Bestuursmandaat in een Belgische NV - de 10 misverstanden

Bestuursmandaat in een Belgische NV - de 10 misverstanden
Faillissementen, wet continuïteit ondernemingen, Fortisgate, … durf ik in deze
tijden nog een zitje in de raad van bestuur van een Belgische NV opnemen?
Hierbij alvast een kort overzicht van de 10 belangrijkste misverstanden:
Het is mijn probleem niet want...
1. De vennootschap of de aandeelhouder betaalt
Een bestuurder is in principe niet gebonden of verbonden door de verbintenissen
van de vennootschap. Voorwaarde daartoe, is dat de bestuurder zijn/haar opdracht
normaal vervult. Deze laatste voorwaarde zal beoordeeld worden door een rechter,
zij het dat deze slechts een marginale toetsing kan uitvoeren.
Teneinde de financiële risico’s van een mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid te
vermijden, kan de bestuurder trachten een vrijwaring te bekomen van de
aandeelhouder(s). Deze vrijwaring geldt echter niet in geval van strafrechtelijke
vervolging.
2. Ik ben verzekerd
Enkele jaren geleden was een verzekering voor bestuurdersaansprakelijkheid, de
zogenaamde D&O-verzekering, nog exotisch, nu is het een must-have geworden.
Deze verzekering wordt typisch afgesloten door de vennootschap, of op
groepsniveau, maar kan ook perfect afgesloten worden door de bestuurder zelf. Let
wel, ook het sluiten van een verzekering is geen algemene vrijstelling van
aansprakelijkheid. De verzekeraar zal immers enkel de financiële schade en de
verdedigingskosten vergoeden. De verzekeraar komt niet tussen bij een opzettelijke
fout, bedrog of strafrechtelijke aansprakelijkheid (minnelijke schikkingen
inbegrepen).
3. Ik sta niet in voor het verleden
Elke bestuurder heeft de plicht zijn bestuurstaak naar best vermogen uit te oefenen.
Dit betekent ook dat hij/zij een einde dient te stellen aan voortdurende inbreuken
(vb. milieudelicten), ook al zijn deze ontstaan vóór de bestuursperiode van de
betrokken bestuurder. In de praktijk wordt de bestuurder vaak wel enige tijd gegund
om de toestand te regulariseren. In dit kader kan het ook nuttig zijn een “due
diligence light” uit te voeren op de vennootschap, alvorens een bestuurszitje op te
nemen.
4. Ik heb niet gestemd of tegengestemd
Hoewel in principe elke bestuurder individueel aansprakelijk is voor zijn/haar fouten,
is er een vermoeden van hoofdelijke aansprakelijkheid in geval van een inbreuk op
het wetboek van vennootschappen of de statuten. Bovendien zullen de rechters ook
meer en meer de raad van bestuur collegiaal aansprakelijk achten voor een fout.
Indien je als bestuurder wenst te ontsnappen aan deze aansprakelijkheid, dienen er
cumulatief drie voorwaarden te zijn voldaan: (i) niet hebben deelgenomen aan de
inbreuk of fout, (ii) geen schuld treffen, en (iii) de overtreding aanklagen op de
eerstvolgende algemene vergadering van de vennootschap. De tweede voorwaarde
zal concreet beoordeeld worden als zijnde “oefent de bestuurder effectief zijn
mandaat uit”,” is hij niet ongerechtvaardigd afwezig op de raden van bestuur”, etc.
Een bestuurder mag zich dus niet louter passief opstellen.
5. Dat is mijn domein niet
Bij de beoordeling van bestuurdersaansprakelijkheid zal een rechter geen rekening
houden met de bekwaamheid of specialisatie van een bestuurder, noch met enige
bevoegdheidsverdeling afgesproken tussen de bestuurders.
Indien een bepaald topic niet de specialiteit is van de bestuurders, dienen zij de
materie te delegeren aan iemand anders binnen het bedrijf of aan een externe
expert. Echter, de bestuurders en raad van bestuur blijven aansprakelijk voor de
uiteindelijke beslissing. De bestuurders dienen immers het nodige toezicht uit te
oefenen op de gedelegeerde taken, en vooral kritisch zijn bij het advies ontvangen
van derden. Het is dus belangrijk om interne beslissings- en toezichtsprocedures op
te stellen. De rechtspraak is streng in deze.
6. Ik wist het niet of ik was afwezig
Opnieuw: de actieve rol van de bestuurder is cruciaal. Afwezig zijn op een raad van
bestuur kan op zich al een fout zijn. Een bestuursmandaat opnemen voor het
prestige, zonder effectief betrokken te zijn bij het bestuur, zal steevast tot de
aansprakelijkheid van de bestuurder kunnen leiden.
Indien anderzijds een mede-bestuurder fraude pleegt, zal een louter lidmaatschap
van de raad van bestuur onvoldoende zijn om mee verantwoordelijk te worden
geacht. Hoewel ook hier de rechtspraak streng is: vaak gaat zij uit van een gebrek in
toezicht.
7. Ik ben onafhankelijk of niet-uitvoerend bestuurder
Ook onafhankelijke en niet-uitvoerende bestuurders zijn effectief bestuurders, dus
voor de uitoefening van hun bestuursmandaat lopen zij evenveel risico op
bestuurdersaansprakelijkheid als elke andere bestuurder.
8. Ik heb een managementvennootschap
Een bestuurdersmandaat opnemen via een managementvennootschap is geen
middel om te ontsnappen aan bestuurdersaansprakelijkheid. Het Belgische wetboek
van vennootschappen voorziet immers in de verplichte benoeming van een fysiek
persoon als vaste vertegenwoordiger, en deze vaste vertegenwoordiger wordt
geacht aansprakelijk te zijn- op burgerrechtelijk en strafrechtelijk vlak - alsof hij/zij
het bestuursmandaat in eigen naam en voor eigen rekening uitoefent. Ook een
eventuele cascade van rechtspersonen – indien al geldig opgezet – doet geen
afbreuk aan dit principe.
2
9. Mijn stem maakt toch niet uit
Een bestuurder moet zijn/haar mandaat uitoefenen in het belang van de
vennootschap, en niet in het belang van de groep van vennootschappen waartoe de
Belgische vennootschap behoort of in het belang van een specifieke aandeelhouder.
Dit laatste is niet altijd evident voor een bestuurder die benoemd is op voordracht
van een bepaalde aandeelhouder. De betrokken bestuurder zal dus verschillende
petjes moeten opzetten in deze en er steeds voor dienen te zorgen dat tijdens een
raad van bestuur hij effectief de belangen van de vennootschap verdedigt.
Niettegenstaande bovenstaand principe, kan een bestuurder in bepaalde gevallen
wel rekening houden met het groepsbelang, met name indien (i) er (onrechtstreeks)
voordelen verbonden zijn voor de Belgische vennootschap, (ii) het voordeel in
verhouding staat met het eventueel nadeel, en (iii) de toekomst van de Belgische
vennootschap niet in het gedrang komt.
10. Ik heb toch een kwijting gekregen
Elk jaar moet de algemene vergadering zich uitspreken over de kwijting van de
bestuurders. Dit betekent concreet dat de algemene vergadering afstand doet van
een mogelijke aansprakelijkheidsvordering tegen de bestuurders. Deze kwijting zal
echter niet geldig zijn als de ware toestand van de vennootschap verborgen wordt
gehouden door weglating of onjuiste weergave van bepaalde elementen in de
jaarrekening.
Deze kwijting doet bovendien geen afbreuk aan de mogelijkheid van derden (vb. een
curator die optreedt voor de schuldeisers van een faillissement) om vooralsnog een
aansprakelijkheidsvordering in te stellen.
Samengevat: het opnemen van een bestuursmandaat in een Belgische NV is een
grote verantwoordelijkheid. Het is zeker belangrijk om actief deel te nemen aan het
bestuur en een goed delegatie en toezicht systeem op poten te zetten. Het is ten
zeerste aan te raden de boeken van de vennootschap grondig te onderzoeken
(eventueel via aan “due diligence light”) alvorens of kort na het opnemen van een
mandaat. En voor het geval het toch fout loopt, is een goede vrijwaring of
verzekering, geen overbodige luxe … Uiteraard kan Lydian u of uw onderneming
inzake voorgaande met raad en daad bijstaan.
Voor meer informatie:
Peter De Ryck ([email protected] – Tel: 02 787 90 09 – advocaat-vennoot bij
Lydian (www.lydian.be).
3