Pater Aloys KLIJN SVD

In de vroege namiddag van Allerzielen, 2 november 2014, is na een lang ziekbed, in
Woonzorgcentra "Zuiderhout" te Teteringen
Pater Aloys KLIJN SVD
op 90-jarige leeftijd overleden.
Op 10 november is hij tijdens een plechtige Eucharistieviering in de kapel van WZC
Zuiderhout herdacht en daarna op ons SVD kerkhof aldaar te ruste gelegd.
Aloysius Joannes Franciscus, zoon van Joseph Klijn en Joanna van Heyst, werd op 4 mei
1924 in Teteringen geboren als tweede in een gezin van vier kinderen (twee jongens en twee
meisjes). Aloys volgde de lagere school aan de Driesprong in Breda.
Al toen hij zes jaar oud was, wilde hij priester worden. In ons archief is een brief bewaard die
Aloys in die jaren schreef over "Hoe ik er toe kwam om missionaris te worden." Hij schrijft: "In
de derde klas kreeg ik voor 't eerst de gedachte om priester te worden. Moeder wist er niets
van. 't Was een geheim tussen O.L.Heer en tussen mij. Moeder was toen reeds
geabonneerd op De Katholieke Missiën, waarvan de plaatjes mij erg aantrokken... Op school
lazen we toen het wat verder in 't jaar was 'n mooi verhaal over de missie waar 't
rozenkransgebed arme negerslaven goed hielp. In dat verhaaltje viel mij de liefde op van de
missionarissen voor de negers en om hoger in de hemel te komen leek mij missionaris
mooier dan wereldlijk priester. Na enkele weken werd ik misdienaar, iets waar ik reeds zo
lang op gevlast had. Toen mocht ik voortaan dicht bij O.L.Heer zitten en onder de
Consecratie vroeg ik Hem altijd om mij missionaris te laten worden. Het voornemen werd al
vaster en vaster.
Telkens als er een nieuw missieblad kwam, was ik meestal de eerste die de mooie
missie-foto's bekeek. Na 'n maand of wat, moeder was in de salon aan 't werk, vertelde ik
haar dat ik niet alleen priester maar priester missionaris wilde worden. Moeder schrok en zei:
Och je bent nog zo klein, je moet maar goed bidden en als O.L.Heer je ervoor roept, ik heb je
van O.L.Heer gekregen dan geef ik je terug aan O.L.Heer. Zo verliep er 'n jaar. Toen vroeg
moeder mij op 'n morgen, ik zat in de zesde klas, welke school ik na de lagere school wilde
volgen. M'n antwoord was dadelijk klaar, naar 'n missiehuis 't liefst, zo dat niet gaat dan naar
't seminarie. Moeder wilde dat ik naar 't Lyceum ging. Er werd gewikt en gewogen totdat, ik
was 'n beetje ziek, ik naar de dokter moest. De dokter echter zei dat ik voor m’n gezondheid
nog 'n jaar thuis moest blijven. Dat was ’n teleurstelling maar er was niets aan te doen, ik
moest 'n jaar wachten. Moeder sprak eens 'n pater uit Teteringen, deze zou den rector van
Uden sturen. De rector (van Uden) heeft met moeder gesproken, ook met het Hoofd der
school en aan deze heeft hij opgegeven wat ik moest kennen en deze heeft mij nog de
nodige lessen gegeven opdat ik bekwaam zou zijn voor het Missiehuis.
Alois Klijn."
En zo ging Aloys op 12 september 1937 naar het missiehuis St.Willbrordus in Uden,
vervolgens voor noviciaat en filosofiestudie naar het missiehuis St. Lambertus te Helvoirt en
voor zijn theologiestudie naar het missiehuis St.Franciscus Xaverius in Teteringen. Op 20
augustus 1950 werd hij door Mgr. Henricus Leven SVD tot priester gewijd.
Kort daarna werd hij benoemd voor de missie in Nieuw Guinea, waarom hijzelf gevraagd
had. Na zes maanden was hij al pastoor in een gebied zo groot als West Brabant. Zijn eerste
standplaats was Igom. Daarover schreef hij toen hij 60 jaar priester was: "Ik ben de eerste
blanke geweest in verschillende dorpen. Nu pas besef ik hoeveel ik van die zgn. primitieve
mensen heb geleerd, hoeveel zij mij hebben verrijkt."
Na zijn eerste verlof gaf de bisschop hem een moeilijke parochie, Tanggu. "Maar die
parochie werd een bloeiende gemeenschap waar ik heel graag was. De mensen
waardeerden mij en hielden van mij. Ik kreeg er een moeilijke benoeming bij: een
katechistenschool om katechisten op te leiden voor heel primitieve mensen zoals ik in mijn
eerste missiepost had..." Van die kandidaten-katechisten leerde hij meer over hun
gewoontes, geloofsopvattingen en geloofsbeleving.
Na het Tweede Vaticaans Concilie zond de bisschop hem naar het East Asian Pastoral
Institute in Manila. Die cursus duurde acht maanden en was erop gericht de deelnemers in te
leiden in de nieuwe ontwikkelingen die door het Concilie waren ingezet. Terug in het bisdom
kreeg hij de leiding voor de vernieuwing in katechese en liturgie in het bisdom. Aloys richtte
een katechistenschool op voor volwassenen-katechese. Hij leidde ook de subcommissie
voor katechese en liturgie. In de kerk deden drum en gitaar hun intrede, nieuwe liederen
werden gecomponeerd met teksten in de volkstaal zodat de mensen de geloofsinhoud
konden verstaan en begrijpen.
Vervolgens werd Aloys benoemd tot eerste novicenmeester van de SVD in Papua Nieuw
Guinea. Daarvoor moest hij de nieuwe Constituties SVD bestuderen om ze te verklaren aan
de jonge mensen die SVDer wilden worden.
Daarna werd Aloys weer pastoor, nu in de parochie Tabuga. Hij kreeg de gelegenheid om
een spiritualiteitscursus te maken bij de Jezuïeten in Australië. Korte tijd daarna mocht hij in
Australië een korte cursus volgen voor geestelijke begeleiding. Toen begon hij "Healing of
Memories" retraites te geven om mensen te helpen die op hun geestelijke voettocht "blaren"
hadden opgelopen. Na nog een cursus in Australië begon hij zusters en leken op te leiden
om zelf deze retraites te kunnen geven. "De cursus Healing of Memories heeft veel goeds
gedaan", schrijft hij. Van 1985 tot 1993 was Aloys in het House of Prayer in Goroka.
Om gezondheidsredenen verliet hij in 1993 Nieuw Guinea. Hij kon met een gerust hart
vertrekken, want anderen zetten in Papua Nieuw Guinea zijn werk voort. Kort na zijn
aankomst in Nederland vestigde hij zich in Steyl. Daar werd hij lid van het "Spirituality Team
Steyl" samen met pater Heinz Heekeren, de vroegere generale overste. Zo kon hij vele
retraites geven in Nederland, Duitsland en Oostenrijk. In 2002 stelde hij zich niet meer
beschikbaar voor het werk van het Spiritualiteitscentrum in Steyl. Hij verhuisde naar
Teteringen waar hem een aanleunwoning was toegewezen.
Terugkijkend op zijn leven, schreef hij in 2010: "Ik heb een mooi en rijk priesterleven gehad."
Toen hij dit schreef, wist hij nog niet dat hij de moeilijke louteringsberg zou moeten
beklimmen: een lang ziekbed ten gevolge van een kwaadaardige ziekte. God alleen weet
hoe dit hem gelouterd heeft. Wij die achterblijven kunnen het alleen maar vermoeden.
Wij bidden dat in Aloys bewaarheid mag worden wat geschreven staat in het boek Daniel
(12,3): "Degenen die de mensen tot gerechtigheid hebben gebracht, zullen schitteren als de
sterren voor eeuwig en immer." Dat geve God!
Teteringen, 6 november 2014 Ant.J.Verschuur