BB 042 Ganzenoverlast - Stadsdeel Nieuw-West

Vooronderzoek Sportvoeding
Een diëtist kan zich specialiseren op een doelgroep zoals ouderen, kinderen en sporter. De laatste is
de doelgroep die hier word behandeld. Deze groep is erg breed vanwege de vele sporten die mensen
beoefenen hier in Nederland. Het is belangrijk dat alle voedingstoffen bij de sporter in zijn voeding in
de juiste verhouding aanwezig zijn. Deze uitgebalanceerde voeding moet ook gevarieerd zijn. In
welke verhouding varieert met het type sport dat de sporter beoefend en met de competitie- en
trainingsmethoden. Een diëtist speelt een belangrijke rol bij het bepalen van deze verhouding. Bij
een verkeerde voeding kan er presatievermindering optreden, maar ook uitputtingsverschijnselen en
overtraindheid kunnen verschijnselen zijn van een verkeerde voeding bij een sporter.
Voordat een diëtist met sportsupplementen, –voeding en –drankjes gaan werken zal er eerst
gekeken worden naar de “basisvoeding”. In de volgende alinea’s staat beschreven waarom het zo
belangrijk is om bepaalde voedingstoffen zo belangrijk is om binnen te krijgen en waarom voor
sporter het zo essentieel van belang is om ze in de juiste verhouding te consumeren. In de bijlage 1 is
een tabel te vinden waarin vermeld wordt in welke voedingsmiddelen de volgende stoffen zich
bevinden.
Energielevering
De energielevering is altijd een combinatie van vet- en koolhydraatverbranding. Energie voor actieve
spieren wordt namelijk geleverd uit deze twee belangrijke brandstoffen:koohlydraten en vetten.
Niet alle koohlydraten zijn hetzelfde. Sommige koolhydraten zorgen voor een snelle toename van de
boeldsuikerspiegel en andere sorgen voor een geleidelijke toename. De omzetting naar glucose
gebeurt namelijk in een ander tempo. Over het algemeen leveren voedingsmiddelen met een hoge
GI(snelle omzetting naar glucose) de snelste stijging van glucose in het bloed. Glycosydische Index
(GI)wordt gebruik voor om te meten wat het effect van de koolhydraten is op de glucose gehalte.
Het advies is om niet te veel voedingsmiddelen te gebruiken met een hoge GI. Het systeem dat
glucose uit het bloed haalt kan dan overbelast raken. Om namelijk de bloedsuikergehalte weer terug
te brengen naar het normaal wordt namelijk insuline gemaakt. Bij veel hoge GI komt er dus veel
insuline in het bloed en hierdoor kunnen de cellen uiteindelijk ongevoelig worden voor insuline en
het lichaam blijft dat insuline vormen.
Insuline kan er namelijk voor zorgen dat glucose in het bloed kan worden omgezet in glycogeen dat
wordt opgeslagen in de spieren en in de lever. De glycogeenvoorraad ka een prestatie beperkende
factor zij bij sporten waar 45-90 minuten intensief wordt gesport. Is de glycogeenvoorraad laag dan
gaat het lichaam ook over op eiwitverbranding. Als de glycogeenvoorraad na 45-90 min helemaal
leeg is zal het lichaam volledig overgaan op eiwit- en vetverbranding. In deze situatie kan nog maar
50% van het vermogen worden gebruikt.(zie kopje tijdens sporten)
Tijdens het sporten wordt aanbevolen om na 45-90 min intensief sporten aanbevolen om
koolhydraattijke voeding te consumeren. Een koolhydraatrijke voeding tijdens het sporten en door
een juiste trainingsopbouw kan de glycogeenvoorraad vergoot worden, waardoor sporter langer
gebruik kunnen maken van tijdens de training of wedstrijd.
De hoeveelheid energieprocenten koolhydraten in de voeding hangt af van het typen sport. Voor
krachtsporters en team-en spelsporters wordt 55 tot 60 energie procent in de voeding tijdens
trainingsperioden aanbevolen. Voor duursport is dit 60 energieprocent.
Een te hoge vetopname met de voeding gaat samen met een lage koolhydraatopname. Daarom
Vooronderzoek Sportvoeding
adviseert een diëtist een sporter maximaal 20 tot 30 energieprocent vet te gebruiken in de voeding.
Bij lage arbeidsintensiteit (dus ook in rust) zal een spier relatief meer vet als brandstof gebruiken, wat
de koolhydraatvoorraad zal sparen. De vetvoorraad in het lichaam is vrijwel onbeperkt.
Eiwit
Mensen die regelmatig sporten hebben meer eiwitten nodig dan mensen die niet sporten. In Nederland
bevat de voeding al meer dan de aanbevolen hoeveelheid. Sporters eten ook meer. Daardoor krijgt het
grootste deel van de sporter al genoeg eiwitten binnen. De aanbevolen hoeveelheid voor krachtsporters
is 1,5-2,0 gram per kilogram. Voor duursporters en team- en spelsporters is dit 1,2-1,5 gram per
kilogram lichaamsgewicht.
Eiwitten hebben een functie bij de opbouw en herstel van spieren,organen, zenuwstelse en bloed. Ze
hebben normaal geen functie als brandstof bij lichamelijke activiteiten. Alleen bij een koolhydraattekort
zal eiwit als brandstof worden gebruikt.
Vitaminen en mineralen
Vitaminen , mineralen en spoorelementen zorgen ervoor dat alle lichaamsprocessen goed verlopen.
Vitamine zijn onmisbaar bij het vrijmaken van energie uit koolhydraten,veten en eiwitten. Vitamine
verbeteren de prestaties niet. Tekorten kunnen wel ernsitge gevolgen hebben en kunnen leiden tot een
verminderde conditie of ziekte. De behoefte van het aantal vitaomines zijn bij sporters verhoogd, maar
over het algemeen kan een dietist ervoor zorgen dat een sporter met een gevarieerde goede voeding in
deze bhoefte wordt voorzien.
Mineralen en spoorelementen hebben ook net als vitamine een regulerende fntie in het lichaam.
Mineralen hebben onderandere ook een functie bij de prikkelgeleiding van zenuwen en daardoor ook
belangrijk bij het aanspannen van spieren. Net als bij vitamine kan een gevarieerde voeding de
boehoefte aan mineralen voorzien. Bij sporter die sterk zweten adviseerd de dietist de hoeveelheid
natrium aan te vullen tijdens de inspanning. Bijvoorbeeld in de vorm van een dorstlesser.
Voor sporters die willen vermageren is het erg belangrijk om hun ijzergehalten op peil te houden. Door
bij elk hoofdmaaltijd een vitamine c rijk product te gebruiken wordt ijzer beter in het lichaam
opgenomen. Dietiste adviseren bij deze mensen wel om geen melk of melkproducten te eten of te
drinken bij hun maaltijd. Calcium bindt met ijzer waardoor er 50 % van het ijzer niet kan worden
opgenomen in het lichaam
Water
Water is erg belangrijk in het lichaam het heeft een functie als transportmiddel, als hoofdbestandeel van
bloed ,urine en zweet en bij de handhaving van de lichaamstemperatuur.Bij de sporter is de uitscheiding
van vocht verhoogd. Als het water niet vervangt stijgt het lichaamstemperatuur en zal de prestatie hier
onder lijden. Bij een vocht verlies vanaf 2% verminderd de prestatie. De oplossing hiervoor is door dit te
compesneren en dus meer te drinken. Aanbevolen wordt om iedere 15-20 min rond de 150-350 ml te
drinken. Het durt ongeveer 30 minuten voordat het voordat de vloeistof in het bloed wordt
opgenomen. Bij het alleen drinken bij dorst ,drinkt de sporter 50-75% van wat hij/zij werkelijk nodig
heeft, Dorst betekent dat de sporter al aan het uitdrogen is. Drink daarom (water of een dorstlesser)
Vooronderzoek Sportvoeding
voordat je dorst krijgt.
Voor de dorst kunnen bepaalde sportdrankjes worden gebruikt. Sportdrankjes zijn ontwikkeld om het
lichaam sneller van vocht, koolhydraten en elektrolyten (natrium en kalium) te voorzien dan gewoon
water. Er zijn twee soorten sportdrankjes. Een soort heeft als doel om het vocht te compenseren en de
andere om je spieren te voorzien van koolhydraten. Hypotone dranken bestaan uit water en Aa
sportwater, isotone dranken zijn dorstlesser netals Aquarius, Extran Refresh, Gatorade. Meer over
sportdranken is te vinden in het onderzoek “sportvoeding voor hardlopers”
Een dietist kan een paar tips geven voor tijdens de training, voor ,tijdens en na de wedstrijd. Dit advies
zal in veel gevallen een gepast advies zijn, maar een sporter heeft altijd andere behoeftes en daaro is
een communicatie tussen de dietist en Tijdens trainingsdagen
Eet volop koolhydraatrijke voedingsmiddelen om de koolhydraatopname te verhogen.
Bij een training van 1,5 uur of meer: aanvullen van koolhydraten tijdens de inspanning om te
voorkomen dat de koolhydraatvoorraad in de spieren te laag wordt.
Voor intensieve balsporten geldt dat wanneer de training langer dan 45 minuten duurt
aanvulling van koolhydraten tijdens de training nodig is.
Wees zuinig met vetten om de vetopname te beperken. Gebruik daarom magere producten.
3. Eet voldoende eiwitrijke voedingsmiddelen voor een goede eiwitopname.
4. Eet gevarieerd voor voldoende opname van vitaminen en mineralen.
5. Zorg voor een royale vochtopname voor een goede vochthuishouding (2-4 liter per dag). Is de
duur van de training langer dan een uur? Gebruik dan een halve bidon (150-300 ml) water of
dorstlesser per kwartier.
6. Zorg voor een goede timing van de maaltijden om voldoende energie en voedingsstoffen te
kunnen opnemen. Het gebruik van een maaltijd binnen 2 uur voor de training is af te raden.
Voor de wedstrijd
Eet nog meer koolhydraatrijke producten om de koolhydraatopname verder te verhogen. Eet bijvoorbeeld extra brood, aardappels, rijst of pasta.
Gebruik nog minder vetten om de vetopname verder te beperken. Beperk bijvoorbeeld het gebruik van snacks, koeken en gebak.
Vooronderzoek Sportvoeding
Tijdens de wedstrijddag
Gebruik de laatste grote maaltijd 2 a 3 uur voor de wedstrijd om maagdarmproblemen •
tijdens de wedstrijd te voorkomen. Voor duursporters wordt aanbevolen om 3 a 4 uur voor
de wedstrijd de laatste grote maaltijd te gebruiken. Koolhydraatrijke tussendoortjes als
een Evergreen, Sultana, ontbijtkoek, eierkoek of banaan kunnen tussen de laatste grote
maaltijd en het begin van de wedstrijd wel genomen worden.
Drink tot aan de wedstrijd een royale hoeveelheid (water of isotone dorstlessers) voor een •
goede vochthuishouding. Voor duur- en spelsporters wordt aangeraden om de laatste 8
minuten voor de start 1 a 2 bekertjes dorstlesser of water drinken.
Is de duur van de wedstrijd langer dan een uur? Neem dan een halve bidon water of •
dorstlesser per kwartier voor een goede vochthuishouding.
Krachtsporter: Is de tijd tussen twee wedstrijden korter dan 2 uur dan in de laatste 8 •
minuten voor aanvang van de wedstrijd een halve tot 1 bidon energiedrank gebruiken.
Duursporter: Bij een wedstrijd van 2,5 uur of meer: koolhydraten aanvullen (zie •
voorbeelden tijdens training). Begin hier vanaf het eerste half uur mee om uitputting van
koolhydraatvoorraden te voorkomen.
Spelsporter: Duur wedstrijd > 45 minuten: voor aanvang van een tweede helft of volgend •
spel koolhydraten aanvullen (zie voorbeelden tijdens training).
Herstel
Na de wedstrijd is het van belang dat het verlies aan vocht en koolhydraten snel wordt aangevuld. De
eerste 2 uur na de inspanning gebeurt de aanvulling van koolhydraten in de spieren het snelst
Zorg voor een royale vochtopname voor herstel van de vochthuishouding o
Eet volop koolhydraatrijke voedingsmiddelen voor herstel van koolhydraatvoorraden. Voor o
een kracht- en duursporter wordt aangeraden om 2 gram koolhydraten per kilogram
lichaamsgewicht te consumeren. Voor een team- en spelsporter wordt 1,5 tot 2 gram
Vooronderzoek Sportvoeding
koolhydraten per kilogram lichaamsgewicht aanbevolen.
Koolhydraten
brood, zoet beleg, ontbijtproducten,
aardappelen, peulvruchten, rijst en pasta,
groente, fruit en zoete versnaperingen.
vet
melk(producten), kaas, vlees(waren), eieren, vis,
schaal- en schelpdieren, vleesvervangers, boter,
margarine en halvarine, olie, bak- en
braadvetten, sauzen,
snacks, noten, zoutjes, koek, chocolade en ijs.
Eiwitrijke producten zijn: melk(producten), kaas,
vlees(waren), vleesvervangers, vis, ei,
peulvruchten en noten. Eiwit zit ook in brood,
graanproducten en aardappelen.
Vitaminen en mineralen komen voor in de
volgende voedingsmiddelen: brood,
graanproducten, aardappelen, rijst, pasta,
peulvruchten, groente, fruit, melk(producten),
kaas, vlees(waren), kip, vis, ei, vleesvervanger,
margarine, halvarine en olie
eiwit
Vitamine en mineralen
Vooronderzoek Sportvoeding