5 maatregelen voor een duurzame stad Duurzaamheid is voor veel Rotterdammers een vaag begrip. Dat komt omdat duurzaamheid nog te vaak iets van de overheid of van bedrijven is. Of van mensen die genoeg geld hebben om duurzame producten te kopen. Het CDA wil dat duurzaamheid iets voor elke Rotterdammer wordt. In dit plan doen we 5 voorstellen die ervoor zorgen dat duurzaamheid concreet wordt en daadwerkelijk iets betekent voor alle Rotterdammers. Het moet anders Want er moet iets veranderen in Rotterdam. In Rotterdam is de lucht vuiler dan in andere steden en de rest van Nederland. Dat is slecht voor de gezondheid van Rotterdammers en vooral voor opgroeiende kinderen. Daarnaast loopt de energierekening steeds verder op en slurpt een steeds groter deel van het inkomen van gewone gezinnen op. Dat is onnodig, want energiebesparende maatregelen zijn rendabel en goed voor het milieu. Daarnaast vinden veel gezinnen Rotterdam niet aantrekkelijk, omdat er weinig gezinsvriendelijke en groene wijken zijn waar kinderen gezond buiten kunnen spelen. Daarom stellen wij vijf concrete maatregelen voor. Henri Bontenbal kandidaat-raadslid 1. 2. 3. 4. 5. Het CDA wil dat de twee nieuwe kolencentrales op de Maasvlakte niet eerder open gaan voordat de twee oude kolencentrales gesloten zijn. Het CDA wil dat bedrijven die een groot aandeel hebben in de luchtvervuiling in onze gemeente, een evenredige bijdrage leveren aan een fonds waarmee projecten voor een schone lucht in de gemeente worden gefinancierd. Het CDA wil een groenquotum voor alle nieuwe woonwijken: tenminste 50% van de wijk bestaat uit groen. Zo kunnen kinderen opgroeien in een kindvriendelijke en gezonde omgeving. Het CDA wil dat de gemeente zich niet in de eerste plaats richt op CO2-reductie, maar op energiebesparing. De meest duurzame energie is bespaarde energie! Wij gaan voor 3% energiebesparing per jaar voor Rotterdamse woningen, kantoren, scholen en sportverenigingen. Het CDA wil in Rotterdam het scheiden van afval sterker stimuleren. Veel waardevolle grondstoffen verdwijnen nu onnodig in de vuilverbranding. Dat is slecht voor het milieu en zonde van het geld. Toelichting 1. Nieuwe kolencentrales niet open voordat de oude dicht zijn Luchtvervuiling is slecht voor de gezondheid van Rotterdamse inwoners. Door de industrie, de haven en het drukke verkeer is de lucht in Rotterdam vuiler dan elders in Nederland. Daardoor leeft de gemiddelde Rotterdammer ongeveer 2 maanden korter dan andere Nederlanders. Luchtverontreiniging leidt tot gezondheidsklachten, zoals een verminderde longfunctie, chronische bronchitis en astma. Op de Maasvlakte zijn twee nieuwe kolencentrales in aanbouw, terwijl twee oudere centrales nog draaien. Beide nieuwe centrales zullen binnenkort in gebruik worden genomen.1 De twee oude centrales zullen uiterlijk 1 juli 2017 uit gebruik worden genomen, zo is afgesproken in het Energieakkoord. Hoewel de nieuwe kolencentrales relatief schoner zijn dan de oude, zorgen zij voor een forse toename van luchtverontreinigende stoffen. Het gaat om grote hoeveelheden fijnstof, zwaveloxiden, stikstofoxiden, zware metalen en CO2. Het CDA vindt het geen goede zaak dat de luchtkwaliteit in Rotterdam verslechtert door de komst van de twee nieuwe kolencentrales en wil daarom dat de nieuwe centrales niet eerder open gaan dan wanneer de twee oude centrales gesloten zijn. Zo voorkomen we dat de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid van Rotterdammers, in de tussenliggende periode fors toeneemt. 2. Grote bedrijven leveren een bijdrage aan een luchtkwaliteitsfonds In onderstaande tabel is voor acht luchtverontreinigende stoffen een top 3 weergegeven van de grootste bronnen in de gemeente in 2011.2 Uit dit overzicht blijkt dat o.a. dat bedrijven als de AVR, de raffinaderijen van Shell, Esso en BP, samen met de kolencentrales van Eon de grootste (punt)bronnen van luchtverontreinigende stoffen zijn. Deze bedrijven zorgen voor vervuiling zonder dat zij voor de schade daarvan op de volksgezondheid en het milieu hoeven te betalen. Dat is niet terecht. Het CDA wil daarom dat er een fonds komt waar bedrijven naar rato van hun bijdrage aan de verontreiniging van de lucht een bijdrage in storten, zodat met dit geld projecten kunnen worden gefinancierd die bijdragen aan een schonere lucht. Ammoniak 1 AVR NV (Rijnmond) 2 Climax Molybdenum BV 3 E.On Benelux NV (Maasvlakte) kg 18.961 9.332 4.743 Methaan 1 BP Rotterdam Refinery 2 Gasunie LNG 3 Esso Nederland BV (Raffinaderij Rotterdam) Distikstofoxide 1 Shell Nederland Raffinaderij BV 2 AVR NV (Rijnmond) 3 E.On Benelux NV (RoCa) kg 56.600 46.879 18.000 NMVOS 1 Shell Nederland Raffinaderij BV 2 Archer Daniels Midland Europoort BV (ADM) 3 Esso Nederland BV (Raffinaderij Rotterdam) kg 2.299.200 1.954.850 1.421.040 Stikstofoxiden (als NO2) 1 Shell Nederland Raffinaderij BV 2 E.On Benelux NV (Maasvlakte) 3 BP Rotterdam Refinery kg 2.130.400 1.986.090 1.695.430 Zwaveloxiden (als SO2) 1 Shell Nederland Raffinaderij BV 2 BP Rotterdam Refinery 3 Esso Nederland BV (Raffinaderij Rotterdam) kg 4.090.350 3.538.500 2.628.200 Fijnstof (PM10) 1 Europees Massagoed Overslagbedrijf 2 Shell Nederland Raffinaderij BV 3 Ertsoverslag Europoort Koolstofdioxide 1 E.On Benelux NV (Maasvlakte) 2 Shell Nederland Raffinaderij BV 3 Esso Nederland BV (Raffinaderij Rotterdam) 1 kg 213.000 190.090 134.200 kg 6.737.080.000 4.113.290.000 2.376.930.000 kg 601.713 587.411 226.551 De nieuwe kolencentrale van EON heeft een vermogen van 1.070 MW, de nieuwe centrale van GDF Suez een vermogen van 800 MW. De twee oude kolencentrales van EON hebben een gezamenlijk vermogen van 1.040 MW. 2 De cijfers zijn ontleend aan emissieregistratie.nl 3. Groenquotum voor nieuwe wijken Het CDA wil de komende collegeperiode 6.000 eengezinswoningen met een tuin bouwen. Hierdoor kunnen meer gezinnen en mensen uit de midden- en hogere inkomensgroepen zich in Rotterdam vestigen. Gezinnen en starters kiezen nog te vaak voor randgemeenten, omdat de leefomgeving daar aantrekkelijker is. Het CDA wil gezinnen in de stad houden en daarom moeten wijken met veel groen en speelmogelijkheden worden aangelegd. Niet het belang van projectontwikkelaars om zoveel mogelijk woningen op een stuk grond neer te zetten, maar de leefbaarheid van de wijk voor gezinnen staat voorop. Het CDA wil daarom een ‘groenquotum’ voor alle nieuwbouwprojecten. Concreet willen wij dat de verhouding tussen groene ruimte en bebouwde ruimte tenminste 50% is. ‘Groene ruimte’ is de combinatie van openbaar groen en tuinen. In sommige wijken, zoals Terbregge, wordt die norm al gehaald.3 Wij willen dat deze norm voor alle nieuwbouwprojecten gaat gelden. Groen in wijken heeft tal van voordelen. Groen verbetert de kwaliteit van de leefomgeving op verschillende manieren. Gezinnen vinden het prettig om in een groene omgeving te wonen. Kinderen horen in een gezonde omgeving te spelen en op te groeien. Groen in de wijk kan daarnaast voor fijnstofreductie zorgen, ongewenste hittevorming verminderen en een rol spelen in de opvang van water (klimaatadaptatie). Meer groen zorgt er ook voor dat de waarde van vastgoed toeneemt. Meer groen in de wijk is dus in veel opzichten een goede zaak. 4. Per jaar 3% energiebesparing bij Rotterdamse woningen, kantoren, scholen en verenigingen Het Rotterdam Climate Initiative richt zich op 50% CO2-reductie in 2025. Dat is geen logische doelstelling, omdat de gemeente weinig invloed heeft op de CO2-uitstoot in bepaalde sectoren. Het CDA wil dat Rotterdam zich vooral gaat richten op doelen die wel binnen het bereik van de gemeente liggen. Wij stellen daarom een energiebesparingsdoelstelling van 3% per jaar in de gebouwde omgeving voor. Energiebesparing is vaak kosteneffectief en zorgt ervoor dat daadwerkelijk geld wordt bespaard. Door woningen te isoleren, blijft de energierekening van gezinnen betaalbaar. Dan snijdt het mes aan twee kanten: het milieu en de portemonnee van gezinnen is ermee geholpen. 5. Afvalscheiding stimuleren Wij willen inzetten op inzamelingsmethoden van huishoudelijk afval die voor een kostenbesparing zorgen en tegelijkertijd winst voor het milieu opleveren. Veel waardevol afval (papier, glas, plastic, textiel, gft) verdwijnt nu in de verbrandingsoven. Gedifferentieerde tarieven, waarbij de kosten voor huishoudens voor een deel afhankelijk is van de hoeveelheid aangeboden restafval, kunnen een instrument zijn om dat te bereiken. Belangrijke voorwaarde is dat gezinnen niet de dupe worden en een ruime meerderheid van alle Rotterdammers kan profiteren van een lagere afvalstoffenheffing. Andere gemeenten laten zien dat meer gescheiden inzameling leidt tot lagere kosten voor afvalverwerking.4 Meer informatie over dit plan? Bel of mail Henri Bontenbal, nr. 6 op de lijst van het CDA Rotterdam: [email protected] of 06 - 173 20 431. 3 Zie de tabel op pag. 16 van het rapport ‘Verkenning van de rol van (openbaar) groen op wijk- en buurtniveau op het hitte-eilandeffect’ van de Alterra, Wageningen Universiteit. 4 Lees daarover ook het rapport ‘Lessen in duurzaamheid’ van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA (2013).
© Copyright 2024 ExpyDoc