E4 Economie E5 NRCHANDELSBLAD DONDERDAG 20 FEBRUARI 2014 Topman Randstad is een gepolijste klantenbinder Door onze redacteur Eppo König M/V in het nieuws Jacques van den Broek AMSTERDAM. De benoeming van de AMSTERDAM. Supermarkten vervangen hun normale winkelmandjes voor diepere exemplaren op wieltjes. Waarom? Omdat de klant dan niet merkt hoeveel gewicht hij meesjouwt – en meer koopt. Zo geldt ook: hoe groter de winkelwagen, hoe meer omzet. Als de boodschappen niet gestapeld, maar naast elkaar liggen, geeft dat de klant het gevoel: er kan nog wel wat bij. Maar zo’n grotere kar mag dan weer niet te zwaar zijn, want wie een zware kar moet voortduwen, vindt al gauw dat hij genoeg heeft gekocht. Daarom zijn hellinkjes in supermarkten ook zeldzaam. Zodra een klant een supermarkt binnenstapt, gaat de trukendoos open. Het doel? De klant met meer, liefst veel meer, boodschappen naar huis laten gaan dan hij van plan was. Hierover schreef de Duitser Jörg Zipprick een boek, dat deze maand in Nederland is uitgekomen onder de titel De Supermarktleugen. Culinair journalist Will Jansen is uitgever en mede-auteur: hij heeft grote delen van de tekst aangepast en aangevuld en het boek voor de Nederlandse markt geschikt gemaakt. Nog wat voorbeelden van trucs die u in supermarkten tegenkomt? Als er muziek klinkt, is dat bedoeld om omgevingsgeluiden te maskeren en het humeur van klanten te verbeteren. Dat het naar vers brood ruikt, al wordt alleen maar fabrieksdeeg afgebakken, is te danken aan een spray die uit de airco (of een speciaal kastje) komt. Hoe het winkelwagentje steeds voller raakt Supermarkten Zodra een klant een supermarkt binnenstapt, gaat de trukendoos open, betogen Jörg Zipprick en Will Jansen in hun pas verschenen boek ‘De Supermarktleugen’. Tegen de klok in DE AUTEURS VAN ‘DE SUPERMARKTLEUGEN’ De meeste supermarkten hebben een indeling die klanten tegen de klok in laat lopen: ingang rechts, kassa’s links. Dit zou de verkoop stimuleren. ‘Linksomlopers’ geven ruim 10 procent méér uit dan klanten die rechtsom moeten lopen. Het schijnt dat mensen tegen de klok in langzamer lopen – en dus makkelijker te verleiden zijn. Bijvoorbeeld wanneer zij langs de kortingbakken lopen. Dat zijn van die ijzeren, wat rommelige bakken met aanbiedingen. Zo’n bak straalt ‘goedkoop’ uit en nodigt uit tot een spontane aankoop. Tussen die kortingbakken liggen vaak producten die helemaal niet in de aanbieding zijn. Maar vrijwel niemand die dat doorheeft. Schappen zijn soms schuin geplaatst, waardoor producten naar voren schuiven als het voorste eruit wordt gehaald. Hierdoor is het voor de klant moeilijker het product weer terug te zetten in het schap. Alledaagse boodschappen als mineraalwater of toiletpapier staan achter in de supermarkt. Als een klant die producten wil kopen, moet hij de hele winkel door. Het vergroot de kans dat hij onderweg ook wat anders koopt. Jörg Zipprick en Will Jansen delen een afkeer van chemische middelen Zowel Jörg Zipprick (1965) als Will Jansen (1950) heeft een ietwat activistische reputatie. Beiden hebben een enorme afkeer van de chemische middelen die de voedingsindustrie in eten stopt. Zo vertelt Jansen, die als culinair journalist jarenlang reportages maakte over restaurants met drie Michelinsterren: „Ik ben eens uitgenodigd in een Belgische fabriek die kant-en-klaarmaaltijden voor C1000 maakte. Hutspot met gehaktballen met een cellofaantje eroverheen – en dat moest dan vier weken goed blijven. Vier weken!” Zipprick ageerde fel tegen de moleculaire keuken, onder andere van (het inmiddels gesloten) driesterrenrestaurant El Bulli in Catalonië, Spanje, van chefkok Ferran Adrià. Hij betoogde dat de chemische trucs van Adrià de gezondheid van de gasten in gevaar konden brengen. Jansen bracht in 2007 Wat zit er in uw eten? naar Nederland: „De gids die u alerter maakt op al die E-nummers.” Dat boekje ging 180.000 keer over de toonbank en veroorzaakte nogal wat commotie. Het Voedingscentrum (van de ministeries van Economische Zaken en van Volksgezondheid, Jörg Zipprick Welzijn en Sport) schrijft op zijn website: „Er zijn publicaties in omloop die mensen waarschuwen voor E-nummers, omdat deze schadelijk voor de gezondheid zouden zijn. Deze waarschuwen je voor effecten die optreden bij inname van de zuivere stof. Die dosis ligt duizenden tot miljoenen keren hoger dan de aanvaardbare dagelijkse inname en de hoeveelheid die in levensmiddelen zit. [...] Producten met E-nummers kun je veilig eten.” Will Jansen De Nederlandse supermarkten zijn samen goed voor een omzet van ruim 33 miljard euro per jaar, maar die staat zwaar onder druk. Hun klanten zijn door de prijzenoorlog, van 2003 tot 2006, gewend geraakt aan lage prijzen. En door de economische crisis zijn zij nóg kritischer geworden op wat zij kopen. Vandaar dat supermarkten er alles aan doen om consumenten te verleiden juist die producten te kopen waar hoge winstmarges op zitten. Verse sapjes of vers gesneden rauwkost, bijvoorbeeld. Ook de fabrikanten denken voortdurend na wat zij kunnen doen om de klant hún product te laten kiezen, en niet dat van de concurrent. Dat doen ze met de gebruikelijke marketingtrucs, maar zij maken zich soms ook schuldig aan regelrechte misleiding. Denk aan de recente paardenvleesschandalen, de biologische eieren die niet biologisch bleken te zijn. Zoals Zipprick in zijn voorwoord schrijft: „Bedorven vlees, chips met acrylamide en dioxine-eieren halen nog weleens de kranten, maar voor het alledaagse geknoei van de levensmiddelenindustrie hebben de media geen aandacht.” Onzichtbare ingrediënten Zipprick en Jansen gaan stuk voor stuk de schappen in de supermarkten langs en schrijven over de productiemethoden waar de voedselproducenten zelf niet mee te koop lopen: koeien die gevoerd worden met kippenstront, bijvoorbeeld, stukjes ham die in een laboratorium aan elkaar worden geplakt of viskieuwen die met caroteen rood worden gekleurd (omdat consumenten is geleerd dat ze moeten kijken of de kieuwen rood zijn om te beoordelen of de vis vers is). De Supermarktleugen gaat uitgebreid in op het grootschalig gebruik van E-nummers, de in de Europese Unie goedgekeurde hulpstoffen voor voedingsmiddelen. Zij FOTO BLOOMBERG Door onze redacteur Barbara Rijlaarsdam dienen om voedsel anders te laten smaken, er anders uit te laten zien, langer houdbaar of beter smeerbaar te maken. De auteurs hekelen het gebruik van deze „onzichtbare ingrediënten”, met name omdat de wetenschap en de autoriteiten het niet met elkaar eens zijn over de veiligheid ervan. Zo is de zoetstof E952 in de VS al heel lang verboden, maar in Europa niet. Daarnaast maken de auteurs zich kwaad over fabrikanten die consumenten met behulp van marketingkreten voorliegen of (omstreden) E-nummers verdoezelen op hun etiketten. Carrageen (E407), dat in veel melkproducten is verwerkt, heet op het etiket meestal ‘algenextract’. En de smaakversterker glutamaat, die in veel kant-enklaarmaaltijden voorkomt, wordt vervangen door een ‘gistextract’. Dat klinkt veel natuurlijker, maar het bevat evengoed glutamaat. Producten met gistextracten mogen ook nog als ‘zonder smaakversterkers’ worden aangeprezen: een gistextract is namelijk geen additief maar een ingrediënt. De les van Zipprick en Jansen: word je bewuster van wat je eet. Met enkele voorbeelden en een stoomcursus etiketten lezen proberen zij de lezer wakker te schudden. In kippensoep van Unox zit bijvoorbeeld 4 procent gerookte kip, naast kippenvet. En in de ossenstaartsoep van dezelfde producent zit 1,6 procent rundvlees. Interesseert het de consument gewoon niet? „Anders dan de Belgen en Duitsers hebben Nederlanders weinig culinair benul”, verzucht Jansen. „Lekker eten is voor ons een dampend bord vol. Eten moet vooral goedkoop zijn.” Nederlanders geven gemiddeld nog geen 10 procent van hun inkomen aan voeding uit. Hij haalt zijn schouders op. „Tja, dan krijg je dus troep. Je kunt je maag ermee vullen, maar met voeding heeft het weinig te maken.” Hoe groter het winkelwagentje, hoe hoger de omzet, aldus de auteurs van De Supermarktleugen. Maar zo’n grotere kar mag ook weer niet te zwaar zijn, want wie een zware kar moet voortduwen, vindt al gauw dat hij genoeg heeft gekocht. W I N K E LTO MTO M Smartphone gidst klant door winkel Philips werkt aan een nieuwe app om klanten door supermarkten te gidsen: een ‘indoor gps’- applicatie op de smartphone. Het elektronicaconcern verwacht de app volgend jaar op de markt te brengen. Het systeem werkt als volgt: de klant downloadt de app op zijn telefoon, tikt zijn boodschappenlijstje in en wordt dan door de supermarkt langs alle producten genavigeerd die hij wil kopen. Het maakt gebruik van de verlichting in de supermarkt. Via de ledlampen in het plafond worden signalen naar smartphones gestuurd, waarmee de plek van een product in de winkel precies kan worden bepaald. Philips verkoopt het systeem aan supermarkten. „Wij bieden de verlichting en een basis- app. Hoe de winkelier die applicatie verder wil invullen, is aan hem”, aldus de woordvoerder. En dus kan de supermarkt ervoor kiezen de klant langs speciale aanbiedingen te loodsen of langs de producten met extra ‘attentiewaarde’. Met welke supermarkten Philips in gesprek is over de app, wil het concern niet zeggen. Marktleider Albert Heijn test momenteel in vijf filialen een ander systeem: ‘Indoor Google Maps’. „Daarmee kunnen we klanten navigeren naar bepaalde assortimentsgroepen, zoals de zuivel of de koffie”, zegt een woordvoerder. nieuwe topman van het op een na grootste uitzendconcern ter wereld (omzet 16,6 miljard euro) verliep geruisloos. De keuze voor Jacques van den Broek bij Randstad riep onder aandeelhouders amper vragen op. Van den Broek (53) is een vanzelfsprekende opvolger van Ben Noteboom, die na elf jaar vertrekt en naar verluidt de langstzittende topman van een AEX-fonds is. Van den Broek behoort tot de ‘Randstad-familie’. Hij werkt er 25 jaar en zit inmiddels negen jaar in de raad van bestuur. De twee mannen komen allebei uit het zuidwesten. Van den Broek is geboren in Goes, Noteboom in NieuweTonge. Beiden studeerden rechten, Van den Broek in Tilburg en Noteboom in Rotterdam. Ze zijn alle twee toegankelijk en gevat – maar het zijn ook geen jongens om ruzie mee te maken, zegt een beursanalist. Hun karakter en stijl zijn wel verschillend, zeggen bekenden. Noteboom is heel direct en droogjes, zijn opvolger wordt omschreven als welbespraakt en gepolijst. „Je moet altijd onderzoeken of je effectief bezig bent”, zei Van den Broek vorig jaar in een interview over ‘nieuw leiderschap’. „En sensitief blijven voor hoe je overkomt.” Hij heeft veel vakkennis en is innovatief, zegt headhunter Mark Steinen, die vroeger bij Randstad met hem werkte. Hij is geïnteresseerd in mensen en een echte klantenbinder. Als bestuurslid bemoeit Van den Broek zich persoonlijk met de 25 grootste klanten van Randstad. Steinen: „We zijn samen heel wat keertjes naar Eindhoven gegaan om Philips in Amerika binnen te slepen. Dat regel je niet met één bezoekje aan New York.” Maar tegen klanten kan Van den Broek ook heel zakelijk zijn. Steinen: „Als klanten het onderste uit de kan willen, kan hij hard onderhandelen.” Van den Broek begon zijn carrière als managementtrainee bij Vendex International, een voorloper van het huidige detailhandelsbedrijf Maxeda. In 1988 stapte hij over naar Randstad, waar hij zich opwerkte van filiaalmanager in Rotterdam en regiodirecteur tot het hoofd marketing van het uitzendconcern in Europa. De nieuwe ceo van Randstad behoort tot de ‘familie’. Hij let op zijn uitstraling, spreekt zijn talen en verzamelt strips. In 2002 kreeg hij de leiding over Inhouse Services (uitzendwerk vanaf de werkvloer), de nieuwe afdeling die Noteboom net had opgericht. Het werd een succes en twee jaar later trad hij toe tot de raad van bestuur. In die periode rond de eeuwwisseling was Randstad „het even kwijt”, vertelde Van den Broek vorig jaar op een congres van Randstad-dochter Yacht. De grote sprong kwam in 2007 met de overname van concurrent Vedior, een opvolger van Vendex waar Van den Broek ooit was begonnen. „Kijkend naar de wereldmarkt concludeerden we op een gegeven moment: we zijn niet goed in emerging markets”, zei Van den Broek bij Yacht. „ En: we waren klein in professionals. Toen hebben we Vedior gekocht, dat groot was in Azië. Toen gingen we ineens van twintig naar veertig landen.” Ook de komende jaren zal Van den Broek zich moeten richten op de opkomende markten zoals Zuid-Amerika, zegt Noteboom. „De omzet komt nog voor 93 procent uit de traditionele markten, zoals Europa en de VS.” Van den Broek heeft internationale ervaring en spreekt zijn talen. Hij was naast Yacht al verantwoordelijk voor Randstad in België en Luxemburg, Duitsland, Italië, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de internationale divisie ‘Global Client Solutions’. Van den Broek is getrouwd, heeft twee kinderen en woont in Bussum. Volgens zijn cv houdt hij van voetbal, hardlopen, golf, kunst en het verzamelen van stripboeken. Op zijn kamer staan grote vitrinekasten met miniatuurauto’s uit comics. „En je mag er niet aankomen”, zegt Noteboom. Advertentie ZAKEN DOEN OP SCHIPHOL Schiphol is een van de slimste businesslocaties van Nederland. Maak kennis met Schiphol door de ogen van een aantal aansprekende bedrijven. Lees nu elke donderdag tot en met 27 februari de serie ‘Zaken doen op Schiphol’ in NRC Reader (nrcreader.nl). Vandaag: Schiphol Real Estate Schiphol. Working Business Class
© Copyright 2024 ExpyDoc