Jubileum zonder feest. Een aantal facebook-volgers hebben het al kunnen lezen: afgelopen week heb ik mijn 100 ste behandeling in het ziekenhuis gehad. Ik mag terugkijken op 100 verschillende behandelingen tegen kanker. Best trots dat ik dit allemaal vol heb gehouden, toch grijpt het me ook wel aan. Wat hebben die behandelingen allemaal met mijn lijf gedaan? Aan de buitenkant zie je niet zoveel van mijn ziek-zijn. Nu niet, maar door de behandelingen ben ik ook kaal geweest en verbrand door de bestralingen. Ik ben geamputeerd, wat niet voor de buitenwereld zichtbaar is, maar wel voor mij en Johan. Best gevoelig om hierover te schrijven, maar voor ons is het elke keer die confrontatie weer. Mijn lichaam is in de overgang, dat is me trouwens best meegevallen. Gelukkig voel ik me mentaal nog hetzelfde na al die anti-hormoonpillen en de opvliegers zijn ook prima te doen. Wel merk ik dat het allemaal tegen de natuur in gaat. Bij de laatste kuren gebeurt er vooral veel aan de binnenkant van mijn lijf. Ik probeer een beeld te schetsen, al vind ik dat ook best lastig. Begrip van anderen is mooi, maar ik snap heel erg goed dat het moeilijk is om een beeld te vormen. Ik kan het ook niet bij de andere kankerpatienten. Ook van hen zie ik niet hoe ziek ze zijn, dan kom ik niet op bezoek of krijg foto’s. De meeste jonge kankerpatienten zie ik met een lach of met een positieve houding, al weet ik dat ze ook opstandig, ziek, doodziek zijn. Ik zie hen vooral op de goede momenten en kan me dan moeilijk voorstellen hoe ziek zij zijn. En het doorgronden van kanker hebben en kuren krijgen, hoeft van mij niet. Maar goed, hoe is deze 100ste behandeling verlopen? Woensdagochtend loop ik samen met Johan het ziekenhuis binnen. Annelie is bij mijn broer en schoonzus die vlak naast het ziekenhuis wonen. De jongens zijn naar school. Gelukkig kan Johan vandaag met mij mee, want door de vele ziekenhuisbezoeken moet ik ook regelmatig alleen naar het ziekenhuis. Verpleging, artsen en anderen blijven zich trouwens verbazen dat ik het regelmatig alleen doe, een partner is net zo nauw betrokken als de patient zelf. Dat wordt vaak onderschat, zelfs (of juist) na bijna drie jaar. Eenmaal in de chemo-kamer kan ik een stoel uitkiezen. In de andere stoelen zitten twee bejaarde mannen, tja, dat hoort er bij. Het verplegend personeel op deze afdeling is geweldig. We kennen elkaar en maken een praatje. Dat geeft altijd een vertrouwd gevoel. Mijn aderen aan de linkerarm worden slechter door de infusen en spuiten. In mijn rechterarm mag niet geprikt worden. Gelukkig krijgt de verpleegkundige het infuus snel aanprikt en daar ben ik reuze-dankbaar voor. Al snel ben ik aangekoppeld en kunnen we de twee uren uit gaan zitten. Johan is een gezellige gesprekspartner . Ook vraag ik op de app of mensen moppen willen sturen. Gierend van het lachen laat ik de kuur mijn lijf binnen gaan. Tijdens het infuus wordt er nog een spuit gezet. Een spuit met een botversterker. Na de kuren voel ik me al wat minder fit als ik het ziekenhuis uit loop. Zo lekker happy en fit het ziekenhuis in en nu merk ik al dat de kuur zijn werk begint te doen. De reden dat er gekozen is voor infuus, komt van de huiduitslag. Gelukkig blijft de jeuk rustig, dus dit is beter dan de spuit. Deze kankerremmer gaat rechtstreeks in het bloed en daardoor voel ik mij meer ziek dan bij de spuiten die in mijn buik gezet worden. Ik eet nog snel wat. Bah, de eetlust wordt al minder en ik voel me misselijk. Alles doet me zeer en er steekt een hoofdpijn op. Bibberend kruip ik op de bank, down under. De volgende dag ben ik bij mijn moeder. Zij let op Annelie en zo kan ik ziek-zijn. Zo zie je maar weer, dat ik niet alleen ziek ben. De mensen om mij heen zien mij ziek en dat is moeilijk om te zien. Twee dagen na de kuur begin ik me gelukkig fitter te voelen. Als ik in bed ga liggen, dan doet het me pijn als ik weer in beweging moet komen, de botversterker. Dus ik scharrel al snel weer wat rond. Ook voor de mensen om mij heen is dat beter om te zien. Ik wil altijd snel herstellen van de kuren, ook omdat ik weet dat er na drie weken weer een volgende klap komt. Geen tijd om uit te zieken. Ondertussen blijven de afspraken doorgaan en ik blijf plannen. Komende week hoop ik zelfs op televisiekanaal Family7 te komen. Op facebook hoop ik binnenkort meer te kunnen plaatsen- tijd e.d. Geen idee hoe ik me de komende tijd zal voelen, maar ik wil mijn leven niet laten beheersen door de kuren. Gelukkig ga ik eerst door de visagie . Al kan ik me nu nog niet voorstellen dat ik me dan goed genoeg voel, ik zet alles op alles om door te gaan. Op naar behandeling 101 en gek genoeg hoop ik dat er nog velen mogen komen. Je ziet het niet, maar mijn lichaam vraagt schijnbaar toch om deze behandelingen. Al snap ik er soms zelf ook helemaal niks van. Waarom ziek voelen terwijl ik me van de kanker nog niet ziek voel? Misschien denkt men wel: dan stop je er toch mee? Of: God leidt toch je leven? Toch hebben we samen besloten om door te gaan met behandelen. Wat zou het mooi zijn als ik dit een tijdje mag volhouden. De ontwikkelingen op medicatie-gebied rondom uitgezaaide borstkanker gaat door. Blijven volhouden. En dat doe ik niet alleen. Dankzij de mensen om mij heen die zien hoe ziek ik ben en mij steunen, hand vasthouden, kopje thee brengen, eten of wat lekkers voor Johan en de kinderen maken, kleding wassen, voor de kinderen zorgen, berichten sturen en ga zo maar door.
© Copyright 2024 ExpyDoc