Til-S 983 I oú .o ¡l >tr tto IE vtlEERT GEMEENTE IE Sector Inwoners Afdeling : Openbaar: Ø Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn Niet openbaar: Zaaknummer(s) ingekomen stuk(ken) Kabinet: Behandelend medewerk(st)er: Eetje Portefeul lehouder(s) I Vogels E ! Tel.: (0495) 57 54 93 Nummer B&W-advies P.P.H. Sterk ONDERWERP Gunning uitvoeringscontracten Maatwerkvoorzieningen Wmo Begeleiding 2015 ADVIES 1) 2) Besluiten a. tot: het gunnen van de Uitvoeringscontracten Maatwerkvoorzieningen in natura Wmo 2015 voor de gemeente Wee¡t aan de rechts- en natuurlijke personen zoals vermeld op de bijgevoegde lijst (bíjlage 1); b. het stellen van een bovengrens aan de tarieven voor kortdurend verblijf (perceel 3), gelijk aan de maximum NZA-tarieven 2Ot4, zoals vermeld op de bijgevoegde veftrouwelijke bijlage (bijlage 2); c. vaststellen van de tarieven per aanbieder per product, zoals vermeld op de bij gevoegde vertrouwel ijke bijla ge (bijlage 2) ; d. het, onder voorbehoud van de gevolgen van de motie Leijten / Bergkamp, vaststellen van de maximum budgetten per aanbieder voor de gemeente Weert, zoals vermeld op de bijgevoegde veftrouwelijke bijlage (bijlage 3), dat in 2015 gefactureerd mag worden per aanbieder die beschikt over cliënten met overgangsrecht ('bestaande aanbieder'). Met nieuwe aanbieders worden alleen tariefafspraken gemaakt. e. het opleggen van geheimhouding ten aanzien van de bijlagen 2 en 3, op grond van artikel 55 gemeentewet, juncto de artikelen 10 1e lid onder c en artikel 10 2e lid onder g. van de Wet openbaarheid van bestuur en de artikelen 2.57 en 2.138 van de Aanbestedingswet 20 12 ; f. vaststellen van de bijgevoegde raadinformatiebrief en doorleiden naar de raad. Besluiten akkoord te gaan met het aangaan van contractuele verplichtingen voor de gemeente Weert C 353.092 (= L2o/o) boven het lokaal beschikbare budget voor Weert, 14 oktober S B W w W PS GG T4 ,M I I HL FVE akkoord llt( bespreken ,4 9 a )li ( Behandellng uiterlijk in college v¿n )S 1 rfr okÈobàr ZOr+ In te vullen doot het B&W secÌetaÍiaat: ¡ Akkoord fnttoora met lekstuele ! Anders, nl.: Besrissins a.a.: I aan pass¡nq E door portefeu lehoud er i I l$ - lb - LOICI I Nuñmer: Niet akkoord Gewijziqde versie A-stuk B-stuk B 2 Pag na 1 3) 4) inkoop van maatwerkvoorzieningen overeenkomstig de in de vertrouwelijke bijlage 3 vermelde budgetten per gemeente per aanbieder; Besluiten om de overschrijding van de door het college vastgestelde budget voor inkoop van maatwerkvoorzieningen te dekken uit de post onvoorzien, zoals gepresenteerd in de bijlage texploitatie-opzet nieuwe taken Wmo'van het collegebesluit van 9 september 2Ot4 en de te verwachten extra inkomsten uit eigen bijdragen. Verlenen van mandaat aan de porteFeuillehouder WMO om de definit¡eve Uitvoeringscontracten maatwerkvoorzieningen WMO vast te stellen en te besluiten tot het aangaan van deze overeenkomsten, als bedoeld in art. 160 Gemeentewet. Dit onder de voorwaarde dat de regionale uniformiteit geborgd blijft en het te behalen schaalvoordeel en de (regionale) sturing niet in gevaar komt TOELICHTING Geheimhouding In de bijlagen 2 en 3 staat informatie die vertrouwelijk aan de gemeente is medegedeeld dan wel betrokken aanbieders of derden onevenredig kan bevoor- of benadelen. Om die reden kan zij niet algemeen openbaar worden gemaakt. Dit gelet op het bepaalde in de Gemeentewet , de Wet openbaarheid van bestuur en de Aanbestedingswet 2012. SAMENVATTING juli 2Ot4 zijn de samenwerkende gemeenten in Midden-Limburg gestart met een gezamenlijke inkoopprocedure voor de nieuwe Wmo-taken die per 1 januari 2015 vanuit de AWBZ naar de Wmo worden overgeheveld. Het betreft de maatwerkvoorzieningen Begeleiding (individueel en groep) en het kortdurend verblijf voor de verstrekkingsvorm Zorg in Natura. De Persoonsgebonden Budgetten (PGB'S) horen niet bij dit inkooptraject, omdat de klant met een PGB zelf een contract sluit met de dienstverlener van zijn keuze. In dit inkooptraject zijn al eerdere besluitvormingsmomenten (integraal met leugd) geweest voor uw college, te weten op 8 juli j.l. (vrijgeven leidraden aanbesteding, start aanbestedingstraject),2 september j.l. (gunning raamcontracten) en 9 september jl (document aanvraag ofteftes t.b.v. Uitvoeringscontract, regie- en bekostiging en beschikbaarheid budget voor inkoop). Het huidige collegevoorstel betreft de gunning van de Uitvoeringscontracten Wmo. Vanwege de complexiteit is deze keer gekozen voor separate collegevoorstellen voor Jeugd en Wmo. Sinds Het voorstel houdt in, dat de gemeente Uitvoeringscontracten WMO 2015 afsluit met de aanbieders zoals per gemeente aangeduid in bijlage 1. Het aantal verschilt per gemeente, aangezien niet iedere aanbieder heeft ingeschreven op alle 7 gemeenten in MiddenLimburg. In bijlage 2 (vertrouwelijk) zijn de tarieven per product per aanbieder opgenomen, Met aanbieders met cliënten met overgangsrecht worden maximumbudgetten afgesproken (bijlage 3. vertrouwelijk). De aanbieders moeten binnen het vastgelegde maximumbudget in 2015 zorgcontinuTteit bieden voor zowel cliënten met overgangsrecht als voor de (reguliere) instroom van nieuwe cliënten. Met aanbieders zonder cliënten met overgangsrecht worden enkel tarieven afgesproken. Voor de inkoop van maatwerkvoorzieningen Wmo (zorg in natura) is in totaal een bedrag van € 17.197.246,-- beschikbaar voor alle gemeenten in Midden-Limburg. Dat is het regionale budgetplafond 2015 dat door de collegebesluiten van 9 september 2014 voor inkoop Maatwerkvoorzieningen Wmo beschikbaar is gesteld. De inzet in het inkoopproces is erop gericht de noodzakelijke maatwerkvoorzieningen binnen dat regionale budgetplafond in te kopen. Om dat te bereiken is bij de inkoop het uitgangspunt gehanteerd, dat het maximumbudget per aanbieder niet hoger is dan de gerealiseerde kosten 2013 minus een generieke kofting van 25o/o. Pagina 2 Het resultaat van het inkoopproces is, dat het totaal aan maximum budgetten van aanbieders iets hoger is dan genoemd regionaal budgetpfafond. Per gemeente is de situatie verschillend: over- dan wel onderschrijding. Met de vastgestelde maximum budgetten van de aanbieders wordt voldoende ingekocht voor de maatwerkvoorzieningen Wmo en is de zorgcontinuiteit voor cliënten rnet overgangsrecht en nieuwe cliënten geborgd bij de bestaande aanbieders. Omdat alle bestaande aanbieders worden gecontracteerd, is er ook geen sprake van minder keuze uit aanbieders. De gemeente kan op basis van de Uitvoeringscontracten méér inkopen (bijvoorbeeld bij nieuwe aanbieders), maar daar is dan geen financiële dekking voor. Alleen bij het onder het maximumbudget blijven van één of meer bestaande aanb¡eders ontstaat in de loop van 2015 eventuele ruimte om meer af te nemen bij andere gecontracteerde aanbieders. Inleidino De gemeente wordt op l januari 2015 verantwoordelijk voor de taakuitvoering van de Wmo 2015. Nieuwe taken in deze wet zijn individuele begeleiding, begeleiding in groepsverband en kortdurend verblijf. Voorheen waren deze taken opgenomen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Om continuïteit van ondersteuning aan burgers te garanderen is het noodzakelijk om leveringsafspraken te maken met aanbieders, In dat kader zijn in augustus 2014 Raamovereenkomsten gesloten met alle aanbieders die voldoen aan de eisen (50 aanbieders). In deze fase van het inkoopproces is per aanbieder en per gemeente een uitvraag gedaan naar diverse aantallen van de diverse vormen van ondersteuning en is daarvoor een prijsopgave gevraagd. Raamovereenkomst De Raamovereenkomsten vormen het kader voor het sluiten van Uitvoeringscontracten tussen individuele gemeenten en aanbieders waar¡n concrete afspraken over tarieven en budgetten worden gemaakt. De gemeenten sluiten individueel een Uitvoeringscontract af met de aanbieders die zijn toegelaten en die ook ingeschreven hebben op de desbetreffende gemeenten. Door gel¡jktijdig en gezamenlijk aan te besteden met de 7 gemeenten in Midden-Limburg ontstaan schaalvoordelen. Proces Op 9 september 2OL4 heeft uw college de offerteaanvraag en het concept Uitvoeringscontract Wmo 2015 vastgesteld, Belangstellende aanbieders met een Raamovereenkomst kregen vanaf 10 september 2OL4 de gelegenheid om tot 30 september 17.00 uur een inschrijving in te dienen. Tijdens een Informatiebijeenkomst op 15 september hebben de beoogde inschrijvers tekst en uitleg gekregen over de i nsch rijvi ngsprocedure en het i nsch rijfform u I ier. In totaal hebben van de 50 aanbieders met een Raamovereenkomst er 42 ingeschreven op het Uitvoeringscontract Wmo door inzending van een volledig ingevuld Inschrijfformulier. Orbis heeft twee inschrijvingen gedaan voor de twee concernonderdelen GGZ en Thuiszorg, zodat er in totaal 43 inschrijvingen zijn. Er zijn 8 organisaties die om voor hun moverende redenen niet hebben ingeschreven. Onderscheid bestaande en nieuwe aanbieders Van de aanbieders die voor een of meer gemeenten hebben ingeschreven zijn er 24 die een toelating hebben op grond van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi). Dat betekent dat deze aanbieders onder de vigeur van de AWBZ zorg in natura hebben geleverd aan cliënten met een ClZ-indicatie en daarover een overeenkomst hebben met een zorgkantoor. Voor de AWBZ-cliënten die hun aanspraak door middel van zorg in natura (ZIN) verzilveren geldt dat de zorg en ondersteuning onder dezelfde condities wordt geleverd als in de AWBZ (ook wat betreft de eigen bijdragen). Het is voor de gemeenten van belang om met bedoelde aanbieders een Uitvoeringscontract af te sluiten om de continuiteit van de ondersteuning van cliënten met overgangsrecht te borgen. Deze aanbieders worden in dit voorstel geclassificeerd als 'bestaande aanbieders'. Pagina 3 Er zijn 19 aanbieders die geen cliënten hebben met overgangsrecht. Enkele aanbieders zijn geheel nieuw in de regio. Een aantal andere aanbieders heeft wél cliënten uit de regio, maar daaruan wordt de begeleiding gefinancierd met Persoonsgebonden Budget (PGB), via een andere aanbieder (onderaannemerschap) of via private financiering. Vanuit het inkoopproces worden deze aanbieders als 'nieuwe aanbieders' gezien. Met de bestaande aanbieders wordt een maximumbudget vastgelegd voor 2015. Deze aanbieders moeten binnen het maximumbudget zowel de ondersteuning van bestaande cliënten (met overgangsrecht), alsmede de instroom van nieuwe cliënten, mits binnen redelijke marges, opvangen. Zonder expliciete toestemming van de gemeente mag en kan de aanbieder niet meer factureren dan het maximumbudget. Met het vaststellen van maximumbudgetten leggen de gemeenten het bedrag vast dat zij in 2015 maximaal zullen besteden aan de inkoop van maatwerkvoorzieningen Wmo, voor zover het zorg in natura betreft. Met deze afspraken is de zorgcontinuiteit voor bestaande en (reguliere) nieuwe instroom geborgd voor 2015. Naast deze bestaande aanbieders met budgetafspraken, worden ook Uitvoeringscontracten met nieuwe aanbieders gesloten. Met deze nieuwe aanbieders worden enkel tariefafspraken gemaakt. Deze nieuwe aanbieders kunnen en zullen alleen dan worden ingeroepen, wanneer op gemeentelijk niveau sprake is van onderbesteding door andere aanbieders, waardoor er niet-besteed budget vrijvalt. Onder de bestaande aanbieders bevindt zich ook een aantal aanbieders waarvan het relatieve marktaandeel in 2013 bijzonder klein was. Door de gekozen inkoopsystematiek krijgen deze aanbieders met lage kosten (nacalculat¡e) in 2013, waarover ook nog een korting vãtr 25o/o wordt berekend, een relatief laag maximum budget. Deze aanbieders zullen nietof nauwelijks in staatzijn om binnen het maximum budget in 2015 nieuwe instroom op te vangen. Het gaat in alle gevallen om aanbieders met slechts enkele cliënten met overgangsrecht. Voor deze aanbieders geldt dat nieuwe instroom alleen mogelijk is als bij herschikking (2 keer per jaar gepland, uiterlijk in jun¡ en in oktober 2015) blijkt dat er budget van andere aanbieders over is dat herverdeeld kan worden. Zolang er nog geen middelen uit herschikkÍng beschikbaar worden gesteld, zullen nieuwe cliënten niet bij een nieuwe aanbieder kunnen worden ondergebracht, maar bij andere gecontracteerde partijen. Wel zal ook voor alle, en dus ook deze aanbieders het mogelijk zijn dat zij begeleiding bieden aan nieuwe cliënten die over een PGB beschikken. Wanneer een aanbieder met een laag maximum budget niet in staat ¡s om aan zijn cliënten met overgangsrecht continuiteit te bieden, zal in overleg met die aanbieder door de betreffende gemeente naar een passende (maatwerk)oplossing moeten worden gezocht. Tarieven In bijlage 2 (vertrouwelijk) zijn de tarieven per product per aanbieder opgenomen. Aan de tarieven sec kunnen geen conclusies verbonden worden. Aanbieders zijn binnen het maximumbudget vrij geweest om binnen het maximum budget zelf in een mix de mate van bezuiniging op tarief en volume te bepalen. Ook zijn tarieven van een aantal aanbieders hoger dan anderen omdat ze meer specialistische zorg leveren aan complexere doelgroepen. Financiële resultaat inkooooroces NB: hier wordt op onderdelen voorgesorteerd op de paragraaf "Financiële en personele gevolgen". Omdat dit voorstel in samenwerking met 6 andere gemeenten tot stand is gekomen, is - vanwege de tijdsdruk - het gebruikel¡jke Weefter format niet volledig gevolgd. Verzocht wordt de onderstaande tekst ¡n samenhang te zien met de financiële paragraaf verderop. Budgetplafond Om zicht te krijgen op de totale kosten voor de uitvoering van nieuwe Wmo taken ter onderbouwing van het besluit van uw College van 9 september 2Ot4 is een kostenraming opgesteld. In deze kostenraming is uitgegaan van het budget voor nieuwe Wmo taken uit Pagina 4 het gemeenteionds verminderd met een aantal ingeschatte kostencomponenenten. Bij die inschatting is telkens uitgegaan van bedragen die ontleend zijn aan daartoe ter beschikking gestelde beleidsinformatie, of, bij het ontbreken daalan, aan de percentages die in het landelijk macrobeeld voor d¡e deeltaak aan het gemeentefonds zijn toegevoegd. Enkele kleinere begrotingsposten zijn geraamd op basis van inschattingen. Door vervolgens alle geraamde kostencomponenten in mindering te brengen op het budget in het gemeentefonds en te sturen op budgettaire neutralite¡t resteeft een bedrag van maximaal e L7.L97.246,- dat beschikbaar is voor de inkoop van maatwerkvoorzieningen in natu ra. Geraamde kosten van maatwerkvoorzieningen in natura Om het bedrag dal nod¡o is voor maatwerkvoorzieningen in natura te berekenen kon geen gebruik gemaakt worden van de beleidsinformatie die door het Rijk beschikbaar is gesteld. Er bleken teveel onzekerheden in te zitten en de uitkomsten weken sterk af van de in april jongstleden opgevraagde kengetallen bij aanbieders. Om die reden is het uiteindelijke bedrag berekend doorde kosten in 2013 van de grootste aanbieders in Midden-Limburg, d¡e tezamen meer dan 95o/o van het aanbod vertegenwoordigen, te extrapoleren naar 100o/o en dat te vergelijken met het beschikbare budget voor maatwerkvoorzieningen. Vervolgens is bepaald welke taakstelling aan aanbieders moet worden opgelegd om budgettair neutraal uit te komen. De vergelijking tussen beschikbaar budget en verwachte kosten leidt tot een taakstelling van minimaal 25o/o op het kostenniveau 2013 op schaalgrootte van Midden-Limburg om budgettaire neutraliteit op begrotingsniveau te benaderen. Omdat in de communicatie naar aanbieders als sinds 2011 een percentage van 25olo genoemd wordt is het besluit genomen om op begrotingsniveau een verschil in beschikbaar budget en voorziene kosten te accepteren van -/- C 295.551,- hetgeen overeenkomt met een begroot tekort van to/o op regioniveau. Daarbij is tevens geconstateerd dat bij het benaderen van budgettaire neutraliteit op regioniveau er tussen gemeenten onderling grote verschillen te zien zijn. Die verschillen zijn verklaard doordat de begroting is gebaseerd op opgaven van aanb¡eders waarbij niet gegarandeerd kan worden dat het woonplaatsbeginsel voor alle (door aanbieders) toegerekende kosten juist is toegepast. Dat heeft te maken met de systemen van aanbieders die daarvoor niet zíjn ingericht. De inschatting die voor het collegebesluit van 9 september 2OL4 is gemaakt representeet echter de maximaal haalbare benadering van de werkelijkheid. Resu ltaat aa n bested i ng Bij aanvang van de aanbesteding bleek het, op grond van de beschikbare (beleids)informatie, niet mogelijk om per aanbieder het aantal klanten en het aantal ondersteuningsuren dat moet worden ingekocht voldoende concreet aan te geven. Aanbieders is daarom gevraagd om op basís van hun eigen registratie op grond van de woonplaats van een klant opgave te doen van het aantal klanten en het aantal ondersteuningseenheden binnen het gerealiseerde budget in 2013 minus 25olo korting. De optelsom van alle aan het koftingspercentage getoetste inschrijvingen levert uiteindel¡jk een totaalbedrag aan inschrijvingen op van € 17.639.015,-. Dit blijkt 3olo hoger uit te komen dan het door de gemeenten vooraf berekende beschikbare bedrag voor maatwerkvoorzieningen in natura. Het resultaat van het inkooptraject is derhalve dat het uitgangspunt om 25olo budgetkorting op de kosten 2013 doorte voeren gerealiseerd is, maar dat volledige budgetneutraliteit op begrotingsniveau niet haalbaar is gebleken. Tegelijkertijd wordt zichtbaar dat de verschillen tussen gemeenten onderling als gevolg van het inkoopproces zijn gewijzigd. In onderstaande tabel is de situatie weergegeven zoals deze voor aanvang van het inkoopproces is ingeschat, vergeleken met de situatie na afronding van het inkoopproces. Omdat de verschillen tussen gemeenten vooral ontstaan doordat de ondersteuning (voorheen AWBZ zorg) niet overeenkomstig de budgetverdeling in het gemeentefonds is, en eveneens niet evenredig naar inwoners is verdeeld over de verschillende gemeenten. is aan aanbieders gevraagd of de toerekening van cliënten naar gemeenten is gebaseerd op de woonplaats van de cl¡ënt. Dat is door aanbieders bevestigd Daarmee moeten de verschillen tussen gemeenten, zoals die nu zichtbaar zijn in de kolom maximum budgetten, als realistisch worden beschouwd. Deze historisch gegroeide situatie, waarbij gemeenten geen invloed hebben gehad op het ontstaan van AWBZ Pag¡na 5 rechten, heeft vanwege het hoge percentage cliënten met overgangsrecht in 2015 een doorslaggevende invloed op de uitgaven. Pas vanaf 2016 kan door toepassing van het vastgestelde Wmo beleid nadrukkelijk gestuurd worden op de gemeentelijke Wmo uitgaven. Dit gegeven is tevens in lijn met de constater¡ng dat vanaf 2016 en verder in het gemeentefonds dan een objectief verdeelmodel zal worden gehanteerd dat voor de gemeente Weert in ieder geval zal leiden tot een geleidelijke verhoging van het uitgangsbudget in het gemeentefonds. Dekking fina ncieel tekoft Zoals hiervoor is aangegeven bedraagt hetvoorlopig tekort op regio niveau C441.769,-. Voor de gemeente WeeÉ bedraagt het tekoft € 353.092,-, Op de uitvoer¡ng van persoonsgebonden budgetten wordt op regioniveau een tekort voorzien van € 1.425.096,Voor de gemeente WeeÉ bedraagt het tekort op de PGB's €. 434.257,-. Het totale tekoft loopt daardoor op tot € 1.866.865,-. Voor de gemeente Weert is het totale tekort € 787.349,-. Bij dit geraamde tekoft kunnen een aantal kanttekeningen worden geplaatst: Het tekort op de inkoop van maatwerkvoorzieningen in natura ontstaat doordat het in te kopen volume aan ondersteuning is gebaseerd op de realisatie in 2013. Er is weliswaar een koÉing van 25o/o doorgevoerd op de combinatie van vof ume en tarief, maar er is beperkt rekening gehouden met het effect van sturing aan de voorkant waarbij de inzet van e¡gen kracht, eigen netwerk en algemene voorzieningen voorliggend zijn op maatwerk voorzieningen; . Het af te spreken budget voor aanbieders is een maximum budget waarvoor de aanbieders de continuiteit in ondersteuning voor hun cliënten (bestaande en nieuwe) garanderen. De kosten zullen dit maximum budget derhalve nooit overstijgen, echter kunnen daar wel onder blijven. Het tekoft is derhalve voornamelijk een boekhoudkundig tekort; . De uit de klantgegevens afgeleide kosten van PGB's zijn gestegen ten opzichte van de eerder verstrekte beleidsinformatie die de basis was voor de kostenraming. Over deze kostenstijging zijn vragen gesteld aan het transitiebureau omdat de verwachting was dat de kosten van het PGB als gevolg van maatregelen in de AWBZ zoals de 10 uurs grens en het verplichte trekkingsrecht zouden afnemen in plaats van stijgen. . Tabel 1: Vergelijking per gemeente van beschikbaar budget, verwachte uitgaven en inkoopresultaat (maxirnum budgetten) Verwachte uitgâYen Verwechte ultgaven 2015 2015 (aug 2014) Êxploitatieopzet (aug 2014) expl o¡tâti Pop¡et gebaseerd op gebaseerd op gegevensuitYraaB gudget i nkoop I,egevensui tvraag aanbi eders 2013 Toteal gecontracteerde maximum budgetlen (okt 2014) aanbi eders 2OL3 min 2f/o 1. Echt-susteren È 2.66È.481 € 3,169.413 € 2,377,OãO e 2. LÈudal € 2,O82.339 € 2 865.206 € 2,L48,905 e 3, Maèsoouw c 1,549.79e € ?,1å0.0 18 € 1,635.0 14 2,-/6+,57L ?,170.375 1,4r5,589 +, NederweeÉ € 1.14 1.099 1 ,67S,19 € 1,085,045 1,815,114 e r.452.552 5.302.39ó c c e 7.477.332 5. Rûérdëlen 6. Roermoñd 7. Weeft € Totaål ë 1 € 1.258.ó43 € 1.361336 € r,321 ,S79 5,607.S9S € 5,5 25.88 ó 3,3s5 ó72 17,639,015 ,00?,580 e +,138.+56 c 3,103,842 c 17.r97.2+6 c 23,323.729 € L7.+92.79-Ì e 3 Pag¡na 6 Enkele biizonderheden 1. Last mi nute-wetswiJzig ing: Motie Leijten/ Bergkamp 14.OOO klanten overgangsrecht Naar aanleiding van een door de Tweede Kamer aangenomen motie Leijten/ Bergkamp heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief op 7 oktober jl. besloten dat voor een groep van 14.000 cliënten het overgangsrecht van de Wlz van toepassing is. Dit houdt voor deze cliënten, met een doorgaans extramurale indicatie van grote omvang (de zogenaamde Wlz-indiceerbaren), in dat zij alsnog de mogelijkheid krijgen om rechtstreeks in te stromen in de Wet langdurige zorg. Cliënten hebben vrije keuze. Dit besluit van de staatssecretaris heeft gevolgen voor gemeenten. Tot dusver werd ervan uitgegaan dat de zorg voor 10.000 van deze 14.000 cliënten zou worden bekostigd op basis van de Wmo 2015, de Jeugdwet enlof de Zorgverzekeringswet. Deze aantallen zijn meegenomen in de aanbesteding voor maatwerkvoorzieningen. Nu deze doelgroep (deels) zal worden bediend vanuit de Wlz en omdat de staatssecretaris voornemens is om de gemeentelijke budgetten in het gemeentefonds daarvoor na het eerste kwartaal 2015 naar beneden bij te stellen zullen ook de budgetten van de aanbieders daarvoor moeten worden aangepast. Het is op dit moment nog niet mogelijk om de impact van dit besluit op gemeenteniveau te bepalen. De VNG zal er bij de Staatssecretaris op aandringen dat gemeenten maximaal gefaciliteerd worden om de gevolgen van dit besluit op te vangen. De gevolgen van deze motie voor de gemeenten in Midden Limburg worden nu nog onderzocht. Bij beslispunt 1d is naar aanleiding van deze motie een passage toegevoegd, dat de maximum budgetten wordt vastgesteld onder het voorbehoud van de gevolgen van de motie Leijten / Bergkamp. 2. Kortdurend verblijf Kortdurend Verblijf valt onder perceel 3. Binnen de Wmo is koftdurend verblijf gericht op ontlasting van een gebruikelijke zorget of mantelzorger die in de thuissituatie feitelijk het overwegend aandeel in de ondersteuning van een cliënt voor zijn of haar rekening neemt. Uitgangspunt daarbij is dat, indien voor de cliënt permanent toezicht noodzakelijk is, de zorg ondergebracht dient te worden in de Wet langdurige zorg. De ondersteuning in de thuissituatie, en ooktijdens kortdurend verblijf op grond van de Wmo is derhalve van een andere (lichtere) orde dan voor cliënten die verblijfsgeïndiceerd zijn. Bij het uitbrengen van aanbiedingen zijn door een aantal aanbieders deze doelgroepen door elkaar geoffreerd. Dit heeft geleid tot substantieel te hoge tarieven voor de aard van het Kortdurend verblijf. De aanbiedingen van deze aanbieders dienen hierop te worden herzien. Deze herziening vindt plaats door voor Kortdurend verblijf een maximum tarief per doelgroep ¡n te stellen. Deze tarieven zijn de Nza maximumtarieven 2014 voor de prestatie "Verblijfscomponent Kortdurend verblijf". Aanbieders die een hoger tarief hebben geoffreerd krijgen in de tarieflijst voor die aanbieder het maximum tarief Nza vermeld, De maximaal aanvaardbare budgetten voor de betreffende aanbieders blijven ongewijzigd. 3. Zorgboeren en andere onderaannemers De zorgboeren (o.a. Coöperatie Limburgse Zorgboeren) willen graag in 2015 hoofdaannemer zijn en zelf een contract met de gemeenten sluiten. Dat geldt ook voor een organisatie als OZO Doe ik mee, die begeleiding groep direct als contractpartij van gemeenten wil uitvoeren. De zorgboeren leveren een belangrijke bijdrage aan de invulling van de Maatwerkvoorziening Begeleiding Groep. Tot nu toe hebben ze geen contract met het zorgkantoor kunnen krijgen. Zij leveren de begeleiding aan AWBZ-cliënten op basis van PGB of als onderaannemer van aanbieders die wel een contract met een zorgkantoor hebben. De aanbieders die nu hoofdaannemer zijn denken verschillend over het in 2015 overdragen van de cliënten aan de onderaannemer met een eigen Uitvoeringscontract. Enkele aanbieders willen daar aan meewerken. Andere aanbieders stellen dat zij graag zelf het totaal van de ondersteuning van de cliënt willen blijven overzien, en liever geen 'knip' zlen, Het overhevelen van cliënten met overgangsrecht van aanbieder (nu hoofdaannemer) naar zorgboer (nu onderaannemer) dient gepaard te gaan met overheveling van budget. Daarin dient dan ook nog de generieke korting van 25o/o verwerkt te worden. Uit oogpunt Pagina 7 van kostenbeheersing stellen we voor om vooralsnog u¡t te gaan van de verantwoordelijkheid van de huidige aanbieders voor de eigen cliënten met overgangsrecht. Het is voor gemeenten niet goed te doen om zelf cliënten en budgetten over te hevelen en daarbij ook goed uit te komen met de bezuinigingstaakstell¡ng. Ook vanwege de financiële risico's, die beter helder kunnen liggen bij de huidige hoofdaannemers. Voorstel is om in de Uitvoeringscontracten op te nemen, dat het mogelijk is om productie met de bijbehorende financiële middelen over te dragen van de ene aanbieder met Uitvoeringscontract naar een andere aanbieder met een U¡tvoeringscontract. Dat kan per 1 januari of een later tijdstip, mits beide betrokken partijen een gezamenlijk verzoek aan de gemeente(n) voorleggen. Een van de aanbieders, De Zorggroep, heeft al naar aanleiding van het Inkoopgesprek een budgetverlaging toegepast met het oog op de overheveling van overgangscliënten naar de Coöperatie Limburgse Zorgboeren. Voorstel is om het betreffende bedrag toe te kennen aan de Coöperatie Limburgse Zorgboeren. Voorlopig nog als reservering, totdat uit het gezamenlijke verzoek van De Zorggroep en de Coöperatie blijkt dat ze binnen het over te hevelen budget de continuiteit van de begeleiding voor de overgangscliënten kunnen borgen. 4. Inloop GGZ De functie Inloop GGZ is onderdeel van Perceel 2r Begele¡ding in Groepsverband. Het betreft de openstell¡ng van een inlooplocatie met begeleiding gedurende een aantal uren per week. De functie Inloop GGZ is een beschikbaarheidsfunct¡e waarvan de aard is dat inwoners met GGZ problematiek op bepaalde momenten kunnen binnenlopen in een voorziening die als zodanig drempelloos en indicatievrij is en waarbij van de gebruiker geen geregisseerde activiteit wordt verwacht. Er vindt derhalve op deze maatwerkvoorziening geen toegangsbepalíng plaats. De tarieven voor de inloopvoorzieningen zijn gebaseerd op openstellingsuren per week. In dit inkoopproces is gebleken dat er onevenwichtigheid was in de openstellingsuren in de verschillende gemeenten. Door aanbieders zijn per gemeente bedragen geoffreerd die door henzelf zijn ingeschat op grond van de openstellingsuren die zij toereikend achten voor de betreffende gemeente. Daarbij moet worden aangetekend dat ook de centrumgemeente een taak heeft in het financieren van inloop GGZ voor bewoners van beschermde woonvormen. Gebleken is dat aanbieder Met GGZ in de gemeente Weert offerte heeft uitgebracht voor 32 uur openstelling per week. Daarbij is naar het oordeel van het Inkoopteam Wmo onvoldoende rekening gehouden met de aanwezigheid van het Zelfregiecentrum. Het Zelfregiecentrum richt zich eveneens op de GGZ doelgroep met inloop activiteiten en een openstelling van 51 uur per week. Op initiatief van het Inkoopteam Wmo heeft Met GGZ het aantal uren Inloop GGZ voor Weeft teruggebracht van 32 naar 24 uur per week. JURIDISCHE GEVOLG EN (o.a. FATALE TERMIJNEN/ HAN DHAVING) Geheimhouding In de bijlagen 2 en 3 staat informatie die vertrouwelijk aan de gemeente is medegedeeld dan wel betrokken aanbieders of derden onevenredig kan bevoor- of benadelen. Om die reden kan zij niet algemeen openbaar worden gemaakt. Dit gelet op het bepaalde in de Gerneentewet , de Wet openbaarheid van bestuur en de Aanbestedingswet 2012. Fatale termijn voor gunning Op grond van de Algemene Maatregel van Bestuur van 13 februari 2014 moeten gemeenten op uiterlijk 1 oktober 2014 opdracht verlenen aan aanbieders. In het collegebesluit van I juli j.l. hebben de Midden-Limburgse gemeenten deze datum opgerekt naar 1 november. Dit omdat de Raamovereenkomsten wél voor 1 oktober zijn afgesloten, waardoor bestaande dienstverleners per die datum zekerheid hebben over vooftzett¡ng van hun werkzaamheden voor de bestaande cliënten ¡n onze gemeenten. Voor het sluiten van de uit de Raamovereenkomst voortvloeiende Uitvoeringscontracten is de fatale datum Pagina I van 1 november vastgesteld. Dit is aan aanbieders medegedeeld. Daarop zijn geen bezwaren binnengekomen. FINANCIËLE EN PERSONELE GEVOLGEN Financieel kader raad De gemeenteraden van de Midden-Limburgse gemeenten zijn ten aanzien van de 3 decentralisaties in de begroting uitgegaan van budgettaire neutraliteit. Voor de nieuwe taken Wmo bedraagt het budgettaire kader € 17.t97.246,-. Over- of onderschrijding budgetplafond gemeente Het maximum budget van bestaande aanbieders ligt per aanbieder vast. Het totaal aan vastgestelde maximum budgetten voor Midden-Limburg sluit op regioniveau bijna aan op de in het collegebesluit van 9 september voor inkoop beschikbaar gestelde middelen voor 2015. Er is op regioniveau een overschrijding van 3%o (=€44t.769,- ). Pergemeente is de situatie verschillend: over- dan wel onderschrijding. Onderstaand schema geeft zicht in de verdeling over de Midden-Limburgse gemeenten. Tabel 2: Vergelijking per gemeente van budget inkoop en gerealiseerde inkoop Budget i nkoop 1, Erht-Susteren ¿ 2. Leudal e 3.l4aasqout¡!' 4, Nederweert 5, Roerdalen 6, Roermond 7, WeErt Totaal € Versclril (hedragl max¡mum budgettell 2,764.57L t/erschi l ('/,\ 2,666,48 1 - ño- t-ñ € -98,090 -4% Èl 2,I78.?73 € 88.036 4% 1.54S,7ÇS € 1,415,5SS 134.209 99ä tt45 56,054 r.L+l,D1S Ë € Tot;:al gecontracteerde 1,0 s 5. € 5,:02,;19ó 5,525, S86 € 1 6 223,43tl 4Yo -353,092 -L2% 3,rlD? ,5Ét:l 77.r97.2+Ë 17,63S,û 15 +-. 30,674 e96 '4+:r.759 -J /O De verschillen op gemeenten¡veau zijn te verklaren uit het zuiver toepassen van het woonplaatsbeginsel. In eerdere berekening was deze uitsplitsing minder zuiver omdat aanbieders hun AWBZ-gerelateerde systemen nog niet op deze nieuwe Wmo-eis hadden aangepast. De dekking voor de overschrijding van het door de gemeente vastgestelde budget voor inkoop van maatwerkvoorzieningen kan worden gevonden binnen de post onvoorzien ter hoogte van € 328.911,-, zoals gepresenteerd in de b¡jlage'explo¡tatieopzet nieuwe taken Wmo' van het collegebesluit van 9 september 20L4 en de te verwachte extra inkomsten uit eigen bijdragen. Onderbestedi ng te verwachten? De tot dusver ingeschatte maximum budgetten voor aanbieders leiden op begrotingsniveau tot een overschríjding op regioniveau van 3Vo ten opzichte van het vooraf geraamde budgetplafond. In de beleidsinformatie over 20t2 en 2013 is echter een dalende koers van het kostenniveau te zien. Om een beter beeld te krijgen van de verwachtingen naar 2015 is, op basis van de eind september 2Ot4 aan de gemeenten overgedragen cliëntgegevens, een extrapolatie gemaakt van de verwachte werkelijke kosten in 20t4. Het beeld dat daaruit naar voren komt is dat de realisatie vooralsnog fors achterblijft bij de ramingen die in het kader van de inkoop Midden-Limburg zijn opgesteld Een verklaring van de dalende kosten sinds 2011 is dat door zorgkantoren al enige jaren forse druk op de bestedingen ¡n de AWBZ wordt uitgeoefend. Onzeker is of die dalende trend naar 2015 mag worden doorgetrokken, in die zin dat er structureel lagere kosten worden gemaakt. In dat geval zouden werkelijke kosten in 2015 onder de afgesproken maximum budgetten peraanbieder blijven. Het is derhalve van belang om op de uitvoering van de Wmo strak te sturen en de uitgaven te monitoren. Een structurele Pagina 9 onderbesteding van de maximum budgetten levert in dat geval ruimte op om nieuwe aanbieders een volumeafspraak te geven. Persoonsgebonden budgetten nieuwe taken Wmo Dit voorstel heeft betrekking op de inkoop van zorg in natura. Naast de zorg in natura maken de persoonsgebonden budgetten onderdeel uit van dezelfde transitie. Persoonsgebonden budgetten (PGB's) horen niet b¡j het inkooptraject, omdat de klant met een PGB zelf een contract sluit met een dienstverlener naar keuze. Bij het opstellen van de exploitatieopzet is u¡tgegaan van de beschikbare beleidsinformatie van Vektis (juli 201a). Op basis van deze gegevens was de budgettaire neutraliteit gewaarborgd. Op basis van de op 7 oktober jongstleden beschikbaar gestelde gegevens, wordt het in de exploitatieopzet geraamd budget voor PGB's Wmo fors overschreden, zoals uit onderstaand overzicht blijkt, Tabel 3; Vergelijking per gemeente van het budget PGB met de geraamde uitgaven PGB's Budget PGB exploitatieopzet Raming uitgaven 2015 obv Wmo klantgegevens okt PGB Verschil 20t4 Echt-Susteren € € 1.062.883 974.832 € e e € 765.095 € 84t.727 624.736 € Roerdalen Roermond € 524.441 € t.252.964 Weeft € € 1.152.633 € € € 601.807 684.691 1.556.877 1.586,890 6.365.984 € 7-791.0,80 Leudal Maasoouw Nederweert Totaal 7.394.393 7.724.694 € € € € € € € € -331.510 -145.862 -76.632 22.929 -155.850 -303.913 -434.257 -1.425.096 Deze overschrijding ligt niet ¡n de lijn van de landelijke verwachtingen, waarbij een daling van PGB uitgaven werd verwacht. Het landelijke ondersteuningsteam decentralisaties (OTD) is ingeschakeld om de juistheid van deze raming te onderzoeken vanwege de sterke afwijking van de landelijke verwachtingen. Daarnaast z¡jn de verwachte inkomsten uit eigen bijdragen hier nog niet in meegenomen. Naar verwachting wordt het tekort op het PGB-budget Wmo naar beneden bijgesteld. Hierover wordt een separaat collegevoorstel voorbereid. In een aanvullende raadinformatiebrief zal de raad hierover worden geïnformeerd. Conclusìe Indien er sprake is van een tekort dient de gemeenteraad, vanwege haar budgetrecht, een aanvullend budget beschikbaar te stellen. Feitelijk wordt de gemeente nu voor een meervoudig dilemma geplaatst: . De inkoopcontracten en subsidiebeschikkingen moeten vóór 1 november 2014 bij de aanbieders / aanvragers zijn kenbaar gemaakt vanwege landelijk gestelde termijnen; . De continuìteit van ondersteuning moet worden gewaarborgd; . De onduidelijkheid over de ontwikkeling van de PGB's is en blijft aanwezig; Naast deze tekorten en dilemma's bestaat er ook kans op meevallende resultaten: De ontwikkeling van de bestedingen in de AWBZ in 2Ol4 laat, zoals eerder aangegeven een dalende lijn zien. Het beeld op dit moment is dat de mate waarin de realisatie 2014 achterbl¡jft bij de verwachting indicatief is voor de ontwikkeling van de kosten in 2015, Indien de trend uit 2014 in 2015 wordt doorgezet zal een deel van het boekhoudkundige tekort "verdam pen "; . De meeropbrengst aan eigen bijdragen is in de berekeningen niet meegenomen. Dat is gedaan omdat vanwege de íngewikkelde samenhang in veranderingen op dit moment geen betrouwbare uitspraak gedaan kan worden over de invloed op het bedrag aan . terug te ontvangen eigen bijdragen. Pagina 10 Vanwege de hiervoor genoemde onduidelijkheden en de balans tussen berekende tekorten, de mogelijke krimp in de bestedingen en de verwachte meeropbrengst aan eigen bijdragen wordt voorgesteld om de gemeenteraad vooralsnog geen extra budget beschikbaar te laten stelfen maar het mogelijk tekort nadrukkelijk mee te nemen in de risicoparagraaf van de begroting 2015. Het in deze paragraaf eveneens berekend weerstandsvermogen (algemene reserve en eventuele bestemmingsreserves) dient expliciet te worden aangewezen als achtervang van dit mogelijk tekort. Dit dient nadrukkelijk bij de behandeling van de begroting 2015 met de gemeenteraad besproken te worden. Vooruitlopend hierop wordt een en ander aangekondigd via een raadsinformatiebrief. Risicoparagraaf Het totaal van de aan te gane verplichtingen ligt vooralsnog hoger dan de voor de inkoop van deze maatwerkvoorzieningen door de colleges op 9 september jl. vastgestelde contracteerruimte (is beschikbaar budget voor inkoop). Daarom is onder adviespunt 3 opgenomen om: te besluiten akkoord te gaan met het aangaan van contractuele verplichtingen boven het lokaal beschikbare budget gebaseerd op de in de vertrouwelijke bijlage 3 vermelde budgetten per gemeente per aanbieder. Dit betekent dat de gemeente financieel r¡s¡co loopt. Dit risico bestaat uit: Indien het maximumbudget door de gecontracteerde aanbieder geheel wordt benut, zal het door de gemeente vastgestelde budget voor inkoop worden overschreden; Er is dekking gevonden in de post 'onvoorzien' en de te verwachte inkomsten uit eigen a. b. bijdragen, Daarmee ontstaat een risico dat voor andere onvoorziene kosten niet voldoende dekking meer is in 2015. Er kan in 2015 substantieel meer vraag zijn naar maatwerkvoorzieningen dan waarmee in de contracten rekening is gehouden. Ook dan zal het door de gemeente vastgestelde budget voor inkoop worden overschreden. Deze risico's zÍjn te beheersen door diverse stuurinstrumenten waarover de gemeente beschikt, zoals beheersing toeleidingsproces, bevordering toele¡ding burgers naar algemene voorzieningen, gerichte instruct¡es Wmo-consulenten, versnellen herindiceren bestaande cliënten, sturen op lengte begeleidingstraject, sturen op sneller 'afschalen' (van maatwerkvoorziening naar algemene voorziening), feedback geven aan aanbieders over productie en kosten, toepassing PGB-regeling, sturen op keuze aanbieder, etcetera. Ook de herschikking is een instrument dat de gemeente kan hanteren: bij onderbesteding van een maximumbudget door één of meer aanbieders, kan de gemeente besluiten het vrijvallende bedrag n¡et toe te kennen aan andere aanbieders. COM MU NICATIE/ PARTICIPATIE Voor wie is dit advies van belano?: * Inschrijvers op Uitvoeringscontract Raadinformatiebrief De raad wordt middels de bijgevoegde raadsinformatiebrief geïnformeerd over de stand van zaken van het inkoopproces van de maatwerkvoorzieningen Wmo in natura en de persoonsgebonden budgetten en de mogelijke financiele gevolgen. In de brief wordt de raad ook geïnformeerd over jeugdhulp en risicomanagement. Ten behoeve van de resultaten van de aanbestedingsprocedure en de nog te organiseren contractondertekening doet KplusV een tekstvoorstel, dat voor de communicatieadviseurs als input kan dienen voor een persbericht. Communicatieadviseurs zorgen voor verspreiding naar de pers; een vergelijkbaar bericht wordt tegelijkertijd geplaatst op de gemeente-websites e.d. De toon van de communicatíe zal koft en zakelijk zijn. Reden daarvoor is dat vanwege de bezuinigingen soberheid gepast is. Eind november wordt er een ondertekeningmoment georganiseerd. Programma en uitnodiging wordt nog opgesteld in overleg met communicatieadviseurs. Pagina 11 * Overig Nadere specificatie: .t Overig OVERLEG GEVOERD lrlET IInvullnstructie] Intern: Hans Janssen, projectleíder; Jos Verheesen, financiën; Frank van Beeck, beleids- coördinator. Wijze van voorbereiding / medeadviseur(s): Inkoopteam Wmo Midden-Limburg, werkgroep juristen Midden-Limburg, werkgroep controllers Midden-Limburg, kwartiermakers Midden -Limburg. De hoofdlijnen uit dit collegevoorstel zijn op 16 oktober 2Qt4 met de portefeuillehouders Midden-Limburg doorgesproken. BIJLAGEN Ooenbaar: Bijlage 1: Overzicht aanbieders met gegund uitvoeringscontract Wmo 2015 Niet-openbaar: Bijlage 2: Overzicht tarieven gegunde aanbieders Wmo 2015 (onder geheimhouding) Bijlage 3: Overzicht maximum budgetten per aanbieder Wmo 2015 per gemeente (onder geheimhouding) Pagina 12 B¡jlage 1: Aanbieders per gemeente q¡ o o Bestaande aanbieders rtt ¡ o vlI -c I 3 a o {, q, vt (¡ Ell x Zorqqroeo, Venlo Proteion Thuis, Hevthuvsen 03 Itjchtinq Land van Horne, Weert o4 05 o6 o7 08 09 10 11 72 13 14 15 16 t7 t( Beek en Bos, Hevthuvsen Orbis GGZ BV. Sittard Orbis Thuiszorq. Sittard MetGGZ, Roermond Moveoo, Roermond Levanto Groeo, Heerlen PGZ, Nederweert Stichting Wonen Plus, Sittard Stichtinq PSW, Roermond x x x x Daelzicht. Heel Perqamiin, Echt Koraal Groep, Sittard SGL, Sittard x x 1B 19 Coöoeratieve Limburose Zoroboeren. Roermond x 20 De Seizoenen, Roqqel Dichterbij (Sticht¡nq ) Gennep Privazorg, Amersfoort 23 24 25 26 Zorgsamenwerkingsverband Leudal, Nederweert, Weert (=CarePlus). Roqoel Autisme Beqeleidinq.nl, Helmond Vincent van Gogh, Venray Ruich Mentale Zoro. Venlo x x x x x x x x x x x ABC Zorq. Echt De Port, Zoroboerderii. Keloen Oler Vleuqelzorq, Echt Anacare, Echt Ultima Zorqoroeo Zorgqroeo De Bosbeek Radar, Venlo Embrasse, Susteren DPC, Almere Vitaal Thuiszorq, Didam Face to Face, Budel Jan Arends B.V.. Zwolle OZO doe ik mee, Heel Hands 2 Support 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 0, (¡, x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x ¡ ¡ x I I x x a, (^ x 3 vtI ¡ x x x x x x x x x x x I T T x q¡ q, ì t! o Itq x x x x x x x x x x x x x x x x x J o x x x x x x x o (t E tu x x z x ¡ x o t¡t x x tt o o d o E IJ o x x x x x x x x x x x x x x x x x x x o o I É, x x x x x It x ,( x x x x x x x x x o gl Ito3 ¡¡¡ 2A o ú, o, x ! 27 o o d z x x x x o Nieuwe aanbieders E o ì ll x x t o x x x x x x Professionals in NAH, Lochem Altra Cura, Geleen 27 22 x x x x rtÊ É o t! o E l¡J 01 o2 I _9 x x x x x x x x x x x x x x x x Ê o L 0, Nieuwe aanbieders UI f vtI E I l¡¡ 42 43 44 Bureau Sas. Horn Senloren Serulce. Rotterdam Eiqenwiis in Zorq, Buqqenum E !a o J t tt o ol o 1! t! I a¡ È o E o 2 gC €IE E o o o 0l E o E L o c, t t, = GEMEENTE vvEERT Aan de leden van de Gemeenteraad van Weert Weert, 29 oktober 2014 Onderwerp: Inkoop Wmo en leugdhulp & risicomanagement Geachte leden van de raad, In deze brief informeren wij uw Raad over de stand van zaken met betrekking tot de inkoop van de nieuwe taken Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), inkoop Jeugdhulp en risicomanagement sociaal dometn. Mijlpaal De directe aanleiding is het bereiken van een mijlpaal in de transities Wmo en Jeugdhulp. Met het vaststellen van de collegevoorstellen Inkoop Wmo en Jeugdhulp zíjn de afspraken met nagenoeg alle aanbieders tijdig geregeld en is daarmee de zorgcontinuïteit voor onze burgers gewaarborgd. Zoals u weet is dit gebeurd onder een immense - door het R¡jk opgelegde - tijdsdruk. Zowel zorgaanbieders als de samenwerkende gemeenten in Midden-Limburg hebben zich maximaal ingespannen om dit resultaat in deze complexe transitieopgave te bereiken. Over de resultaten van de inkoop wordt uw raad per transitie onderstaand geïnformeerd. I. Transitie Wmo Proces inkoop In het kader van het inkoopproces zijn in augustus 20L4 raamovereenkomsten afgesloten met 50 aanbieders, die voldeden aan de door gemeenten gestelde eisen. De Raamovereenkomsten vormen het kader voor het sluiten van Uitvoeringscontracten tussen individuele gemeenten en aanbieders waarin concrete afspraken over tarieven en budgetten worden gemaakt. Deze aanbieders hebben de mogelijkheid gekregen een inschrijving te doen. Uitgangspunt hierbij was dat het maximumbudget per aanbieder niet hoger mocht zijn, dan de gerealiseerde kosten in 2013 minus een generieke korting van 25o/o. In totaal hebben 43 aanbieders een inschrijving ingediend. Er hebben inkoopgesprekken plaatsgevonden. Naar aanleiding van de inkoopgesprekken zijn inschrijvingen bijgesteld. Het resultaat van het inkooptraject is dat het gehanteerde uitgangspunt om 25olo budgetkort¡ng op de kosten 2013 door te voeren is gerealiseerd. Dit proces heeft uiteindelijk geleid tot het afsluiten van de uitvoeringsovereenkomsten met 43 aanbieders voor de 7 samenwerkende gemeenten. Wilhelminasingel 101 Correspondentie: Postbus 950, 6000 AZ Weert Telefoon: 14 0495 of (0495) 57 50 0O - E-mâ¡l: [email protected] Website: www.weert.nl - Tw¡tter: www.twltter.com/gemeenteweert Er wordt onderscheid gemaakt tussen bestaande aanbieders en nieuwe aanbieders. Met de bestaande aanbieders wordt een maximumbudget vastgelegd voor 2015. Deze aanbieders moeten binnen het maximumbudget zowel de ondersteuning van bestaande cliënten (met overgangsrecht), alsmede de instroom van nieuwe cliënten, mits binnen redelijke margesf opvangen. Zonder expliciete toestemming van de gemeente mag de aanbieder niet factureren boven het maximumbudget. Met nieuwe aanbieders worden enkel tariefafspraken gemaakt. Deze nieuwe aanbieders kunnen en zullen alleen dan worden ingeroepen, wanneer op gemeentelijk niveau sprake is van onderbesteding door andere aanbieders, waardoor er niet besteed budget vrijvalt. Deze herschikking vindt op twee momenten in 2015, in juli en in oktober, plaats. Conclusie In de exploitatieopzet Wmo is voor heel Midden-Limburg een bedrag geraamd voor inkoop ter hoogte van € 17.197.246,-- Het resultaat van het inkoopproces is dat het totaal aan vastgestelde maximum budgetten van bestaande aanbieders voor Midden Limburg nagenoeg hierop aansluit. Er is een overschrijding van € 447.769,- (=3olo). De verschillen tussen gemeenten variëren van een overschrijding van I2o/o tot een onderschrijd¡ng van 9olo. De verschillen worden veroorzaakt door het zuiver toepassen van het woonplaatsbeginsel door de aanbieders. Deze informatie is pas in oktober 2014 bekend geworden en gemeenten hebben hier geen invloed op kunnen uitoefenen. Budget i nkoop l, Totaal gecontracteerde € 2,666.481 2, Ler-rdal ç 2,t182.339 ¿ 3, l4aðsqEuw +, Neclerweert t 1,549.79e € 1,141,099 t 1452,552 € 5,342,396 3,002 ,580 ê Echt-Susteren 5, RÉerdalEn 6, Roermond 7, Weeft Iotaal E rJ,75J.246 Verschil (bedrag) maximum budgetten Verschil (%j 2,764.57t € -98,090 -4% 2, 17tt,375 ê -BB,036 4% 1,415.58S e L34,?09 e% ,095.û45 € 7.32t.A7A € tl54 sYo 130.574 e% J ,J¿J.OÚ! Ë -223.490 3,355.672 € 353.092 17,639.U 15 e -441.759 1 5 6, 4% -L¿IO 3% De dekking voor de overschrijding van gemeenten met een tekort voor de inkoop, kan worden gevonden in de post onvoorzien (en verwachte extra inkomsten uit eigen bijdragen) binnen de exploitatieopzet Wmo nieuwe taken waarmee budgettaire neutral¡teit wordt gehandhaafd. Er is in de exploitatieopzet rekening gehouden met 5olo aan onvoorziene kosten. Persoonsgebonden budgetten nieuwe taken Wmo Persoonsgebonden budgetten (PGB's) horen niet bij het inkooptraject, omdat de klant met een PGB zelf een contract sluit met een dienstverlener naar keuze. Bij het opstellen van de exploitatieopzet is uitgegaan van de beschikbare beleidsinformatie van Vektis (juli 2014). Op basis van deze gegevens was de budgettaire neutraliteit gewaarborgd. 2 Op basis van op 7 oktober jongstleden beschikbaar gestelde gegevens, wordt het in de exploitatieopzet geraamd budget voor PGB's Wmo fors overschreden, zoals u¡t onderstaand overzicht blijkt. Budget PGB exploitatieopzet PGB'S Wmo Echt-Susteren Leudal Maasoouw € € e Nederweeft c Roerdalen Roermond € Weert € € e Totaal 1.062.883 978.832 765.095 624.736 52A.A4t L.252.964 1.152.633 6.365.984 Raming uitgaven 2015 obv klantgegevens okt 2014 c 1.394.393 c € € € € e e Verschil € 7.124.694 e 841-727 601.807 684.691 7.556.A77 1.586.890 7.79L.OAO e € € € e € -331.510 -145.462 -76.632 22.929 -1s5.850 -303.913 -434.257 -1.425.096 Deze overschrijding l¡gt n¡et in de lijn van de landelijke verwachtingen, waarbij een daling van PGB uitgaven werd verwacht. Het landelijke ondersteuningsteam decentralisaties (OTD) is ingeschakeld om de juistheid van deze raming te onderzoeken vanwege de sterke afwijking van de landelijke verwachtingen. Daarnaast z¡jn de verwachte inkomsten uit eigen bijdragen hier nog n¡et in meegenomen. Naar verwachting wordt het tekort op het PGB-budget Wmo naar beneden bijgesteld. Hierover wordt een separaat collegevoorstel voorbereid. Uw raad wordt hierover in een aanvullende raadinformatiebrief geïnformeerd. ff. Transitie Jeugd Het collegebesluit van 28 oktober 2014 over inkoop jeugdhulp is de uitkomst van het wervingsproces Jeugdhulp zoals beschreven in de "leidraad werving jeugdhulp MiddenLimburg" en de werkwijze voor de inkoop jeugdzorg plus zoals op I juli 20t4 door de 7 colleges vastgesteld. In de werving voor 2015 staat vooral het bieden van verplichte zorgcont¡nuiteit en de financiële taakstelling van minimaal 25%o lagere lasten centraal. Het behelst eenduidige besluitvorming in de 7 Midden-Limburgse gemeenten voor de werving vóór 1 november van; . inkoop van de gespecialiseerde jeugdhulp bij 21 aanbieders. Met 21 instellingen wordt een uitvoeringscontract gespecialiseerde jeugdhulp 2015 afgesloten. Met elk van deze aanbieders wordt door de samenwerkende 7 Midden-Limburgse gemeenten een budget afgesproken voor díe producten, waarop de desbetreffende aanbieder heeft i ngeschreven; o vaststellen van tarieven voor vrijgevestigde aanbieders conform procedure in de leidraad; . subsidiëring van gespecialiseerde jeugdhulp bij 4 subsidieaanvragers; o jeugdzorg plus als onderdeel van bovenregionale inkoop. De gevraagde bezuiniging van 25o/o is door veel partners gerealiseerd. Helaas heeft dit niet geleid tot een sluitende begroting jeugdhulp voor 2015, Dit wordt veroorzaakt door: o functies die beschikbaar moeten zijn als bedden, verblijf functies, pleegzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering en crisisopvang kunnen de korting niet of . . niet volfedig realiseren; een aantal partners heeft een (flinke) stijg¡ng gehad in omzet ten opzicht van 2012 (het ijkjaar voor het macrobudget). Deze stijging ongedaan maken plus een kofting van 25o/o op de omzet van 20t2 ís niet realistisch haalbaar; een deel van het tekort vindt zijn oorzaak in de offerteaanvraag van een van de aanbieders waarmee nog geen overeenstemming is. 3 Conclusie Zoals uit de exploitatieberekening blijkt kunnen niet alle kosten voor de uitvoering van jeugdhulp worden opgevangen binnen de financiële kaders die de gemeenteraad heeft gesteld (budgettaire neutraliteit) Er resteert uiteindelijk een tekort van op dit moment € 0,9 miljoen voor Midden-Limburg. Dekking financieel tekort. Zoals hiervoor aangegeven bedraagt het voorlopig tekort € 0,9 miljoen. Indien er sprake is van een tekort dient de gemeenteraad, vanwege haar budgetrecht, een aanvullend budget beschikbaar te stellen. Feitelijk wordt de gemeente nu voor een meervoudig dilemma geplaatst: . De inkoopcontracten en subsidiebeschikkingen moeten vóór 1 november 2O74 bij de aanbieders / aanvragers zijn kenbaar gemaakt vanwege dwingend gestelde landelijk gestelde termijnen; . Continuiteit van zorg moet worden gewaarborgd; o De onzekerheid in de ontwikkeling van de zorgkosten is en blijft aanwezig; . Ontwikkelingen rondom het AWBZ-gat, de PGB's en de uitkomsten uit het overleg met een aanbieder zijn nog n¡et duidelijk. Ondanks deze onzekere ontwikkelingen, zowel voor jeugdhulp als voor Wmo, achten wij het vooralsnog niet nodig uw raad voorstellen te doen voor extra budget. In de risicoparagraaf van de begroting 2015 is rekening gehouden met een mogelijk tekoft. Het in deze paragraaf eveneens berekend weerstandsvermogen (algemene reserve en eventuele bestemmingsreserves) kan als achtervang dienen van dit mogelijk tekort. III. Belangrijkste risico's Begin juli is tijdens de Raadsinformatiesessie voor de drie gemeenten in Midden-Limburg West een toelichting gegeven op het inkooptraject. In het inkooptraject zijn maatregelen getroffen om belangrijke risico's bij de decentralisaties te beheersen. Het betreft de continuiteit van de zorg en van zorgaanbieders en het tijdig realiseren van inkoop en aanbesteding. In de raadsinformatiebrief van juli hebben we de belangrijkste aandachtspunten of risico's genoemd waar de gemeenten op sturen: . continuiteit van zorg en zorgaanbieders; . tijdig realiseren van de inkoop/aanbesteding; . tijdig onderkennen van de vraag (naar inhoud en omvang); . accuraat kunnen beheersen van incidenten; . tijdig inrichten van de eigen organisatie; . realiseren van de benodigde cultuurverandering bij gemeenten aanbieders, ketenpartners en burgers; o laten slagen van de samenwerking tussen gemeenten; . realìseren van de informatievoorziening; ¡ het voorkomen van stapelingseffecten en dat alles binnen de gestelde financiële kaders. Met het vaststellen van de collegevoorstellen Inkoop Wmo en Wervingsproces Jeugdhulp zijn belangrijke stappen gezet om risico's te verminderen of te elimineren voor de continuiteit van zorg en zorgaanbieders en voor het tijdig realiseren van de inkoop/aanbesteding binnen gestelde fi nanciële kaders. 4 Financieel kader Er zijn echter nog attentiepunten bij het realiseren van de inkoop en aanbesteding binnen het financiële kader. In de risicoparagraaf van de begroting is er reeds melding van gemaakt dat als gevolg van de inwerkingtreding van de Jeugdwet en de nieuwe WMO op 1-1-2015, en de in verband daarmee naar de gemeente overgehevelde middelen c.q. de daarop uitgevoerde kortingen, de kans bestaat dat de uitgaven voor dit onderdeel de inkomsten overtreflen met als gevolg dat omvangrijke overschrijding van de geraamde budgetten kunnen plaatsvinden, Op dit moment zijn er nog risico's op 3 niveaus: 1. Afspraken met zorgaanbieders: met de meeste aanbieders hebben we afspraken kunnen maken binnen de financiële kaders, Aan de opgelegde korting/taakstelling wordt voldaan. In een enkel geval is dat niet gelukt en is opgeschaald. 2. Over een aantal posten bestaan nog onzekerheden over de hoogte van de lasten en de verdeling per gemeente. Dit betreft met name de gegevens over PGB bij Wmo , waarover de gemeenten vragen hebben gesteld aan het landelijk transitiebureau en de Staatsecretaris. Bij de Jeugdhulp zijn er verschillen tussen werkelijke cijfers, de cijfers die instellíngen aangeven en cijfers die van Vektis (het centrum voor informatie en standaardisat¡e voor zorgverzekeraars). Hierdoor is het bijna onmogelijk om per gemeente een betrouwbare raming te maken van de te verwachte lasten jeugdhulp in 2015. 3. Door de onzekerheid over de cijfers kan de realisatie in 2015 afwijken ten opzichte van de begroting, zowel voor de regio als geheel als per gemeente. Enkele voorbeelden van maatregelen Om binnen de financiële kaders te blijven, hebben de gemeenten naast de beleidsmaatregelen zoals verwoord in de diverse beleidsdocumenten de volgende maatregelen genomen: 1. Met één grote zorgaanbieder van Jeugdhulp is niet tijdig een overeenkomst gesloten. Voor het verstrijken van de deadline is opgeschaald naar de Transitie Autoriteit Jeugd met het doel om zo snel mogelijk tot een overeenkomst te komen waarmee continuiteit van zorg en zorgaanbieder binnen de financiële kaders geregeld kan worden. 2. De afstemming met de transitiebureaus en de opvolging op de brief aan de staatssecretaris inzake de onverklaarbare afwijkingen in AWBZ-budget wordt geintensiveerd om het benodigde inzicht te krijgen. 3. de cijfers voor Jeugdhulp per gemeente niet voldoende betrouwbaar zijn, hebben de colleges op 9 september jl. gezamenlijk ingestemd om voor 2015 overte gaan tot vereven¡ng van lasten, onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad in december. In het collegevoorstel wordt uitvoering aan dit besluit gegeven door een voorstel aan de gemeenteraden door te leiden. 4. Voor de sturing en monitoring richten de samenwerkende gemeenten in MiddenLimburg een regie-organisatie in, waarbij beleid, inkoop en control een sleutelrol spelen. De sturing en monitoring betreft primair de regie op de aanbieders en de rapportage aan uw Raad, college en management. Omdat 5 Tot slot Zoals toegezegd informeren wij uw Raad periodiek over de ontwikkelingen in het sociale domeín. Met de op te richten klankbordgroep 3D van de Raad zullen concrete afspraken worden gemaakt over de wijze waarop u geinformeerd wilt worden. Met vr¡endelfke groet, en wethouders, M.H.F pen gemeentesecretaris 6
© Copyright 2024 ExpyDoc