Kenmerken NLP Technician Opleiding

PROTOCOL VROEDKUNDE Toedienen van sondevoeding via maagsonde M7
Toedienen van sondevoeding via een maagsonde
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema”! Leerdoelen Na het doorwerken van dit protocol kan je:  Sondevoeding toedienen Zorg‐ vrager Voorbereiding ‐ observatie van de baby ‐ controle van de nog juiste fixatie van de maagsonde ‐ controle van de plaatsing van de maagsonde op juistheid, indien nodig wordt de maagsonde herplaatst Nazorg 


Goede installatie van de baby in ruglig Plaats het bedje in anti‐
trendlenburgstand en beveilig de baby in die mate dat afschuiven in het bedje wordt voorkomen Bij sommige baby’s is het noodzakelijk om te fixeren zodat de maagsonde en/of tussenleiding niet wordt uitgetrokken Zorg‐ verlener ‐ dossierkennis en gegevensverzameling ‐ persoonlijke hygiëne (handen ontsmetten!) 


Handen wassen indien nodig, handen ontsmetten noodzakelijk Mondelinge rapportage naar arts bij vermoeden van abnormaliteiten Schriftelijke rapportage van de handeling en observaties Materiaal ‐ materiaal ter controle van de plaats van de maagsonde (zie protocol plaatsen van de maagsonde) ‐ spuit van 5 à 10 cc afhankelijk van het mogelijk residu ‐ spuit van 20 à 50 cc afhankelijk van de toe te dienen voeding ‐ spuit van 2 cc om nadien door te spuiten ‐verwarmde voeding met eventuele toevoegingen zoals medicatie en vitaminen ‐ tussenleiding ‐ klem ‐ nierbekken ‐ kleefpleister (bevestiging) ‐ fopspeen 


Opruimen van het materiaal Na toedienen van de voeding worden de voedingsspuit en de tussenleiding gereinigd volgens dienstprotocol Bewaren van de voedingsspuit en tussenleiding volgens dienstprotocol 3
PROTOCOL VROEDKUNDE Toedienen van sondevoeding via maagsonde M7
Omgeving ‐aandacht voor de omgevingstemperatuur Actie 





Ontsmetten van het werkvlak Ontsmetten van de handen Materiaal voorbereiden zodanig dat alles binnen handbereik is en ergonomisch is opgesteld Observatie van de baby en noteren van de parameters Controle van de plaats van de maagsonde Bepalen en interpretatie van het residu Opmerkingen 





Stamper van de spuit halen en de spuit bevestigen op de tussenleiding en een klem plaatsen op de tussenleiding (kort bij de aansluiting voor de maagsonde) Voorverwarmde voeding in spuit (zonder stamper) brengen Laten doorlopen in de tussenleiding tot het punt van de aansluiting met de maagsonde Bevestigen van de spuit en dit ongeveer 30 cm boven de baby Tussenleiding bevestigen aan de maagsonde Voeding langzaam laten inlopen 
Een opgezette buik, zichtbare darmlissen zijn belangrijke alarm tekens, moeten onmiddellijk gemeld worden. 
Het residu mag niet meer dan 10% van de toe te dienen voeding, indien dit wel het geval is, wordt de arts verwittigd Indien het residu bestaat uit bloed, wordt dit niet terug ingebracht, in geval van verteerde voeding is dit wel het geval maar wordt afgetrokken van de toe te dienen hoeveelheid voeding De voedingsspuit kan eveneens in een voedingspomp worden geplaatst, inloopsnelheid is afhankelijk van de afspraken met de arts Tijdens het inlopen van de voeding kan een fopspeen aangeboden worden Na het inlopen van de voeding kan de baby wordt rechtgezet hem/haar de kans te geven om te ‘boeren’ Methode van het hergebruiken van de voedingsspuit en tussenleiding is afhankelijk van dienstprotocol 



Na het inlopen van de voeding: 1. Tussenleiding purgeren zonder verlies van voeding 2. Deconnecteer de tussenleiding en de maagsonde waarbij de maagsonde wordt afgesloten 3. Dmv 2 cc spuit lucht in de maagsonde inspuiten om de voeding ook door de maagsonde te krijgen Spuit en tussenleiding wordt gereinigd met water en vervolgens doorgespoten met lucht, materiaal wordt bewaard in een propere tetradoek 


3
PROTOCOL VROEDKUNDE Toedienen van sondevoeding via maagsonde M7
GEBRUIK VAN EEN VOEDINGSPOMP
3