Wij zijn hier samen als goede vrienden

Wij zijn hier samen als goede vrienden
#3
& #4
j
œ œ œ
œ
Wij zijn hier
œ œ
œ œ
sa - men
als
œ
goe - de
œ œ œ œ
vrien - den
om
te
ge -
4
##
& œ
œ
œ
denk - ken
wat
œ
‰
œ
œ
Je - zus
deed.
j
œ œ
œ
œ
œ
1.Hij trok door
ste - den,
2.Hij was al - tijd
en
3.Hij leert ons dank - en
4.Hij leert ons
bid - den
5.Hij breekt het brood
om
œ œ
œ
ge - nas de
voor al - le
voor bloe - men met groot ver met ons te
7
##
& œ
zie
men
geur
trou
de
œ
-
œ
œ
œ
œ
ken en schonk de
sen de goe - de
en, voor licht en
wen tot on - ze
len, Hij is voor
œ
œ
œ
œ
œ
men - sen hun vreug - de
weer.
man
met het gro - te
hart.
le - ven, voor zon en vreugd.
Va - der, tot on - ze
Heer.
ons
nu het le - vend brood.
‰ ™™ œj œ
œ
Al - le - lu -
10
##
& Ϫ
ia,
j
œ
œ
œ
Al - le - lu
Ϫ
-
ia,
j
œ
œ
Ϫ
œ
Al - le - lu
-
ia,
j
œ
œ
œ
Al - le - lu -
13
##
&
™™
Ϫ
ia.