Functie CONTEXT: Organisatorische eenheid: onderwijsondersteunend proces. Verantwoording: aan de Directeur - Bestuurder voor wat betreft het ontwikkelde beleid, de beleidsadvisering, de uitvoering van het onderwijs- en onderwijsbegeleidingsproces, de wijze waarop leiding en sturing wordt gegeven en de deelname aan professionalisering. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, het voor de organisatie beschikbare budget en de beleidskaders van de stichting. RESULTAATGEBIEDEN: 1. Het ontwikkelen van beleid. 2. Het zorg dragen voor de uitvoering van het onderwijs- en onderwijsbegeleidingsproces. 3. Het geven van leiding en sturing. 4. Het, in voorkomende gevallen, verzorgen van lesgevende taken. 5. Het zorg dragen voor professionalisering. D.I.P.O./Versie 1/Juli 2010/© Directeur KERNACTIVITEITEN PER RESULTAATGEBIED: 1. Het volgen en analyseren van interne en externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het functioneren van de school en het vertalen hiervan in binnen het eigen mandaat passende acties. Het, gevraagd en ongevraagd, adviseren van de Directeur - Bestuurder op terreinen als huisvesting, (vernieuwingen in) het lokaal onderwijsen jeugdbeleid, de onderwijsprogrammering, het personeelsbeleid en de benodigde randvoorwaarden. Het implementeren en evalueren van het onderwijs- en onderwijsbegeleidingbeleid binnen de school. 2. Het zorg dragen voor de voorbereiding en uitvoering van het onderwijskundig beleid en de uitvoering van de leerlingenzorg binnen de school. Het zorg dragen voor het dagelijks financieel en facilitair beheer en de personeelszorg binnen de school en het opstellen van het schoolplan, het jaarplan en bijdragen aan het jaarverslag. Het aannemen en schorsen van en het doen van voorstellen tot verwijdering van leerlingen. Het organiseren van passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering. 3. Het bewaken van de kwaliteit van de werkzaamheden. Het geven van leiding aan het personeel van de school. Het voeren van de gesprekkencyclus. Het voeren van overleg met de Medezeggenschapsraad en het hierover uitbrengen van verlag aan de bovenschoolse directie. Het op schoolniveau verzorgen en onderhouden van externe contacten. 4. Het, in voorkomende gevallen, geven van onderwijs en de rechtstreeks daaruit voortvloeiende taken. 5. Het op peil houden van de voor het beroep vereiste bekwaamheden en het zo nodig uitbreiden hiervan. Het deelnemen aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie. Schaal DB VAKMATIG EN METHODISCH COMPETENT: De directeur draagt binnen een school voor primair of (voortgezet) speciaal onderwijs verantwoording voor de condities waarbinnen leerlingen goed worden toegerust voor de samenleving van morgen. Hij is daadkrachtig, innovatief, resultaatgericht, heeft organisatietalent, een samenbindend vermogen, beschikt over uitstekende communicatieve vaardigheden en kan op een flexibele wijze samenwerken. Dit houdt in dat hij bijvoorbeeld: het vermogen heeft om visie te vertalen naar de dagelijkse praktijk; inzicht heeft in het functioneren van een basisschool en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits; zijn opdracht, mede door samenwerking, op een doeltreffende manier weet uit te voeren; ook onder moeilijke en/of tegenvallende omstandigheden vooropgestelde doelen weet te behalen; inzicht heeft in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen; inzicht heeft in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde werkprocessen; tegenstellingen tussen betrokkenen weet te overbruggen. zowel schriftelijk als mondeling helder en duidelijk formuleert; niet vasthoudt aan genomen besluiten als de beoogde gemeenschappelijke doelstelling in gevaar komt. Pagina 1 van 2 Functie Directeur OPLEIDINGSEISEN: Diploma HBO+ en/of relevante certificaten. KENNIS: Brede theoretische en praktische kennis van de ontwikkelingen in het primair onderwijs. Kennis van maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot het primair onderwijs. Kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringprocessen. VAARDIGHEDEN: Vaardigheid in het organiseren en begeleiden van werkprocessen. Vaardigheid in het omzetten van analyses in actieplannen. Vaardigheid in het onderhouden van contacten en het omgaan met conflictsituaties. Vaardigheid in het aansturen van en coachend leidinggeven aan professionals. Vaardigheid in het geven van adviezen. Schaal DB BESLIST BINNEN KADER OVER/BIJ: De beleidsontwikkeling. Het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg binnen de school. De vertaling van de door de Raad van Toezicht vastgestelde strategische beleidslijnen in het schoolplan, het jaarplan en het jaarverslag. Het bewaken van de kwaliteit van de werkzaamheden. Het leiding geven aan het personeel van de school. De inhoud van adviezen aan de Directeur - Bestuurder. CONTACTEN: Met de Directeur - Bestuurder over het beleid voor de school, de uitvoering van het onderwijs- en onderwijsbegeleidingsproces en de wijze waarop leiding en sturing wordt gegeven om informatie uit te wisselen en adviezen te geven. Met het personeel van de school over de dagelijkse werkzaamheden om informatie uit te wisselen, tot afstemming te komen, adviezen te geven en leiding te geven. Met deelnemers aan het directieoverleg over het beleid binnen de stichting, de uitvoering van het onderwijsproces hierbinnen en de wijze waarop leiding en sturing wordt gegeven om informatie uit te wisselen, tot afstemming te komen en adviezen te geven. Met leden van de Medezeggenschapsraad over medezeggenschapsaangelegenheden om informatie uit te wisselen, tot afstemming te komen en adviezen te geven. Met leerlingen en de ouders/verzorgers hiervan over verwijdering, schorsing en doorverwijzing naar hulpinstanties en specialisten om informatie uit te wisselen, tot afstemming te komen en adviezen te geven. Met de ouderraad over allerhande ontwikkelingen binnen de school om informatie uit te wisselen, tot afstemming te komen en adviezen te geven. Met functionele beleidsgroepen/commissies over in behandeling zijnde onderwerpen om informatie uit te wisselen, tot afstemming te komen en adviezen te geven. Met hulpinstanties en specialisten over het doorverwijzen van leerlingen om informatie uit te wisselen, tot afstemming te komen en adviezen te geven. Met relevante netwerken over allerhande vraagstukken de school betreffende om informatie uit te wisselen, tot afstemming te komen en adviezen te geven. LOOPBAANPERSPECTIEF: Als loopbaanperspectief kan worden gedacht aan de functie: Directeur DC D.I.P.O./Versie 1/Juli 2010/© Pagina 2 van 2
© Copyright 2024 ExpyDoc