(de “Vennootschap”) van woensdag 29 april 2015 - Anheuser

Jaarplan
2015
Stichting Bureau Jeugdzorg Flevoland
Maerlant 16
8224 AC Lelystad
0320 267100
[email protected]
www.bjzflevo.nl
Identificatienummer KvK: 39077988
1
Jaarplan 2015
2
Jaarplan 2015
Inhoudsopgave
Voorwoord ............................................................................................... 5
Organisatie ............................................................................................... 7
1.1 Missie, visie en kernwaarden ................................................................... 7
1.2 Doelstellingen en resultaten .................................................................... 8
Keten........................................................................................................ 11
2.1 Samenwerken met gemeenten ................................................................ 11
2.2 Samenwerken met (jeugd)zorgaanbieders ................................................ 14
2.3 Samenwerken met overige partners ......................................................... 15
2.4 Ketentevredenheid ................................................................................. 16
Kwaliteit ................................................................................................... 17
3.1 Methodiekontwikkeling en –implementatie ................................................ 17
3.2 Certificering .......................................................................................... 18
3.3 Professionalisering ................................................................................. 18
3.4 Implementatie Kwaliteitskader ................................................................ 19
3.5 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ...................................... 19
3.6 Incidenten en calamiteiten ...................................................................... 20
3.7 Verantwoorde zorg ................................................................................. 20
3.8 Prestatie-indicatoren .............................................................................. 20
3.9 Cliëntprofielen ....................................................................................... 20
3.10 Bereikbaarheid .................................................................................... 21
3.11 Klachten ............................................................................................. 21
3.12 Wet herziening Kinderbeschermingsmaatregelen ...................................... 22
3.13 Caseloads ........................................................................................... 22
Cliëntenbeleid .......................................................................................... 23
4.1 Cliëntentevredenheid ............................................................................. 23
4.2 Cliëntenparticipatie ................................................................................ 23
4.3 Cliëntenraad.......................................................................................... 24
Medewerkers ............................................................................................ 25
5.1 Personeelsbeleid .................................................................................... 25
5.2 Deskundigheidsbevordering .................................................................... 25
5.3 Stageplaatsen ....................................................................................... 26
5.4 Arbobeleid/veiligheid .............................................................................. 26
5.5 Ziekteverzuim ....................................................................................... 27
5.6 Werkdruk .............................................................................................. 27
5.7 Medezeggenschap .................................................................................. 27
Toezicht.................................................................................................... 29
6.1 Good Governance .................................................................................. 29
6.2 Risicomanagement ................................................................................. 29
6.3 Transitie ............................................................................................... 30
Organisatie en facilitaire zaken ................................................................ 31
7.1 Samenwerking/fusie gecertificeerde instelling............................................ 31
7.2 Automatisering en informatisering ........................................................... 32
7.3 Huisvesting ........................................................................................... 32
7.4 Communicatie ....................................................................................... 32
7.5 Maatschappelijk ondernemen .................................................................. 34
Financiële organisatie .............................................................................. 35
8.1 Beleidsrapportage .................................................................................. 35
8.2 Financieel beleid .................................................................................... 35
8.3 Toekomstverwachtingen ......................................................................... 35
3
Jaarplan 2015
4
Jaarplan 2015
Voorwoord
Ten tijde van het schrijven van dit voorwoord ben ik inmiddels vijf maanden als interimbestuurder werkzaam bij Bureau Jeugdzorg Flevoland. Bij mijn aantreden heb ik een
duidelijke opdracht meegekregen. Deze opdracht bestaat uit drie hoofdonderdelen.
Verkennen mogelijkheden tot fusie of verdergaande samenwerking
Reeds vanaf mei 2013 lopen op bestuurlijk niveau gesprekken met Bureau Jeugdzorg
Utrecht om te komen tot een fusie of verdergaande samenwerking. Inmiddels is duidelijk
dat fuseren voor Bureau Jeugdzorg Flevoland onontkoombaar is. De organisatie wordt zo
klein dat zij extra inspanningen op innovatie en onderhoud van kwaliteit niet kan blijven
inzetten, omdat daarvoor op termijn de middelen ontbreken. Op dit moment ligt er een
intentieovereenkomst waarin de belangrijkste randvoorwaarden voor een juridische fusie
per 1 april 2015 met Bureau Jeugdzorg Utrecht zijn geformuleerd. Na ondertekening
worden de benodigde procedures in werking gezet en gaan we een fusieoverlegorgaan
installeren. In dit proces is een belangrijke rol weggelegd voor de Ondernemingsraad.
Reorganisatie als gevolg van transitie jeugdzorg
Februari 2014 is gestart met de voorbereidingen voor een reorganisatie in verband met
de overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten. Een extern bureau heeft een
inrichtingsplan voor de nieuwe organisatie opgesteld. Dit inrichtingsplan is gebaseerd op
de afspraken die met de zes Flevolandse gemeenten gemaakt zijn over de toegangstaken
en de inkoop van jeugdbescherming, jeugdreclassering en SAVE. De samenwerking met
de gemeenten is goed en we verwachten te komen tot heldere afspraken over de
definitieve subsidiering 2015 voor jeugdbescherming en jeugdreclassering. Helaas heeft
de reorganisatie ingrijpende consequenties voor 17 medewerkers in administratieve en
ondersteunende functies. Voor hen is na 1 januari 2015 geen baan meer beschikbaar.
Daarnaast worden 42 tijdelijke contracten niet meer verlengd.
Innovatie en implementatie SAVE
Het belangrijkste vernieuwingstraject is SAVE (Samenwerken aan Veiligheid). SAVE is
ontwikkeld in Utrecht (gebaseerd op Verve in Overijssel) en Flevoland is vrij snel
aangehaakt en werkt mee in de doorontwikkeling. De uitrol SAVE start in dit najaar.
SAVE is belangrijk, enerzijds omdat het volledig uitgaat van de eigen kracht van families
en netwerk en anderzijds omdat het direct aansluit bij de wijkteams. De SAVE-werkers
kunnen ‘ingevlogen’ worden door de wijkteams als het gaat om het vaststellen van
basisvoorwaarden voor de veiligheid en het maken van afspraken hierover met gezinnen.
Als het gezin zich niet aan deze randvoorwaarden houdt, kan een ondertoezichtstelling
worden uitgesproken die door dezelfde SAVE-werker uitgevoerd kan worden. In Utrecht
is zelfs sprake van de ontwikkeling van de werkwijze SAVE 0-100 jaar.
SAVE heeft grote voordelen. Als het bijvoorbeeld tot een ondertoezichtstelling komt,
begrijpen ouders vaak beter waarom dit het geval is. Daardoor is er bij SAVE sprake van
een grotere cliënttevredenheid. Door verbeterde communicatie neemt ook de
medewerkerstevredenheid toe. Bij SAVE is er bovendien sprake van minder en korter
durende ondertoezichtstellingen en van minder uithuisplaatsingen. Daarnaast kan de
reeds bestaande hulp worden gecontinueerd als een SAVE-werker wordt ‘ingevlogen’.
Ook is een melding bij het AMHK minder vaak noodzakelijk, omdat het probleem meteen
wordt aangepakt. Dit is sneller en effectiever. Het is dan wel belangrijk dat gemeenten
de consultatie- en adviesfunctie van SAVE bij de gecertificeerde instelling inkopen.
5
Jaarplan 2015
Niet alleen in Flevoland en Utrecht wordt geïnnoveerd, ook op tal van andere plaatsen in
Nederland is een innovatie gaande die ook wel de Nieuwe Jeugdbescherming wordt
genoemd. Net zoals bij SAVE staat hierbij het oplossingsgericht werken centraal: SAVE,
Verve in Overijssel, het Jeugdbeschermingsplein in Rotterdam en Signs of Safety kennen
allemaal vergelijkbare principes en leiden volgens Staatssecretaris Teeven, tijdens de
behandeling van de Jeugdwet in het najaar 2013, tot dalingen van
ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen tot wel 30%. Het is niet alleen vele malen
beter voor ouders en jeugdigen, het is bovendien ook vele malen goedkoper. Voorwaarde
hierbij is wel dat de wijkteams goed functioneren en niet meer doorverwijzen zoals nu
het geval is.
In dit jaarplan valt nog veel meer te lezen over de ontwikkelingen rondom de transitie,
de voorgenomen fusie en SAVE en de plannen die wij hebben. 2015 wordt een boeiend
jaar met veel uitdagingen die wij graag aangaan, zodat de transitie een daadwerkelijke
transformatie wordt!
P. Kouwenberg
Bestuurder a.i.
September 2014
6
Jaarplan 2015
1.
Organisatie
Focus 2015
Bureau Jeugdzorg Flevoland* gaat in 2015 verder als gecertificeerde instelling voor
jeugdbescherming, jeugdreclassering en drang. De unieke expertise die Bureau
Jeugdzorg de afgelopen jaren op dit gebied heeft verworven, moet worden behouden.
Wij gaan werken met één generieke werker die zich focust op de veiligheid van de
kinderen binnen een gezin: de SAVE-werker.
1.1
Missie, visie en kernwaarden
Onze missie
Wij staan voor de bescherming van jeugdigen in kwetsbare situaties. We zijn specialist
op het gebied van zorg voor jeugdigen die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd
en waarvoor veiligheid niet vanzelfsprekend is. De internationale rechten van het kind
zijn ons uitgangspunt. Ieder kind heeft recht om op te groeien tot een gezonde
evenwichtige volwassene.
Onze kernwaarden
• Het belang en de veiligheid van de jeugdige en het gezin staat voor ons centraal.
• We werken professioneel: we zijn betrouwbaar in wat we zeggen en doen en
komen onze afspraken na. We zijn goed bereikbaar en dienstverlenend, werken
doelgericht en hebben kennis en expertise van complexe opvoed- en
opgroeivraagstukken.
• We voelen ons verantwoordelijk. We laten niet los totdat een gezin het weer zelf
kan of anderen de zorg kunnen overnemen. We tonen lef en doorzettingskracht
en pakken door waar dat nodig is.
• Samenwerken met het gezin en netwerk is voor ons van groot belang. Ook met de
ketenpartners en de gemeenten.
• We staan naast de ouders. Samen met ouders bereik je meer. Wij benaderen het
gezin zonder waardeoordeel.
• We zijn een kleine regionaal gerichte organisatie. De lijnen zijn kort en we kunnen
snel schakelen. We kennen onze jeugdigen en hun gezinnen bij naam.
• We voelen veel passie voor het werken met onze doelgroep en we werken vanuit
respect.
Onze visie
Wij beschermen de veiligheid van jeugdigen in situaties waarin dit niet meer
vanzelfsprekend is. Dit doen wij door de eigen kracht van de jeugdige, het gezin en het
netwerk te benutten en te versterken. Wij sluiten ons aan bij het principe: één kind, één
gezin en één plan. Soms is drang of dwang nodig om te zorgen dat kinderen veilig
kunnen opgroeien en zich goed kunnen ontwikkelen. Hier ligt de kracht van SAVE. Een
SAVE-werker wordt ingeschakeld als de veiligheid van een kind in het geding is of
wanneer een jeugdige dreigt af te glijden in de criminaliteit. De SAVE-werker focust op
de veiligheid van kinderen en werkt samen met de ouders, met het netwerk rondom het
gezin én met de lokale hulpverleners die al bij het gezin betrokken zijn. De SAVE-werker
voegt in naast de lokale zorg en neemt niet over. De SAVE-werker probeert een
kinderbeschermingsmaatregel zoveel mogelijk te voorkomen en schaalt zo snel mogelijk
weer af.
*De naam ‘Bureau Jeugdzorg Flevoland’ komt per 1 januari 2015 te vervallen. Bij het opstellen van dit jaarplan
is de nieuwe naam nog niet bekend. Vooruitlopend op deze verandering wordt in dit jaarplan gesproken over
‘de gecertificeerde instelling’ (GI).
7
Jaarplan 2015
Uitgangspunten SAVE
Veiligheid het primaire doel
SAVE geeft invulling aan de publieke verantwoordelijkheid voor veiligheid van jeugdigen
en het terugdringen van jeugdcriminaliteit.
Eigen kracht en regie
Eigen kracht van jeugdige, gezin en netwerk staan voorop bij SAVE: regie en
besluitvorming ligt bij het gezin. SAVE is gericht op samenwerking met jeugdigen en
gezinnen, ook in gedwongen kader. Gedwongen maatregelen worden waar mogelijk
voorkomen en verkort.
Gebiedsgericht
SAVE heeft vaste teams voor elke buurt, betrokken en dichtbij, met kennis van de buurt.
Lokale teams en SAVE doen samen met gezin en netwerk wat nodig is: één gezin één
plan. SAVE neemt niet over, maar voegt in en vult aan. SAVE blijft zolang als nodig, zo
kort als mogelijk.
Integrale werkwijze
Binnen SAVE wordt gewerkt aan de hand van één werkwijze. Advies, casusregie zonder
maatregel, het activeren van gezinsleden en netwerk, het inschakelen van professionele
zorg, het inschakelen van de kinderrechter, het uitvoeren van (gezins)voogdij en
jeugdreclassering worden – naast dat ze integraal zijn georganiseerd – op basis van één
inhoudelijke basiswerkwijze uitgevoerd.
‘Lerende praktijk’
SAVE biedt kwaliteit en deskundigheid door gestructureerd werken, op basis van een
beschreven werkwijze. SAVE is blijvend in ontwikkeling. Er wordt systematisch geleerd
van de praktijk, door onderzoek en door analyse van kritische beroepssituaties met de
samenwerkingspartners in ‘leerbijeenkomsten’.
1.2
Doelstellingen en resultaten
Doelstellingen
Veiligheid van jeugdigen duurzaam borgen
Met SAVE bieden wij expertise op het gebied van drang en dwang in situaties waar de
veiligheid van kinderen bedreigd wordt of waar jongeren dreigen af te glijden in de
criminaliteit. SAVE werkt aanvullend op het lokale team in de buurt. SAVE biedt
jeugdbescherming in de breedste zin van het woord, van advies en consult tot aan de
uitvoering van rechtelijke maatregelen; inclusief de jeugdreclasserings- en
jeugdbeschermingstaken en het onafhankelijk onderzoek van de Raad voor de
Kinderbescherming. Indien er sprake is van uitvoering van een ondertoezichtstelling, dan
is deze gericht op het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van
het kind. In het geval van een jeugdreclasseringsmaatregel, dan is het doel om recidive
te voorkomen en een gedragsverandering bij de betrokken jongere te realiseren.
Werken met vastgelegde methodieken en geregistreerde professionals
Als gecertificeerde instelling verlenen wij verantwoorde hulp, hulp van een goed niveau.
Hiertoe gebruiken wij specifieke en vastgelegde methodieken die voldoen aan de
kwaliteitseisen. Deze methodieken zijn veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht en
afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of de ouder. De methodieken worden
ingezet door goed opgeleide en geregistreerde professionals die in hun werk zo optimaal
mogelijk worden gefaciliteerd. De professional gebruikt de methodieken om
zorgafhankelijkheid bij cliënten te voorkomen en de eigen kracht van de jeugdige en
diens gezin en van anderen in de sociale omgeving te versterken. Om tot het beste
resultaat te komen werkt de professional samen met de ketenpartners.
8
Jaarplan 2015
Resultaten
• De ontwikkelingsbedreiging is afgewend en de fysieke en/of psychische veiligheid
van jeugdigen is duurzaam geborgd.
• De dynamische criminogene factoren zijn verminderd waardoor de kans op
herhaling van delinquent gedrag wordt verkleind.
• De instroom naar (duurdere) jeugdbeschermings- en jeugdreclasseringsmaatregelen is verminderd. Er is een daling te zien van de heraanmeldingen,
ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen. Daar waar toch een uithuisplaatsing
nodig is, wordt dit zo vaak als mogelijk binnen het sociale netwerk van gezinnen
gedaan.
• Stabiliteit en continuïteit in de opvoedingssituatie is georganiseerd en
gegarandeerd vanuit professioneel wettelijk vertegenwoordigerschap.
• Regie en besluitvorming liggen waar mogelijk bij het gezin en het netwerk of
keren zo snel mogelijk bij hen terug.
• Gezinnen voelen zich gerespecteerd en gehoord en zijn meer tevreden. Het
hulpverleningsproces verloopt hierdoor soepel en efficiënt.
• Het handelingsrepetoire en/of gerichtheid op duurzame gedragsverandering bij
betrokken jeugdige is vergroot en de jeugdige houdt zich aan opgelegde
afspraken.
Randvoorwaarden
• In 2015 wordt er door de regio dan wel afzonderlijke gemeenten geïnvesteerd in
SAVE.
• Het aantal aanmeldingen en VOTS-en (voorlopige ondertoezichtstellingen) vanuit
het lokale domein blijft gelijk.
• Zorgaanbieders bouwen hun aanbod niet zonder overleg af
(samenwerkingsprotocol).
9
Jaarplan 2015
10
Jaarplan 2015
2.
Keten
Focus 2015
De gecertificeerde instelling is een betrouwbare organisatie, goed bereikbaar en
adequaat handelend. Wij bieden onze partners middels SAVE expertise als de veiligheid
van een kind in het geding is. Situaties waarin drang of dwang nodig is.
Samen met andere betrokken organisaties en professionals vormen we het professionele
en sociale netwerk rondom de jeugdige en het gezin als het gaat om jeugdbescherming,
jeugdreclassering en drang. Het werken volgens eenduidige methoden en richtlijnen in de
keten is een voorwaarde om resultaten te kunnen behalen. Ketensamenwerking in de
jeugdhulp is in ontwikkeling, onder andere omdat het werkveld zich vanaf 2015 opnieuw
moet vormen. Belangrijk is dat in de keten, en met name in het lokale netwerk, altijd de
jeugdige en het gezin centraal staan en dat er in de lokale voorzieningen vanuit dit
perspectief naar oplossingen, organisatiebreed en op casusniveau, wordt gezocht.
Ketensamenwerking moet leiden tot versterking van elkaars mogelijkheden en taken, ten
behoeve van de cliënt. Ketensamenwerking in de jeugdzorg moet leiden tot een veilige
situatie voor kinderen en jongeren zodat zij kunnen opgroeien naar zelfstandige en
zelfredzame volwassenen. Hierbij werken de professionals intensief samen met ouders,
opvoeders, jeugdigen, waar mogelijk het sociale netwerk van het gezin en met elkaar als
professionals.
2.1
Samenwerken met gemeenten
In februari 2014 zijn afspraken met de Flevolandse gemeenten gemaakt over het
inzetten van een deel van onze medewerkers vanaf 1 januari 2015. Deze afspraken zijn
vastgelegd in het Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd Flevoland. Daarnaast
hebben de gemeenten hun intentie uitgesproken om in ieder geval in 2015 de inkoop van
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering te gunnen aan de gecertificeerde instelling. De
gemaakte afspraken zijn gebaseerd op de aantallen van het jaar 2012, min 10% voor de
jeugdbescherming en min 3% voor de jeugdreclassering. Voor 2016 en verder zijn nog
geen afspraken gemaakt. Dit gebeurt in 2015.
Voor de regionale samenwerking zijn de volgende uitgangspunten verwoord: eigen
kracht, opvoeden versterken, dichtbij huis, het kind en het gezin staan centraal, zorg
voor jeugd lokaal uitgevoerd, aansluitend op de lokale cultuur en behoefte, innovatie en
ontkokering en betaalbare zorg binnen het beschikbare budget.
11
Jaarplan 2015
Algemeen
Onze ambities
Beoogde resultaten
Onze werkzaamheden zijn afgestemd op
de wensen en behoeften van de
gemeenten.
Gemeenten zijn tevreden over de diensten
die wij leveren en de kwaliteit hiervan.
De wensen en behoeften van de
gemeenten worden getoetst met behulp
van een stakeholdersonderzoek. De
uitkomsten hiervan vormen een basis voor
aanpassingen c.q. verbeteringen van onze
werkzaamheden.
Met iedere gemeente is in 2015 een
contract afgesloten voor 2016 en verder.
Met gemeenten contracten voor 2016 en
verder afsluiten voor de door de
gecertificeerde instelling uit te voeren
werkzaamheden (SAVE).
Wij streven er naar om preferente
aanbieder SAVE te zijn.
SAVE-werkers sluiten in iedere gemeente
aan op wijkniveau of bij de CJG’s en
worden ingezet waar nodig.
Gemeenten betrekken bij de uitrol van
SAVE door regelmatig overleg met
wethouders en deelname aan provinciale
overleggen.
Investeren in een goede samenwerking in
de keten, conform het besluit van de
gemeenten.
Informatie over de jeugdzorg in Flevoland
leveren aan de Flevolandse gemeenten.
Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling
van een digitale ondersteuningsstructuur
ten behoeve van de professional en de
jongeren en/of ouders.
Uitbreiden casusautoriteit naar andere
Flevolandse gemeenten, conform het
Lelystadse stappenplan casuscoördinatie
en casusautoriteit. De rol van
casusautoriteit is belegd bij de GI. De
casusautoriteit komt in actie bij impasses
tussen organisaties.
De GI heeft Cedeo erkenning en biedt
extern scholingsaanbod aan.
Alle Flevolandse gemeenten nemen SAVE
af en zijn tevreden over de geleverde
kwaliteit.
Binnen iedere wijk/CJG is één of meerdere
SAVE-werker aanspreekpunt.
De veiligheid van de kinderen wordt snel
en goed geborgd. Het streven is minder
ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.
De Flevolandse gemeenten weten welke
plek SAVE inneemt in het Flevolandse
jeugdzorglandschap. SAVE wordt breed
door de Flevolandse gemeenten gedragen.
Waar nodig worden nieuwe convenanten
en/of afspraken gemaakt met
ketenpartners. Gemeenten en provincie
ondersteunen deze afspraken. Er komt een
aangepaste sociale kaart.
Gemeenten en ketenpartners weten welke
informatie de GI kan aanleveren. De GI
wordt als bron vermeld.
De GI denkt desgevraagd mee over de
ontwikkeling.
De samenwerking tussen professionals in
de (jeugd)zorg rondom casussen verloopt
goed en gemaakte afspraken worden
nagekomen. Bevindingen worden jaarlijks
gerapporteerd en geëvalueerd.
Organisaties in Flevoland nemen
scholing/training af.
12
Jaarplan 2015
Almere
Onze ambities
Beoogde resultaten
Conform de gemaakte afspraken zal de
huidige Toegang in Almere deel uitmaken
van de nieuwe stedelijke organisatie voor
Integrale Jeugd Gezondheidszorg. *
Conform de gemaakte afspraken over de
inkoop van SAVE, sluiten SAVE-werkers
aan op wijkniveau en worden ingezet waar
nodig. Inkoop geschiedt op trajectbasis.
Bijdrage leveren aan een goed
functionerende Integrale Jeugd
Gezondheidszorg in Almere. Kennis en
expertise blijven behouden.
Binnen de wijkteams is één of meerdere
SAVE-werker aanspreekpunt. De veiligheid
van de kinderen wordt snel en goed
geborgd. Het streven is minder
ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.
Dronten
Onze ambities
Beoogde resultaten
Conform de gemaakte afspraken zal een
deel van de huidige Toegang van de GI
herplaatst worden in de lokale structuur. *
Bijdrage leveren aan een goed
functionerende jeugdzorgstructuur in
Dronten. Kennis en expertise blijven
behouden.
Binnen de wijkteams is één of meerdere
SAVE-werker aanspreekpunt. De veiligheid
van de kinderen wordt snel en goed
geborgd. Het streven is minder
ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.
Conform de gemaakte afspraken over de
inkoop van SAVE, sluiten SAVE-werkers
aan op wijkniveau en worden ingezet waar
nodig.
Lelystad
Onze ambities
Beoogde resultaten
Met SAVE aansluiten bij de
Jeugd&Gezinsteams.
Conform de gemaakte afspraken wordt een
deel van de huidige Toegang bij de GI
ingekocht. Deze fte’s worden ingezet in het
Jeugd&Gezinsteam. *
Conform de gemaakte afspraken over de
inkoop van SAVE, sluiten SAVE-werkers
aan op wijkniveau en worden ingezet waar
nodig.
Samen met partners borgen we de
veiligheid van kinderen.
Bijdrage leveren aan een goed
functionerende jeugdzorgstructuur in
Lelystad. Kennis en expertise blijven
behouden.
Binnen het Jeugd&Gezinsteam is één of
meerdere SAVE-werker aanspreekpunt. De
veiligheid van de kinderen wordt snel en
goed geborgd. Het streven is minder
ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.
De samenwerking tussen professionals in
de (jeugd)zorg rondom casussen verloopt
goed en gemaakte afspraken worden
nagekomen. Bevindingen worden jaarlijks
gerapporteerd en geëvalueerd.
De rol van casusautoriteit continueren. De
casusautoriteit komt in actie bij impasses
tussen organisaties.
13
Jaarplan 2015
Noordoostpolder
Onze ambities
Beoogde resultaten
Conform de gemaakte afspraken wordt een
deel van de huidige Toegang bij de GI
ingekocht. Deze fte’s worden ingezet in de
wijkteams (Doen!). *
Conform de gemaakte afspraken over de
inkoop van SAVE, sluiten SAVE-werkers
aan op wijkniveau en worden ingezet waar
nodig.
Bijdrage leveren aan een goed
functionerende jeugdzorgstructuur in de
Noordoostpolder. Kennis en expertise
blijven behouden.
Binnen de wijkteams (Doen!) is één of
meerdere SAVE-werker aanspreekpunt. De
veiligheid van de kinderen wordt snel en
goed geborgd. Het streven is minder
ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.
Urk
Onze ambities
Beoogde resultaten
Conform de gemaakte afspraken over de
inkoop van SAVE, sluiten SAVE-werkers
aan bij het CJG en worden ingezet waar
nodig. Inkoop SAVE geschiedt op
trajectbasis.
Binnen het CJG is één of meerdere SAVEwerker aanspreekpunt. De veiligheid van
de kinderen wordt snel en goed geborgd.
Het streven is minder ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.
Zeewolde
Onze ambities
Beoogde resultaten
Conform de gemaakte afspraken wordt een
deel van de huidige Toegang van de GI
herplaatst in de lokale structuur.*
Bijdrage leveren aan een goed
functionerende jeugdzorgstructuur in
Zeewolde. Kennis en expertise blijven
behouden.
Binnen de lokale structuur is één of
meerdere SAVE-werker aanspreekpunt. De
veiligheid van de kinderen wordt snel en
goed geborgd. Het streven is minder
ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.
Onderzoeken hoe SAVE kan aansluiten bij
de lokale structuur i.v.m. op- en
afschaling.
*Details over de gemaakte afspraken zijn terug te vinden in het Regionaal Transitiearrangement Zorg voor
Jeugd Flevoland.
2.2
Samenwerken met (jeugd)zorgaanbieders
De gecertificeerde instelling vindt een hechte samenwerkingsrelatie met de
(jeugd)zorgaanbieders belangrijk. Doorverwijzing en uitwisseling van informatie moet
dan ook zo snel en soepel mogelijk verlopen. Daarom heeft de gecertificeerde instelling
met haar ketenpartners afspraken gemaakt over regie en verantwoordelijkheid. Deze
samenwerkingsafspraken zijn vastgelegd in een samenwerkingsprotocol dat regelmatig
wordt geactualiseerd. Doel van deze samenwerkingsafspraken: komen tot een
inhoudelijke verbetering en efficiëntere afstemming van de dienstverlening. Naast het
samenwerkingsprotocol zijn er diverse overlegmomenten tussen de gecertificeerde
instelling en de (jeugd)zorgaanbieders om de samenwerking vorm te geven.
14
Jaarplan 2015
Onze ambities
Beoogde resultaten
Positieverheldering van de GI vs
zorgaanbieders: SAVE (combi drang en
dwang) is ondergebracht bij de GI.
Jeugdzorgaanbieders leveren jeugdhulp.
Jeugdzorgaanbieders begrijpen de rol van
de GI en zien de GI niet als concurrent.
Dit onderwerp komt aan de orde tijdens de
verschillende overleggen tussen de GI en
de zorgaanbieders op bestuurlijk en
uitvoerend niveau.
Jeugdzorgaanbieders begrijpen dat een
SAVE-werker alleen wordt betrokken bij
een gezin als de veiligheid van de kinderen
tijdelijk een issue is. Als de veiligheid door
anderen of het gezin geborgd wordt, treedt
de SAVE-werker weer terug. Een op- en
afschalingsmodel voor de procentueel
kleine groep waarvoor dit nodig is. Indien
nodig kan dezelfde SAVE-werker een
maatregel verzoeken aan de Raad voor de
Kinderbescherming en uitvoeren.
Het behandelaanbod is van goed niveau.
Zorgvormen worden niet zonder overleg
met de GI afgebouwd.
Duidelijkheid creëren dat het aanbod van
de generieke SAVE-werker zeer verschilt
van dat van de gezinsmanager in het
vrijwillige kader.
Samenwerkingsafspraken evalueren en
vernieuwen conform het nieuwe stelsel.
2.3
Samenwerken met overige partners
Naast de samenwerking met de gemeenten en de jeugdzorgaanbieders, is de
samenwerking met de overige partners voor ons ook heel belangrijk. Er is veelvuldig
contact of overleg.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Raad voor de Kinderbescherming
Formuleren gezamenlijke visie met de
RvdK m.b.t. samenwerken aan veiligheid.
Er zijn duidelijke afspraken rond
gezamenlijke methodische
leerbijeenkomsten met SAVE-teams.
Helderheid creëren over de mandatering
door de GI naar LWI.
Mandatering gebeurt door de GI op basis
van heldere criteria.
Opstellen nieuw samenwerkingsprotocol.
Routes per gemeente worden bepaald en
vastgelegd.
Veiligheidshuis
Bijdrage leveren aan de aanpak van de Top
X lijst door inzet SAVE-werker die met de
veiligheid binnen het gezin aan de slag
gaat. De SAVE-werker gaat hierbij uit van
de professie van de ander en doet geen
zaken overnieuw.
Rechtbank Midden-Nederland
Aansluiten bij de regio Midden-Nederland
en het tripartite overleg Midden-Nederland.
Deelnemers: RvdK NH en Utrecht, BJZ NH
en Utrecht, Nidos, WSG, LJ&R en de
kinderrechters.
Zorg- en strafrechtketen volwassenen
Naleven door GGZ en de GI van de
meldcode en “Over sommige kinderen
moet je praten”.
De hulpverleners in het gezin kunnen
verder en de veiligheid wordt geborgd.
De werkprocessen zijn helder als het gaat
om ZSM zaken en OTS- en voogdijzaken.
De samenwerking en communicatie zijn
verbeterd. Er zijn korte lijnen tussen de
partners.
De GI wordt geïnformeerd over ouders met
psychiatrische problemen. Situaties
waarbij kinderen betrokken zijn, worden
beter beoordeeld door samen te werken.
15
Jaarplan 2015
Eigen Kracht Centrale
Verstevigen samenwerking met EKC.
Landelijk werkenden
Verstevigen samenwerking met de WSG en
de LJ&R.
2.4
De EKC neemt deel aan de methodische
leerbijeenkomsten van SAVE-teams.
De WSG neemt deel aan de methodische
leerbijeenkomsten van SAVE-teams. In
2015 sluit ook de LJ&R aan.
Ketentevredenheid
Onze organisatie streeft continue naar verbetering van de dienstverlening. Niet alleen
richting cliënten, maar ook richting ketenpartners. Onderzoek tussen de partijen binnen
de keten. Hoe kijken zij aan tegen onze dienstverlening?
Onze ambities
Beoogde resultaten
Ketenpartners zijn tevreden over onze
bereikbaarheid en expertise.
Het is bekend hoe ketenpartners onze
dienstverlening beoordelen. Dit wordt
gemeten middels een driejaarlijks
schriftelijk onderzoek. De feedback wordt
gebruik voor verbetering en leidt tot betere
samenwerkingsverbanden.
De bestaande samenwerkingsconvenanten
zijn aangepast aan de actuele situatie. De
GI en ketenpartners weten welke
afspraken er zijn en houden zich hieraan.
Professionals werken intensief samen met
elkaar en met de cliënten om te komen tot
een veilige situatie voor kinderen/
jeugdigen. Bureaucratie en herhaling van
elkaars voorwerk wordt voorkomen.
Met nieuwe ketenpartners zijn afspraken
gemaakt die leiden tot verbetering van de
situatie van de cliënt. In de afspraken is,
net als bij de andere convenanten, o.a.
aandacht voor privacy van de cliënt,
flexibiliteit als de situatie daarom vraagt,
effectiviteit van de samenwerking,
transparantie richting cliënt.
In 2015 worden alle samenwerkingsconvenanten doorgenomen en waar nodig
aangepast met betrokken ketenpartners.
Vanaf 2015 wordt ieder convenant jaarlijks
geëvalueerd op effectiviteit. Hiervoor zijn 7
speerpunten vastgesteld.
De GI stelt een portefeuillehouder
ketensamenwerking aan.
Nieuwe samenwerkingsconvenanten
worden opgesteld met nieuwe
ketenpartners die de transitie met zich
meebrengt.
16
Jaarplan 2015
3.
Kwaliteit
Focus 2015
De gecertificeerde instelling gebruikt bewezen methodieken en instrumenten die de
activering en motivering van het kind, het gezin en het netwerk bevorderen. De
gecertificeerde instelling beheert en verbetert waar nodig processen, waardoor de
kwaliteit van de geboden zorg wordt geborgd. Wij zorgen ervoor dat kinderen en ouders
zo snel mogelijk de hulp krijgen die zij nodig hebben. De wettelijke doorlooptijden zijn
hierbij leidend.
3.1
Methodiekontwikkeling en –implementatie
In toenemende mate worden in de jeugdzorg methoden uitgewerkt, onderbouwd met
theorie en onderzoek en systematisch ingevoerd in de praktijk. Methodisch werken helpt
om de cliënten en de buitenwereld duidelijk te maken wat van de jeugdzorg verwacht
kan worden. Het is de basis voor een systematische ontwikkeling van kennis over wat in
de praktijk goed werkt en wat minder effectief is. De gecertificeerde instellingen
investeren gezamenlijk veel in methodisch werken, zoals de Deltamethode, de methode
Voogdij en de methode Jeugdreclassering.
Ook het NJI is, in samenwerking met het NIP (Nederlands Instituut van Psychologen), de
NVMW (Platform en Netwerk van Sociale Professionals) en de NVO (Nederlandse
Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen), bezig met het Programma
Richtlijnontwikkeling Jeugdzorg. Er worden 14 richtlijnen ontwikkeld die een praktisch
hulpmiddel vormen voor professionals in de jeugdzorg. Richtlijnen kunnen bijvoorbeeld
gaan over uithuisplaatsing, pleegzorg, een gedragsstoornis, autisme of depressie. In de
richtlijnen vinden professionals aanbevelingen over het handelen in bepaalde situaties of
ten opzichte van bepaalde doelgroepen. De in richtlijnen vervatte kennis is gestoeld op
wetenschappelijk bewijs, professionele expertise en cliëntvoorkeuren. In 2015
verschijnen naar verwachting de eerste richtlijnen die op bruikbaarheid worden getoetst.
Daarnaast ontwikkelen we ook zelf methoden, soms in samenwerking met externe
partners. Deze nieuwe methoden worden gemonitord op effect. Methodieken worden
zoveel mogelijk ingezet op het versterken van eigen kracht en het sociale netwerk.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Cliënten worden eenduidig benaderd met
dezelfde methodiek wanneer er sprake is
van een ‘vechtscheiding binnen een OTS’.
Medewerkers kunnen effectiever de regie
voeren op deze, veelvuldig voorkomende,
maatregelen omdat het eerder duidelijk is
op welke wijze wij aan de opdracht van de
kinderrechter kunnen voldoen. Begin 2015
volgt een evaluatie.
• Er zijn stappenplannen en
handvatten beschikbaar voor
professionals die te maken krijgen
met vermoedens van seksueel
misbruik bij kinderen.
• Er is een optimale samenwerking en
afstemming tussen (zeden)politie,
justitie, Veilig Thuis (voorheen
AMK), hulpverlening en andere
ketenpartners bij het opstarten van
trajecten rondom signalen van
seksueel misbruik.
Ontwikkeling tot expertisefunctie Seksueel
Misbruik door middel van het opzetten van
een ‘specialisten’ team.
17
Jaarplan 2015
Er worden taxatiegesprekken
geboden met kinderen bij
vermoedens van seksueel misbruik.
• Er wordt ondersteuning geboden
aan medewerkers van Veilig
Thuis/crisisteam wanneer er tijdens
onderzoeken, crisisinterventie of
advies/consultvragen vermoedens
zijn van seksueel misbruik bij
kinderen.
• Er wordt een kennisnetwerk
seksueel misbruik opgebouwd.
Binnen de gecertificeerde instelling
bestaan geen aparte afdelingen meer.
•
SAVE is een volledig geïntegreerde
werkwijze.
3.2
Certificering
In de nieuwe Jeugdwet is een aantal algemene kwaliteitseisen geformuleerd die gelden
voor alle jeugdhulpaanbieders, het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling (AMHK) en de gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming en
jeugdreclassering. Voor instellingen die jeugdbeschermingsmaatregelen en/of
jeugdreclassering uitvoeren, worden deze wettelijke eisen aangevuld met de eis van
verplichte certificering. Het doel van certificering als aanvullende kwaliteitseis is het
garanderen van een minimum kwaliteitsniveau van organisaties die
jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering uitvoeren en die werken met de
meest kwetsbare en complexe gezinnen en jeugdigen. Het Normenkader waaraan moet
worden voldaan is vastgesteld door de Minister van Veiligheid en Justitie.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Voldoen aan de algemene kwaliteitseisen
uit de nieuwe jeugdwet en de eis van
verplichte certificering voor organisaties
die kinderbeschermingsmaatregelen en/of
jeugdreclassering uitvoeren.
Blijvend voldoen, ook na het behalen van
het verplichte certificaat voor organisaties
die jeugdbeschermingsmaatregelen en/of
jeugdreclassering uitvoeren.
Het Keurmerkinstituut voert jaarlijks een
beperkte controle (surveillance) uit op het
blijvend voldoen aan de eisen.
3.3
Professionalisering
Professionalisering is een continu en dynamisch proces dat gericht is op het uitdiepen en
verbeteren van het beroep en van de kwaliteit van de werkzaamheden. Een belangrijk
onderdeel van de professionalisering in de jeugdzorg is de invoering van de verplichte
registratie van jeugdzorgwerkers op minimaal HBO-niveau en gedragswetenschappers.
Door de registratie wordt men nadrukkelijk gestimuleerd om de vakbekwaamheid op peil
te houden. De eisen voor (her)registratie gaan over vooropleiding, werkervaring, na- en
bijscholing en systematische reflectie in de vorm van supervisie en intervisie.
Door registratie zijn professionals gehouden aan de voor hen geldende beroepscode.
Deze code beschrijft de beroepsethische normen die door de beroepsgroep zelf worden
ontwikkeld en vastgesteld. Het is een leidraad bij het professioneel handelen. De normen
zijn niet vrijblijvend; een klacht over een professional kan worden ingediend bij het
tuchtcollege.
18
Jaarplan 2015
Ook de jeugdzorgorganisatie heeft een verantwoordelijkheid voor kwalitatief goede zorg.
De jeugdzorgorganisatie moet werk toedelen aan geregistreerde professionals. In het
Kwaliteitskader Verantwoorde Werktoedeling wordt hiervoor een kader geschetst. Hierin
staat dat een organisatie alleen mag afwijken van het geschetste kader als zij duidelijk
kan maken dat de kwaliteit van zorg daar niet in negatieve zin door wordt beïnvloed.
Tevens staat in het Kwaliteitskader dat de organisatie de beroepsethische basis en de
autonomie van de professional erkent en respecteert. Dit is de basis van het
professioneel statuut. Dit inmiddels vastgestelde statuut voorkomt dat de professional,
die op de eerste plaats gehouden is aan de beroepsethische code, in een spagaat komt
door de kaders die in de organisatie worden geformuleerd.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Voldoen aan het wetsvoorstel
Professionalisering van de jeugdzorg.
•
•
•
3.4
Er is een professioneel statuut
geïmplementeerd.
Alle uitvoerende medewerkers en
gedragsdeskundigen zijn
geregistreerd en hebben een recent
VOG.
Alle uitvoerende medewerkers en
gedragsdeskundigen hebben de
beroepscode in bezit en handelen
hiernaar. Daarnaast hebben zij een
specifieke training gevolgd.
Implementatie Kwaliteitskader
Naar aanleiding van het door de commissie Samson uitgebrachte rapport ‘Omringd door
zorg, toch niet veilig’, werd door Jeugdzorg Nederland de onafhankelijke commissie
Rouvoet ingesteld. De opdracht: beoordeel het door Jeugdzorg Nederland voorbereide
Kwaliteitskader en stel het vast. Het kader bevat concrete acties met concrete data
waaraan in 2013 en 2014 door alle jeugdzorgorganisaties is gewerkt.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Implementatie van het Kwaliteitskader
seksueel misbruik in de jeugdzorg (cie.
Rouvoet).
Blijvend voldoen aan het Kwaliteitskader,
ook na de transitie.
3.5
Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling
De Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling helpt professionals goed te
reageren bij signalen van dit soort geweld. Bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten en
jeugdzorgmedewerkers. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht zo’n meldcode
te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring. Een meldcode beschrijft in
vijf stappen wat professionals moeten doen bij vermoedens van geweld. Organisaties en
zelfstandige beroepsbeoefenaren stellen een eigen meldcode op met daarin in ieder geval
deze vijf stappen.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Hanteren van de Meldcode Huiselijk geweld
en Kindermishandeling.
De GI heeft al reeds langere tijd een
meldcode. Medewerkers blijven hiermee
bekend en houden zich hieraan, ook na de
transitie.
19
Jaarplan 2015
3.6
Incidenten en calamiteiten
Sinds enige jaren registreren en analyseren de jeugdzorgorganisaties incidenten en
agressiemeldingen en bepalen naar aanleiding daarvan verbeterpunten. Een verslag
hiervan wordt jaarlijks aan de Inspectie Jeugdzorg gezonden. Calamiteiten worden altijd
direct en rechtstreeks gemeld bij de Inspectie Jeugdzorg. De Inspectie doet daarop ofwel
zelf onderzoek of vraagt de betrokken organisatie zelf onderzoek te doen.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Implementatie SCIE methode (Engelse
methode ook wel ‘Learning Together’
genoemd, gebaseerd op een systeemaanpak)
voor het doen van onderzoek bij
calamiteiten. Alle betrokken professionals
kijken hierbij gezamenlijk waar
verbeterpunten zitten.
Degelijk onderzoek van calamiteiten om
instelling overstijgend te leren.
3.7
Verantwoorde zorg
Wij werken volgens de landelijke afspraken en de aanwijzingen van de Inspectie
Jeugdzorg. Dat wil zeggen dat wij instrumenten gebruiken om de kwaliteit van zorg te
waarborgen. In het bijzonder ten aanzien van de veiligheid van jongeren. Wij plaatsen
geen jongeren in het buitenland tenzij vooraf toestemming is verleend.
3.8
Prestatie-indicatoren
Om de resultaten van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg in beeld te brengen, is
enkele jaren geleden een aantal prestatie-indicatoren afgesproken. In Flevoland richten
de jeugdzorgorganisaties zich op de prestatie-indicatoren cliënttevredenheid,
doelrealisatie en aard en ernst van de problematiek. In het kader van de transitie ligt het
accent op het aansluiten bij de lokale behoeften op dit gebied.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Formuleren van prestatie-indicatoren in
overleg met de gemeenten.
Monitoring van de respons en de uitkomst
van de prestatie-indicatoren:
doelrealisatie, cliëntentevredenheid en
reden beëindiging jeugdzorg inclusief
analyse van alle GI cliënten.
Er is per gemeente een overzicht van de
gewenste prestaties.
Effecten van jeugdzorginterventies
monitoren en gegevens van deze monitor
gebruiken voor advisering aan gemeenten
over de inkoop van zorg.
3.9
Cliëntprofielen
De gecertificeerde instelling gebruikt het classificatiesysteem CAP-J. Gebruik van dit
classificatiesysteem geeft een goed inzicht in onze complexe doelgroep en vormt een
betrouwbaar instrument om inzicht te krijgen in de kernproblemen en de beschermende
factoren die een rol spelen bij de hulpvraag van de cliënt gericht op de ondersteuning bij
opvoed- en opgroeiproblematiek.
20
Jaarplan 2015
Onze ambities
Beoogde resultaten
Er is zicht op de aard van de problematiek
van alle GI jeugdigen.
Van alle cliënten met een eerste aanvraag
voor hulpverlening of een eerste plan van
aanpak wordt een CAP-J
(Classificatiesysteem Aard van de
Problematiek, NJI) ingevuld door de GI.
Uitkomsten worden verwerkt in de
beleidsinformatie.
3.10 Bereikbaarheid
Bereikbaarheid is een aandachtspunt. Een goede bereikbaarheid én klantvriendelijkheid
is een vereiste voor onze organisatie.
Onze ambities
Beoogde resultaten
We zijn 24 uur per dag bereikbaar.
Cliënten en ketenpartners kunnen ons
goed en snel bereiken.
Overdag via hulpverleners en/of de
bureaudiensten, na kantoortijd via de
crisisdienst.
3.11 Klachten
De gecertificeerde instelling heeft een onafhankelijke klachtencommissie en
klachtprocedure conform de wetgeving.
Onze ambities
Beoogde resultaten
De samenstelling van de
klachtencommissie voldoet aan de nieuwe
wetgeving. Deze regeling voorziet erin dat
de klachten van de jeugdige, ouder of
pleegouder worden behandeld door een
klachtencommissie die bestaat uit ten
minste drie leden, waaronder een
voorzitter die niet werkzaam is voor of bij
de gecertificeerde instelling
De klachten worden geanalyseerd en de
uitkomsten worden besproken met de
medewerkers.
Alle nieuwe cliënten krijgen een folder over
de klachtenregeling.
Cliënten kunnen de klachten indienen bij
een klachtencommissie waarvan de
samenstelling voldoet aan de nieuwe
wetgeving.
Alle nieuwe cliënten worden geïnformeerd
over het bestaan van de vertrouwenspersoon van het Advies- en
Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ).
Waarnemen van trends omtrent het aantal
klachten en de aard van de klachten.
Cliënten zijn op de hoogte van hun rechten
en plichten en weten hoe te handelen bij
een klacht.
Cliënten weten dat zij het indienen of
behandelen van klachten voor advies of
ondersteuning gebruik kunnen maken van
het AKJ.
21
Jaarplan 2015
3.12 Wet herziening Kinderbeschermingsmaatregelen
Op 11 maart 2014 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel herziening maatregelen van
kinderbescherming aangenomen. In grote lijnen kan gesteld worden dat de Wet
herziening kinderbeschermingsmaatregelen het jeugdrecht wijzigt, terwijl de Jeugdwet de
structuur van het jeugdstelsel aanpast. Hoewel niet alle onderdelen van de Wet
herziening kinderbeschermingsmaatregelen per 1 januari 2015 in werking zullen treden,
verandert het jeugdrecht aanzienlijk. In de aanloop naar 1 januari 2015 gaan wij ons
voorbereiden op de ingrijpende wijzigingen die de nieuwe wet met zich meebrengen.
Daarnaast worden ook op landelijk niveau zaken ontwikkeld waarbij wij kunnen
aansluiten.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Interne processen zijn volledig afgestemd
en aangepast op de Wet herziening
Kinderbeschermingsmaatregelen. Met
ketenpartners zijn waar nodig nieuwe
samenwerkingsafspraken gemaakt.
Medewerkers zijn getraind in de nieuwe
wetgeving.
Door een goede inbedding in de
organisatie leveren wij een bijdrage aan de
verbetering van de rechtspositie van
cliënten en pleegouders.
3.13 Caseloads
De organisatie werkt met caseloads van professionals die zijn toegewezen op basis van
de matching tussen gezin, jeugdige en professional. SAVE gaat uit van een caseload
waarbij rekening gehouden wordt met de zorg die een gezin vraagt en de competenties
en affiniteit van de medewerker. In het kader van SAVE worden de caseloads in 2015
nader bekeken. Gestreefd wordt naar caseloads uitgedrukt in gezinnen.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Bij de caseload wordt rekening gehouden
met de zorg die een gezin vraagt en de
competenties en affiniteit van de
medewerker.
Er is goede match tussen medewerker en
gezin. Dit komt de hulpverlening ten
goede.
22
Jaarplan 2015
4.
Bureau Jeugdzorg en cliëntenbeleid
Focus 2015
De gecertificeerde instelling bewaakt doorlopend de cliënttevredenheid. Door cliënten te
vragen een kwalificatie te geven over de geboden zorg, komt de norm waaraan de
kwaliteit wordt getoetst ter sprake. Wij kunnen op deze wijze de kwaliteit van onze
werkzaamheden evalueren.
4.1
Cliëntentevredenheid
Iedere drie jaar neemt de gecertificeerde instelling de landelijke C-toets
(cliëntentevredenheidtoets) af onder ouders en jongeren. Het doel van de C-toets: op
hoofdlijnen signaleren wat ouders en jongeren vinden van belangrijke aspecten van de
jeugdzorg. De uitkomsten worden gebruikt voor het doorvoeren van verbeteringen van
de jeugdzorg. Daarnaast gebruiken we een exit-vragenlijst bij afgesloten
kinderbeschermingsmaatregelen.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Het uitvoeren van een C-toets in het
najaar van 2015 onder jeugdbeschermingscliënten. De uitkomsten worden
vergeleken met de resultaten van 2012.
De exit-vragenlijst wordt gebruikt door de
jeugdbescherming (SAVE).
Meer tevreden cliënten door aangedragen
verbeterpunten structureel aan te pakken
middels een verbeterplan.
4.2
De cliënt geeft feedback op de geboden
zorg en betrokkenheid. Deze input wordt
gebruikt om de kwaliteit van de
dienstverlening te verbeteren.
Cliëntenparticipatie
Onze ambities
Beoogde resultaten
Blijven aansluiten bij het Provinciaal
Platform Cliëntenbeleid (provinciaal
overleg voor cliënten/vertegenwoordigers
en zorgaanbieders), georganiseerd door
CMO Flevoland.
Aansluiten bij initiatieven voor
vernieuwende vormen van cliëntenparticipatie zoals de mogelijkheden van
sociale media.
Jongeren en ouders worden betrokken bij
onderwerpen als cliëntenparticipatie en het
gebruik van sociale media.
Jongeren worden beter bereikt door de
inzet van sociale media.
23
Jaarplan 2015
4.3
Cliëntenraad
De cliëntenraad telt op dit moment vijf leden. De werving blijft echter een continu
proces.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Uitbreiding van de cliëntenraad.
Meedenken en informatie vragen over de
samenwerking/fusie met Bureau Jeugdzorg
Utrecht.
Minimaal 1 nieuw lid werven.
De cliëntenraad is op de hoogte van alle
ontwikkelingen rondom de
samenwerking/fusie met Bureau Jeugdzorg
Utrecht. Daar waar mogelijk wordt hun
inbreng meegenomen.
Jongeren die 18 jaar worden en nog hulp
nodig hebben, krijgen nuttige informatie
en begeleiding. Daar waar nog zorg nodig
is, wordt deze geboden.
Meedenken in het verstrekken van goede
informatie aan jongeren in de jeugdzorg
die 18 jaar worden.
24
Jaarplan 2015
5.
Medewerkers
Focus 2015
De gecertificeerde instelling zoekt naar een balans tussen enerzijds de interne en
externe veranderingen en anderzijds het uitvoeren van het werk en het toerusten van
de medewerkers om het werk uit te kunnen blijven voeren. Medezeggenschap is hierbij
belangrijk.
5.1
Personeelsbeleid
De focus van het personeelsbeleid rondom de transitie ligt op de voorgenomen fusie, het
kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg en het kwaliteitsmanagementsysteem inclusief de daarmee samenhangende deskundigheidsbevordering.
Fusie en personeelsbeleid
De fusie met Bureau Jeugdzorg Utrecht wordt verder vormgegeven. Het streven hierbij is
dat in het eerste jaar geen gedwongen ontslagen zullen plaatsvinden. Samenwerking
tussen de stafbureaus van beide organisaties krijgt gestalte in 2015. Dit heeft ook
consequenties voor het personeel, het personeelsbeleid en de uitvoering daarvan, met
name op het gebied van huisvesting, samenvoeging van personeels- en
salarisadministratie, samenvoeging van bestuur/directie, ondernemingsraden en Raden
van Toezicht. Beide organisaties zullen zoveel mogelijk anticiperen op de fusie en de
ontwikkelingen en deze op elkaar afstemmen. Een Fusie Overleg Orgaan (FOO), met een
vertegenwoordiging van werkgevers- en werknemersorganisaties, wordt ingesteld om dit
proces vorm te geven. Afspraken over de rechten van de werknemers van de
fusiepartners worden in een nieuw sociaal plan vastgelegd.
Onze ambities
Beoogde resultaten
De fusie tussen de stafbureaus krijgt
verder gestalte en er is een Fusie Overleg
Orgaan ingesteld.
Er zijn gezamenlijke afspraken/
beleidsontwikkelingen en een nieuw sociaal
plan.
Samenvoeging personeelsadministratie.
5.2
Deskundigheidsbevordering
Deskundigheidsbevordering versterkt de professionaliteit en vergroot de employability
van de medewerkers. Het opleidingsbeleid is aangepast naar de normen van het
kwaliteitsmanagementsysteem en aan de beroepsregistratie. Het opleidingsplan geeft
richting aan de opleidingsmogelijkheden.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Versterking van de professionaliteit van
onze jeugdzorgwerkers in het kader van
beroepsregistratie.
Behalen van de juiste certificaten om het
werk te kunnen uitoefenen. Daarnaast
(blijvend) geregistreerde professionals.
25
Jaarplan 2015
5.3
Stageplaatsen
In het kader van de professionalisering willen wij graag een bijdrage leveren aan het
opleiden van nieuwe jeugdzorgwerkers. Wij vinden het belangrijk dat studenten onder
deskundige begeleiding ervaring op kunnen doen in de beroepspraktijk. Het bieden van
stageplaatsen is een goede manier om op de hoogte te blijven van de trends en
ontwikkelingen bij diverse onderwijsinstellingen. Daarnaast is het een goede mogelijkheid
om toekomstig personeel te werven. Wij zullen wederom een aantal HBO stagiairs
opleiden in het schooljaar 2014/2015.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Een bijdrage leveren aan de opleiding van
nieuwe jeugdzorgwerkers.
Studenten doen ervaring op in de
beroepspraktijk.
Op basis van evaluatiegesprekken wordt
bepaald of het stage beleid bijgesteld moet
worden en of aan ieders verwachtingen is
voldaan.
5.4
Arbobeleid/veiligheid
Medewerkers gaan steeds meer hun werk plaatsonafhankelijk en tijdsonafhankelijk
uitvoeren. De uitdaging is om zowel werkomgeving als de medewerker zelf hierop voor te
bereiden. Goede arbeidsomstandigheden dragen bij aan plezier in het werk en duurzame
inzetbaarheid. Het is daarom belangrijk dat er voortdurend wordt gestreefd naar
optimalisatie van de werkomgeving en de veiligheid van de medewerkers.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Het creëren van een veilige en gezonde
werkomgeving.
Medewerkers kunnen hun werk uitvoeren
in een veilige en gezonde werkomgeving
en worden gefaciliteerd hun werk plaatsen tijdsonafhankelijk uit te voeren. Zij zijn
op de hoogte van de risicofactoren die een
rol kunnen spelen bij deze nieuwe manier
van werken.
Er is adequate nazorg bij agressie
incidenten en ongevallen op de werkplek.
Agressie incidenten en incidenten worden
geregistreerd en geëvalueerd. Het plan van
aanpak RI&E en het beheerplan van de
bedrijfshulpverlening worden geëvalueerd.
Medewerkers zijn op de hoogte en maken
gebruik van de mogelijkheid om bij
ongewenste omgangsvormen de
vertrouwenspersonen (integriteit en
ongewenste omgangsvormen) te
raadplegen.
26
Jaarplan 2015
5.5
Ziekteverzuim
Het voorkomen van verzuim heeft continue onze aandacht. Het tijdig aangeven en
onderkennen van risico’s op verzuim door zowel medewerkers als leidinggevenden is
noodzakelijk en kan mogelijk ook verzuim voorkomen. Bewustzijn over welke invloed je
zelf kunt uitoefenen op de gezondheid en inzetbaarheid (bewegen, stoppen met roken,
gezonde voeding, employability) wordt ook in 2015 door middel van activiteiten vergroot.
Adequate re-integratie bij verzuim blijft plaatsvinden.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Het ziekteverzuim verlagen naar 4%.
Preventie voorkomt (langdurig) verzuim.
Medewerkers zijn minder vaak en minder
lang ziek. Er is aandacht voor het verhaal
achter het verzuim.
Ziekteverzuim wordt wekelijks en
maandelijks gerapporteerd en besproken.
De kosten die de ‘modernisering van de
ziektewet’ (wet Beperking ziekteverzuim
en arbeidsongeschiktheid) met zich
meebrengt worden beperkt.
5.6
Werkdruk
Om de werkdruk beheersbaar te houden is balans tussen draagkracht en draaglast
belangrijk. Uitvoerend medewerkers hebben te maken met een caseload. De netto
inzetbaarheid voor de caseload wordt bepaald door factoren als ziekteverzuim,
deskundigheidsbevordering, vakanties. Voor ondersteunende- of staffuncties is geen
caseloadberekening mogelijk.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Voor alle medewerkers geldt een goede
balans in werkzaamheden.
Leidinggevenden hebben aandacht voor de
werkdruk van hun medewerkers. Het
onderwerp komt regelmatig ter sprake
tijdens werkoverleg en/of
functioneringsgesprek. Beperking van de
werkdruk draagt bij aan verlaging van het
verzuimpercentage.
5.7
Medezeggenschap
Met de transitie van verantwoordelijkheid over de jeugdzorg van de provincie naar de
gemeenten en tegelijk de transformatie naar een effectievere en efficiëntere jeugdzorg is
onze organisatie enorm in beweging. De Ondernemingsraad blijft erop toezien dat
medewerkers invloed kunnen uitoefenen op de interne besluitvorming. De expertise en
het kapitaal ligt immers bij de medewerkers!
Onze ambities
Beoogde resultaten
Vorm geven aan de medezeggenschap op
diverse niveaus middels de Danthe
methode.
Besluitvorming is effectief doordat
aanleiding en nut en noodzaak helder zijn
voor OR/medewerkers.
Gekozen oplossingen voldoen aan criteria
die mede door OR/medewerkers zijn
opgesteld.
27
Jaarplan 2015
Betrokken blijven bij de veranderingen die
de organisatie tegemoet ziet m.b.t. de
transitie.
De regeling woon-werkverkeer is op CAO
niveau losgelaten. De OR ambieert een
goede reiskostenregeling woonwerkverkeer voor de werknemers van de
GI.
Medewerkers van de GI zijn goed
gefaciliteerd om hun werk te kunnen doen.
Zij worden adequaat ondersteund op
inhoudelijk en administratief gebied. ICT
en huisvesting bieden voldoende
mogelijkheden om professioneel en prettig
te kunnen werken.
Medewerkers die hun werk volgen en in
dienst komen van andere werkgevers
behouden zoveel mogelijk hun rechten en
anciënniteit.
De OR wordt nauw betrokken bij eventuele
organisatorische veranderingen,
samenwerkingsverbanden (b.v.
samenwerking met BJZ Utrecht) en
beoordeelt besluitvoornemens o.a. op
basis van de ‘checklist besluitvoornemens
samenwerking’.
De OR ziet er mede op basis van de
kwartaalrapportages op toe dat de
werkdruk voor medewerkers tijdens de
transitie/transformatie reëel blijft.
De OR blijft toezien op de
arbeidsomstandigheden en de uitvoering
van het beleid hieromtrent.
Er zijn naar aanleiding van de nieuwe CAO
nadere afspraken gemaakt met de
bestuurder over de tegemoetkoming in de
kosten voor woon-werkverkeer.
De OR ziet er op toe dat duidelijk is wat
medewerkers nodig hebben om hun werk
te kunnen doen en dat dit mede de basis
zal zijn van de keuzes die gemaakt
worden. Het is helder wat de
consequenties zijn van de keuzes die (b.v.
ten aanzien van huisvesting) gemaakt
worden. Het is duidelijk hoe eventuele
negatieve consequenties worden
opgevangen.
De OR is op de hoogte van de gesprekken
die de bestuurder hierover met partijen
voert en ziet toe op de mogelijke
betrokkenheid van de bonden.
28
Jaarplan 2015
6.
Toezicht
Focus 2015
De Raad van Toezicht is zich zeer bewust van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Speerpunten die hierbij nauw aansluiten zijn risicoanalyse, kwaliteit van de zorg en
continuïteitsbeleid. In 2015 is de Transitie Jeugdzorg een feit. We voeren onze taken uit
voor een nieuwe financier en opdrachtgever, de zes Flevolandse gemeenten. Daarnaast
loopt in 2015 het fusietraject met Bureau Jeugdzorg Utrecht door. Binnen de juridische
fusie per 1 april 2015, dienen werkzaamheden en ondersteunende diensten in 2015
geïntegreerd te worden. De Raad van Toezicht volgt de ontwikkelingen hieromtrent
actief.
6.1
Good Governance
Good Governance blijft het uitgangspunt voor de Raad van Toezicht. Toezicht wordt
adequaat en transparant uitgevoerd conform de governance documenten van de
organisatie. Deze zijn gebaseerd op de Zorgbrede Governance Code.
6.2
Risicomanagement
Risico’s zijn niet uit te sluiten, maar wel (in samenhang) in kaart te brengen, te
analyseren en te wegen. Door beheersmaatregelen te treffen kunnen de risico’s zoveel
mogelijk beperkt worden. Sinds enkele jaren zijn wij actief bezig met risicomanagement.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Risicomanagement is vastgelegd in een
beleidsnotitie. Er is een risicomatrix die
jaarlijks wordt aangepast op basis van
externe ontwikkelingen, interne
risicoanalyse en evaluatie van het
risicobeheersingsbeleid.
De GI voert in de verschillende lagen van
de organisatie risicomanagement uit. Het
risicomanagement geeft inzicht in de
risico’s, zowel binnen het primaire proces
als op organisatieniveau. Doel: waar
mogelijk en nodig risico’s reduceren.
Het vastgelegde risicomanagement wordt
tweemaal per jaar met de Raad van
Toezicht besproken.
29
Jaarplan 2015
6.3
Transitie
Op 1 januari 2015 wordt de nieuwe Jeugdwet ingevoerd. In 2014 zijn er regionale en
lokale afspraken gemaakt met de Flevolandse gemeenten. De afspraken met de
gemeenten zijn intern vertaald naar een begroting en een reorganisatieplan. Door de
benodigde krimp van de organisatie, de bezuinigingsopdracht die gepaard gaat met de
transitie en de verwachte toename van concurrentie op de markt, is de noodzaak van
schaalvergroting c.q. fusie groot.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Een juridische fusie met Bureau Jeugdzorg
Utrecht per 1 april 2015. (Zie ook
hoofdstuk 7.)
De gevolgen van de transitie zijn helder.
We werken vanuit de gecertificeerde
instelling goed samen met de lokale
structuren in Flevoland.
De vormgeving van het AMHK, Crisis en
Integrale JGZ Almere is bekend.
Een sterke financieel gezonde organisatie,
bestand tegen concurrentie, maar met
behoud van kwaliteit.
Terugkerend thema in vergadering RvT.
Stafleden leveren de benodigde informatie.
Onze professionals zijn goed
gepositioneerd binnen het regionale AMHK
en de Integrale JGZ in Almere.
30
Jaarplan 2015
7.
Organisatie en facilitaire zaken
Focus 2015
De gecertificeerde instelling richt zich op het komen tot een juridische fusie met Bureau
Jeugdzorg Utrecht per 1 april 2015 met bijbehorende nieuwe naam. Beleid wordt waar
mogelijk op elkaar afgestemd en stafbureaus werken zoveel mogelijk samen.
7.1
Samenwerking/fusie gecertificeerde instelling
Eind februari 2014 zijn er voor het jaar 2015 regionale en lokale afspraken gemaakt met
de Flevolandse gemeenten. De afspraken zijn opgenomen in het Regionale
Transitiearrangement en geven inzicht in wat er achterblijft in de nieuwe gecertificeerde
instelling en wat er overgaat naar de gemeenten. Op basis van de afspraken biedt de
nieuwe gecertificeerde instelling plek voor ongeveer 95 fte. Dit betreft bijna een
halvering ten opzichte van de huidige organisatie. Naast deze krimp moeten we rekening
houden met de bezuinigingsopdracht die de gemeenten hebben. Deze bezuiniging is
rechtstreeks van invloed op de middelen die zorgaanbieders en wij gaan ontvangen.
We kunnen in 2015 financieel zelfstandig voortbestaan. De financiële risico’s voor 2016
en verder zijn groot. Door verwachte bezuinigingen, maar ook door de toename van
concurrentie op de markt. Gemeenten zullen kijken naar de beste prijs/kwaliteit
verhouding. Daarnaast wordt de organisatie zo klein, dat het moeilijk wordt om
voldoende te blijven investeren in innovatie en onderhoud van kwaliteit. Op termijn
ontbreken hiervoor de middelen.
Vooruitlopend op de ontwikkelingen rondom de transitie, is medio 2013 gestart met de
eerste gesprekken om te komen tot een intensieve samenwerking c.q. fusie met Bureau
Jeugdzorg Utrecht. Een samenwerking/fusie ligt voor de hand omdat:
• beide organisaties eenzelfde methodiek (SAVE) hanteren en daarom gezamenlijk
methodiekontwikkeling kunnen realiseren
• beide organisaties in één arrondissement opereren
• uit onderhandelingen binnen Jeugdzorg Nederland over de tarieven JB/JR is
gebleken dat de organisaties met rond 1000 medewerkers 3% goedkoper zijn
• de functies van de gecertificeerde instelling vanaf 2016 onder het vrije markt
principe vallen, de concurrentie zal hierdoor toenemen
• het voor Bureau Jeugdzorg Utrecht uit concurrentie belang aantrekkelijk is om in
de komende concurrentieslag groter te worden.
In de aanloop naar 1 april 2015 wordt al zoveel mogelijk geanticipeerd op de juridische
fusie en de ontwikkelingen. Beleid wordt waar mogelijk op elkaar afgestemd. Daarnaast
wordt er samengewerkt om tot een nieuwe, gezamenlijke naam te komen.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Een juridische fusie met Bureau Jeugdzorg
Utrecht per 1 april 2015.
Een sterke financieel gezonde organisatie,
bestand tegen concurrentie en met behoud
van kwaliteit.
Overlap in taken verdwijnt, efficiënte inzet
van personeel.
Staf- en ondersteunende functies,
Ondernemingsraad en Raad van Toezicht
worden in de eerste helft van 2015
samengevoegd.
31
Jaarplan 2015
7.2
Automatisering en informatisering
Ook in 2015 blijft de afdeling Automatisering en Informatisering de medewerkers
optimaal ondersteunen bij de uitvoering van hun werkzaamheden. De tevredenheid
wordt gemeten via het MTO (medewerkertevredenheidsonderzoek).
Bestuurders van de Bureaus Jeugdzorg hebben op basis van risk assessments van de
huidige primaire systemen (IJ en Kits) vastgesteld dat deze systemen functioneel
ontoereikend zijn voor het invoeren van de gezinsgerichte aanpak in de jeugdzorg op
basis van het principe één gezin, één plan. Deze primaire systemen zijn bovendien
technisch verouderd en dragen grote risico’s met zich mee op het vlak van continuïteit en
beheerbaarheid. Besloten is om per 1 januari 2015 over te gaan tot vervanging van IJ en
KiTS door een nieuw landelijk registratiesysteem: WIJZ (nieuw landelijk
informatiesysteem voor de registratie van de gegevens van de gecertificeerde
instellingen). In overleg met Bureau Jeugdzorg Utrecht wordt bekeken wanneer wij
starten met de invoering van WIJZ.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Invoeren van Wijz.
WIJZ is geïmplementeerd bij GI’s en
gemeentelijke jeugdzorgorganisaties.
• De GI levert betrouwbare
(landelijke) beleidsinformatie voor
externe stakeholders.
De geleverde beleidsinformatie geeft
betrouwbaar inzicht in aantallen,
hulpvragen enz.
We leveren betrouwbare en realtime
beleidsinformatie.
7.3
•
Huisvesting
In verband met de transitie zal het aantal medewerkers dalen. De huidige locatie in
Almere zal de thuisbasis vormen voor de medewerkers van de gecertificeerde instelling.
Van daaruit zal het plaats ongebonden en tijdsonafhankelijk werken worden gefaciliteerd.
Het pand zal zo optimaal mogelijk worden ingericht waarbij specifieke aandacht is voor
de verschillende activiteiten die worden uitgevoerd binnen de gecertificeerde instelling en
de werkwijze SAVE.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Onze medewerkers werken in een gezonde
en veilige werkomgeving.
Medewerkers zijn tevreden met hun
werkomgeving en voelen zich veilig bij de
uitoefening van hun werk. Dit uit zich in
laag ziekteverzuim onder de medewerkers.
De tevredenheid kan gemeten worden
middels het medewerkertevredenheidonderzoek (MTO).
7.4
Communicatie
De gecertificeerde instelling blijft investeren in het professionaliseren van haar
communicatiemiddelen. Doel: zorgen dat cliënten, stakeholders en ketenpartners een
duidelijk beeld hebben van de gecertificeerde instelling en haar taken en
werkzaamheden.
32
Jaarplan 2015
Per 1 januari 2015 treedt de nieuwe Jeugdwet in werking. Hierdoor veranderen onze
taken en ziet het werk en de organisatie er in 2015 geheel anders uit. Bij deze nieuwe
uitstraling, samenwerking en taken hoort een nieuwe naam. De naam Bureau Jeugdzorg
is verbonden aan een oud stelsel en past niet meer bij het nieuwe werken. In de Wet op
de Jeugdzorg werden de naam, verantwoordelijkheden en verplichtingen van de stichting
vastgelegd. De Jeugdwet spreekt over gecertificeerde instellingen en verbindt daar geen
naam meer aan. Samen met Bureau Jeugdzorg Utrecht wordt een naam gekozen die past
bij de vernieuwde identiteit van de fuserende organisaties.
Onze ambities
Beoogde resultaten
Cliënten, stakeholders, ketenpartners en
andere belanghebbenden worden
geïnformeerd over de ontwikkelingen
rondom de fusie en de naamswijziging. Dit
start deels al in 2014.
Cliënten krijgen de informatie die zij nodig
hebben.
Cliënten, stakeholders, ketenpartners en
andere belanghebbenden zijn op de hoogte
van de fusie en de naamswijziging.
In alle interne en externe uitingen komt
duidelijk naar voren waar de GI voor staat
en wat zij doet.
Blijvend aandacht voor de optimalisatie
van de bereikbaarheid voor cliënten en
ketenpartners.
Promoten SAVE: informeren ketenpartners,
vergroten draagvlak bij gemeenten.
Het geven van een reëel beeld van
jeugdzorg door samenwerking met de
Flevolandse jeugdzorgorganisaties op het
gebied van communicatie.
Genereren positieve media-aandacht door
voortzetting media-aanpak (mediaawareness), samen met de Flevolandse
jeugdzorgorganisaties.
Samen met gemeenten en jeugdzorgpartners nieuw communicatieprotocol
rondom calamiteiten opstellen.
Sociale media vormen een nog groter
onderdeel van de communicatiemix, zowel
richting medewerkers als richting externe
doelgroepen (cliënten, algemeen publiek,
ketenpartners, stakeholders).
Cliënten zijn op de hoogte van hun rechten
en plichten en weten wat zij kunnen
verwachten als zij bij de GI terecht komen.
Middels het CTO en de exit-vragenlijst
wordt dit gemeten.
Alle interne en externe doelgroepen weten
wat de taken, visie en missie van de GI
zijn.
Cliënten en ketenpartners kunnen ons
goed bereiken en krijgen binnen de
afgesproken termijn een reactie. Meting
via klachtenanalyse en uitkomsten CTO.
Ketenpartners en gemeenten weten wat
SAVE inhoudt en zijn overtuigd van de
meerwaarde.
Nulmetingen onderschrijven de beoogde
resultaten (vermindering aantal
gedwongen maatregelen). De tevredenheid
van gezinnen wordt door middel van
vragenlijsten en interviews gemonitord.
Ketenpartners, beleidsambtenaren en
andere betrokkenen hebben een reëel
beeld van de jeugdzorg.
De beeldvorming van het algemeen publiek
rondom jeugdzorg wordt positiever.
In het geval van een calamiteit weten de
jeugdzorgorganisaties en gemeenten
elkaar snel en doeltreffend te vinden.
Iedere organisatie weet wat er verwacht
wordt.
De beeldvorming van onze externe
doelgroepen wordt positiever.
De interne communicatie verbetert.
33
Jaarplan 2015
7.5
Maatschappelijk ondernemen
Onze ambities
Beoogde resultaten
Op regelmatige basis gaan wij de dialoog
aan met stakeholders en andere
belanghebbenden.
Verbeterpunten worden geformuleerd en
uitgevoerd met als resultaat een
verbeterende dienstverlening. Zie ook 3.4
Ketentevredenheid.
Zwaardere zorg door de inzet van SAVE in
CJG’s/wijkteams wordt voorkomen.
Recidive wordt voorkomen.
Oud papier wordt ingezameld,
kantoormaterialen worden hergebruikt,
printercartridges worden verzamelen voor
Stichting AAP, oude computers worden
milieuvriendelijk gerecycled.
Tenminste eenmaal per jaar wordt een
maatschappelijk doel gesponsord.
De GI heeft een economische meerwaarde
voor de samenleving.
Wij hebben aandacht voor milieu- en
duurzaamheidsaspecten.
Wij hebben oog voor de wereld om ons
heen en leveren een bijdrage aan
maatschappelijke doelen.
34
Jaarplan 2015
8.
Financiële organisatie
Focus 2015
De gecertificeerde instelling blijft een financieel gezonde organisatie. De financiering
verschuift van provincie naar gemeenten. De continuïteit voor de lange termijn wordt
gewaarborgd.
8.1
Beleidsrapportage
In de beleidsrapportage worden alle procesindicatoren en resultaatindicatoren die
gebruikt worden om op processen te kunnen sturen en daarover verantwoording te
kunnen afleggen vastgelegd.
8.2
Financieel beleid
Het financieel beleid van Bureau Jeugdzorg Flevoland is er op gericht zeer zorgvuldig om
te gaan met de toegekende budgetten. Er wordt strak gestuurd op de inzet van fte en
alle overige uitgaven. In 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor en de financiering van
de jeugdzorg over van provincie naar gemeenten. Er is een treasurybeleid geformuleerd
en daar wordt naar gehandeld. Activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling
worden alleen uitgevoerd voor zover de noodzaak en de financiële middelen daartoe
aanwezig zijn.
8.3
Toekomstverwachtingen
Op 1 januari 2015 wordt de nieuwe Jeugdwet ingevoerd. Bureau Jeugdzorg Flevoland
gaat dan verder als een gecertificeerde instelling voor jeugdbescherming,
jeugdreclassering en drang (SAVE). Gemeenten worden vanaf dat moment
verantwoordelijk voor de financiering van deze activiteiten. De wijze waarop de
financiering vorm gaat krijgen is op dit moment nog niet duidelijk. Ook de hoogte van de
financiering is nog onzeker, maar recent is daarover wel een aantal afspraken gemaakt
met de gemeenten.
Gemaakte afspraken
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
De uitvoering van de maatregelen Jeugdbescherming en Jeugdreclassering wordt
regionaal ingekocht door de zes Flevolandse gemeenten gezamenlijk. We hebben een
budgetgarantie die gebaseerd is op de Rijksdoeluitkering vanuit VenJ over 2012. Er wordt
een kortingspercentage toegepast van 10% voor Jeugdbescherming en 3% voor
Jeugdreclassering.
Drie gemeenten hebben met ons afspraken gemaakt om trajecten SAVE vooraf bij ons in
te kopen (Lelystad, Dronten en Noordoostpolder). Almere en Urk zijn inhoudelijk ook
zeer geïnteresseerd maar kopen SAVE in volgens het Zeeuws model van
trajectfinanciering. De gemeente Zeewolde legt het uitvoeren van drangmaatregelen als
taak neer bij het lokale veld.
AMK
Vanuit het Rijk hebben de zes Flevolandse gemeenten de opdracht gekregen om een
regionaal AMHK in te richten. Wij zijn betrokken bij het nadenken over de inhoudelijke en
organisatorische vormgeving van dit nieuwe AMHK. We hebben wel de afspraak gemaakt
dat minimaal 90% van ons AMK wordt overgenomen door de nieuwe organisatie.
35
Jaarplan 2015
Crisis
De Flevolandse gemeenten hebben gekozen voor een regionale brede crisisdienst. De
plannen zijn nog niet in een vergevorderd stadium, maar het ziet er naar uit dat de
crisisdienst wordt ondergebracht bij het AMHK. In de genoemde afspraken is ons een
garantie van 85% gegeven.
Toegang
Per 1 januari 2015 gaan de gemeenten hun eigen toegang tot de jeugdzorg organiseren.
De toegangstaken worden lokaal ondergebracht. De indicatiestelling verdwijnt. Een deel
van onze toegangsmedewerkers zullen hun werk volgen naar de gemeenten. In Almere
bijvoorbeeld naar een nieuwe integrale JGZ organisatie. Een zeer beperkt deel zal vanuit
de gecertificeerde instelling toegangstaken uitvoeren voor de gemeenten Lelystad en
Noordoostpolder.
Centraal Bureau
Bij een kleinere organisatie hoort een kleiner Centraal Bureau. De grootte van de krimp
is inmiddels vastgesteld en gaat per 1 januari 2015 in.
Consequenties voor de organisatie en het personeel
Er is een reorganisatieplan geschreven en een sociaal plan opgesteld. Uiteraard zijn alle
procedures zorgvuldig gevolgd. Raad van Toezicht, MT, OR, vakbonden en UWV zijn
hierbij betrokken. Tevens is een extern adviesbureau ingehuurd om ons hierin te
ondersteunen.
Vanuit de gemaakte afspraken met de gemeenten kunnen we steeds beter de nieuwe
organisatie inrichten. In grote lijnen ziet de nieuwe organisatie er als volgt uit
(fusieverkenningen daargelaten): de nieuwe gecertificeerde instelling heeft een omvang
van tussen de 80 en 100 fte. Voor ongeveer 47 fte is er werk buiten de organisatie (het
nieuwe AMHK, de integrale JGZ in Almere, toegangsfuncties in een van de Flevolandse
gemeenten of de nog op te zetten regionale crisisdienst).
Voor 2015 is de verdeling van budgetten gebaseerd op historisch zorggebruik. In 2014
wordt er meer bekend over de verdeling per 2016. Dit betekent dat er nog steeds grote
onduidelijkheid bestaat omtrent onze positie en bekostiging na 2015.
Echter, wij hebben er alle vertrouwen in dat gezien onze huidige (maatschappelijke)
positie in de markt wij ook vanaf 1 januari 2016 door de Flevolandse gemeenten zullen
worden ingezet.
Continuïteit stichting
De stichting Bureau Jeugdzorg Flevoland zal tot 1 januari 2015 in de huidige vorm
voortbestaan. Omdat wij ons voorbereiden op continuering na deze datum als een
gecertificeerde instelling en we toezeggingen van de gemeenten hebben voor 2015, is
besloten om in de begroting 2015 uit te gaan van een stichting in continuïteit.
Uitgangspunt is om de nieuwe instelling te vrijwaren van lasten uit het verleden.
Investeringen in ICT en verbouwingen van het pand in Lelystad (waarvan de huur is
opgezegd) worden versneld afgeschreven in twee jaar. Dit leidt in 2013 en 2014 tot extra
afschrijvingskosten van ruim € 64.000 per jaar. De geraamde frictiekosten zijn in een
bestemmingsreserve opgenomen.
36
Jaarplan 2015