tumchirurgie. Aangezien deze patiënten vaak neoadjuvante en/of intraoperatieve radiotherapie (IORT) ondergaan, is vervolgens de vraag of bestraling ook leidt tot een hoger percentage complicaties. Methode Patiënten die een PH ondergingen na resectie van rectumcarcinoom in de periode 1996 tot 2012 werden geïncludeerd. De incidentie en behandeling van urologische complicaties werden geanalyseerd en er werd een Kaplan-Meier-analyse verricht. Deze resultaten werden vergeleken met resultaten van PH in eerdere studies. Resultaten In totaal werden 55 patiënten geïncludeerd. 29 hadden geen complicaties tijdens follow-up (gemiddeld 55 maanden). De overige 26 (47%) patiënten hadden de volgende complicaties: urinelekkage en fistelvorming (n = 13), ureterstrictuur (n = 5), urosepsis (n = 3), functionele problemen (n = 3) en recidief rectumcarcinoom in de urinewegen (n = 2). Bij univariate analyse bleek IORT geen significante risicofactor te zijn voor het ontstaan van complicaties. Het tijdstip van optreden van complicaties was nul tot 66 maanden. Na drie maanden was slechts 52% van de complicaties opgetreden, na twee jaar 85%. Het percentage complicaties in deze populatie ligt aanzienlijk hoger dan in populaties van andere studies naar de resultaten van PH. Er zijn echter geen eerdere resultaten van PH in deze specifieke oncologische populatie bekend. Conclusie Dit is de eerste studie die urologische complicaties van PH na rectumchirurgie beschrijft. Tussen patiënten met en zonder urologische complicaties zagen wij geen significant verschil in overleving. Ook bij patiënten die IORT ondergingen, lijkt PH een veilige reconstructie. Het grootste gedeelte van de complicaties treedt op in de eerste twee jaar postoperatief. 17 Nierfunctieverlies en nierfuncti e gerelateerde re-interventies na urinedeviaties F.C. Lely, P.J. van Leeuwen, R. Nooter en J. Blom Sint Franciscus Gasthuis, Rotterdam Introductie Bij het aanleggen van een urinedeviatie na radicale cystectomie (RC) is het belangrijk een lagedruksysteem te creëren én het risico op obstructie van de hogere urinewegen te minimaliseren, omdat deze obstructie tot nierfunctieverlies kan leiden. Tijdschrift voor Urologie mei 2014 - nr. 3 Deze studie onderzoekt de verandering in nierfunctie (NF) op lange termijn bij patiënten na RC met een blaasvervanging (BV) of een urinestoma (US). Methode Tussen 1992 en 2011 ondergingen 150 patiënten een RC met urinedeviatie (76 keer BV, 74 keer US). NF werd geëvalueerd middels modification of diet in renal disease (MDRD); glomerular filtration rate (GFR) (ml/min per 1,73 m2) = 175 x (serumcreatinine) – 1,154 x (leeftijd) – 0,203 x (0,742 vrouw). Deze werd preoperatief bepaald én postoperatief tot januari 2013, datum van overlijden of de laatste follow-updatum. Significante achteruitgang van de NF werd gedefinieerd als een afname in de MDRD van > 2 ml/min/1,73 m2/jaar follow-up. Factoren die van invloed waren op MDRD (leeftijd, comorbiditeit, urinedeviatie en type obstructie) werden middels multivariate analyse geïdentificeerd. Een uretero-ileale obstructie werd gediagnosticeerd middels een 99mTcMAG3-renografie, een stomaobstructie of een parastomale hernia op basis van kliniek. Resultaten De mediane leeftijd was 66 jaar, mediane follow-up was 37,5 maanden. De MDRD daalde gemiddeld 0,5 ml/min/1,73 m2/jaar. Significant verlies van NF werd gezien bij 36% en 21% van de patiënten bij respectievelijk US en BV (p = 0,97). In totaal werd 19,3% van de patiënten gediagnosticeerd met een obstructie, 69% had significant verlies van NF (p < 0,01). Een linkszijdige obstructie ter hoogte van de anastomose was de meeste voorkomende obstructie (72%). Re-interventie door re-implantatie of een percutane nefrostomiekatheter resulteerde bij 70% van de patiënten in volledig herstel van de NF. Conclusie Een groot percentage patiënten heeft significant nierfunctieverlies in de periode na een RC. Een obstructie, in 72% van de gevallen linkszijdig, vermindert de NF significant bij 69% van de patiënten. Daarom dient NF na RC levenslang geobserveerd en bij achteruitgang direct behandeld te worden om irreversibele schade te voorkomen. Aandacht is geïndiceerd voor de techniek van de anastomose van de linker ureter. 18 Variabiliteit van de bulbaire arterie: een anatomische dissectie studie I. Perfors, L. de Kort, R. Bosch en R.L.A.W. Bleys Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht Introductie Tijdens een bulbaire urethrareconstructie wordt een zeer variabel verloop van de bulbaire arteriën gezien. 75
© Copyright 2024 ExpyDoc