Museumbrochure nummer 43 De Watersnood 1953 door kapitein der zee b.d. Donald Weekenstroo OVER DE AUTEUR Onze hoofdredacteur, kapitein ter zee b.d. Donald Weekenstroo, heeft de smaak te pakken! Nadat in april 2011 van zijn hand brochure nr. 37 verscheen over de geschiedenis van het museum, trakteert hij ons nu op een zeer informatieve brochure over de ervaringen en belevenissen van de 'mannen van het Wapen' ten tijde van de watersnood 1953. Zijn grote interesse voor de geschiedenis van de Marechaussee is natuurlijk geen toeval. Deze volbloed marineman met een nassaublauw hart is de zoon van kolonel der Koninklijke Marechaussee b.d. A.J. Weekenstroo, oud directeur/conservator van het Marechausseemuseum en zijn echtgenote mevrouw L.G. Weekenstroo-van Houwelinge. Het was dan ook onvermijdelijk dat de schrijver van jongst af aan met de geschiedenis van het Wapen werd opgevoed en de actualiteit 'aan de keukentafel' mee kreeg. Na het afronden van zijn opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine diende de schrijver vijftien jaar lang als officier in alle varende functies bij de Onderzeedienst. De laatste jaren als commandant van Hr. Ms. Zwaardvis en van Hr. Ms. Tijgerhaai. Vervolgens begon een Haagse loopbaan afgewisseld met varende plaatsingen aan boord van fregatten, waaronder als commandant van Hr. Ms. Piet Heijn. In Den Haag waren het vooral functies bij het Ministerie van Defensie en bij de Marinestaf, waaronder hoofd afdeling Marinevoorlichting en hoofd van de afdeling Operationele Behoeftestelling van de Marinestaf. Op 1 oktober 1999 ging hij, als hoofd van de afdeling Opleidingen Koninklijke Marine bij het Instituut Defensie Leergangen, met leeftijdsontslag. Vanaf dat moment vulde hij zijn tijd met vrijwilligerswerk, waaronder de functie van hoofdredacteur van de brochures van de Stichting Vrienden. Er is veel geschreven en gesproken over de watersnood in 1953. Met name over de belevenissen de bewoners, de bijdragen van de hulpverleners na de ramp, de afwikkeling van de ramp en de wederopbouw van het gebied. Aan de redders zijn weinig woorden besteed. Niet terecht, maar wel begrijpelijk. De bronnen zijn schaars. Redders hadden geen camera op zak, zeker geen tijd om een dagboek bij te houden en voelden na afloop niet zo'n behoefte om er over te praten. De doorsnee redder beschouwde het werk als een vanzelfsprekende plicht en de ontreddering had indruk gemaakt. De militaire redder vond het bovendien een deel van zijn taak. Het hele Wapen was bij de watersnood van 1953 betrokken: ongeveer een derde van het personeel daadwerkelijk bij de reddings- en noodherstelwerkzaamheden en de achterblijvende collega's indirect. Deze laatste groep deed er een extra schepje bovenop om het dagelijks werk gewoon door te laten gaan. Daarom is het goed dat deze brochure het licht ziet. April 2014 Wiete Hopperus Buma Voorzitter Stichting Vrienden van het Museum der Koninklijke Marechaussee
© Copyright 2024 ExpyDoc