Notulen 10 juli 2014

Weergave vergadering MR 10 juli 2014
Functiemix
De functiemix is in eerdere vergaderingen (zie bv. weergave vergadering mei 2014) al aan de orde geweest.
Omdat de doelstellingen van de functiemix om financiële redenen voor de meeste scholen niet haalbaar zijn,
heeft het ministerie een rekentool ontwikkeld. Hiermee kan per school worden berekend welk percentage per
school wel haalbaar is met het door het ministerie hiervoor beschikbaar gestelde bedrag. Voor onze school is
berekend dat dit 91% is. Om dit naar het ministerie te bevestigen, is er een formulier beschikbaar dat door de
schoolleiding (SL) en door de voorzitter van de MR moet worden ondertekend. De voorzitter tekent dan
namens de PMR. Echter de PMR is het niet eens met de wijze waarop het ministerie het probleem oplost, n.l.:
niet meer geld beschikbaar stellen zodat volledig aan de functiemix kan worden voldaan, maar akkoord gaan
met een minder aantal docenten dat in de salarisschaal LD moet worden benoemd. De PMR stemt er dan ook
niet mee in dat de voorzitter het formulier namens hen ondertekent.
Criteria LD
Ook het Entreerecht is al eerder besproken. Meerdere docenten zullen per 1 augustus a.s. op basis van dit
entreerecht worden bezoldigd volgens de LD salarisschaal - de hoogste docenten salarisschaal - zonder dat
hier een beoordelingstraject aan vooraf is gegaan. Dit gebeurt alleen omdat zij voor 50% of meer lesgeven in de
bovenbouw. De nieuwe CAO biedt de mogelijkheid om deze docenten achteraf een beoordelingstraject te laten
doorlopen en indien dit negatief verloopt, de betrokken docent(en) na twee jaar terug te zetten in de oude
salarisschaal. De SL heeft een dergelijk beoordelingstraject uitgewerkt en biedt het de PMR ter advies aan.
Vanuit de PMR komt de opmerking dat dit beoordelingstraject achteraf voor een deel van de betrokken
docenten niet terecht zou zijn omdat zij vooruitlopend op hun recht op LD volgens het entreerecht per 1
augustus 2014 al in december 2012 een volledig beoordelingstraject hebben doorlopen en op grond hiervan
geschikt zijn bevonden voor LD. Men is van mening dat zij een soortgelijk traject dus vooraf al hebben
doorlopen. De PMR spreekt een negatief advies uit over de beoordelingsprocedure.
Naar aanleiding van de leerling-enquêtes die deel uitmaken van het traject, vraagt de OMR zich in het
algemeen af hoe de leerlingen omgaan met het beantwoorden van de vragen. De LMR geeft aan dat dit niet
altijd serieus gebeurt. De SL deelt mede dat uit de antwoorden blijkt dat toch zeker 95% van de leerlingen hier
wel serieus mee omgaat en tijdens het invullen onderling geen contact hebben hierover. De OMR vraagt of er
gedacht is aan een objectievere factor, zoals rapport- of examencijfers? De SL geeft aan hieraan wel te hebben
gedacht maar hier niet voor te hebben gekozen ondermeer omdat cijfers niet alleen het gevolg zijn van de wijze
waarop docent lesgeeft of zich opstelt.
Begroting 2015
Deze begroting heeft een klein positief saldo . Maar elke BOOR-school moet meer dan 1 % toevoegen aan het
weerstandsvermogen van het bestuur en dit betekent een negatief saldo. In de onderhandelingen met het
Algemeen Bestuur (AB) en College van Bestuur (CvB) van BOOR is het jammer dat AB en CvB alleen maar op
de cijfers lijken te letten en de schoolleiders juist de kwaliteit van het onderwijs proberen te handhaven. De SL
heeft goede hoop dat de miljoen euro van het najaarsakkoord wel naar het onderwijs mag en niet naar de
opbouw van het weerstandsvermogen hoeft.
Voor 2015 zijn de vervanging van zonwering en het schilderwerk geschrapt.
In de voorliggende begroting is al uitgegaan van twee aanpassingen in het taakbeleid van het personeel. Met
deze voorgestelde aanpassingen zal echter eerst nog de GMR en 2/3 van het BOOR-personeel moeten
instemmen. Als dat gebeurt, wordt per 1-8-2015 de opvang van onderbouwklassen bij absentie van de
lesgevende docent weer ingevoerd. Het resultaat van de stemming inzake positief of negatief advies is gelijk
en daarom wordt de voorgestelde begroting in de volgende MR-vergadering opnieuw in stemming gebracht.
Examenresultaten
De schoolleiding gaat met het personeel concrete plannen bespreken om er voor te zorgen dat de examenresultaten niet opnieuw lager zullen zijn dan was voorzien.
De slechte resultaten waren op grond van de SE-cijfers in de vijfde en zesde klas niet te voorzien. Het is wel zo
dat naarmate je met meer onvoldoendes overgaat, de kans om te zakken ook groter wordt. Maar het is deze
keer misgegaan bij het CE. De LMR geeft aan dat hen altijd is verteld dat de CE’s makkelijker zijn dan de
1
Erasmiaanse SE’s. Daardoor kunnen leerlingen figuurlijk in slaap zijn gesust. De OMR vraagt of er gekeken is
naar de resultaten per docent; dat lijkt een onderzoek waard. De SL geeft aan dat er wel naar de resultaten per
sectie wordt gekeken en dat als een sectie ondermaats presteert, wordt ingegrepen. Maar nu is het vrijwel over
alle secties het geval. De SL richt zich daarom op een betere voorbereiding op het CE. De secties is gevraagd
hun pta’s te heroverwegen en de voorbereiding op het CE moet prominenter worden door drie schoolweken
tussen SE en CE te creëren waarin de leerlingen beter kunnen worden voorbereid op het CE.
1. Onderdeel 1 van het voorstel is om in leerjaar 6 de toetsweken in maart aan elkaar te verbinden om zo drie
schoolweken tussen SE en Ce te krijgen voor de voorbereiding op het CE. De MR stemt hiermee in.
2. Onderdeel 2 van het voorstel is een wijziging van de herkansingsregeling. Nu zijn de maximaal drie
toegestane herkansingen aan het eind van periode 2. Het voorstel van de SL is maximaal twee per periode
(en handhaving van maximaal drie in totaal). Binnen de MR is er toch de voorkeur voor het drie kunnen
opnemen per periode. Als de SL deze aanpassing overneemt, is de MR akkoord.
3. Onderdeel 3 van het voorstel is: de toetsweek begint in de leerjaren 1 t/m 5 op hetzelfde moment in
periode 1 en 2 (en noodzakelijkerwijs niet in periode 3). De verschillen in lengte worden aan het eind van
de toetsperioden 1 en 2 weggewerkt waarbij onontkoombaar is dat de lessen van de nieuwe periode (in
case periode 2 en 3) niet op hetzelfde moment beginnen. De laatste dag voor de toetweek is iedereen na het
vierde uur vrij (behalve als dit een vrijdag is). Ook hiermee stemt de MR in.
2
Weergave vergadering MR 10 juli 2014
Functiemix
De functiemix is in eerdere vergaderingen (zie bv. weergave vergadering mei 2014) al aan de orde geweest.
Omdat de doelstellingen van de functiemix om financiële redenen voor de meeste scholen niet haalbaar zijn,
heeft het ministerie een rekentool ontwikkeld. Hiermee kan per school worden berekend welk percentage per
school wel haalbaar is met het door het ministerie hiervoor beschikbaar gestelde bedrag. Voor onze school is
berekend dat dit 91% is. Om dit naar het ministerie te bevestigen, is er een formulier beschikbaar dat door de
schoolleiding (SL) en door de voorzitter van de MR moet worden ondertekend. De voorzitter tekent dan
namens de PMR. Echter de PMR is het niet eens met de wijze waarop het ministerie het probleem oplost, n.l.:
niet meer geld beschikbaar stellen zodat volledig aan de functiemix kan worden voldaan, maar akkoord gaan
met een minder aantal docenten dat in de salarisschaal LD moet worden benoemd. De PMR stemt er dan ook
niet mee in dat de voorzitter het formulier namens hen ondertekent.
Criteria LD
Ook het Entreerecht is al eerder besproken. Meerdere docenten zullen per 1 augustus a.s. op basis van dit
entreerecht worden bezoldigd volgens de LD salarisschaal - de hoogste docenten salarisschaal - zonder dat
hier een beoordelingstraject aan vooraf is gegaan. Dit gebeurt alleen omdat zij voor 50% of meer lesgeven in de
bovenbouw. De nieuwe CAO biedt de mogelijkheid om deze docenten achteraf een beoordelingstraject te laten
doorlopen en indien dit negatief verloopt, de betrokken docent(en) na twee jaar terug te zetten in de oude
salarisschaal. De SL heeft een dergelijk beoordelingstraject uitgewerkt en biedt het de PMR ter advies aan.
Vanuit de PMR komt de opmerking dat dit beoordelingstraject achteraf voor een deel van de betrokken
docenten niet terecht zou zijn omdat zij vooruitlopend op hun recht op LD volgens het entreerecht per 1
augustus 2014 al in december 2012 een volledig beoordelingstraject hebben doorlopen en op grond hiervan
geschikt zijn bevonden voor LD. Men is van mening dat zij een soortgelijk traject dus vooraf al hebben
doorlopen. De PMR spreekt een negatief advies uit over de beoordelingsprocedure.
Naar aanleiding van de leerling-enquêtes die deel uitmaken van het traject, vraagt de OMR zich in het
algemeen af hoe de leerlingen omgaan met het beantwoorden van de vragen. De LMR geeft aan dat dit niet
altijd serieus gebeurt. De SL deelt mede dat uit de antwoorden blijkt dat toch zeker 95% van de leerlingen hier
wel serieus mee omgaat en tijdens het invullen onderling geen contact hebben hierover. De OMR vraagt of er
gedacht is aan een objectievere factor, zoals rapport- of examencijfers? De SL geeft aan hieraan wel te hebben
gedacht maar hier niet voor te hebben gekozen ondermeer omdat cijfers niet alleen het gevolg zijn van de wijze
waarop docent lesgeeft of zich opstelt.
Begroting 2015
Deze begroting heeft een klein positief saldo . Maar elke BOOR-school moet meer dan 1 % toevoegen aan het
weerstandsvermogen van het bestuur en dit betekent een negatief saldo. In de onderhandelingen met het
Algemeen Bestuur (AB) en College van Bestuur (CvB) van BOOR is het jammer dat AB en CvB alleen maar op
de cijfers lijken te letten en de schoolleiders juist de kwaliteit van het onderwijs proberen te handhaven. De SL
heeft goede hoop dat de miljoen euro van het najaarsakkoord wel naar het onderwijs mag en niet naar de
opbouw van het weerstandsvermogen hoeft.
Voor 2015 zijn de vervanging van zonwering en het schilderwerk geschrapt.
In de voorliggende begroting is al uitgegaan van twee aanpassingen in het taakbeleid van het personeel. Met
deze voorgestelde aanpassingen zal echter eerst nog de GMR en 2/3 van het BOOR-personeel moeten
instemmen. Als dat gebeurt, wordt per 1-8-2015 de opvang van onderbouwklassen bij absentie van de
lesgevende docent weer ingevoerd. Het resultaat van de stemming inzake positief of negatief advies is gelijk
en daarom wordt de voorgestelde begroting in de volgende MR-vergadering opnieuw in stemming gebracht.
Examenresultaten
De schoolleiding gaat met het personeel concrete plannen bespreken om er voor te zorgen dat de examenresultaten niet opnieuw lager zullen zijn dan was voorzien.
De slechte resultaten waren op grond van de SE-cijfers in de vijfde en zesde klas niet te voorzien. Het is wel zo
dat naarmate je met meer onvoldoendes overgaat, de kans om te zakken ook groter wordt. Maar het is deze
keer misgegaan bij het CE. De LMR geeft aan dat hen altijd is verteld dat de CE’s makkelijker zijn dan de
1
Erasmiaanse SE’s. Daardoor kunnen leerlingen figuurlijk in slaap zijn gesust. De OMR vraagt of er gekeken is
naar de resultaten per docent; dat lijkt een onderzoek waard. De SL geeft aan dat er wel naar de resultaten per
sectie wordt gekeken en dat als een sectie ondermaats presteert, wordt ingegrepen. Maar nu is het vrijwel over
alle secties het geval. De SL richt zich daarom op een betere voorbereiding op het CE. De secties is gevraagd
hun pta’s te heroverwegen en de voorbereiding op het CE moet prominenter worden door drie schoolweken
tussen SE en CE te creëren waarin de leerlingen beter kunnen worden voorbereid op het CE.
1. Onderdeel 1 van het voorstel is om in leerjaar 6 de toetsweken in maart aan elkaar te verbinden om zo drie
schoolweken tussen SE en Ce te krijgen voor de voorbereiding op het CE. De MR stemt hiermee in.
2. Onderdeel 2 van het voorstel is een wijziging van de herkansingsregeling. Nu zijn de maximaal drie
toegestane herkansingen aan het eind van periode 2. Het voorstel van de SL is maximaal twee per periode
(en handhaving van maximaal drie in totaal). Binnen de MR is er toch de voorkeur voor het drie kunnen
opnemen per periode. Als de SL deze aanpassing overneemt, is de MR akkoord.
3. Onderdeel 3 van het voorstel is: de toetsweek begint in de leerjaren 1 t/m 5 op hetzelfde moment in
periode 1 en 2 (en noodzakelijkerwijs niet in periode 3). De verschillen in lengte worden aan het eind van
de toetsperioden 1 en 2 weggewerkt waarbij onontkoombaar is dat de lessen van de nieuwe periode (in
case periode 2 en 3) niet op hetzelfde moment beginnen. De laatste dag voor de toetweek is iedereen na het
vierde uur vrij (behalve als dit een vrijdag is). Ook hiermee stemt de MR in.
2