PARCOURU! Jorn Dijkstra 24. LES VERBES IMPERSONNELS IMPERSONNE /UNIPERSONNELS de onpersoonlijke werkwoorden INTRODUCTION En ja, dat klinkt raar. Wat is in godsnaam een onpersoonlijk werkwoord? Je moet de betekenis in ieder geval niet te letterlijk nemen. Een onpersoonlijk werkwoord komt alleen voor in de derde persoon enkelvoud, dus de il-vorm in de betekenis van ‘het, er’. Het bijbehorende werkwoord staat dus ook altijd in het enkelvoud. enkelvoud QUEL TEMPS FAIT-IL? Als je wilt zeggen wat voor soort weer het is, maak je al gebruik van het onpersoonlijk werkwoord. Il neige. Il pleut. Il y a du vent - Het sneeuwt. Het regent. Het waait. IL Y A / IL S’AGIT DE Verreweg het bekendste voorbeeld van een onpersoonlijk werkwoord, ik zou haast willen zeggen ‘onpersoonlijke constructie, is il y a. Il y a betekent er is / er zijn / geleden. Il y a beaucoup de voitures. - Er zijn veel auto’s. Il y a un homme qui a 18 ans. - Er is een man die 18 jaar is. Il y a trois mois. - Drie maanden geleden. Te vergelijken is de constructie il s’agit de – het gaat over. Dans ce film, il s’agit de deux personnes. - In die film gaat het over 2 personen IL FAUT Il faut + infinitief betekent ‘je ‘ moet…’. Il faut payer l’addition. - Je moet de rekening betalen. Il faudra payer l’addition. - Je zal de rekening moeten betalen. Als je vóór faut een wederkerend voornaamwoord plaatst, verandert de betekenis. Il me faut betekent ‘ik moet’. Men laat het wederkerend voornaamwoord vaak weg als wel duidelijk is aan wie de boodschap is gericht. Il me faut payer. - Ik moet betalen. EXCEPTIONS Weersta rsta de verleiding om de volgende werkwoorden met il te vertalen. Je regrette de../Je de../ m’étonne que..- Het spijt me, het verbaast me dat..
© Copyright 2024 ExpyDoc