Werken met de Meldcode (DEF)

Werken met de Meldcode
Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
Werkafspraken aanpak Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling in de (geestelijke)
gezondheidszorg en partijen in de Jeugdzorg
en de aanpak Huiselijk Geweld
regio Rijnmond
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding
1.1.
1.2.
1.3.
1.4.
1.5.
Doel
Werkwijze
Levend document
Definities
Relevante documenten
2. Zorgroutes en stroomschema
3. Afspraken in samenwerking
3.1
AMK
3.2
ASHG
3.3.
Centrum Jeugd en Gezin
3.4
Raad voor de Kinderbescherming
3.5
SRZ-ziekenhuizen
3.6
Meldpunt Zwanger en Verslaafd
3.7
GGD Rotterdam-Rijnmond
3.8
LHV Huisartsenkring Rotterdam
3.9
Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond
3.10
Huisartsenpost Rotterdam-Rijnmond
3.11
KNOV, kring Rijnmond
3.12
KNGF
3.13
FARR
3.14
Parnassia groep
3.15
Antes
3.16
Yulius
3.17
Riagg-Rijnmond
4. Opschaling
4.1
Definities
4.2
Opschalingsprocedure
4.3
Contactgegevens betrokken organisaties
4.4.
Evaluatie na opgeschaald incident
5. Borging samenwerkingsafspraken
5.1.
Stuurgroep
5.2.
Projectgroep
6. Bijlagen
6.1.
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
Contactgegevens
Aandachtspunten AMK-melding voor SEH
Aandachtspunten ASHG-melding
Aanmeldformulier Centrum voor Jeugd en Gezin
Melden Jeugdbeschermingsplein
Lijst met contactpersonen
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
2
1. Inleiding
Dit werkdocument is een uitwerking van de in 2012 gemaakt werkafspraken tussen de ziekenhuizen
en de toegang (advies- en meldpunten AMK en ASHG, de Raad voor de Kinderbescherming en de
Centrum voor Jeugd en Gezin) in de aanpak voor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
In 2012 is op verzoek van wethouder Hugo de Jonge (Onderwijs, Jeugd en Gezin) de afspraak
e
e
gemaakt om deze werkafspraken te verbreden naar andere partijen in de 1 en 2
lijnsgezondheidszorg. Enerzijds omdat deze partijen, evenals de ziekenhuizen, deels al actief waren
met de implementatie meldcode, anderzijds omdat tussen partijen de noodzaak werd onderschreven
om ook onderling afspraken te maken. Dit vanuit het perspectief dat samenwerking in de praktijk een
belangrijke meerwaarde heeft bij het oppakken van signalen.
Met de invoering van een wettelijke verplichting tot het hanteren van een meldcode (01-07-2013) voor
alle beroepsgroepen in de (geestelijke) gezondheidszorg is het maken van werkafspraken nog
urgenter geworden. Al voor invoering van de wet hebben brancheorganisaties hun bestaande
meldcodes aan de nieuwe richtlijnen aangepast. Het voornaamste verschil is hierbij de verbreding
naar Huiselijk Geweld, professionals dienen nu alert te zijn op alle vormen van huiselijk geweld, zoals
ouderenmishandeling, partnergeweld, vormen van eergerelateerd geweld en genitale verminking. Dit
blijkt in praktijk veel complexer dan louter en alleen het handelen op vermoedens kindermishandeling
wat vraagt om meer kennis, consultatie en facilitering. Het op dit punt samenwerken versterkt de
effectiviteit van de aanpak en draagt er toe bij dat zorgprofessionals er niet alleen voor staan.
Het zo vroeg mogelijk stoppen van geweld is in de meldcode een belangrijk uitgangspunt. Dit vanuit
het perspectief dat betrokkenen van huiselijk geweld en kindermishandeling in een voor hen (vaak)
zeer ongunstige en onveilige situatie verkeren, hulp nodig hebben, maar dit zo lang mogelijk
verborgen houden. Dit geldt zowel voor slachtoffers als voor plegers van geweld. Zorgprofessionals
zijn bij uitstek in staat om dit patroon te doorbreken1. Zij staan veelal dichtbij betrokkenen en er is
(vaak) sprake van een vertrouwensrelatie. Daarnaast draagt hun specifieke kennis en deskundigheid
bij aan een kwalitatief hoogwaardige weging en analyse. Onderlinge consultatie en het delen van
expertise draagt hier verder aan bij. Hierdoor kan betere en meer effectieve hulp worden ingezet en
voorkomen worden dat een signaal louter en alleen leidt tot een ‘gedwongen’ melding.
Veel organisaties zijn sinds de invoering van de wet meldcode actief met de implementatie.
Brancheorganisaties hebben, naast beroepsspecifieke meldcodes, materialen ontwikkeld ter
ondersteuning in de werkpraktijk. Er zijn e-learningsmodelen beschikbaar en er is een gedifferentieerd
aanbod aan trainingen. In veel organisaties zijn aandachtsfunctionarissen Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling aangesteld. Toch blijft de gezondheidszorg vooralsnog, zeker in vergelijking met
andere sectoren, achter in het toepassen van de meldcode. Zo oordeelde een rapport van de
inspectie2 in 2013 nog negatief over de voortgang3. Deze werkafspraken zetten daarom tevens in op
het maken van afspraken inzake een actieve implementatie.
Het maken van samenwerkingsafspraken betekent ook het verduidelijken van ieders rol en
verantwoordelijkheid. Zo maken deze werkafspraken duidelijk wat een zorgprofessional mag
verwachten van een AMK of ASHG. Zij zijn hier vervolgens op aanspreekbaar. Ook is duidelijk dat
onderlinge samenwerking niet tot het doorschuiven van casuïstiek mag leiden, het ‘over de schutting’
gooien van de vaak lastige problematiek staat haakt op het nemen van een gezamenlijke
verantwoordelijkheid. Elke individuele zorgprofessional is zelf gehouden aan het toepassen van de
meldcode maar kan door een meer gezamenlijke aanpak tot een betere aanpak komen.
1
The docter and the women ‘who fell down the stairs’, Dr. S.H.Lo Fo Wong 2006
Inspectie voor de gezondheidszorg
3
IGZ rapport Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
2
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
3
Casus:
Ik had een mevrouw in behandeling. Zij was al 6 maanden zwanger en werd thuis mishandeld door
haar vriend. Omdat ik me zorgen maakte heb ik mevrouw gewezen op de mogelijkheid tot hulp. Zij
stond hier echter niet voor open en zou het zelf oplossen. Een week later werd ik gebeld door de
coördinator huiselijk geweld en kindermishandeling van het ziekenhuis. Mevrouw was met hoofdletsel
op de spoed eisende hulp terecht gekomen door toedoen van mishandeling. Daarna werd ook de
gynaecoloog ingeschakeld met wie ik ook overleg heb gehad. Het ziekenhuis had een melding
gedaan bij het ASHG. Een paar weken later kwam mevrouw niet op de afspraak. In het contact met
het ziekenhuis bleek het ASHG de zaak nog niet in behandeling te hebben genomen. Ook het
ziekenhuis had geen contact meer met mevrouw. In de tiende maand van haar zwangerschap kwam
mevrouw op het spreekuur. Ze was opnieuw mishandeld. Ik maakte me grote zorgen en heb
vervolgens contact opgenomen met de huisarts. Deze wilde echter geen melding doen bij het AMK. Ik
heb mevrouw daarna niet meer gezien. Ze had zich ook uitgeschreven op haar adres. Ik weet niet of
iemand een melding heeft gemaakt bij het AMK maar blijf me toch zorgen maken.
Verloskundige
1.1
Doel
De in dit werkdocument opgenomen afspraken bevorderen het oppakken en melden van signalen
Huiselijk Geweld en Kindermishandeling teneinde geweld in een zo vroeg mogelijk stadium te stoppen
door de inzet van passende zorg- en hulpverlening. De werkafspraken geven enerzijds inzicht in de
wijze waarop zorgpartijen de meldcode hanteren, hoe zij informatie uitwisselen en zorgdragen voor
een actieve implementatie. Anderzijds bieden de afspraken helderheid in de wijze waarop de partijen
in de toegang meldingen en verwijzingen oppakken, welke procedure zij hanteren en hoe partijen bij
dit traject worden betrokken. Hierdoor ontstaat duidelijkheid in hetgeen partijen van elkaar kunnen
verwachten wat bijdraagt aan een zo optimaal mogelijke samenwerking. Ingeval van knelpunten in de
samenwerking geldt een opschalingsprocedure die in dit document is opgenomen.
1.2
Werkwijze
Dit document is ontwikkeld in de project- en werkgroep Samenwerken in de medische keten op het
terrein van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Hieraan nemen de volgende partijen deel:
-
Zorgpartijen:
Samenwerkende Rijnmond Ziekenhuizen (SRZ)
Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV): Huisartsenkring district Rotterdam
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (LHV): Kring Rijnmond
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapeuten (KNGF)
Huisartsenposten Rijnmond (HAP)
Ambulance Zorg Rotterdam-Rijnmond (AZRR)
Forensische Artsen Rotterdam-Rijnmond (FARR)
(vanaf februari 2014):
- GGZ Riagg-Rijnmond
- GGZ Yulius4
5
- GGZ Parnassia groep
6
- GGZ Antes (voorheen BoumanGGZ en Delta)
-
-
Partijen in de toegang:
Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam, daaronder vallend het Advies & Meldpunt
kindermishandeling (AMK)
4
Yulius voert de merken COLK, Indigo ZHZ en YOEP
De Parnassia Groep voert in Rijnmond de merken Lucertis Kinder- en Jeugdpsychiatrie,
Bavo Europoort, PsyQ, i-psy interculturele psychiatrie, Indigo, Context, Palier en Brijder
6
Antes voert de merken: Boumanggz, Delta, Youz, Sprink en beschikt over het meldpunt Zwanger en Verslaafd.
5
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
4
-
GGD Rotterdam-Rijnmond, daaronder vallend het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld
(ASHG) en het Servicepunt Meldcode (SPM)
Centrum voor Jeugd en Gezin Rijnmond
Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam
Het Meldpunt Zwanger & Verslaafd (Bouman GGZ) maakt onderdeel uit van de keten Zwanger &
Verslaafd. Het Meldpunt heeft niet deelgenomen aan het overleg dat heeft geleid tot dit werkdocument
‘Werken met de regionale Meldcode’. Voor de volledigheid van dit document is aan hen wel gevraagd
informatie aan te leveren voor dit werkdocument (hoofdstuk 3).
De project- en werkgroep zal in 2014 verder werken aan een doorontwikkeling van de gemaakte
afspraken. Daarnaast zullen de landelijk opgemaakte samenwerkingsafspraken inzake het delen van
informatie lokaal worden verankerd en verbreed naar de aanpak Huiselijk Geweld. Hiervoor zal tevens
een bijdrage worden gevraagd van de juridische werkgroep SRZ.
1.2
Levend document
Met de decentralisatie Jeugdzorg, het gebieds- en wijkgericht werken en de vorming van het AMHK is
2014 een transitiejaar. De huidige afspraken hebben in dit licht een dynamisch karakter en zullen in de
loop van dit jaar moeten worden aangepast aan de nieuwe werkelijkheid. Daarnaast zullen de te
maken samenwerkingsafspraken m.b.t. het delen van informatie deels in dit document moeten worden
opgenomen.
De projectgroep zal daarom dit jaar actief blijven waarbij op onderdelen gewerkt zal worden aan de
doorontwikkeling.
1.3
Definities
In dit document worden de volgende definities van kindermishandeling en huiselijk geweld
gehanteerd:
Kindermishandeling
Kindermishandeling is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie
van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de
minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen,
waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de
vorm van fysiek of psychisch geweld.
Huiselijk geweld
(Dreigen met) geweld, door iemand uit de huiselijke kring. Onder geweld wordt verstaan: de fysieke,
seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook
begrepen, uitbuiting. Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex) partners, gezinsleden,
familieleden en vrienden.
Onder huiselijk geweld wordt ook begrepen:
ouderenmishandeling
eer gerelateerd geweld
huwelijksdwang en achterlating
vormen van jeugdprostitutie
oudermishandeling
vrouwelijke genitale verminking
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
5
1.4
Relevante documenten
Het werkdocument is een praktische aanvulling op bestaande relevante documenten:
-
Handreiking Convenant Samenwerkende Rijnmondziekenhuizen, Openbaar Ministerie,
Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland-zuid
Regionale Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling7
Convenant stichting Samenwerkende Rijnmondziekenhuizen en Gemeentelijke
Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond (15 april 2009)
Implementatiedocument Rotterdamse Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld met
stroomschema’s en stappenplan (behorende bij het Convenant d.d.15 april 2009
Daarnaast zijn bij de praktische invulling de volgende documenten in aanmerking genomen:
-
-
KNMG Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld (KNMG)
Model samenwerkingsafspraken informatie-uitwisseling in verband met de aanpak
kindermishandeling tussen de (geestelijke) gezondheidszorg en AMK, Bureau Jeugdzorg en
Raad voor de Kinderbescherming (o.a. GGZ Nederland en KNMG)
Protocol van Handelen ASHG
Veldnorm Ziekenhuizen (IGZ)
Onderzoek gebruik Meldcode in de gezondheidszorg (IGZ)
Gebruik Meldcode Kindermishandeling in de huisartsenzorg, handreiking samenhangende
zorg in de eerste lijn (LHV)
Determinanten voor het gebruik van de KNMG meldcode HG/KM, (UvT)
Meldcode KNOV
Meldcode KNGF
7
SRZ heeft zich in 2009, onder voorwaarde van het implementatiedocument, aangesloten bij de Rotterdamse Meldcode. De
nieuwe Regionale Meldcode 2011 onderscheidt zich van de Rotterdamse Meldcode 2009, omdat hierin afspraken over Sisa
zijn opgenomen. SRZ heeft zich niet aangesloten bij de afspraken die rondom Sisa zijn gemaakt.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
6
2. Zorg- en aanmeldroute
Deelnemende partijen kennen een in- en externe route voor het oppakken en/of melden van
Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. De interne route is door veel partijen inmiddels als
‘handelingsprotocol’ vastgelegd en in lijn met de meest recente, en gewijzigde, meldcodes. Naar
aanleiding van de nu gemaakte werkafspraken kunnen partijen, daar waar het gaat om
onderlinge samenwerking en het delen van informatie, dit aanpassen in hun interne protocol(len).
Vormen van
Huiselijk
Geweld?
Kinder
mishandeling
Zelf oppakken
blijft geweld
aan, alsnog
melden
Monitoren
blijft geweld
aan, alsnog
melden
CJG
RvdK /
Politie
Consultatie en Advies
Acuut en
ernstig?
ja
nee
Instemming
met hulp
ASHG
nee
ja
Check
meldrecht HG
Acuut en zeer
ernstig?
ja
nee
Staan
ouder(s) en/of
verzorgers
open voor
hulp?nee
ja
(aan)melden
ASHG
AMK
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
7
3.
Afspraken in samenwerking
3.1
AMK
Het AMK is een afdeling van Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam (BJZ). BJZ is ook buiten
kantooruren bereikbaar, maar dan is géén vertrouwensarts te consulteren.
Taken en bevoegdheden van het AMK zijn vastgelegd in de Wet op de Jeugdzorg. Het AMK heeft
hierdoor bevoegdheden en verplichtingen die het mogelijk maken om zorgvuldig en grondig
onderzoek te verrichten naar vermoedens van kindermishandeling. De werkzaamheden van het AMK
zijn niet vrijblijvend.
Professionals die een beroep doen op het AMK kunnen wat betreft advies, consultatie en melden
uitgaan van vastgelegde procedures en richtlijnen.
Consultatie/advies
De zorgprofessional kan in alle gevallen consultatie en advies inwinnen bij het AMK8. Hiervoor hoeven
geen persoon identificerende patiëntgegevens te worden overlegd.
Er is tevens dagelijks tijdens kantooruren een vertrouwensarts op het AMK werkzaam die door
zorgprofessionals en door specialisten geconsulteerd kan worden.
Alvorens een melding te doen bij het AMK kan hierover eerst advies worden gevraagd bij het AMK,
zodat voor melder en AMK duidelijk is of er voldoende informatie beschikbaar is om de melding in
behandeling te kunnen nemen.
Melding
Een melding (van vermoedens van) kindermishandeling kan in principe niet rechtstreeks bij de Raad
voor de Kinderbescherming (RvdK) plaatsvinden. De RvdK is een tweede lijnsvoorziening en doet
onderzoek op verzoek van het Bureau Jeugdzorg / AMK, MEE of de GGZ-jeugd.
Het ziekenhuis meldt een casus (eventueel) na overleg met het AMK en na een zorgvuldige afweging
te hebben gemaakt. De melding bij het AMK dient altijd met de ouders/ verzorgers besproken te
worden, tenzij het vermoeden bestaat dat dit gevaar oplevert voor het kind/de kinderen. Het AMK zal
hierna één van de volgende procedures starten.
1. De melding wordt niet in onderzoek genomen, maar doorgezet naar betrokken
hulpverlening waarvan gebleken is dat deze actief is.
Zowel melder als ouders/verzorgers worden hiervan op de hoogte gesteld.
2. De melding wordt in onderzoek genomen. De AMK-onderzoeker neemt hiervoor
contact op met de betrokkenen (ouders/verzorgers). Tevens zal de AMK-onderzoeker
informanten benaderen.
Acute dreiging bij kindermishandeling
Wanneer direct ingrijpen noodzakelijk is neemt het ziekenhuis tijdens kantooruren contact op met het
AMK. Het AMK zal de inschatting maken of de veiligheid van het kind direct gevaar loopt. Wanneer de
onveiligheid van het kind niet af te wenden is zal het AMK de Raad voor de Kinderbescherming
verzoeken een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing te vorderen bij de
Kinderrechter.
Buiten kantooruren (avonden, weekenden en officiële feestdagen) bestaat de mogelijkheid contact te
leggen met de bereikbaarheidsdienst van Bureau Jeugdzorg voor het doen van een melding. Hiervan
kan men gebruik maken wanneer een zaak niet tot de eerstvolgende werkdag 08.30 uur kan wachten
(behoudens de weekeinden). In overleg met de bereikbaarheidsdienst van BJZ zal worden bekeken
op welke manier de dreiging kan worden weggenomen en/of de veiligheid van kinderen kan worden
gewaarborgd.
8
Let wel: buiten kantooruren is er geen vertrouwensarts beschikbaar bij BJZ .
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
8
Dreigt er acuut gevaar voor de veiligheid of het leven van een kind of een volwassene, dan neemt de
behandelaar in voorkomende gevallen - naast een melding bij het ASHG en/of AMK - ingeval van
een volwassene contact op met de politie en in geval van betrokkenheid van kinderen ook met de
Raad voor de Kinderbescherming (zie KNMG-code).
Inzet tijdelijk huisverbod bij kindermishandeling
Het AMK kan bij een acute dreiging of indien dit wenselijk is een procedure starten voor een tijdelijk
huisverbod. De burgemeester kan vervolgens voor de duur van tien dagen de pleger van
kindermishandeling een huisverbod opleggen. Voor de pleger en achterblijvers geldt dan tevens een
contactverbod. Deze procedure kan binnen 24 uur worden opgezet. Tijdens de periode wordt
hulpverlening ingezet.
Na onderzoek door het AMK behoren navolgende opties tot de mogelijkheden:
1.
Er is geen sprake van kindermishandeling; er wordt geen actie ondernomen.
2.
Indien kindermishandeling niet kan worden bevestigd zal het netwerk gevraagd worden alert
te blijven en bij hernieuwde zorgen de zaak opnieuw voor te leggen aan het AMK. Het AMK
sluit het dossier indien de signalen niet worden bevestigd.
3.
Bij bevestiging kindermishandeling:
o indien ouders en/of verzorgers vrijwillig meewerken wordt een vrijwillig
hulpverleningstraject ingezet.
o wanneer ouders niet open staan voor vrijwillige hulpverlening wordt de Raad voor de
Kinderbescherming verzocht een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van
een kinderbeschermingsmaatregel.
4.
Indien er indicatoren aanwezig zijn voor strafrechtelijke vervolging zal het AMK overwegen
aangifte te doen bij politie.
Terugkoppeling
1. Het AMK zal altijd aan de melder een terugkoppeling doen van de uitkomsten van het
onderzoek. Afhankelijk van de mate van betrokkenheid bij het gezin krijgt de melder
een summiere dan wel uitgebreide terugkoppeling. Informanten die benaderd zijn
door het AMK en een grote mate van betrokkenheid hebben bij het gezin kunnen ook
een terugkoppeling krijgen.
2. Het AMK geeft een terugkoppeling aan het CJG.
3. Het AMK geeft tevens standaard een terugkoppeling aan de huisarts.
4. Wanneer wordt overgegaan tot aangifte zal altijd standaard terugkoppeling naar de
melder plaatsvinden.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
9
3.2
ASHG
De taken van het ASHG zijn vastgelegd in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Met de
invoering van de Wet Verplichte Meldcode heeft het ASHG een wettelijke basis gekregen. Hierdoor
wordt het Steunpunt formeel een meldpunt voor alle meldingen huiselijk geweld.
Het ASHG heeft ruime bevoegdheden voor het verkrijgen, delen en bewaren van persoonsgegevens.
Daarnaast is in de WMO een meldrecht opgenomen voor het melden van huiselijk geweld door
professionals met een beroepsgeheim.
Consultatie en Advies
Voor regulier advies kan tussen 9.00 en 17.00 contact worden opgenomen met het algemene nummer
van het ASHG.
Het ziekenhuis kan daarnaast 24/7 laagdrempelig consultatie en advies inwinnen bij het ASHG. Het
telefoonnummer wordt in de weekenden, avonduren en op feestdagen doorgeschakeld naar het
Crisiscentrum. Als er sprake is van een crisis kan het Crisiscentrum meteen interveniëren. Indien geen
sprake van spoed blijkt dan ontvangt het ASHG de volgende werkdag een melding dat de cliënt moet
worden gebeld. Dan wordt de hulpverlening op dat moment verder opgepakt en uitgezet.
Melden
Na zorgvuldige afweging meldt een ziekenhuis een casus bij het algemene nummer van het ASHG.
Na de melding zal het ASHG één van de volgende stappen zetten.
1. Indien de melding hier naar de mening van het ASHG geen aanleiding toe geeft ziet het
ASHG af van het doen van onderzoek.
2. Het ASHG start het onderzoek naar vermoedens van huiselijk geweld. Overlegt met
ketenpartners of zij informatie, met uitzondering van medische informatie, hebben over
Huiselijk Geweld bij betrokkenen.
3. Het ASHG neemt contact op met slachtoffer(s) en leidt slachtoffer(s) toe naar de
9
hulpverlening; deze hulpverlening wordt verzorgd door de Lokale Teams Huiselijk Geweld .
Indien er kinderen bij de melding betrokken zijn informeert het ASHG het AMK.
4. Het ASHG kan besluiten aangifte te doen bij de politie.
Acute dreiging
Bij acuut gevaar of dreiging van gevaar kan het ziekenhuis tijdens kantooruren contact opnemen met
het ASHG. Het ASHG zal in overleg met het ziekenhuis bekijken welke actie(s) kunnen worden
ingezet om de (dreiging) van geweld weg te nemen en de veiligheid van slachtoffer(s) te waarborgen.
Het ASHG zorgt bij acute dreiging van huiselijk geweld altijd voor vervolgacties.
Buiten kantooruren wordt de melding aangenomen door het Crisiscentrum Rotterdam. De telefoon
wordt automatisch doorgeschakeld naar dit nummer. De dienst kan bij acute situaties voor opvang
zorgen.
Dreigt er acuut gevaar voor de veiligheid of het leven van een kind of een volwassene, dan neemt de
behandelaar - naast een melding bij het ASHG en/of AMK - ingeval van een volwassene contact op
met de politie en/of de Raad voor de Kinderbescherming in geval er kinderen bij betrokken zijn.
Interventies
Het ASHG kan op een aantal manieren de veiligheid van slachtoffers waarborgen.

Inzet Tijdelijk Huisverbod.
In overleg met de politie kan bij onmiddellijke dreiging een pleger van geweld voor de duur van
tien dagen een huisverbod worden opgelegd. Dit is een contactverbod en een verbod om in of
in de nabijheid van de woning van het slachtoffer te verblijven.
9
De Lokale Teams Huiselijk Geweld (LTHG) worden in 2012 onderdeel van de Lokale Zorg
Netwerken (LZN).
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
10
Tijdens een Tijdelijk Huisverbod (THV) wordt ernaar gestreefd binnen 48 uur hulpverlening in
te zetten.

Opvang
Een slachtoffer (met eventuele kinderen) krijgt een intakegesprek om te kijken of iemand in
aanmerking komt voor opvang. In geval van crisis kan iemand binnen 24 uur geplaatst worden
op een crisisbed in het Crisiscentrum of op noodbedden elders. Dit geldt zowel voor
mannelijke als vrouwelijke slachtoffers. Voor vrouwen wordt naar een vervolgplek gekeken in
de Vrouwenopvang; ook voor mannelijke slachtoffers zijn speciale voorzieningen. De
aanmelding voor vrouwen- en mannenopvang loopt via het ASHG..

Ambtshalve vervolging
In overleg met de politie kan een pleger bij acute dreiging ambtshalve worden vervolgd en
worden aangehouden.
Het ziekenhuis kan deze actie ook zelf in gang zetten door aangifte te doen bij de politie.
Terugkoppeling
Het ASHG geeft na afloop van onderzoek of bij de start van ingezette hulp altijd een terugkoppeling op
hoofdlijnen aan de melder.
Het ziekenhuis kan te allen tijde contact opnemen met het ASHG om de vervolgacties van/door het
ASHG te bespreken.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
11
3.3
Centra Jeugd en Gezin (CJG)
In de Regio Rotterdam-Rijnmond valt de niet geïndiceerde zorg aan jeugd onder regie van het
Centrum Jeugd en Gezin Rijnmond. Het CJG wordt gesubsidieerd door de gemeente.
Het CJG biedt het Basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar op grond van de wet Publieke
Gezondheid en op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) wordt laagdrempelige
hulp- en opvoedingsondersteuning aan jeugdigen en hun ouders Dit kan gaan om informatie en
advies, screening, vaccinaties signalering, monitoring, toeleiding naar hulp, licht pedagogische
opvoedondersteuning en coördinatie van zorg.
Toeleiden naar CJG Rijnmond door het ziekenhuis
De behandelaar maakt in samenspraak met de ziekenhuiscoördinator Kindermishandeling en Huiselijk
geweld op basis van de meldcode de afweging of er sprake is van vermoedens van
kindermishandeling of huiselijk geweld. De behandelaar taxeert wat de aard en de ernst van het
geweld is en het risico op herhaling. Afhankelijk van deze risico-taxatie doet het ziekenhuis een AMKmelding of leidt het toe naar lichtere/vrijwillige vormen van opvoedingsondersteuning zoals het CJG
kan bieden.
Wanneer het ziekenhuis vermoedt of heeft vastgesteld dat er sprake is van opvoedingsproblematiek
kan het ziekenhuis de betrokkenen (ouders en/of verzorgers) verwijzen naar het CJG.
Ouders kunnen zelf contact opnemen met het CJG van de (deel)gemeente waar zij wonen of het
ziekenhuis neemt het initiatief om de betrokken ouders in contact te brengen met het CJG.
Het ziekenhuis bespreekt de zorgen, signalen of vermoedens met de ouders en informeert de ouders
ook over het CJG. Wanneer het ziekenhuis zelf contact opneemt met het CJG om de
ouders/jeugdigen te verwijzen naar het CJG dan zijn ouders geïnformeerd door het ziekenhuis en
staan zij open voor hulp van het CJG. Als ouders het probleem niet erkennen kan het CJG geen
zorgtraject in gang zetten.
Het ziekenhuis meldt het kind aan bij het CJG door middel van een Aanmeldformulier Centrum voor
Jeugd en Gezin (bijlage 4). Het Aanmeldformulier dient te worden gestuurd naar de
Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling en Huiselijk Geweld van de CJG-locatie in de
woonomgeving van het kind.. Contactgegevens van de decentrale aandachtsfunctionaris
Kindermishandeling en Huiselijk Geweld zijn via het CJG te verkrijgen (bijlage 1).
Opvolging
Het CJG neemt binnen een termijn van 3 weken, contact op met de betrokken ouders of jeugdige. Er
wordt een afspraak gemaakt; dit kan zijn op het CJG of bij ouders thuis.
Met de ouders wordt een analyse gemaakt van de problematiek en in overleg wordt een passend
hulptraject ingezet. Dit kan zijn opvoedingsondersteuning door de jeugdverpleegkundige of pedagoog
of er wordt in overleg met ouders verwezen cq. toegeleid naar andere hulpverlening.
Een passend traject kan soms ook zijn inzetten op eigen kracht of via het sociaal netwerk, dat indien
nodig wellicht versterkt kan worden.
Voetnoot: een passend traject kan een verwijzing zijn naar een van de ketenpartners waaronder Youz
in geval van misbruik alcohol en of drugs..
Mochten betrokken ouders niet op de afspraak verschijnen dan kan door jeugdverpleegkundige van
het CJG een huisbezoek worden gebracht, conform het protocol ‘NON -Bereik.
Indien deze interventie geen hulp in een vrijwillig kader op gang brengt kan het CJG overwegen een
melding te doen bij het AMK, wanneer een vermoeden van kindermishandeling bestaat.
Wanneer het voor de jeugdverpleegkundige het CJG niet mogelijk is geweest om met betrokkenen in
contact te komen dan wordt dit teruggekoppeld naar het ziekenhuis. Het CJG kan in dat geval geen
melding doen bij het AMK, omdat CJG geen eigen informatie heeft kunnen verzamelen, een melding
op basis van informatie van derden niet wordt geaccepteerd door het AMK.
De ziekenhuiscoördinator kindermishandeling/huiselijk geweld kan in samenspraak met de
behandelaar heroverwegen in die situatie alsnog zelf een melding te doen bij het AMK.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
12
Terugkoppeling aan het ziekenhuis
De verwijzer ontvangt desgevraagd altijd een terugkoppeling van het CJG over de opvolging van de
verwijzing. Verzoek en terugkoppeling verlopen waar mogelijk via de ziekenhuiscoördinator of
aandachtsfunctionaris kindermishandeling/huiselijk geweld.
Het CJG betrekt de huisarts zoveel mogelijk bij het ingezette traject met inachtneming van het
gestelde in het privacyreglement van CJG Rijnmond.
3.4
Raad voor de Kinderbescherming
Onderzoek en rekwestrerende taak
De Raad voor de Kinderbescherming verricht onderzoek bij (vermoedens van) een bedreigde
ontwikkeling van een minderjarige. Indien de situatie daarvoor aanleiding geeft kan de Raad de
Kinderrechter verzoeken een kinderbeschermingsmaatregel uit te spreken, eventueel gecombineerd
met een verzoekt tot uithuisplaatsing. indien een kind ernstig en onmiddellijk gevaar loopt, kan de
Raad de Kinderrechter verzoeken de ondertoezichtstelling met onmiddellijke ingang uit te spreken
middels een Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS) en een voorlopige machtiging uithuisplaatsing.
Indien de situatie daarom vraagt kan de Raad ook de rechtbank verzoeken ouders te ontheffen van
het ouderlijk gezag, wanneer de ouders ongeschikt of onmachtig zijn zorg te dragen voor een
gezonde opvoedingssituatie.
Indien er sprake is van ernstig verwijtbaar gedrag van ouders tegenover het kind kan de Raad de
rechtbank verzoeken ouders te ontzetten uit het ouderlijk gezag.
Meldingen aan de Raad voor de Kinderbescherming
In beginsel worden zorgelijke situaties van kinderen allereerst bij BJZ / AMK gemeld. Indien het BJZ /
AMK van oordeel is dat vrijwillige hulpverlening niet (meer) toereikend is zal BJZ / AMK de Raad
verzoeken een onderzoek in te stellen naar de noodzaak van gedwongen hulpverlening in het kader
van een kinderbeschermingsmaatregel.
In acute en (levens)bedreigende situaties kunnen ook derden (bijvoorbeeld Politie, Ziekenhuizen,
instellingen GGZ, etc.) rechtstreeks melden bij de Raad. De Raad stelt dan haar spoed werkproces,
gericht op de noodzaak van een spoed maatregel (VOTS).
Alle werkprocessen van de Raad kenmerken zich middels het werken in multidisciplinair overleg
waarin beoordelingen en besluitvorming plaatsvindt.
Advies, informatie en consultatie
Naast bovenstaande onderzoeks- en rekwesterende taak kent de Raad ook een advies- informatie en
consultfunctie ten behoeve van derden (met name professionals, echter ook particulieren).
Bereikbaarheid
De Raad is 7 dagen per week 24 uur per dag bereikbaar. De bereikbaarheid en beschikbaarheid
buiten de vastgestelde openingstijden (kantoortijden) is primair bedoeld om direct te kunnen ingrijpen
bij acute, (levens)bedreigende situaties.
N.B
In het nieuwe Jeugdzorgstelsel (per 01.01.2015) blijven de taken van de Raad ongewijzigd. In 2015 is
de Jeugdzorg gedecentraliseerd en ziet het Jeugdzorgstelsel er heel anders uit. Ofschoon de taken
van de Raad ongewijzigd blijven zal er wel een "transformatie" plaatsvinden en zal de Raad
werkprocessen aanpassen en vernieuwen. Hierbij zal de nadruk gelegd worden op het ontwikkelen
van een Frontoffice waarin de intake activiteiten van de Raad geconcentreerd zullen worden. Heel
nadrukkelijk zal de consultatie en advies functie van de Raad verder ontwikkeld en versterkt worden.
Jeugdbeschermingsplein
Zorgen over de veiligheid of de ontwikkeling van kinderen kunnen, indien woonachtig in Charlois,
IJsselmonde of Feyenoord, aangemeld worden bij het Jeugdbeschermingsplein. Op het
Jeugdbeschermingsplein wordt de nieuwe drang- en dwangaanpak in de praktijk gebracht als de
veiligheid van een kind in het geding is. Men zorgt ervoor dat zorgwekkende signalen over de
veiligheid en ontwikkeling van kinderen veel sneller leiden tot hulp; dichtbij en met de gezinnen. Dit
moet ertoe leiden dat minder vaak een zwaar traject hoeft te worden ingezet. In de bijlage is de
meldingsprocedure opgenomen.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
13
3.5
SRZ-ziekenhuizen
SRZ bestaat uit 11 ziekenhuizen in de regio Rijnmond. De ziekenhuizen hebben in het kader van
signalering van kindermishandeling en huiselijk geweld een aantal taken, die ieder ziekenhuis zelf
intern heeft geregeld. Voor het contact met externe partijen zijn de volgende procedures afgesproken.
Meldcode
De ziekenhuizen volgen intern de stappen die zijn opgenomen in het Implementatiedocument uit
2009. Wanneer deze interne procedure leidt tot contact met één van de meldpunten worden de
afspraken, zoals in dit werkdocument en in de KNMG-code vastgelegd, gevolgd.
Nog te ontwikkelen toekomstige wetgeving over dit onderwerp kan vanzelfsprekend gevolgen hebben
voor de huidige afspraken in dit werkdocument.
Aanspreekpunt per ziekenhuis
Binnen een ziekenhuis is de (medisch) coördinator signalering kindermishandeling en huiselijk geweld
het eerste aanspreekpunt voor de externe partijen.
De taken die in ieder ziekenhuis dienen te worden uitgevoerd zijn vastgesteld. Over de wijze waarop
deze taken per ziekenhuis zijn gebundeld over één of meerdere personen wordt per ziekenhuis
besloten.
Bureau SRZ heeft een overzicht, waarop alle coördinatoren per ziekenhuis zijn opgenomen. De
coordinator per ziekenhuis zorgt ervoor dat de medewerkers in het ziekenhuis op de hoogte zijn waar
en wanneer zij bij wie terecht kunnen.
Informeren huisarts
De behandelend specialist informeert de betreffende huisarts (indien bekend) over het feit dat een
melding wordt gedaan. Ook wanneer verwijzing naar de hulpverlening plaatsvindt wordt dit aan de
huisarts gemeld.
De behandelend specialist informeert de betreffende huisarts (indien bekend) schriftelijk dat sprake is
van huiselijk geweld binnen het gezin indien een volwassen slachtoffer geen toestemming geeft voor
het doen van een melding.
Medisch dossier
De behandelend specialist is verantwoordelijk voor het vastleggen van alle processtappen in het
medisch dossier. Dit gebeurt objectief, concreet en feitelijk. Het medisch dossier is uitsluitend voor
intern gebruik. Het dossier kan niet worden gedeeld.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
14
3.6
Meldpunt Zwanger en Verslaafd
Bij vermoeden van middelenmisbruik bij zwangere patiënten (alcohol, drugs, cannabis, medicatie etc.)
kan altijd – in beginsel met toestemming van betrokkene - een melding worden gedaan bij het
Meldpunt Zwanger en Verslaafd van Bouman GGZ10, telefoonnummer 088-230 3408. Er is geen
toestemming van betrokkene nodig. Het meldpunt heeft een bemoeizorgfunctie.
Het Meldpunt adviseert en / of neemt de patiënt in behandeling. Zo nodig zal het Meldpunt de patiënt
toeleiden naar Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming.
Consultatie
 Het ziekenhuis (de professional) kan consultatie en advies vragen. Dit houdt onder meer in
o advies op maat aan de hand van casusbespreking
o algemeen advies over middelengebruik in combinatie met zwangerschap
o uitleg convenant zwangerschap en verslaving..
 Anoniem advies vragen is mogelijk. Dit geldt voor instellingen, maar ook voor zwangeren en/of
familieleden.
 Bereikbaarheid
o van 08:30 - 17:00 uur is het meldpunt bereikbaar op telefoonnummer 088-2303408
o buiten kantoortijden is het meldpunt zwanger en verslaafd (Z&V) niet telefonisch
bereikbaar.
o uitsluitend bij spoedgevallen kan er contact worden opgenomen met de kliniek,
telefoonnummer 088-2305500. Hier wordt men indien nodig doorverwezen naar de
achterwachtdienst van Bouman GGZ9. Overigens geldt dit uitsluitend voor patiënten
die al bekend zijn bij Bouman GGZ9.
Melding
Behandelaren van het meldpunt inventariseren bij aanmelding de mogelijkheden. Het meldpunt Z & V
neemt vrouwen in behandeling die zwanger zijn en bekend zijn met middelengebruik, zowel soft- als
harddrugs en alcohol.
Er kan altijd telefonisch aangemeld worden of per mail: [email protected].
Interventies
1. acute dreiging
 Binnen kantoortijden
Telefonisch contact opnemen met het meldpunt Z & V. Behandelaren van het meldpunt Z & V
kunnen indien nodig de crisisdienst van Bouman GGZ en/of het RIAGG inschakelen. In het
uiterste geval kan om een crisisopname, al dan niet met dwangmaatregel, verzocht worden.

Buiten kantoortijden
o Patiënten die bekend zijn bij Bouman GGZ: contact met de kliniek 088-2305500. Hier kan
worden beoordeeld of de crisisdienst van Bouman GGZ ingeschakeld moet worden.
o Patiënten die niet bekend zijn bij Bouman GGZ: via de dienstdoende huisarts kan de
crisisdienst worden ingeschakeld.
2. monitoring
Maandelijks vindt een kernteamoverleg plaats waar alle partijen die betrokken zijn bij de hulpverlening
rondom zwangere verslaafde vrouwen in Rotterdam aan deelnemen. Het meldpunt Z & V heeft
wekelijks een eigen multidisciplinair overleg.
3. terugkoppeling
 Doorlooptijden
10
Merknaam van Antes
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
15
Zo snel mogelijk na de aanmelding wordt contact gezocht met de zwangere. Deze wordt
uitgenodigd voor een intake bij het Meldpunt Z & V. Indien nodig gaan medewerkers van het
Meldpunt op huisbezoek. Mocht er geen contact mogelijk zijn dan wordt de verwijzer hiervan
zo snel mogelijk op de hoogte gebracht. Totdat de zorg is overgenomen door het meldpunt
blijft de verwijzende instantie verantwoordelijk voor de patiënte. Na aanmelding zal de
verwijzer zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht als er contact is geweest met de
zwangere.
Indien het een convenant zaak betreft (afhankelijk van alcohol of harddrugs en woonachtig in
de regio Rotterdam) neemt het MZV direct contact op met BJZ en wordt het AMK
overgeslagen.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
16
3.7
GGD Rotterdam-Rijnmond
De GGD adviseert en faciliteert bij de implementatie van de aanpak kindermishandeling en huiselijk
geweld.
De GGD heeft hiervoor het Servicepunt Ketensamenwerking (SPK) ingericht. Het SPK biedt aan alle
zorgprofessionals en organisaties de volgende ondersteuning:
-
Coördineren en/of verzorgen van voorlichtingen, trainingen en workshops
Advies en ondersteuning bij de implementatie Meldcode HG/KM
Organiseren van netwerk- en themabijeenkomsten
Ondersteunen van aandachtsfunctionarissen kindermishandeling/huiselijk geweld
SISA
De partners AMK, LTHG (uitvoeringspartner ASHG), AMK/BJZ, Meldpunt Zwanger & Verslaafd en
CJG zijn allen aangesloten op de verwijsindex risicojeugd Rotterdam-Rijnmond: SISA.
SRZ is niet aangesloten op deze verwijsindex.
Het meldpunt Z&V is niet aangesloten op SISA
SISA is bedoeld om organisaties beter te laten samenwerken en risicofactoren vroegtijdig te
signaleren, zodat tijdig de juiste hulpverlening ingezet kan worden. De genoemde organisaties zullen
dan ook bij de start van hun traject/begeleiding naar aanleiding van een melding
Kindermishandeling/Huiselijk Geweld waarbij personen tot 23 jaar betrokken zijn, een signaal afgeven
in deze verwijsindex.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
17
3.8
LHV Huisartsenkring district Rotterdam
De huisartsenkring district Rotterdam behartigt de belangen van de huisartsen in de regio Rotterdam,
en maakt deel uit van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Naast de belangenbehartiging zijn
ledenservice, regionale beleidsvorming, visie ontwikkeling en regionale vertegenwoordiging van
huisartsen in de regio belangrijke doelstellingen. In het district zijn 700 huisartsen werkzaam waarvan
er 572 lid zijn van de LHV.
Werken met de Meldcode
De huisarts heeft een sleutelpositie binnen de gezondheidszorg als eerste toegang, verwijzer naar
specialistische zorg en als dossierhouder. De huisarts heeft de regie over de eerstelijnszorg voor het
kind en de ouders die hij in behandeling heeft. Als gezinsarts heeft hij als een van de weinige
hulpverleners contact met het hele gezin. Hij kan en moet ook een verband leggen tussen gezinsleden
door dossiers te koppelen, en tijdens het consult systematisch aandacht te hebben voor het belang en
de persoonlijke context en omstandigheden van het kind en diens ouders of verzorgers11. Als
dossierhouder is het voor de huisarts belangrijk om optimaal geïnformeerd te worden over signalen,
vermoedens en (eventuele) acties en meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling door
andere partijen. Dit geldt voor partijen binnen de medische keten maar ook voor hulpverlenende
partijen daarbuiten, zoals jeugdzorg en het maatschappelijk werk.
Huisartsen zijn formeel verbonden aan de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling van de
KNMG. Voor de huisartsen heeft de kring een praktisch stroomschema ontwikkeld (zie bijlage). De
huisarts volgt de stappen van de KNMG meldcode.
Implementatie
Om de meldcode te implementeren en te zorgen voor een optimale toepassing heeft de LHV, in
samenwerking met de VHN en de Next Page verschillende e-learningsmodelen ontwikkeld.
Vanuit de LHV Academie worden cursussen huiselijk geweld en kindermishandeling aangeboden.
Op diverse manieren wordt met huisartsen gecommuniceerd over de aanpak. Zo is er aandacht voor
het onderwerp op de huisartsenbeurs en online op de website van de kring.
Delen van informatie
De huisarts ontvangt als dossierhouder informatie inzake een melding of een vermoeden van
kindermishandeling en/of huiselijk geweld van andere zorgprofessionals. Ook benaderen
zorgprofessionals de huisarts voor consultatie en advies. Het delen van informatie tussen
zorgprofessionals is toegestaan indien zij een directe betrokkenheid hebben met de patiënt. De
huisarts voegt informatie van derden toe aan het dossier en tracht met deze informatie een juiste
inschatting te maken van de situatie. De huisarts zal hier dan, in overleg met de betrokken
zorgprofessional(s) en indien nodig, gepaste actie op ondernemen.
Patiëntendossier
In het dossier worden gegevens vastgelegd inzake de vermoedens en het handelen van KM/HG. Dit
dossier wordt niet met derden gedeeld.
Aandachtsfunctionarissen
De LHV werkt aan de inrichting van aandachtsartsen of functionarissen. Dit in lijn met de opzet vanuit
de HAP Rijnmond en de AZRR.
11
Gebruik Meldcode Kindermishandeling in de Huisartsenzorg (LHV 2008)
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
18
3.8
Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond
12
AZRR is verantwoordelijk voor de ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond. Met 353
medewerkers is AZRR op vele fronten actief en werkt zij samen met diverse ketenpartners. In 2012
heeft AZRR aan ruim 92.959 patiënten zorg geboden. AZRR is ook actief bij het signaleren en
oppakken van huiselijk geweld en kindermishandeling. Sinds 2012 werkt men met een protocol en zijn
6 aandachtsfunctionarissen aangesteld om de route van signaleren en melden goed te laten verlopen.
Werken met de meldcode
AZRR is formeel gebonden aan de meldcode van de KNMG13 en van de VenVN14. Daarnaast heeft
AZRR een eigen meldcode. AZRR heeft voor het werken met de meldcode huiselijk geweld en
kindermishandeling een intern protocol opgesteld. Dit protocol behelst een directe zorgmelding aan
het AMK of ASHG wanneer er vermoedens zijn van kindermishandeling of huiselijk geweld. De reden
voor deze directe zorgmelding is de geringe tijd en het eenmalig karakter van het contact met de
patiënt en de (eventuele) betrokkenen op de plaats van het incident.
De ambulancemedewerkers hanteren twee stroomschema’s, een voor kindermishandeling en een
15
voor huiselijk geweld (zie bijlage). Bij elk vermoeden worden de stappen van de Sputovamo
uitgevoerd, daarnaast wordt gekeken of aanwezige kinderen getuige zijn van geweld. Vervolgens
volgt een telefonische melding en wordt een ritformulier doorgezet naar de aandachtsfunctionaris.
Deze kan de vermoedens vervolgens doorzetten naar het AMK en ASHG.
Bij situaties waarbij er geen letsel is maar wel een zogenoemd ‘niet pluis gevoel’ en twijfel wordt een
zorgformulier opgesteld en doorgezet naar de aandachtsfunctionaris.
Samenwerking SEH
Bij een overdracht op de SEH worden verontrustende signalen gedeeld. Zowel AZRR als de SEH
volgen vooralsnog hun eigen route.
Verwerking van gegevens, delen van informatie
AZRR informeert de betrokkenen over het doen van een melding. Hierop wordt een uitzondering
gemaakt indien er een risico is op escalatie.
Gegevens worden vastgelegd in de zorgformulieren voor kindermishandeling en/of huiselijk geweld.
Deze informatie wordt gedeeld met het AMK en/of ASHG. Intern maakt met gebruik van ritformulieren
waarop kort de feiten van het incident/letsel beschreven staan.
Informeren huisarts
De eigen huisarts wordt mondeling geïnformeerd tijdens de overdracht. Bij een crisissituatie wordt de
dienstdoende huisarts op de huisartsenpost geïnformeerd
Aandachtsfunctiorissen
AZRR werkt met 6 aandachtsfunctionarissen. Zij hebben specifieke deskundigheid op het terrein van
kindermishandeling en huiselijk geweld. De functionarissen zijn intern aanspreekpunt voor advies en
zetten meldingen (zorgformulieren) door naar het AMK en ASHG. De functionarissen ontvangen een
terugkoppeling van het AMK en ASHG inzake het verloop van onderzoek of het doorzetten naar
verdere hulpverlening.
12
Jaarverslag AZRR, 2012
KNMG: Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst
14
Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
15
Risicotaxatie voor kindermishandeling
13
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
19
3.9
Huisartsenpost Rotterdam-Rijnmond
De Huisartsenpost Rijnmond verzorgt de bereikbaarheidsdiensten voor de huisartsen in de regio
Rijnmond. Ruim 1 miljoen inwoners in dit verzorgingsgebied kunnen buiten kantoortijden terecht bij in
vijf vestigingen. In totaal zijn ca 450 huisartsen, 200 waarnemers, 150 assistentes en 20
stafmedewerkers werkzaam bij de huisartsenpost Rijnmond. Het is daarmee een van de grootste
posten in Nederland.
Werken met de Meldcode HG/KM
De HAP is formeel verbonden aan de KNMG Meldcode voor Kindermishandeling en Huiselijk Geweld
(mei 2013). Deze meldcode is aangepast aan de landelijke modelcode en is daarom breder dan alleen
kindermishandeling. In 2014 werkt de HAP aan een doorontwikkeling om ook de aanpak Huiselijk
Geweld beter vorm te geven.
De artsen op HAP ontvangen, evenals de SEH’s van ziekenhuizen, patiënten met een acute
zorgvraag die maar kort, veelal eenmalig, op consult komen. In relatief korte tijd moeten signalen
worden opgepakt en doorgezet voor een eventuele melding. Gelet op dit werkproces heeft de HAP
een duidelijke en vrij grondige procedure ingericht waarbij men, per post, werkt met een
aandachtsfunctionaris. Alle patiënten onder de 18 jaar die op de huisartsenpost terecht komen worden
standaard onderworpen aan de sputovamo. Betrokkenen worden hierover, ondermeer via een folder,
geïnformeerd. Indien er daarna sprake is vermoedens van kindermishandeling volgt de verdere route
meldcode. In complexe gevallen worden betrokkenen doorverwezen naar de SEH van het ziekenhuis
of de kinderarts. Wekelijks bekijkt de aandachtsarts kindermishandeling in overleg of er een melding
moet plaatsvinden bij het AMK. Ook vindt tijdig consultatie plaats.
Implementatie
De implementatie van bovengenoemde procedure is op diverse momenten aan huisartsen en
assistenten gecommuniceerd. De procedure is regulier onderdeel van het digitale
kwaliteitsmanagementsysteem en wordt als zodanig toegepast. Er vindt wekelijks een check plaats op
opgepakte signalen en wijze waarop is gehandeld. Patiënten van de HAP worden via een folder
geïnformeerd over de aanpak. De HAP werkt in 2014 verder aan de procedure voor Huiselijk Geweld.
Delen van informatie
De vaste huisarts wordt bij vermoedens van kindermishandeling geïnformeerd door de
aandachtsfunctionaris kindermishandeling en huiselijk geweld. In overleg worden de zorgsignalen
besproken en bekeken wie welke actie onderneemt.
Bij vermoedens van kindermishandeling kan consultatie plaatsvinden met de SEH van het ziekenhuis
en de dienstdoende kinderarts of coördinator kindermishandeling - huiselijk geweld. Het AMK wordt
eveneens regelmatig geconsulteerd inzake vermoedens van kindermishandeling, hetgeen tevens kan
leiden tot een melding.
Aandachtsfunctionarissen:
Per post is een aandachtsfunctionaris voor Kindermishandeling/Huiselijk Geweld aangesteld.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
20
3.10
KNOV, kring Rotterdam-Rijnmond
De Verloskundigen Kring Rijnmond vertegenwoordigt de verloskundigen in de regio Rotterdam
Rijnmond. De verloskundigen kring heeft een duidelijke positie binnen de geboortezorg in de regio en
staat voor laagdrempelige, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige verloskundige zorg in de regio
Rijnmond.
Verloskundigen zijn dè professioneel begeleiders van de fysiologie rondom zwangerschap, bevalling
en kraambed. In de regio Rijnmond zijn 130 verloskundigen bij de kring aangesloten.
Werken met de Meldcode
Verloskundigen zijn verbonden aan de meldcode van de eigen beroepsvereniging KNOV. De kring
Rijnmond zet zich, als regionaal onderdeel van het KNOV, in om de professionaliteit te waarborgen
door kwaliteit en deskundigheid te bevorderen. In het verlengde hiervan zet de kring zich in om de
Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld bij haar leden onder de aandacht te brengen, te
zorgen voor een gedifferentieerd aanbod aan deskundigheidsbevordering en de samenwerking in het
kader van huiselijk geweld te stimuleren.
Verloskundigen, bekend met de Meldcode, handelen conform de stappen en werken hierin samen met
andere partijen in de pre- en postnatale zorg. Zo is er aandacht geweest voor de samenwerking
tussen Kraamzorg, het Geboortecentrum van het Sophia Kinderziekenhuis en verloskundigen.
In het kader van optimale ketenzorg informeert de verloskundige de huisarts en is er een
samenwerking met de Centrum voor Jeugd en Gezin, meer specifiek het consultatiebureau.
Programma’s zoals Pre- en voorzorg kunnen, in gevallen waarbij extra psycho-sociale ondersteuning
wenselijk is, worden ingezet.
Implementatie
De verloskundigen Kring Rijnmond implementeert, mede in het kader van het bevorderen van kwaliteit
en professionaliteit, het signaleren en handelen inzake de KNOV Meldcode Kindermishandeling en
Huiselijk Geweld. Zij doen dit voor een deel vanuit de Intercollegiale Toetsing Verloskundigen.
Daarnaast worden verloskundigen en andere zorgprofessionals in de geboortezorg voorgelicht via de
Verloskunde Academie en worden trainingen, zoals e-learningsmodules, aangeboden. Voor scholing
of het organiseren van een symposium maakt men tevens gebruik van de ondersteuning vanuit
Zorgimpuls.
De Kring zal, in lijn met het maken van samenwerkingsafspraken inzake het delen van informatie, haar
leden verder structureel informeren over het handelen conform de te maken afspraken.
Delen van informatie
De verloskundige in de 1e lijn informeert en consulteert de huisarts waar nodig bij signalen
kindermishandeling en huiselijk geweld. De huisarts wordt altijd op de hoogte gebracht van een
melding bij het AMK of SHG. Binnen de ketenzorg is er tevens sprake van onderlinge consultatie met
Kraamzorg. Bij complexe casuïstiek vindt tevens consultatie en eventueel een doorverwijzing plaats
naar de gynaecoloog. Voor extra nazorg vindt een warme overdracht plaats met het
consultatiebureau.
Cliëntendossier
In het dossier worden gegevens vastgelegd inzake de vermoedens en het handelen van KM/HG. Dit
dossier wordt niet met derden gedeeld.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
21
3.11
KNGF
Wat is het KNGF?
Het KNGF is de vereniging van de Nederlandse fysiotherapie. Al sinds 1889 behartigt het KNGF voor
circa 23.000 aangesloten fysiotherapeuten de belangen op beroepsinhoudelijk, sociaalmaatschappelijk en economisch gebied.
Het KNGF heeft als doel om de voorwaarden te scheppen waardoor fysiotherapeutische zorg van
goede kwaliteit gerealiseerd wordt, die toegankelijk is voor de gehele Nederlandse bevolking, met
erkenning van de professionele deskundigheid van de fysiotherapeut.
Het KNGF ondersteunt zijn leden bij het inspelen op veranderingen in de markt, het vertalen van
trends naar de bedrijfsvoering en beroepsuitoefening (intra- en extramuraal) en bewaakt, samen met
de beroepsgroep, de kwaliteit en inhoud van het vak.
Hoeveel leden in de regio (rijnmond)
Het KNGF heeft 1648 leden in de regio Rijnmond. (uitgaande van de volgende gemeenten in regio
Rijnmond: Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk, Bergschenhoek, Capelle
a.d. IJssel, Krimpen a.d. IJssel, Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard, Spijkenisse, Bernisse,
Hellevoetsluis, Westvoorne, Brielle, Rozenburg, Rotterdam)
Totaal aantal fysiotherapeuten in de regio (rijnmond)
Landelijk gezien is meer dan 80% van alle fysiotherapeuten lid van het KNGF. Vanuit dat gegeven zijn
er vermoedelijk zo’n kleine 2000 fysiotherapeuten actief in regio Rijnmond.
Kernactiviteiten van fysiotherapeuten en relatie/rol binnen de 1e lijn
Cliënten wenden zich tot een fysiotherapeut omdat zij problemen ervaren met het bewegen of omdat
zij gezondheidsproblemen ervaren, waarbij mogelijk beweeginterventies geïndiceerd zijn.
Fysiotherapie biedt behandeling bij het herstel en het ontwikkelen van het optimale bewegen, bij
behoud en bij achteruitgang. Fysiotherapie toetst zich voor wat betreft haar theoretische rationale,
doelmatigheid en doeltreffendheid, veiligheid en ethiek steeds aan de meest actuele
wetenschappelijke inzichten, methoden en technieken. Therapieën waarvoor geen evidentie bestaat
of die niet zijn gebaseerd op een westerse rationale vallen buiten het domein van de fysiotherapie.
Fysiotherapeuten zijn werkzaam in care en in cure, in diverse settings in de gezondheidzorg.
Binnen de individuele behandeling verricht de fysiotherapeut handelingen die gericht zijn op
geïndiceerde- en zorggerelateerde preventie. Naast deze typen preventie is de fysiotherapeut actief in
activiteiten binnen de universele en selectieve preventie in de publieke gezondheidszorg (vrije markt).
Er zijn vele andere settings waar fysiotherapeuten werkzaam zijn, bijvoorbeeld als docent of lector in
het fysiotherapieonderwijs, als wetenschappelijk of praktijkgericht onderzoeker en als
beleidsmedewerker binnen organisaties op het gebied van de gezondheidszorg.
In welke mate signaleren fysiotherapeuten kindermishandeling en huiselijk geweld, of wat is hun rol in
de aanpak.
In feite is de rol en taak van de fysiotherapeut niet anders dan andere beroepskrachten. Wel heeft de
fysiotherapeut een bijzondere positie gezien het feit dat er veelal intensief contact is met patiënten.
Ook de specialisaties binnen de fysiotherapie (kinderfysiotherapie, bekkenfysiotherapie,
geriatriefysiotherapie, psychsomatisch fysiotherapie) geven de betreffende fysiotherapeuten toegang
tot potentieel kwetsbare groepen. Dit geeft hun een bijzondere positie om vermoedens en signalen
van huiselijk geweld, kindermishandeling, oudermishandeling en/of seksuele misbruik in kaart te
brengen en daarop actie te nemen.
Werken met de meldcode:
In het kader van de richtlijn verslaglegging wordt de fysiotherapeut verplicht gesteld een aantal zaken
vast te leggen in het kader van de communicatie met a) patienten; b) andere zorgverleners en
collega’s; 3) zorgverzekeraars. Wat betreft de huisarts is dit uiteengezet in de NHG/KNGF richtlijn
informatie-uitwisseling (zie: https://www.nhg.org/themas/artikelen/richtlijn-informatieuitwisseling-huisarts-en-fysiotherapeut )
De KNGF heeft een eigen beroepsspecifieke meldcode ontwikkeld. De KNGF is actief in het
implementeren van kennis en kunde inzake de toepassing meldcode en de thematiek in bredere zin.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
22
Samenwerking met de huisarts
Wat betreft de meldcode wordt de fysiotherapeut geadviseerd om te overleggen met de huisarts en/of
andere professionals (zie stap 4 van de stappenplan). Dit is echter geen verplichting.
3.12
FARR
De Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond (FARR) is een regionale organisatie op het terrein van
forensisch medische zorg en onderzoek. De FARR werkt in opdracht van politie en het Openbaar
Ministerie en zet onder andere ten behoeve van een gerechtelijk onderzoek haar expertise in. Voor
het duiden van letsel bij kindermishandeling en huiselijk geweld is er echter, buiten het strafrechtelijk
circuit, een grote behoefte aan forensisch-medische deskundigheid16. Daarom is het inwinnen van
forensische expertise in de meldcode opgenomen. Toch maken weinig zorgprofessionals gebruik van
deze mogelijkheid, vaak omdat men onbekend is met de mogelijkheden hiertoe of omdat men letsel
zelf onvoldoende signaleert.
De FARR wil om die reden een bijdrage leveren aan het vergroten van kennis en vaardigheden bij het
onderkennen van kindermishandeling en het bieden van advies- en consult bij het duiden van letsel.
Zorgprofessionals kunnen de FARR benaderen voor advies en consult. Daarnaast biedt de FARR
voorlichting aan.
Inwinnen van advies en consult
De FARR is 24 uur per dag te bereiken voor advies en consult inzake letsel kindermishandeling en
huiselijk geweld.
Aanvraag voor letselonderzoek
De FARR kan momenteel nog niet op verzoek van derden (buiten politie en het OM om) onderzoek
naar letsel verrichten. De forensisch polikliniek kindermishandeling17 kan dit wel omdat zij hiervoor
aanvullende financiering voor ontvangen. De FARR kan indien gewenst voor doorverwijzing zorg
dragen.
16
17
Eindrapport_forensisch-medische_expertise_aanpak_kindermishandeling (DSP-groep 2013)
zie: http://www.polikindermishandeling.nl
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
23
3.13
Parnassia groep
Parnassia Groep
De Parnassia Groep is een GGZ instelling die onder meer actief is in de Stadsregio Rijnmond en
omstreken. De Parnassia Groep op opgebouwd uit zorgbedrijven met een eigen specialisatie of
doelgroep. De zorgbedrijven ondersteunen en versterken elkaar: zij werken vanuit de eigen expertise
samen ten behoeve van patiënten/cliënten en gezinnen/systemen.
In Rijnmond voert de Parnassia Groep de merken Lucertis, Bavo Europoort, PsyQ, i-psy, Indigo, Palier
en Brijder.18
Meldcode HG/KM
De Parnassia Groep heeft een eigen meldcode geïmplementeerd die aansluit bij de landelijke
meldcode.
Implementatie
Leidinggevenden en medewerkers zijn getraind met behulp van e-learning en het EPD is aangepast.
Om professionals te ondersteunen is er een App ontwikkeld. Deze App behandelt de 5 stappen van
de meldcode en biedt de mogelijkheid direct met de juiste instanties in contact te treden.
De teams beschikken over een aandachtsfunctionaris. Op Groepsniveau biedt een specialistenteam
Huiselijk Geweld (incluis ouderenmishandeling) en Kindermishandeling inhoudelijke ondersteuning.
Het is een aanspreekpunt voor medewerkers en leidinggevenden voor inhoudelijke vragen en/of
bespreken van casuïstiek.
Delen van informatie
De huisarts van een cliënt wordt bij vermoedens van kindermishandeling en/of huiselijk
geweld geconsulteerd. Bij een melding aan het AMK / ASHG wordt de huisarts
standaard geïnformeerd. Ook wordt bij een melding informatie gedeeld met het AMK en/of het ASHG.
Het delen van informatie is onderdeel van de meldcode.
Aandachtsfunctionarissen
De teams van de Parnassia Groep beschikken over aandachtsfunctionarissen die als vraagbaak
fungeren voor de medewerkers en hen ondersteunen. Groepsbreed fungeert het bovengenoemde
specialistenteam. Groepsbrede coördinatoren monitoren de implementatie.
18
Lucertis : kinder- en jeugdpsychiatrie; Bavo Europoort : psychiatrie voor volwassenen en ouderen; PsyQ : 8 psychomedische programma’s voor volwassenen; i-psy : interculturele psychiatrie; Indigo : kortdurende hulp in en om
huisartsenpraktijken; Palier : forensische psychiatrie; Brijder : verslavingszorg
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
24
3.14
Antes
Antes19 is een organisatie op het terrein van geestelijke gezondheid en welzijn. De
zorgondernemingen Bouman, Delta en Youz behandelen mensen met een verslaving en/of
psychiatrische aandoening. Sprink is de gezonde balans-coach voor alle mensen die gezond en vitaal
(willen) zijn en blijven. Antes is actief in de regio Rotterdam-Rijnmond e.o., Dordrecht, de
Drechtsteden en op de Zuid-Hollandse eilanden.
Werken met de meldcode
Professionals in de GGZ moeten conform wetgeving verplicht werken met een meldcode indien zij
vermoedens hebben van huiselijk geweld of kindermishandeling. Deze meldcode vraagt van
professionals dat zij bij aanwijzingen van mogelijk huiselijk geweld of kindermishandeling direct actie
ondernemen om te of er daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling.
Vervolgens dienen zij onverwijld stappen te ondernemen die er toe leiden dat op de kortst mogelijke
termijn hulp wordt geboden aan slachtoffers en, al dan niet in een strafrechtelijk kader, hulp wordt
geboden aan plegers en dat zij zoeken naar wegen die er toe leiden dat het geweld stopt.
Een patiënt doorloopt diverse onderdelen in zijn behandeling. Ook kan hij/zij verschillende vormen van
zorg binnen Bouman GGZ ontvangen. Vaak tegelijkertijd, soms opeenvolgend. De patiënt heeft te
maken met verschillende beroepskrachten. In de handleiding meldcode Huiselijk geweld en
kindermishandeling is per zorgvorm uitgewerkt wie welke handelingen bij huiselijk geweld en
kindermishandeling uitvoert. De verantwoordelijkheid voor het melden is belegd bij het Multidisciplinair
overleg.
Voorop staat dat medewerkers cliënten bevragen over de veiligheid van kinderen en anderen in de
thuissituatie. En dat als er (vermoedens van) huiselijk geweld of kindermishandeling gepleegd is of
wordt, de medewerker van Bouman GGZ de meldcode toepast. De meldcode huiselijk geweld en
kindermishandeling stelt het handelen van de beroepskracht die signalen opvangt centraal.
Naast het proces van het melden is het belangrijk dat structureel ingebed is dat er gemeld wordt. Het
hoofd behandelzaken heeft de rol van aandachtfunctionaris en bespreekt in ieder geval maandelijks
de veiligheid thuis van de patiënten. Ieder kwartaal rapporteert de manager behandelzaken het aantal
meldingen aan de directie in de P&C-gesprekken (bij YOUZ worden ook de SISA-meldingen
gerapporteerd) en vervolgens met de verantwoordelijke hoofden behandelzaken. Halfjaarlijks wordt
het aantal meldingen besproken in het managementoverleg.
Onderdeel van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is de kindcheck. Dat betekent dat
professionals moeten controleren of er kinderen in het gezin zijn. Wanneer er kinderen in het gezin
zijn, moet de medewerker met zekerheid vaststellen of de veiligheid van deze kinderen gewaarborgd
is. Is dit niet het geval, dan worden de stappen van de meldcode doorlopen.
Implementatie
Iedere medewerker (behandelaars/verblijfsmedewerkers/activiteitenbegeleiders/ ambulante
woonbegeleiders, medewerkers bemoeizorg, outreachende zorg maar ook receptiemedewerkers kan
een melding doen. Zowel daders als slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling worden
gemeld. (Het vermoeden) of iemand dader of slachtoffer is wordt geregistreerd in het zorgplan en het
beloop van het elektronisch patiënten dossier. De signalen worden collegiaal besproken. In het
MDO/of met de leidinggevende besproken of het doen van een melding gepast is. Dit besluit wordt
met redenen omkleed vastgelegd en het elektronisch patiënten dossier. De voorgenomen Melding
wordt besproken met patiënt . Wanneer het niet mogelijk is om de melding met de patiënt te
bespreken, dan wordt de melding anoniem gedaan ( conform de landelijke afspraken)
De manager behandelzaken meldt per telefoon de situatie bij het ASHG/AMK en of via het SISAsignaleringssysteem in SISA. In dit meldingsgesprek komt aan de orde welke stappen de hulpverlener
zelf kan zetten om de patiënt te helpen en het geweld of de mishandeling te stoppen. De melding
wordt op naam gedaan. Indien hier zwaarwegende redenen voor zijn kan hiervan afgeweken worden
en alleen de naam van de organisatie ingevuld worden.
19
De Antes voert de merken: Boumanggz, Delta, Youz, Sprink en beschikt over het meldpunt Zwanger en Verslaafd
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
25
De behandelaar/verblijfsmedewerker/activiteitenbegeleider bespreekt met het slachtoffer de
mogelijkheid om aangifte te doen. De procedure wordt toegelicht. In het volgende contact vraagt de
behandelaar/verblijfsmedewerker/activiteitenbegeleider na of de aangifte gedaan is. Indien nodig zal
de behandelaar van de patiënt de patiënt helpen bij het doen van een aangifte.
In het zorgplan neemt de melder tekst op over dat geadviseerd is aangifte te doen.
Alle medewerkers van Antes wordt de (verplichte) e-learning HG/KM aangeboden zodat iedere
medewerker op de hoogte is van de meldcode.
Delen van informatie
Het delen van de informatie is conform werkafspraken aanpak Huiselijk Geweld en Kinder
mishandeling in de ( geestelijke) gezondheidszorg.
Contact personen
Het hoofd behandelzaken is voor de individuele melding de contactpersoon. Voor overige informatie,
beleidszaken en opschaling kunt u contact opnemen met de projectleider HSG en KM leden van de
projectgroep implementatie meldcode: Kitty Kruger, tel.nr. 088-20304150; [email protected]
3.15
Yulius
Yulius is een grote, mensgerichte ggz-instelling met 2.100 medewerkers en 70 locaties binnen de
driehoek Rotterdam, Dordrecht, Gorinchem. In deze regio biedt Yulius hulp aan meer dan 26.000
cliënten. Zeker 95 procent daarvan krijgt ambulante hulp op een polikliniek of thuis. Een klein
percentage is voor een korte tijd opgenomen op een behandelafdeling of verblijft langer in een
begeleid wonenlocatie.
Werken met de Meldcode HG/KM
Yulius heeft een eigen interne meldcode opgesteld. Deze bestaat uit 2 delen:
-
Deel 1: beschrijft de formele meldcode van Yulius en de verantwoordelijkheid van de
organisatie.
Deel 2: beschrijft het stappenplan voor naleving meldcode door medewerkers werkzaam bij
Yulius.
De meldcode is in 2012 ontwikkeld en is conform de landelijke model-meldcode opgesteld. Daarnaast
zijn de eigen protocollen v.w.b. verstrekking gegevens aan derden van Yulius en het
privacyregelement van Yulius.
Implementatie
Yulius heeft de eigen meldcode stevig geïmplementeerd in de eigen organisatie. In deel 1 van de
meldcode van Yulius staan de inspanningen beschreven die vanuit ieders verantwoordelijkheid binnen
de organisatie worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om het aanbieden en volgen van
deskundigheidsbevordering zoals trainingen en voorlichtingen, het werken met
aandachtsfunctionarissen en de integratie van de meldcode in het algemeen instellingsbeleid.
Delen van informatie
De vaste huisarts van een cliënt kan bij vermoedens van kindermishandeling en/of huiselijk geweld
door de verantwoordelijk behandelaar worden geconsulteerd. Ook kan de behandelaar, indien
conform de stappen Meldcode en dit is geïndiceerd, de huisarts informeren. Verder wordt bij een
melding informatie gedeeld met het AMK en/of het ASHG. Het delen van informatie is onderdeel van
de stappen meldcode en conform de juridische richtlijnen.
Aandachtsfunctionarissen:
Yulius heeft in totaal 7 aandachtsfunctionarissen. Zij ondersteunen de medewerkers bij het werken
met de meldcode, opereren als vraagbaak en kunnen de coördinatie inzake de route meldcode op
zich nemen. Zij zien hierbij toe op zorgvuldig handelen en kwaliteit, ook door achteraf het handelen te
evalueren. Ook hebben de functionarissen een directe lijn met het AMK en ASHG en monitoren zij het
gebruik van de meldcode.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
26
Voor meer informatie over het werken met de meldcode door Yulius kan contact worden opgenomen
met Mirjam van Dongen, contactpersoon Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Yulius.
3.16
Riagg Rijnmond
Riagg Rijnmond biedt ambulante gezondheidszorg aan kinderen, volwassenen en ouderen met
psychische en/of psychiatrische problemen in de regio's Rotterdam Rijnmond en Waterweg Noord.
Vanuit twee behandellocaties in Rotterdam en Schiedam zetten onze circa 350 medewerkers zich in
voor de geestelijke gezondheid van de inwoners van dit gebied.
De zorgvragen van onze cliënten zijn vaak complex van aard en vereisen meer dan een eenduidig
antwoord. Riagg Rijnmond ziet het als een uitdaging om met een zeer divers behandelaanbod en
intensieve samenwerking met andere betrokkenen adequate antwoorden te vinden.
Werken met de Meldcode HG/KM
Medewerkers van Riagg Rijnmond, betrokken bij de behandeling van patiënten, zijn formeel
verbonden aan de eigen beroepscode. Dit is of de KNMG-meldcode, of de meldcode van GGZ
Nederland.
Implementatie
Riagg Rijnmond bevordert op de volgende wijze de kennis en het gebruik van de meldcode: het
hanteren van de meldcodes is opgenomen in het instellingsbeleid.
Deskundigheidsbevordering vindt plaats in het geheel van nascholingen en trainingen.
Riagg Rijnmond actualiseert en deelt informatie via de geëigende overlegvormen en nieuwsbrieven.
Ondersteuning van personeel vindt plaats waar nodig.
Delen van informatie
De verantwoordelijk behandelaar kan de vaste huisarts van een patiënt consulteren bij vermoedens
van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Bij een melding aan het AMK / ASHG wordt de vaste
huisarts door de verantwoordelijk behandelaar geïnformeerd, conform de vigerende meldcodes van
deKNMG en GGZ-Nederland. Het delen van informatie met relevante instellingen is onderdeel van
deze meldcodes.
Aandachtsfunctionarissen:
Riagg Rijnmond heeft geen aparte aandachtsfunctionarissen voor Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling. Iedere medewerker is bekend met de meldcodes. Voor vragen over de aanpak
en het werken met de meldcode kan men contact opnemen met de eerste geneeskundige.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
27
4.
Opschaling
In dit werkdocument zijn de (wettelijke) taken van de bij kindermishandeling en huiselijk geweld
betrokken partijen vastgelegd. De bij de Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld betrokken
partijen hebben de intentie met elkaar invulling te geven aan de gemaakte samenwerkingsafspraken
om te komen tot een sluitende aanpak rondom de problematiek van kindermishandeling en huiselijk
geweld. Ondanks deze samenwerkingsafspraken en ondanks de individuele inzet van de
professionals om volgens deze afspraken te werken, kunnen zich – door het gevoelige karakter van
de casuïstiek - incidenten voordoen die vragen om opschaling naar een hoger beslissingsniveau.
20
De hieronder opgenomen procedure is bedoeld om escalatie te voorkomen en zo snel mogelijk een
einde te maken aan een ongewenste situatie. Wanneer zich een incident voordoet worden de in
paragraaf 4.2 opgenomen stappen doorlopen.
4.1
Definities
In het kader van de opschaling worden voor ‘opschaling’ de volgende definities gehanteerd.
Opschalingsprocedure
Een procedure waarin wordt beschreven hoe naar aanleiding van een incident, verantwoordelijkheden
en bevoegdheden worden verplaatst naar andere niveaus teneinde problemen sneller aan te pakken.
Incident
Er is sprake van een incident als er een ongewenste gebeurtenis plaatsvindt in één van de
aangesloten ziekenhuizen, die de normale gang van zaken verstoort en ongewenste gevolgen kan
hebben.
Onder een incident wordt verstaan het optreden van een ongewenste situatie die afwijkt van de
gezamenlijke afspraken die gemaakt zijn over de reguliere aanpak en de behandeling van een geval
van kindermishandeling en/of huiselijk geweld en ongewenste gevolgen heeft of kan hebben.
4.2
Opschalingsprocedure
1. Er doet zich een incident voor in een instelling of een praktijk rondom een melding van
kindermishandeling en/of huiselijk geweld.
2. De betrokken zorgprofessional en/of leidinggevende beoordelen het incident en nemen het
besluit op te schalen. Degene die overgaat tot opschaling informeert altijd de (medisch)
coördinator of aandachtsfunctionaris kindermishandeling en huiselijk geweld van de
betreffende organisatie (indien van toepassing).
3. De coördinator en/of de leidinggevende gaan de gevolgde procedure na.
4. De coördinator of leidinggevende neemt contact op met het management van het AMK, het
ASHG of het CJG. In dit contact wordt gewezen op de afspraken in dit document en verzocht
hiernaar te handelen.
5. Indien geen vervolgactie plaatsvindt en het knelpunt blijft bestaan neemt de leidinggevende of
de coördinator contact op met de contactpersoon of het bevoegd gezag van de organisatie.
6. Het bevoegd gezag (zo mogelijk in overleg met de (medisch) coördinator of
aandachtsfunctionaris kindermishandeling en huiselijk geweld) neemt contact op met
bestuur/directie van de externe organisatie die in de voorliggende situatie het meest
aangewezen is om het ontstane incident (mede) op te lossen.
7. Wanneer het ervaren knelpunt is opgelost vindt altijd terugkoppeling plaats naar de stuurgroep
(hoofdstuk 5.1)
20
De opschalingsprocedure is hier beschreven voor opschaling in een ziekenhuis. De verwachting is d at andere bij dit
document betrokken organisaties vergelijkbare modellen hanteren voor opschaling.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
28
4.3
Contactgegevens betrokken organisaties
Onderdeel van deze opschalingsprocedure vormt de aan dit document toegevoegde lijst met
contactgegevens van de Raden van Bestuur/directies van de bij deze opschalingsprocedure
betrokken organisaties (hoofdstuk 6).
4.4
Evaluatie na opgeschaald incident
Wanneer zich onverhoopt een incident heeft voorgedaan in een van de ziekenhuizen, waarbij is
overgegaan tot opschaling zal na oplossing van het incident de volgende procedure worden doorlopen
door het betreffende ziekenhuis in samenspraak met de betrokken externe partij(en).
1. Intern wordt in de betreffende organisatie nagegaan waar het is misgegaan.
2. Vervolgens wordt met de betrokken organisatie(s) geëvalueerd. Indien mogelijk en/of nodig
worden aanvullende afspraken gemaakt of worden bestaande afspraken aangescherpt om
een soortgelijk incident in de toekomst te voorkomen.
3. Alle betrokken externe organisaties bespreken de met een organisatie gemaakte aanvullende
of aangescherpte afspraken in hun eigen overleg. Hiermee leren organisaties van elkaar,
waarmee de kans op incidenten afneemt.
4. Het regionaal coördinatorenoverleg van de ziekenhuizen bespreekt de aanvullende of
aangescherpte afspraak en doet een voorstel aan het bestuurlijk overleg om hier een
regionale afspraak van te maken.
5. Op initiatief van de GGD Rotterdam-Rijnmond komt de stuurgroep (zie hoofdstuk 5.1) jaarlijks
bijeen in een bestuurlijk overleg tussen alle bij deze escalatieprocedure betrokken
organisaties. In dit overleg kunnen onder meer voorstellen om aangescherpte afspraken
regionaal in te voeren worden vastgesteld.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
29
5.
Borging samenwerkingsafspraken
5.1
Stuurgroep
Om de samenwerkingsafspraken tussen alle partijen op bestuurlijk-strategisch niveau te borgen wordt
een stuurgroep ingericht die één keer per jaar bijeenkomt. De stuurgroep bespreekt onder meer de
volgende onderwerpen.
1. Algemene stand van zaken aanpak signalering kindermishandeling en huiselijk geweld
2. Politiek, bestuurlijke (landelijke) ontwikkelingen
3. Evaluatie opgeschaalde incidenten.
De stuurgroep bestaat uit de volgende deelnemers
 voorzitter SRZ
 voorzitter (danwel afvaardiging) LHV, kring Rotterdam
 directie HAP-Rijnmond
 directie AZRR
 voorzitter KNGF
 voorzitter KNOV kring Rijnmond
 directie FARR
 voorzitter rvb Antes
 voorzitter rvb Yulius
 voorzitter rvb Riagg Rijnmond
 voorzitter rvb Bavo Europoort (voor de Parnassia groep)
 directie GGD Rotterdam-Rijnmond
 directie AMK Bureau Jeugdzorg Stadregio Rotterdam
 directie CJG
 projectgroepleden (zie 5.2) kunnen op verzoek van leden van de stuurgroep worden
uitgenodigd als toehoorder aanwezig te zijn bij de stuurgroepbijeenkomsten.
 Afvaardiging bestuur Raad voor de Kinderbescherming.
5.2
Projectgroep
Om de samenwerkingsafspraken tussen alle partijen op het operationele niveau te borgen wordt een
projectgroep ingericht die minimaal twee keer per jaar bijeenkomt. De projectgroep bespreekt onder
meer de volgende onderwerpen.
1.
2.
3.
4.
Terugkoppeling kwantitatieve gegevens meldingen, consulten, adviezen en procesroute
Terugkoppeling opvolging meldingen ziekenhuizen
Gesignaleerde en ervaren knelpunten in de samenwerking
Verbeterpunten in samenwerking, kwaliteitsslag interne borging (toerusting professionals,
werken met instrumenten etc.)
De projectgroep bestaat uit (beleids)vertegenwoordiging van alle betrokken organisaties
De projectgroep is verantwoordelijk voor het up-to-date houden en uitwisselen van contactgegevens
die in dit document worden benoemd.
De GGD Rotterdam-Rijnmond fungeert in deze als voorzitter
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
30
Bijlagen
6.1
Contactgegevens

AMK
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam Noordoever
Delftseplein 29
3013 AA Rotterdam
telefoon (010) 412 81 10
fax (010) 436 61 18
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam Zuidoever
Dynamostraat 16
3083 AK Rotterdam
telefoon (010) 412 81 10
fax (010) 411 39 09
Contactgegevens directie
Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam
Directiebureau
Mw. M. Westerlaken, directeur Toegang en AMK
Delftseplein 29
3012 AA Rotterdam
telefoon (010) 233 0000
fax (010) 4782722
Contactgegevens contactpersonen AMK
Noord/Delftseplein: mw E. Somuncu (teammanager)
Zuid/Dynamostraat: mw A.D. Roolker (teammanager)

ASHG
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld
telefoon (010) 44 38 444
[email protected]
Aanspreekpunt: Inez Soemita, senior medewerker ASHG
telefoon (010) 4339505
Het ASHG valt onder de directie GGD Rotterdam-Rijnmond (voor contactgegevens: zie hierna)

GGD Rotterdam-Rijnmond
Hoofdvestiging GGD Rotterdam-Rijnmond
Schiedamsedijk 95
3011 EN Rotterdam
telefoon (010) 433 99 66
fax (010) 433 97 00
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
31
Contactgegevens directie
drs.ing. V.J.M. Roozen
algemeen directeur
GGD Rotterdam-Rijnmond
Schiedamsedijk 95
3011 EN Rotterdam
telefoon (010) 433 96 46
email [email protected]

CJG Rijmond
Westblaak 171
3012 KJ Rotterdam
telefoon (010) 20 10 110
Contactpersoon: Els van ‘t Klooster
Contactgegevens directie CJG
Dhr. P.G. Stenger
Westblaak 171
3012 KJ Rotterdam
010 444600

Raad voor de Kinderbescherming
Lijnbaan 109
3012 EN Rotterdam
telefoon (010) 443 11 00
teamleider intake
Peter van Dalen
[email protected]
06 57 31 95 84

HAP Rijnmond
Glashaven 18
3011 XJ Rotterdam
Telefoon: 010 - 206 03 00
Contactgegevens directie HAP Rijnmond
De heer A.V. Prins, algemeen directeur
Glashaven 18
3011 XJ Rotterdam
Telefoon: 010 - 206 03 00

AZRR
Breslau 2, 2993 LT Barendrecht
0180 643 300
Contactgegevens directie AZRR
De heer R. van Duijvenbode
Breslau 2, 2993 LT Barendrecht
0180 643 333
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
32

LHV Huisartsenkring Rotterdam
Alexandrium Kantoren A
Schorpioenstraat 278
3067 KW Rotterdam
T (010) 28 62 700
Contactgegevens bestuur LHV
Mevrouw C. Verheij
Schorpioenstraat 278
3067 KW Rotterdam
T (010) 28 62 700

KNOV Kring Rotterdam Rijnmond
Contactgegevens bestuur
Mevrouw Mevrouw L. Rentes, lid kringbestuur

KNGF
Stadsring 159b
3817 BA Amersfoort
T 033-467 29 00
F 033-467 29 99
E [email protected]
Contactgegevens bestuur KNGF Holland Zuid
Rian Veldhuizen, directeur KNGF
Stadsring 159b
3817 BA Amersfoort
T 033-467 29 00
F 033-467 29 99
E [email protected]

Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond, FARR
Mathenesserlaan 310
3021 HW Rotterdam
Telefoon: 010-244 71 82
Fax: 010-244 71 83
www.farr.nl
Contactgegevens bestuur:
De heer P. Bender
Mathenesserlaan 310
3021 HW Rotterdam
Telefoon: 010-244 71 82
Fax: 010-244 71 83
www.farr.nl

Parnassia Groep
Prins Constantijnweg 48 - 54
3066 TA Rotterdam
T 088 35 853 40
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
33
F 088 35 840 04
Contactgegevens bestuur:
Mevrouw M. van Duijn
Prins Constantijnweg 48 - 54
3066 TA Rotterdam
T 088 35 853 40
F 088 35 840 04

Antes (BoumanGGZ en Delta)
Max Euwelaan 1
3062 MA Rotterdam
Postbus 8549
3009 AM Rotterdam
Contactgegevens bestuur:
De heer. S. Czyzewski
Max Euwelaan 1
3062 MA Rotterdam
Postbus 8549
3009 AM Rotterdam
Tel: 088-230 3300

Yulius
Hellingen 21
3311 GZ Dordrecht
088 40 50 600
Contactgegevens bestuur (gedelegeerde):
Mevrouw M. van Dongen
Hellingen 21
3311 GZ Dordrecht
088 40 50 600

Riagg Rijnmond
Mathenesserlaan 208
3014 HH Rotterdam
tel.: 010 - 440 24 02
fax: 010 - 440 25 00
Contactgegevens bestuur:
De heer drs. T.J.M. Bank
Mathenesserlaan 208
3014 HH Rotterdam
tel.: 010 - 440 24 02
fax: 010 - 440 25 00

Meldpunt Zwanger en Verslaafd
telefoon 088 230 34 08
e-mail [email protected]

SRZ
Bureau SRZ
telefoon 06 4101 1701
e-mail [email protected]
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
34
Contactgegevens voorzitter SRZ
drs. P.H. Draaisma
voorzitter Raad van Bestuur
IJsselland Ziekenhuis
telefoon (010) 258 53 22
email [email protected]
Contactgegevens Raden van Bestuur SRZ-ziekenhuizen
Erasmus MC
’s Gravendijkwal 230
3015 CE Rotterdam
Secretariaat RvB: 010 – 7035150
Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische ziekten BV
Haringvliet 2
3011 TD Rotterdam
Secretariaat RvB: 010 – 4043688
IJsselland Ziekenhuis
Pr. Constantijnweg 2
2906 ZC Capelle aan den IJssel
Secretariaat RvB: 010 – 2585320
Ikazia Ziekenhuis
Montessoriweg 1
3083 AN Rotterdam
Secretariaat RvB: 010 – 2975470
Maasstad Ziekenhuis
Maasstadweg 21
3079 DZ Rotterdam
Secretariaat RvB: 010 – 2913042
Het Oogziekenhuis Rotterdam
Schiedamsevest 180
3011 BH Rotterdam
Secretariaat RvB: 010 – 4017708
Rijndam revalidatiecentrum
Westersingel 300
3015 LJ Rotterdam
Secretariaat RvB: 010 – 2412460
Ruwaard van Putten Ziekenhuis
Ruwaard van Puttenweg 500
3201 GZ Spijkenisse
Secretariaat RvB: 0181 – 658572
Sint Franciscus Gasthuis
Kleiweg 500
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
35
3045 PM Rotterdam
Secretariaat RvB: 010 – 4616003
Van Weel-Bethesda Ziekenhuis
Stationsweg 22
3247 BW Dirksland
Secretariaat RvB: 0187 – 607644
Vlietland Ziekenhuis
Vlietlandplein 2
3118 JH Schiedam
Secretariaat RvB: 010 – 8934121
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
36
6.2
AANDACHTSPUNTEN AMK-melding
Deze lijst met aandachtspunten kan een SEH gebruiken om te checken of er voldoende informatie
wordt doorgegeven aan AMK of Raad voor de Kinderbescherming wanneer tot een melding wordt
overgegaan, omdat AMK of Raad voor de Kinderbescherming deze informatie nodig hebben om een
melding in behandeling te kunnen nemen.
GEGEVENS melder
Naam
Adres
Telefoonnummer
Piepernummer
Bereikbaar op welke dagen
GEGEVENS gemelde kind
Naam
Geboortedatum
Adres
Huisarts
GEGEVENS ouders
Naam vader
Adres
Telefoonnummer
Naam moeder
Adres
Telefoonnummer
Aanleiding voor deze AMK-melding
Medische gegevens
SPUTOVAMO( indien positief s.v.p. toelichten)
Reeds eerder op de SEH geweest?
Zo ja , met welke klachten?
Ouder(s) op de hoogte van AMK melding?
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
37
MELDING afhankelijk van woonadres s.v.p. versturen naar
AMK Noord
Delftse Plein 29
3013 AA Rotterdam
Fax: 010-4366118
AMK Zuid
Dynamostraat 16
3083 AK Rotterdam
fax: 010-4113909
Alleen als gebruik gemaakt kan worden van een beveiligde mailverbinding kan informatie worden
gemaild. Wanneer geen beveiligde mailverbinding beschikbaar is dient de informatie per fax te worden
gestuurd.
[email protected]
of
[email protected]
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
38
6.3
Aandachtspunten ASHG-melding

Aanleiding tot letsel / geweld:

Wie is pleger:
Persoonsgegevens; adres; telefoonnummer

Is dit de eerste keer dat er sprake is van huiselijk geweld?
Hoe lang speelt het geweld:

Zijn er kinderen in het gezin van het slachtoffer aanwezig?

Wie is allemaal op de hoogte van het geweld?
(Professionals en/of familie, vriendinnen, kennissen)
Persoonsgegevens; telefoonnummers.
Let op: het ASHG neemt allereerst contact op met het slachtoffer en dus niet met de
pleger of familie. Het doel is hulpverlening aan te bieden.
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld
telefoon (010) 44 38 444
[email protected]
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
39
6.4
Aanmeldformulier Centrum voor Jeugd en Gezin
Aanmeldformulier Centrum voor Jeugd en Gezin
Locatie:
O
casuïstiekoverleg
O
interventieverpleegkundige
O
gezinscoach
O
pedagoog/opvoedhulp in huis
Personalia gemeld kind
Achternaam
Voornaam
m/
v
geboortedatum
KIDOS
nr
School/KDV
Personalia ouders/opvoeders
Naam vader:
Geboortedatum:
Naam moeder:
geboortedatum:
Adres:
PC en woonplaats:
telefoonnummer:
Burgerlijke staat:
Adres ( bij niet samenwonend):
Land van herkomst
vader :
moeder:
Huisarts:
Tel.nr:
Personalia overige kind(eren) in het gezin:
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
40
Achternaam
Voornaam
m/
v
Ouders zijn betrokken bij de
aanmelding:
□ ja
□ nee
Zo nee, wat is de hiervan reden?
geboortedatum
KIDOS
nr
School/KDV
Spreken ouders Nederlands?
Moeder: □ ja □ nee
Vader: □ ja □ nee
Tolk:
□ ja □ nee taal……
Gegevens aanmelding
Datum aanmelding:
Naam aanmelder:
Functie aanmelder:
Contactgegevens:
Tel.nr:
E-mail: @
Bereikbaarheid:
Datum bespreking:
Reden van aanmelding:
Problematieken21
ja
21
/ nee
Korte omschrijving
Indeling van domeinen/problematieken komen overeen met ernsttaxatie CJG Rijnmond
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
41
1 Functioneren kind/jongere
1.1 Lichamelijk functioneren
1.2 Cognitief functioneren
1.3 Gedrag
1.4 Emotioneel functioneren
2 Basiszorg/veiligheid voor kind/jongere
2.1 Medische zorg
2.2 Voeding
2.3 Kleding
2.4 Scholing
2.5 Emotionele ondersteuning
2.6 Persoonlijk hygiëne
2.7 Huisvesting
2.8 Hygiëne in huis
2.9 Pedagogisch besef ouders
2.10 Huiselijk geweld
2.11
Kindermishandeling/misbruik
2.12 Relatieproblemen/scheiding
3 Opvoeding en ouderschap
3.1 Gedragsproblematiek
3.2. Verslaving
3.3 Psychiatrische problematiek
3.4 Ervaring over de opvoeding
3.5 Onderlinge relaties
4 Omgeving/opvoedingsomstandigheden/ sociale netwerk
4.1 Sociaal netwerk
4.2 Werk
4.3. Inkomenssituatie
4.4. Uitgavenpatroon
4.5 Schuldproblematiek
4.6. Veelplegers/detentie
4.7 Overig crimineel gedrag
4.8 Criminaliteit in de omgeving
van het gezin
Ernsttaxatie
2
3
4
5
Hulpvraag aanmelder
(waarom wordt aan deze interventie gedacht)
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
42
Informatie m.b.t. het gezin
(huidige gezinssamenstelling, contact gezinsleden, ingrijpende gebeurtenissen,
bijzonderheden met andere kinderen, opvoedingssituatie etc.)
Informatie school ( kdv, psz, bso):
Waarneembaar gedrag, leerprestaties, leerlijn, verzuim, contact leeftijdsgenootjes, contact
leerkracht, spijbelen, besproken in ZAT, bekend bij SMW?
Hulpvraag ouders / kind:
Gegevens betrokken professionals
Per hulpverlener/hulpverlenende instantie
Organisatie
Contactpersoon
Functie
Telefoonnr.
Email adres
Hulpverlening in het verleden
Is er sprake geweest van zorg/hulpverlening aan dit kind/gezin door een
instelling/project/netwerk?
Ja/nee
Jaar:
Zo ja, welke resultaat?
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
43
Toelichting:
SISA: □ ja □ nee
door:
AMK: □ ja □ nee
door:
Eerder AMK melding:
□ ja
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
44
6.5
Melding Jeugdbeschermingsplein
Richtlijnen voor het melden van jeugdigen aan het Jeugdbeschermingsplein:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De melder is verplicht ouders en jeugdige(n) vooraf op de hoogte te stellen van de melding op
het plein
De melder is verplicht ouders en jeugdige(n) te informeren over de werkwijze van het plein
Per gemelde jeugdige moet een apart voorblad worden ingevuld (NAW-gegevens). Alle
andere gevraagde informatie kan voor alle kinderen gebruikt worden.
Het meldingsformulier is een richtlijn. Is de melder in het bezit van eigen stukken/formulieren
waar de gevraagde informatie in staat gemeld hoeft alleen het voorblad ingevuld te worden en
de eigen stukken/formulieren bijgevoegd te worden.
In bijlage 1 is een handleiding voor het invullen van het meldingsformulier opgenomen.
De melder kan de melding versturen naar het emailadres:
[email protected]
De melding wordt door de melder ter inzage opgestuurd aan ouders/opvoeders.
De melder dient aanwezig te zijn bij de casusbespreking op de
Jeugdbeschermingstafel!
Wanneer de melding vóór 13.00 uur wordt gemeld dan wordt deze de eerstvolgende
werkdag, doch uiterlijk binnen 2 werkdagen na ontvangst van de melding besproken op de
Jeugdbeschermingstafel.
De Jeugdbeschermingstafel komt dagelijks op werkdagen bijeen van 10.00-12.00 uur.
De melder ontvangt een uitnodiging van het jeugdbeschermingsplein om op een bepaald
tijdstip zitting te nemen aan de Jeugdbeschermingstafel.
Bij vragen over een melding kan de melder contact opnemen met Jessica Wiegeraad (de
secretaresse van het Jeugdbeschermingsplein) op het emailadres:
[email protected] of het telefoonnummer: 06 - 22 75 24 28.
Om het proces van het inplannen van meldingen aan het Jeugdbeschermingsplein te
versnellen vragen wij u de volgende gegevens in de mail van de melding aan het
Jeugdbeschermingsplein toe te voegen: emailadres van de melder, telefoonnummer van de
melder, werkdagen van de melder en eventuele voorkeuren voor de bespreking van de melding
aan de Jeugdbeschermingstafel.
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
45
6.6
Lijst contactpersonen
LHV:
Naam
Janine van Es
Guus Timmers
Telefoonnummer
(010) 28 62 701
(010) 28 62 701
Email
[email protected]
[email protected]
Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond:
Naam
Jules Winkel
Email
[email protected]
Telefoon
0180-643333
Huisartsenposten Rijnmond:
Post
HAP Ruwaard
HAP SFG
HAP IJsseland
HAP Zuid
Naam
Monique Rietdijk
Annet Nobel
Danielle Noorlander
Marieke Koster
Telefoon
0181 - 62 70 55
010 - 466 95 73
010 - 279 92 62
010 - 290 98 88
KNOV Verloskundigenkring Rijnmond
Naam
Ferida Isik, contactpersoon
HG/KM
E-mail
f.isik@verloskundigenrotterdamwe
st.nl
Britt Lupgens
[email protected]
Telefoon
FARR
Naam
Koos van Leeuwen
E-mail
[email protected]
Telefoon
010-244 71 82
KNGF
Naam
Adriaan Vonk
Telefoon
T 06 30054789
Email
[email protected]
Parnassia groep
Naam
Jaantje Breuseker
E-mail
[email protected]
Telefoon
088-3585351
Sil Hol,Bavo Europoort
Mirjam Nekkers, Indigo
[email protected]
[email protected]
088 35 86719
088 35 71054
E-mail
[email protected]
Telefoon
078-6545080
Yulius
Naam
Mirjam van Dongen
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
46
Aandachtsfunctionarissen
Naam
Toon de Keijzer voor divisie
onderwijs.
E-mail
[email protected]
Telefoon
088-4050600
Els van Veen en Susan
Stevens voor divisie
Volwassenen
Diederik Borst voor divisie
Kind en jeugd
Jacqueline Vlutters voor
divisie Autisme
Mirjam van Dongen voor Staf
en Indigo ZHZ
[email protected] en
[email protected]
088-4050600
[email protected]
088-4050600
[email protected]
088-4050600
[email protected]
088-4050600
E-mail
[email protected]
Telefoon
010-2415555
E-mail
[email protected]
Telefoon
088 - 230 4150
E-mail
[email protected]
Telefoon
06 - 30 12 76 52
Naam
Marielle van Dorp
Annemieke van de Meulen
bereikbaar
[email protected]
Riagg Rijnmond
Naam
Daniel van der Meer
Antes (BoumanGGZ en Delta)
Naam
Kitty Kruger
Contactpersoon SRZ
Naam
Joke van der Waal
Coördinatoren CJG
(Deel )gemeente
Hoogvliet
Rozenburg/Pernis
Hoek van Holland
Delfshaven
Noord
Charlois
Overschie
Hillegersberg
/Schiebroek
Feyenoord
Kralingen/Crooswijk
Centrum
Alexanderpolder
IJsselmonde
Barendrecht
Albrandswaard
Ridderkerk
Capelle a.d. IJssel
Krimpen a.d. IJssel
Lansingerland
Brielle/
Paulien Kerkhof
Hayet Gasmi;
Margreet Rozema
Dorothé Riteco
Eline van Maanen
Suzanne Nijhuis
a.van.der.meulen@cjgrijnmond.
nl
p.kerkhof@cjgrijnmond
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Angel Clement
Marian van Bohemen
[email protected]
[email protected]
Lia de Ruijter
Rosalia Zantman/
Marieke Ansink
Loeki Busink
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Clarinde Nijkamp
[email protected]
Danielle Stofbergen
Annemarie Bijl
[email protected]
[email protected]
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
47
Spijkenisse/Bernisse
Middelharnis/
Oostflakkee
Goederede
Hellevoetsluis
Schiedam
Vlaardingen
Maassluis
Westblaak/
Centraal
Carla de Grauw
Brisa Smits
[email protected]
[email protected]
Annemarie Bijl
Rebecca de Hoog
Anneke Driessen
Mirjam Rosier
Els van ‘t klooster
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Werkafspraken HG/KM tussen de (G)GZ, partijen in de Jeugdzorg en de aanpak HG
48