvoorbeeld: jij heb teen hekel aan een bepaalde politieke partij, en je beste vriend
stemt op die partij. Dat geeft de meeste mensen een onaangenaam gevoel. In mijn geval: ik houd van
NLP en ik houd van wetenschap. Maar de wetenschap keurt NLP vaak af, en NLP heeft vaak geen
hoge dunk van de wetenschap.
1
naar voren die je nog niet kende. Hij was altijd zo sociaal, maar nu het schip
zinkt, zit hij als eerste in de reddingsboot. Of in positieve zin: hij was altijd zo
egocentrisch, maar nu je aan de grond zit, is juist hij degene die alle tijd en
aandacht voor je heeft. De twee belangrijkste kanten die we in NLP aan een
mens onderscheiden, zijn het bewuste en het onbewuste. Het bewuste denken
bestaat uit alles wat we op een gegeven moment om ons heen waarnemen, plus
de beelden die we in gedachten zien, de innerlijke
geluiden en woorden die we horen en de gevoelens
‘In NLP speelt het die we ervaren. Terwijl ons bewuste denken daar
onbewuste een hoofdrol, mee bezig is, registreren we onbewust weer andere
soms op de voorgrond, dingen in onze omgeving, beoordelen we die onbemaar altijd op de wust en vinden er onbewust allerlei beslissings- en
verwerkingsactiviteiten plaats. Je kent vast wel het
achtergrond.’ volgende verschijnsel uit je eigen dagelijks leven.
Je hebt een probleem, maar je komt er niet uit. Dat
kan een heel banaal probleempje zijn. Je wilt bijvoorbeeld een plankje aan de
keukenmuur bevestigen, maar je weet niet hoe. Of het kan heel essentieel zijn.
Je probeert bijvoorbeeld te besluiten of je verder wilt met je relatie. Je komt er
niet uit. Je maakt de aanbevolen lijstjes met voor- en nadelen, maar het helpt
niet. En je op den duur richt je je aandacht weer op andere zaken en vergeet je
het probleem. Maar je onbewuste vergeet het niet. Een tijdje later, terwijl je niet
eens met het probleem bezig was, weet je ineens de oplossing; een antwoord
op de vraag die je al bijna vergeten was. Je bent onbewust is aan het probleem
blijven werken. Vaak met een uitstekend resultaat.
2
Het onbewuste speelt een belangrijke rol in bijna alle hoofdstukken van dit boek,
ook al wordt het meestal niet letterlijk zo benoemd. Als Reinalda bijvoorbeeld
een metafoor aan een kind vertelt, dan gaat zij er van uit dat het kind zich automatisch vereenzelvigt met de hoofdpersoon uit het verhaal. Zelfs, of misschien
wel des te meer, als die hoofdpersoon een dier is. Als zij zegt: ‘Ergens ver hier
vandaan, midden in een grote zandwoestijn, woont Avital. Zijn naam betekent
‘de oeroude’, maar omdat hij nog jong is noemt iedereen hem Avi’, dan gaat zij
er van uit – vooral wanneer zij nog wat meer vertelt over Avi’s belevenissen - dat
het kind onbewust Avital wordt. Tot op zeker hoogte zal dat kind wel moeten,
als het tenminste wil begrijpen wat de woorden van het verhaal betekenen. Als
iemand luistert, dan roept hij onbewust en automatisch ervaringen op die aan
de woorden gekoppeld zijn, anders zouden die woorden immers betekenisloze
klanken zijn. Het kind voelt wat Avi voelt en de oplossingen die Avi vindt, vindt
het kind ook. Als je ooit verhaaltjes hebt voorgelezen aan kinderen, dan ken je
dit effect. Dit geldt overigens niet alleen voor kinderen. Mensen die organisaties
begeleiden kennen het effect van corporate story telling op volwassenen. Als de
directeur een gloedvol verhaal vertelt over zijn grootvader die reuze trots was
op zijn ambacht, dan gaat de projectmanager automatisch nadenken over hoe
ambachtelijk hij zijn spreadsheets gebruikt.
Nieuwe verbindingen
Een belangrijk NLP-principe luidt: ‘Het onbewuste is belangrijk’. Soms ook geformuleerd als: ‘Het onbewuste is minstens even belangrijk als het bewuste
denken’. Als Guus het heeft over eigenschappen van een systeem, dan weet hij
dat de betrokkenen zich niet – of althans niet al te scherp - bewust zijn van
die eigenschappen. Een groep, of het nu gaat om een familie of om een maatschappelijke geleding, heeft een gedeeld, collectief onbewuste. Als Guus het
heeft over ‘fairness’ dan zegt hij: ‘We verwachten dat het leven, de maatschappij, onze maatschappelijke systemen, fair zijn. Als het tegendeel blijkt, dan zijn
we van slag’. Maar als je van te voren aan mensen had gevraagd: ‘Kun je mij
eens uitleggen wat je precies van de maatschappij verwacht?’, dan hadden ze
vast niet gezegd: ‘Ik verwacht vooral van onze maatschappelijke systemen dat
ze fair zijn’. Die verwachting is er wel degelijk, maar totdat hij wordt geschonden – en soms zelfs nog daarna - blijft hij onbewust. Het begint met een emotie,
rechtstreeks aangestuurd vanuit het onbewuste. Iemand krijgt het gevoel dat
er iets niet klopt, gebaseerd op de onbewuste verwerking van indrukken. Pas
daarna gaan mensen met hun bewuste denken zoeken naar de bron van die
emotie. Welke regels er zijn overtreden? ‘Het is gewoon niet fair!’ Dan pas wordt
het bewuste concept ‘fairness’ aan die emotie gekoppeld. Dus ook de basis van
het soort systemische processen waar Guus het over heeft ligt in het onbewuste.
Automatisering
En als Janneke met een therapiecliënt werkt, dan? Speelt het onbewuste dan
ook mee? Maakt zij de cliënt niet juist bewust van wat er innerlijk gebeurt en
vraagt ze hem niet juist om zich heel bewust bepaalde dingen voor te stellen?
Hoe heeft dat dan met het onbewuste te maken? Toch is ook in Janneke’s veranderingswerk het onbewuste van doorslaggevend belang. Zij hoopt en verwacht
dat de veranderingen die zij oproept onbewust doorwerken. Wanneer zij een jongetje leert om de geluiden van een ruzie langzamer en zachter te laten klinken in
zijn beleving, dan verandert er iets in zijn associaties. Er ontstaan nieuwe verbindingen tussen zintuiglijke weergaven. Nu die geluiden lager en trager zijn,
3
komt er ruimte om ze te koppelen aan een positief zelfbeeld. Maar daar heeft
die jongen alleen iets aan, als dat onbewust doorwerkt. Het is natuurlijk niet de
bedoeling dat hij nu de rest van zijn leven die grammofoonplaat telkens bewust
langzamer moet zetten. Het is de bedoeling dat die verandering geautomatiseerd
wordt. Dat hij het onbewust gaat doen. Als dat niet zo was, dan zouden mensen
er een dagtaak aan hebben om de resultaten van hun therapie overeind te houden. Dus of het nu gaat om NLP-werk met metaforen, organisaties of trauma’s,
steeds speelt het onbewuste een hoofdrol. Soms op de voorgrond maar in ieder
geval op de achtergrond.
Waspoeder in het onbewuste
Het onderzoek waar we het aan tafel met Florian over hadden, had te maken
met het Amerikaanse waspoedermerk Tide (dat ‘getijde’ of ‘tij’ betekent). Qua
bekendheid is het te vergelijken met bij ons Witte Reus of Sunil. De onderzoekers (Nisbett & Wilson) lieten hun proefpersonen eerst woordparen bestuderen
en daarna lieten ze hen vertellen wat er spontaan bij hen opkwam. De proefpersonen zagen eerst het woordpaar ‘oceaan-maan’ en vervolgens werd hen
gevraagd om vrij te associëren op het woord ‘waspoeder’.
‘Wetenschappelijke Een groot – en wetenschappelijk overtuigend – deel van
conclusies... soms de proefpersonen kwam met het merk Tide (dat in het Engels inhoudelijk samenhangt met ‘oceaan’ en ‘maan’). In
verdampen ze het maanlicht kijken we naar de golven dan de oceaan en
waar je bij staat.’ we zien de getijden komen en gaan. Het interessantste aan
dit onderzoek vond ik, dat de meeste proefpersonen niet
zeiden: ‘Ja, nogal logisch dat ik Tide zei, dat komt gewoon doordat ik net die
twee woorden, ‘oceaan’ en ‘maan’ kreeg!’ Maar de proefpersonen waren zich er
niet van bewust dat ze beïnvloed waren door die woordparen! Ze gaven redenen
zoals: ‘Mijn moeder gebruikte vroeger Tide.’ of ‘Ik vind het lekker fris klinken.’
Hun onbewuste had de informatie verwerkt en hun beslissing beïnvloed, zonder
dat hun bewuste denken dat wist.
4
Een overtuigend verhaal
Hier wilde ik meer over weten. Dus leende ik van Florian een vuistdik studieboek, ‘Psychological Science’ geheten, waarin hij - dankzij de kort daarvoor
afgelegde tentamens - precies kon aanwijzen waar deze onderzoeken stonden.
Ook een ander onderzoek vond een interessante link tussen onbewuste waarneming en gedrag. In dit onderzoek (Bargh en collega’s) kregen de proefpersonen
de opdracht om zinnen te maken met bepaalde losse woorden. Sommige van
deze woorden waren geassocieerd met bejaarden, zoals ‘oud’, ‘Florida’ (waar
veel Amerikaanse bejaarden naartoe trekken als ze met pensioen gaan) en ‘rimpels’. Als de proefpersonen enkele zinnen hadden gemaakt, werd hen verteld
dat het experiment klaar was. In feite was het experiment dan nog niet echt
voorbij, want de onderzoekers keken hoe snel de proefpersonen liepen als ze
het gebouw verlieten. Proefpersonen die met ‘bejaarde’ woorden hadden gewerkt, liepen veel langzamer dan proefpersonen die met neutrale woorden hadden gewerkt. En ook hier waren ze zich niet bewust van wat hun manier van
lopen had beïnvloed.
Dit onderzoek is een draaipunt geworden in het wetenschappelijk denken over
het onbewuste. Het is zo’n overtuigend verhaal, dat het de wetenschappelijke
gemeenschap heeft ‘geprimed’ voor de kracht van het onbewuste. De Belgische
psychologe Doyen en haar collega’s zeggen:
‘The perspective that behavior is often driven by unconscious determinants has
become widespread in social psychology. Bargh’s famous study, in which participants unwittingly exposed to the stereotype of age walked slower when exiting the
laboratory, was instrumental in defining this perspective’.
(‘De visie dat gedrag vaak wordt aangestuurd door onbewuste oorzaken, is wijd
verbreid in de sociale psychologie. Bargh’s beroemde studie, waarin de proefpersonen die - zonder het te weten - werden blootgesteld aan het stereotype
van de ouderdom, langzamer liepen bij het verlaten van het laboratorium, was
doorslaggevend voor de ontwikkeling van deze visie’).
Verdampende resultaten
De Boyen-groep probeerde de resultaten van Bargh te reproduceren. Al doende
ontdekten zij, dat priming geen puur individueel proces is, maar ook – en eigenlijk nog meer – iets dat in een relatie gebeurt. In eerste instantie vonden ze
het effect van Bargh– het langzame lopen – helemaal niet terug! Keurig experimenteel onderbouwde wetenschappelijke conclusies; soms verdampen ze waar
je bij staat. Boyen had precies hetzelfde experiment gedaan, met 120 studenten. Ze maakte de meting zelfs nog iets nauwkeuriger, door de loopsnelheid te
meten met infrarood-poorten. Maar Bargh’s beroemde vertragingseffect vond ze
niet. De met ouderdom geprimede groep deed er gemiddeld 6,27 seconden over
om naar de deur te lopen en de andere groep deed er 6,39 seconden over. Geen
verschil van betekenis…. Hoe kon dat? Men vermoedde dat het te maken had
met de overtuigingen van de onderzoekers. Daarom deed de Boyen-groep het
experiment nog eens over, maar nu met een kleine wijziging. Nu werden ook de
5
onderzoekers geprimed die de opdrachten aan de studenten gaven. De helft van
de onderzoekers werd eerst overtuigd van de effecten van priming. De andere
helft niet. De eerste helft kreeg voorafgaand aan hun werk een lezing van een
uur over de aangetoonde effecten van priming. De tweede groep kreeg die lezing niet. Bovendien zorgde Boyen ervoor, heel slim, dat de eerste proefpersoon
met wie zij werkten een geheime medewerker was. Die medewerker vertoonde
precies het gedrag dat je op grond van priming zou verwachten…. Zo werd het
geloof van de onderzoekers in priming verder versterkt. En wat bleek? Als de
onderzoeker in priming geloofde, dan vond er ook priming plaats. Geen geloof,
dan ook geen priming! Hier vinden we een inte‘Je geloof in de suggesties ressante paradox. Er was nu wetenschappelijk
die je geeft, is minstens aangetoond dat de wetenschappelijk methode
niet objectief was. Althans niet voor dit soort
zo belangrijk als de inhoud.’ processen. Priming is iets dat in een relatie
plaatsvindt en dat evenzeer te maken heeft met
de onderzoeker als met de proefpersoon. Wat betekent dit nu voor NLP? Op de
eerste plaats wordt hiermee het NLP-standpunt ondersteund dat het onbewuste
een belangrijke factor is het menselijk denken en doen. Met dit onderzoek wordt
ook bevestigd hoe belangrijk het is om ‘congruent’ te zijn in je werk. Als je een
bepaalde methode gebruikt, zorg dan dat je daar zelf ook volledig in te gelooft.
Geef je bijvoorbeeld positieve suggesties zoals ‘Je hebt alle hulpbronnen in je om
dit doel te bereiken’, weet dan dat jouw eigen geloof in die suggestie minstens
even belangrijk is als de inhoud.
Lariekoek
6
In Florian’s Amerikaanse studieboek las ik dat een van die priming onderzoeken
hier in Nijmegen is gedaan. Door Dijksterhuis en Knippenberg. Inderdaad, de
Dijksterhuis die later bekend werd met zijn boek ‘Het slimme onbewuste’. Ergens
was ik daar toch een beetje trots op. Wat hield dit onderzoek in? Sommige proefpersonen kregen informatie over professoren, anderen kregen informatie over
voetbalsupporters. De eerste groep leverde betere prestaties bij het beantwoorden van kennisvragen. Als we uitgaan van het onderzoek van de Boyen-groep,
dan kunnen we dus zeggen: Dijksterhuis en Knippenberg geloofden blijkbaar in
priming. Sinds wij dit gelezen hebben, zetten wij altijd een grote 10 op de flipover als we cursisten toetsen geven. Enfin, ‘the rest is history’, want sinds er hele
series van dit soort onderzoeken zijn gedaan, is het onbewuste weer populair in
de wetenschap. Of om het wetenschappelijk te zeggen: ‘De visie dat gedrag vaak
wordt aangestuurd door onbewuste determinanten werd wijd verbreid in de
psychologie’. Je hoorde wetenschappers als Dijksterhuis op het hoogtepunt van
deze hausse – rond 2010 - zelfs beweren dat het überhaupt weinig zin had om
nog bewust over iets na te denken. Vooral niet als het om iets belangrijks ging.
Je onbewuste was zo veel beter in staat om ingewikkelde afwegingen te maken,
dat je het maar beter helemaal aan je onbewuste kon overlaten. Dat is ook weer
overdreven. Net zoals het de 40 jaar daarvoor overdreven was toen wetenschappers het rationele denken heilig verklaarden en het idee dat er überhaupt zoiets
bestond als een onbewuste afdeden als ‘lariekoek’. ‘Lariekoek’, dit terzijde, is
een van de meest gebruikte wetenschappelijke begrippen in ons land. Het lijkt
er op dat dit begrip de term ‘hypothese’ grotendeels verdrongen heeft (grapje).
Ik heb de laatste paar jaar trouwens niet veel meer van Dijksterhuis gehoord.
Als deze trend ook in zijn persoonlijk leven heeft doorgezet, dan zwerft hij nu
waarschijnlijk als neo-hippie door India. Of waar de hippies tegenwoordig maar
heen gaan. Cambodja? Kroatië?
Het onbewuste is belangrijk
Tegenwoordig zouden we dit idee, dat het onbewuste belangrijk is, overigens
wel net iets anders verwoorden. De formulering, ‘Het onbewuste is minstens
even belangrijk als het bewuste denken’, klinkt als een reactie op een andere
stelling. Je hoort als het ware in gedachten een asperger van de anti-kwakzalversvereniging zeggen: ‘Dat hele idee, dat er zoiets zou bestaan als een onbewuste,
is volstrekte lariekoek! Dat beweert men alleen om naïeve patiënten geld uit de
zak te kloppen.’ Waarop de NLP-er dan verontwaardigd reageert met: ‘O ja? Nou
het onbewuste is anders even belangrijk is als het bewuste denken, hoor!’. Maar
tegenwoordig is die wetenschapper het dus gewoon met die NLP-er eens. ‘Ja, dat
zeg ik net, het onbewuste is reuze belangrijk!’ Daarom is die reactieve formulering verouderd, althans qua vorm. We zouden nu eerder zeggen: ‘Een evenwichtige samenwerking tussen je bewuste denken en je onbewuste is belangrijk’.
X veroorzaakt Y, of niet?
Mijn collega Nico Knijnenburg en ik zochten naar een goede stelling over het
onbewuste, toen we een centrale suggestie wilden formuleren voor een hypnose-workshop (‘Wat beweegt mij?’). Uiteindelijk kwamen we hier op uit: ‘Doordat
je een betere relatie ontwikkelt tussen je bewuste denken en je onbewuste, daardoor sta je sterker, gevoeliger en gelukkiger in het leven’. Misschien vraag je je af:
is ‘omdat’ en dan nog eens ‘daardoor’ niet dubbel op? Taalkundig gezien heb je
helemaal gelijk, maar psychologisch werkt het net iets beter zo. Deze formulering is een NLP-principe en tegelijkertijd een snippertje hypnotherapie, want er
7
wordt een ‘Miltonpatroon’ in gebruikt, een taalpatroon ontleend aan Milton H.
Erickson. Met Milton-patronen kun je dingen zo zeggen, dat iemand ze gemakkelijker kan accepteren. Milton Erickson was daar een meester in en Grinder
en Bandler hebben hem gemodelleerd. Als wij bijvoorbeeld zeggen: ‘Doordat X,
gebeurt Y’, dan heb je de neiging om aan te ne‘Een pakhuis vol innerlijke men dat X gebeurt en kritisch na te denken over
of dat inderdaad Y zal veroorzaken. Wij zeggen:
mogelijkheden. Een ‘Doordat je een betere relatie ontwikkelt tussen
reservoir vol oplossingen’. je bewuste denken en je onbewuste, daardoor sta
je sterker, gevoeliger en gelukkiger in het leven’.
Daarmee werpen we je bewuste denken als het ware een bot toe om op te kauwen. Als je kritisch luistert, dan denk je misschien: ‘Ho, wacht even, hoe weten
jullie zo zeker dat ik gelukkiger wordt van een betere samenwerking tussen mijn
bewuste en mijn onbewuste? Gebeurt dat automatisch? En terwijl je dat denkt,
accepteer je de vooronderstelling dat je een betere relatie gaat ontwikkelen tussen je bewuste en je onbewuste.
Een intelligente beschermengel
In ‘NLP in Nederland’, een van de eerste Nederlandse boeken over NLP, staat
een hoofdstuk getiteld: ‘Het heilige geloof in het onbewuste’. NLP-ers praten
vaak over (en ook tegen) hun onbewuste alsof het een intelligente beschermengel is, die allerlei moeilijke situaties oplost, die steeds bij ze is en die het beter
weet dan hun beperkte bewuste denken. Hoe komen NLP-ers ertoe om te geloven dat er zoiets bestaat als het onbewuste? Dat heeft historische redenen.
Bandler en Grinder, de grondleggers van NLP, noemden zich in 1980 geen ‘trainers’ of ‘therapeuten’ of ‘consultants’, ze noemden zichzelf ‘modelleurs’. ‘We are
modelers’. Dit is het ‘Ich bin ein Berliner’ van de NLP. De belangrijkste mensen
die Bandler en Grinder modelleerden waren gezinstherapeute Virginia Satir, hypnotherapeut Milton Erickson een Gestalttherapeut Fritz Perls.
Erickson
8
En met Milton Erickson begint het verhaal van het onbewuste in NLP. Erickson
was een bekende psychiater en hypnotherapeut, overleden in 1981, die een groot
aantal boeken en artikelen publiceerde over de hypnotherapie. Aan het eind
van de jaren ‘70 kreeg hij bekendheid onder psychotherapeuten. Erick­son had
een nieuwe vorm van hypnotherapie ontwikkeld, die je kunt omschrijven als
een combinatie van hypnotherapie en gesprekstherapie. Wat Erickson toevoegde aan de klassieke hypnose waren de principes van ‘utilisatie’ (het gebruikma-
ken van ervaringen die de cliënt al beschikbaar heeft) en ‘indirecte suggestie’
(via een omweg suggereren wat je graag wilt dat de cliënt doet). ‘Als je wilt dat de
cliënt over zijn moeder gaat praten,’ zei Erickson, ‘dan kun je hem het beste over
je eigen moeder vertellen.’ Je geeft geen rechtstreekse opdracht: ‘Vertel eens iets
over je moeder’, maar je brengt iemand indirect op het idee. Indirecte suggestie
lijkt sprekend op priming... NLP heeft een hele serie van dit soort suggestieve
principes en taalpatronen aan Erickson ontleend. En uiteraard had Erickson als
hypnotherapeut duidelijke ideeën over het onbewuste. Via hem kwamen die
ideeën in NLP terecht.
Het is belangrijk om te bedenken hoe sterk Erickson’s beeld van het onbewuste
afwijkt af van dat van Freud. Voor Freud is het onbewuste een massa vurige
verlangens, waarvan er vele moreel ontoelaatbaar zijn en op de lange termijn
rampzalige gevolgen kunnen hebben. Freud ziet het onbewuste als een poel vol
ziedende impulsen die ons dreigen te overweldigen. Een fundamentalistisch instinct, waarmee niet te onderhandelen valt en waar ons ego (ons bewuste denken) uit alle macht tegen moet strijden. Erickson ziet het onbewuste veel positiever. Voor Erickson is het een pakhuis vol psychologische mogelijkheden. Een
reservoir vol oplossingen die liggen te wachten om door het bewuste denken
gevonden te worden. Voor Freud is het onbewuste een bron van neurotische,
problematische gedragingen. Voor Erickson is het onbewuste een intelligente,
behulpzame entiteit met goede bedoelingen. Voor Freud treedt persoonlijke
ontwikkeling op als wat onbewust was, bewust wordt gemaakt en opgenomen
wordt in het ego, (‘Was Es ist soll Ich werden’ - ‘Wat onbewust is, moet bewust
worden’). Voor Erickson kunnen goede persoonlijke veranderingen zich ook volledig op onbewust niveau voltrekken, zonder dat het bewuste denken er überhaupt bij ingeschakeld wordt. Een beroemd citaat van hem is: ‘Change will lead
to insight far more often than insight willl lead to change’. (‘Verandering leidt
veel vaker tot inzicht dan inzicht leidt tot verandering’). Met andere woorden:
beïnvloed het onbewuste van de cliënt zodat hij verandert, dan zorgt het bewuste denken daarna wel voor de inzichten. Het is deze visie op het onbewuste, die
via het modelleren van Erickson in NLP is terechtgekomen.
Verschillende soorten ‘onbewust’
Waar hebben we het eigenlijk over, als we het over ‘het onbewuste’ hebben?
Een zekere John Miller publiceerde in 1941 het boek ‘Unconsciousness’. Daarin
beschrijft hij de vele verschillende betekenissen die er aan het woord ‘onbewust’
worden gegeven. Miller merkt in 1941 al op, dat het bewustzijn slechts ruimte
9
heeft voor één taak tegelijkertijd, terwijl er in de - zoals hij het noemt – ‘buiten de aandacht plaatsvindende, automatische, parallelle gegevensverwerking’
(het onbewuste) veel verschillende taken tegelijkertijd worden uitgevoerd, die
bovendien met een grote snelheid worden afgewikkeld.
Welke verschillende betekenissen van ‘onbewust’ onderscheidt Miller allemaal?
Om te beginnen zijn er onbewuste herinneringen. Dingen die je je pas herinnert
als je eraan herinnerd wordt. Pas als je weer aan Parijs denkt, herinner je je wat
je daar heb meegemaakt. Ook zijn er herinneringen waar je net niet bij kunt met
je bewuste denken. Je zegt: ‘Het ligt op het puntje van mijn tong’. Je weet dat je
het weet, maar je kunt het niet zeggen. En dan zijn er herinneringen die altijd
onbewust blijven, omdat ze te pijnlijk zijn. Onder invloed van psychofarmaca,
bijvoorbeeld LSD, kunnen deze herinneringen bewust worden. En zo onderscheidt Miller nog allerlei andere categorieën, zoals onbewuste automatismen,
dat wil zeggen: dingen die je zo vaak hebt geoe‘Zijn onbewuste blijft fend dat ze nu vanzelf gaan. In het hoofdstuk over
creatief nadenken, vitaal oud worden, zullen we zien hoe belangrijk
dit soort automatismen kunnen zijn. Of onbewusterwijl zijn bewuste te lichamelijke processen, bijvoorbeeld wanneer je
denken met ander dingen ergens automatisch voor terugdeinst als je schrikt.
bezig is.’ Verder noemt Miller onbewuste creativiteit. Neem
bijvoorbeeld mijn vroegere antiekleraar Wouter.
Als hij een antiek meubel binnenkrijgt om te restaureren, dan loopt hij er eerst
een paar keer omheen. ‘Daarna laat ik het een week in de werkplaats staan,’
zegt Wouter, ‘en dan weet ik ineens wat er aan gedaan moet worden’. Zijn onbewuste blijft creatief nadenken, terwijl zijn bewuste denken met andere dingen
bezig is. Dat noemt Miller ‘onbewuste creativiteit’. En dan heb je nog subliminale waarneming, waarbij je iets wel ziet of hoort maar je daar niet van bewust
bent. In veel wetenschappelijke experimenten wordt subliminale waarneming
voor ‘priming’ gebruikt. In NLP hebben we het over al deze verschijnselen als we
over ‘het onbewuste’ spreken. In NLP gaan we uit van een onbewuste dat herinneringen bevat, dat taken automatisch uitvoert, dat lichamelijke processen
10
bestuurt en dat dingen waarneemt. Daar wordt, in navolging van Erickson, nog
aan toegevoegd dat het onbewuste ook bedoelingen kan hebben. Het onbewuste
kan naar dingen streven.
De ‘Ik-ben-benieuwd-hoe’-techniek
En dan nu een NLP-tip waarmee je zelf met je eigen onbewuste aan de slag kan.
Want NLP is voor ‘People who want to get things done’. En om iets gedaan te
krijgen, moet je meestal iets doen. Door het lezen van dit hoofdstuk ben je, hoop
ik, uitstekend ‘geprimed’ om iets nuttigs te doen met je onbewuste.
Anneke Meijer heeft een mooie, eenvoudige techniek ontwikkeld om in het dagelijks leven gebruik te maken van de kennis en de hulpbronnen in je onbewuste. Deze methode noemt zij de ‘Ik-ben-benieuwd-hoe’-techniek. Dit is een
van de gemakkelijkste manieren om de relatie tussen je bewuste denken en je
onbewuste te versterken. Het gaat als volgt:
1. Bepaal een thema
Vraag jezelf: ‘Waar loop ik vast in mijn denken of in mijn gevoelens?’’
Zoek iets wat je bezighoudt, waar je vragen over hebt, waar je niet uitkomt, met
andere woorden iets waarvan het goed zou zijn als je daar eens een ander perspectief op zou kunnen krijgen.
Mocht je je aandacht liever niet willen richten op problemen, dan kun je ook met
een innerlijke hulpbron werken. Dan vraag je jezelf zoiets als dit: ‘Waar doe ik
het uitzonderlijk goed en ben ik reuze tevreden over mijzelf?’
2. Vorm beelden van hoe het nu is en van je doel
Vorm een helder plaatje of filmpje van hoe het nu is met het thema dat je daarnet hebt bepaald. Hoe gaat het nu, wat doe je nu, wat voel je nu, wat denk je
nu? Soms kunnen dit dingen zijn die je liever niet wilt denken, doen of voelen.
Maar als je in de vorige stap met een hulpbron was begonnen, dan denk je hier
misschien juist heel graag aan.
En NLP zou NLP niet zijn, als we geen doel zouden stellen. Dus dat doe je nu
ook: vorm een helder visueel beeld van hoe je het liever wilt hebben. Wat wil je
liever denken, of liever voelen, of liever doen? Kortom: maak duidelijke beelden
van waar je bent (jouw huidige toestand) en waar je naartoe wilt (jouw doel).
Als je was begonnen met een hulpbron, dan zou je doel bijvoorbeeld kunnen
zijn om nog vaker of nog intensiever van dat mooie innerlijke vermogen gebruik
te maken.
3. Stel de ‘... I-wonder-how...’ -vraag
Wees benieuwd naar de volgende stap.
Roep even heel bewust een gevoel van benieuwd zijn op bij jezelf.
11
Maak dan ruimte voor je onbewuste weten door in jezelf te vragen (terwijl je
naar het beeld van het vastgelopen proces - of van de hulpbron - kijkt):
‘Ik vraag me af, hoe... ik een volgende stap kan zetten...’
4. Leun achterover
Kijk – letterlijk! - achter over leunend naar de beelden die automatisch bij je
opkomen.
Stel je voor dat die beelden a.h.w. geprojecteerd worden in een mooie, comfortabele, prettig ruikende en prettig voelende privé-bioscoop.
5. Respecteer de reactie die je krijgt
Is wat je ziet direct toepasbaar? Prima.
Kun je nog niet veel met de beelden die je boven krijgt, kijk dan hoe je je beelden
van de huidige toestand en het doel (uit de vorige stappen) verder kunt verfijnen
of duidelijker kunt maken.
6. Herhaal
Herhaal het bovenstaande (stap 2 t/m 4) tot je je volgende stap weet of totdat
het proces dat eerst stokte op één of andere manier weer is gaan lopen, weer in
beweging is gekomen.
Als je was begonnen met een hulpbron, werk je door tot je het idee en het gevoel
hebt dat de hulpbron als het ware breder of dieper is geworden. Gezien wat
we hierboven allemaal hebben besproken over het onbewuste, kun je je waarschijnlijk wel voorstellen dat er onbewuste veranderingen plaatsvinden, zelfs
wanneer er geen inzichtgevende beelden verschijnen.
12